zingen zult gij dus de belastingen verminderen. Bij scmmigen zal dit inslaan, bij mij niet, want zoo het u dan mogelijk zal zijn dan is het omdat gij gedurende verschillige jaren te veel gevraagd hebt. M. Vanderghote. Gij weet hoe wij de stad bestu ren en hoe de financieele toestand van stad bestond wanneer wij het bestuur ervan opnamen. Er waren te veel steertjes en schulden die wij later moesten ver effenen. Vcor al de lasten der werkloosheid alleen in den gewonen dienst te kunnen afdragen zijn wij ver plicht geweest nieuwe lasten ie stemmen. Men mag niet vergeten dat wij gedwongen werden alle uitgaven voor de werkloosheid van den buitengewonen dienst naar den gewonen dienst over te brengen. Dit is de oorzaak van alles geweest.' Wat betreft het vermoedelijk over schot van 128.000 fr. dat aan den kop der begrooting staat, moet ik antwoorden dat dit nog niet zeker gekend is. M. Leuridan. In dit geval is het zeer simpel.' dan moet gij dat in uwe begrooting maar niet zetten. M. Vanderghote. Wij zijn verplicht. M. Leuridan. Als het waar is dat de stedelijke fi nancies in den laatsten tijd in zekere mate een verbe tering hebben ondergaan tengevolge van omstandig heden die niet alleen van u afhangen, verbetering die dus ten deele aan u maar ock nog aan andere factoren te wijten is, dan is thans het oogenblik gekomen om dit te laten blijken. Het is waar wat de Heer Missiaen zegt dat gij de meerdere ontvangsten nog een jaar lang zoudt willen laten oploopen om er daarna dan poli tieke munt uit te slaan. Dat is zoo. M. Vanderghote. Indien er hier een politieker in den gemeenteraad is, dan is het alleszins ik niet. M. Leuridan. 't Is goed mogelijk, Mijnheer de bur gemeester, maar gij behoort tot een politieke organisa tie waarvan niet al de leden zoo fatalist of liever zoo gelaten in hun lot zijn als gij. Uwe strijdgenooten zijn niet allen met, denzelfden onbaatzuchtigen ijver geze gend. zij zijn sluw genoeg om te weten dat zij uit der- gelijken toestand in verkiezingstijd groot voordeel kun nen trekken. Men moet hier van weerskanten niet trach ten blauwe bloempjes te plukken. Ik houd dan ook het voorstel van dén Heer Missiaen staande en vraag om de opcentiemen van 90 tot op 75 te verminderen. Het is nu dat wij de sporen der verbetering in den toestand met glans in tastbare feiten moeten omzetten. M. Vanderghote. Indien ik ervan overtuigd ware dat de rekening van 1936 op 1 Juni aanstaande met een excedent zal sluiten, dan zou ik de 90 opcentiemen ge makkelijk tot op 75 willen herleiden. Doch wij kunnen dit thans nog niet met zekerheid weten en het is daar om dat ik, zender eenig achterdenken of bijbedoeling, ervan nog steeds overtuigd ben dat 90 opcentiemen noodig zijn, ten einde ons later aan geen onaangename teleurstellingen bloot te stellen. Indien er geen andere opmerkingen meer te maken zijn, stel ik voor over te gaan tot de stemming over het voorstel van het sche pencollege om de 90 opcentiemen voor een jaar te her nieuwen. M. Leuridan. Er werd een formeel tegenvoorstel ingediend en het is daarover dat er eerst zou moeten gestemd worden. M. Vanderghote. Indien het voorstel van het sche pencollege verworpen wordt, dan zullen wij over het ander voorstel stemmen. M. Missiaen. Neen, het ander voorstel moet voor gaan. M. Van der Mersch. -77 De gemeenteraad moet zeggen zbö dè'' opcentiemen moéten Verminderd worden of niet. M. Missiaen. Het schepencollege stelt voor de be staande opcentiemen te hernieuwen, wij daarentegen vragen ze te wijzigen. Hoe wilt gij ze dan nog wijzigen eens dat uw voorstel gestemd is M. Vanderghote. Ik vraag dus te stemmen over het voorstel om de opcentiemen op 75 te brengen. Stemmen ja de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Yergracht, Leuridan en Verbekeneende Heeren Le mahieu. Delahaye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornil- lie. de Heeren Seys. Biebuyck en 'Vanderghote. M. Vanderghote. Dit voorstel is dus verworpen met 8 stemmen' tegen 6. Thans stel ik de vernieuwing voor, voor een termijn van een jaar, van 90 opcentiemen op de cedulaire grondbelasting van den Staat, van 90 op centiemen op de inkomsten der roerende in België aan gewende kapitalen en van 90 opcentiemen op de Staats bedrijfsbelasting op de in België gemaakte winsten der nijverheids-,, handels- of landbouwuitbatingen en der vrije beroepen, ambten of betrekkingen of andere winst gevende werkzaamheden, met uitzondering van de in den vreemde of in de kolonie verwezenlijkte of belaste baten. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye. Van der Mersch. Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys. Biebuyck en Vanderghote; neen: de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht, Leuridan en Verbeke. 2) 28 opcentiemen op Staatsbedrijfsbelasfing op wed den, ioonen en pensioenen. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor 28 opcentiemen te heffen op de Staatsbedrijfsbelasting op wedden, loonen en pensioenen en vraagt aan den raad de volgende beraadslaging voor 1937 te willen goed keuren. De Heer voorzitter geeft hierop lezing dezer beraad slaging waarin de vernieuwing dier opcentiemen voor gesteld wordt en waarin er ook een vergoeding van 30 centiemen per rol voor den Heer ontvanger der belas tingen voorzien wordt. De vernieuwing dezer opcentiemen wordt met de zelfde stemming als zooeven goedgekeurd. M. Vanderghote. Onder artikel 7, als ontvangst der opcéntiemen op de grondbèlasting, mogen wij dus de som van 426.434 fr. inschrijven. Geen bemerkingen Dit artikel is dan goedgekeurd. Art. 8. Opcentiemen op üe mobiliënbelasting op de inkomsten van de in België belegde kapitalen, 1.303 fr. Art. 9. Opcentiemen op de bedrijfsbelasting, fr. 303.975. Art. 13 Speciale belasting op de wedden, loonen en pensioenen, 55.000 fr. XII. Taksverordening op het slachtreeht Her nieuwing voor een jaar. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt de her nieuwing voor van het slachtreeht zooals het in de zit ting van 10 December 1935 werd vastgesteld. Dit slacht reeht bedraagt 7 centiemen per kilogram vee levend gewogen. M. Vergracht. De slachters klagen standvastig dat zij hier te Yper meer moeten betalen dan in andere steden. M. Vanderghote. Dit komt uit het verschil van. het tarief der andere steden met dit van Yper. Voor het oogenblik worden er nog werken voorzien die aanstaan de jaar aan het gebouw en het materiaal van het slachthuis zullen uitgevoerd worden. Er is geld noodig om het slachthuis in orde te brengen en ik vraag das aan den raad de vernieuwing der thans bestaande taks verordening te willen stemmen. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Pattyn. Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Bie buyck en Vanderghoteneende Heeren Missiaen, Michiel. Coutelle, Vergracht, Leuridan en Verbeke. XIII. Taksverordening op de balkons en loggias Hernieuwing voor vijf jaar. M. Vanderghote. Aan de voor 1936 gestemde taks verordening op de balkons en loggias worden thans enkele wijzigingen voorgesteld. Deze taksverordening blijft behouden behalve dat er thans in artikel een bepaald wordt dat alleen aan de taks onderhevig zijn de balkons en loggias die minstens 40 centimeter bui ten de bouwlijn boven de openbare wegenis uitspringen. Alzco worden de kleine balkons en de balkon-vensters van de taks ontslegen. In artikel drie was bepaald dat de taks verschuldigd was per balkon of loggia, en thans stellen wij voor dit te wijzigen als volgtde taks is verschuldigd voor elke deur of elk venster die op het balkon uitgeven, zoodat de groote balkons thans meer zullen betalen dan de kleine. M. Verbeke. Gij stelt voor alleen de balkons te belasten die minstens 40 centimeter buiten de rooilijn uitspringen. Ik zou liever zien bepalen 40 centimeter tusschen den gevelmuur en de borstwering van het balkon, want er zijn veel balkons met voetstukken die zooveel uitspringen, doch die slechts in den schijn bal kons zijn, waar men niet op kan staan. M. Vanderghote. Willen wij dit voorloopig zpo la ten en dan eens nazien M. Verbeke. Zooals gij het thans voorstelt is het toch dubbelzinnig. Er zijn veel voetstukken die buiten de rooilijn uitsteken en daarom geen balkon zijn. M. Biebuyck. Op 40 centimeter kan men toch reeds staan. Vroeger reeds heeft de Heer Verbeke daarvoor aangedrongen en de reden die hij aanhaalde was dat er moest betaald worden zelfs voor balkons waar men niet op kon staan. Op een balkon echter, die 40 centimeter buiten de bouwlijn uitspringt, kan men ge makkelijk staan en zoo een balkon bewijst toch dienst als balkon. M. Missiaen. Het princiep der taks op de balkons is het gebruik dat van het balkon gemaakt wordt. De personen die een balkon bezitten maken gebruik van een grond die hen niet toebehoórt. M. Vanderghote. Indien wij moeilijkheden in de toepassing van deze taksverordening moesten entmoe- ten, dan kunnen wij ze zoo noodig toekomende jaar nog altijd herzien. Doch ik denk niet dat zulks het ge val zal zijn. Vroeger waren er wantoestanden die nu door de voorgestelde wijzigingen wegvallen. Ik stel dan voor deze taksverordening op de balkons en log gias, met de eraan gebrachte veranderingen, voor een termijn van 5 jaar goed te keuren. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch. Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Bie buyck, Vergracht en Vanderghote; neen: de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Leuridan en Verbeke. M. Vanderghote. Artikel JL8 der begrooting, zijnde de opbrengst der belastipg op. de balkons en loggias, moet thans op 3000 fr. teruggebracht worden in plaats van 7.600. fr. zooals eerst voorzien was. Dit voorstel wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. XIV. Taksverordening op hét straatgebruik her ziening30 «n plaatts varü 40'%' van de hoofdsom van Staatsgrondbelasting voor de gebouwde eigendommen en de bouwgronden, en 15 in plaats van 20 van genoemde hoofdsom voor de niet bebouwde eigendom men. r 4M 1 M. Vanderghote. Hét1 schepencollege stelt voor de taksverordening op het straatgebruik. verleden jaar den 10 December 1935 genomen, te vernieuwen met deze wijzigingen dat de taks op 30 bepaald wordt in plaats van op 40 voor de gebouwde eigendommen en bouwgronden en op 15 In plaais van 20 der grondbelasting voor de niet bebouwde eigendommen. Al de overige bepalingen der taksverordening blijven behouden. Ik stel voor dit te willen goedkeuren. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Bie buyck en Vanderghoteonthouden zich de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht, Leuridan en Verbeke. M. VanderghoteOnder artikel 14 der gewone ont vangsten mceten wij thans, als opbrengst der straatbe lasting, de som van 144.000 fr. inschrijven. Hiermede is de gewone dienst der begrooting'in ontvangsten bepaald vastgesteld op 4.660.225 fr. 28 tegen 4.566.418 fr. 74 uit gaven, sluitende alzoo met een boni van 93.806 fr. 54. Het schepencollege stelt voor nu de stadsbegrooting voor 1937 in globo te willen stemmen. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillies de Heeren Seys, Bie buyck en Vanderghoteonthouden zich de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht. Leuridan en Verbeke. M. Vanderghote. Ik vraag dat het den gemeente raad thans nog zou believen het plan van den buurt spoorweg Yper-Nieuwkerke-Waasten bij hoogdringend heid goed te keuren. Op den Dickebuschsteenweg zal de tramlijn te midden den weg gelegd worden. Indien er niemand tegen opkomt, stel ik vcor de hoogdringend heid te stemmen. Al de raadsleden stemmen eenparig ja. M. Vanderghote. Thans yraag ik de wijzigingen aan de tramlijn te willen goedkeuren. Dit wordt eveneens zonder opmerkingen gestemd. VII. a) Stedelijk Leerwerkhuis b) Stedelijke Huis- houdklas Begrootingen voor het jaar 1937. M. Vanderghote. Gister hebben wij de- begrootin gen van het leerwerkhuis en der huishoudklas verdaagd, daar het verslag erover nog niet gereed was. Thans Vraag ik deze begrootingen te willen goedkeuren. De begrooting van het Stedelijk leerwerkhuis voorziet in ontvangsten en uitgaven de som van 56.581 fr. Ik stel voor daarover te stemmen. De voorgestelde begrooting wordt eenparig goedge keurd. M. Vanderghote. De begrooting voor 1937 van de stedelijke huishoudklas bedraagt de som van 20.057 fr. in ontvangsten en uitgaven. Ook deze begrooting wordt algemeen aangenomen. M. Vanderghote. Er is rtog een ander punt dat ik dezen avond aan de goedkeuring van den gemeenteraad zou willen onderwerpen. De burgemeester van Sint-Jan heeft onze meening gevraagd, in een brief officieel aan het schepencollege gezonden, aangaande de werken van de Rousselarestraat. Dit is een werk dat voor Yper en St Jan gemeen is. Hij stelt vcor er de buitengewone onderhoudswerken van uit te voeren, gezien de Orec daarin thans voor 85 tusschenkomt. Volgens zijne meening zou het bedrag dier kosten voor de gemeente tot de som van 31.500 fr. beloopen wanneer de straat in beton g. egd wordt en van 63.000 fr. als ze gekal- sijd wordt. Het schepencollege is van gedacht in prin ciep een goedkeurend antwoord aan den Heer burge meester van S, Jan te geven en dan later de goedkeu ring van het bestek der werken in den gemeenteraad te bespreken. Zijn allen daarmede t'akkoord M. Missiaen. Ik ben daarmede niet t'akkoord, want dit is volstrekt niet hoogdringend. M. Vanderghote. Het is alleen maar het princiep der werken dat wij voorstellen te aanvaarden. M, Missiaen. Wilt gij aan den Heer burgemeester van St Jan akte verleenen van zijn schrijven, dat is iets anders. M. anderghote. Wij zullen die zaak dan uitstellen. XV. Mededeelingen. M. Leuridan. Men heeft mij gezegd dat het de be doeling is van Staatswege den volledigen heropbouw der Ypersche Halle prijs te geven en dat mén op het punt is de vergissing, de onrechtvaardigheid te begaan den Oostervleugel onopgebouwd te laten. Ik zou ook willen weten indien het schepencollege niet meent tegen deze Jobsmare te moeten protesteeren. Er zijn redenen bij de vleet "om zulks niet te laten gebeuren. Ten eerste, men heeft ons altijd geleerd dat de Halle van Yper het eenige burgerlijk gebouw van West-Europa was dat de moeite waard was om bezocht te worden. Dit juweel der Westersche beschaving, de Halle van Yper, is waar lijk een perel die wij moeten behouden en een merk waardigheid die niet mag verloren gaan. Evenmin als het herstel van het kanaal Yper-Leie mag gelost wor den, zoo ook moet men met dezelfde hardnekkigheid de gedachte van het behoud van dit eenig kleinood, dat het gebouw onzer Halle was, tegen den Staat verdedi gen, opdat we later deze kenmerkende glorietrek onzer voorouders ook door onze nageslachten kunnen laten bewonderen. Een tweede reden is dat het een onver geeflijke vergissing ware dien kemel daar te laten staan zooals nu. In plaats van een volledig complex zouden we daar dien kemel hebben van een prachtig belfort met daaraan een soort onderlat aan den Westkant alleen. Zoo men geheel de Halle niet wilde heropbou wen zooals ze vroeger was, dan had men beter het bel fort alleen ofwel een gereduceerde halle gebouwd, doch nooit had men het belfort mogen heroprichten met daar een onderlat aan een zijde. Om die redenen van geschie denis en kunst zou ik willen dat geheel het Ypersch ge meentebestuur, dat al wie eenige macht of invloed heeft 't zij in stadsbestuur, 't zij in de provincie of in 's lands wetgeving, zich ten scherpste zou inspannen om dit besluit te bestrijden en er de intrekking van te eischen. M. Vanderghote. Ik mag u de verzekering geven dat het schepencollege reeds voetstappen gedaan heeft opdat ook de Oostervleugel der Halle zou heropge bouwd worden. Over enkele weken hebben wij het ont werp daarvan aan den Heer Minister gezonden en de zen morgen ontvingen wij een brief van den Heer Alge- meenen Bestuurder Verhaeghe die ons laat weten dat de Staat voorloopig aan den heropbouw van het Nieuw- werk en van den Oostervleugel der Halle verzaakt. Wij houden eraan dat de heropbouw der Halle zoo spoedig mogelijk zou doorgedreven worden en ik denk wel dat de raad het schepencollege eenparig in zijne pogingen zal willen -steunen. Wij zijn besloten voetstappen aan te wenden bij den Heer Eerste Minister Van Zeeland om zoo mogelijk door zijne tusschenkomst rechtsherstel voor Yper te bekomen. Wij hebben vernomen dat er door den Heer Minister Vandevelde voorgesteld werd een commissie in te richten om aan België een nieuw wezen te geven en wij zijn dan ook overtuigd dat men niet weigeren zal aan Yper zijn oud wezen terug te geven. M. Leuridan. Staat het woord voorloopig wel in den brief M. Vanderghote. Ja. M. Missiaen. Indien ik goed ingelicht ben is dit herstel slechts voor een jaar uitgesteld. M. Vanderghote. Er is een beweging in Brussel om dit deel der Halle in puin te laten, doch wij verhopen dat ze nu wel van gedacht zullen veranderd zijn en dai wij erin zullen slagen deze ongelukkige kwestie, alhoe wel zij een groote geldinspanning zal vergen, gunstig op te losen. M. Coutelle. Hoe zit het thans met de nieuwe statie. Men moet thans niet meer beweren dat de loskaai niets heeft opgebracht, er werd geld genoeg gewonnen. M. Vanderghote. Ik denk dat het best ware te wachten tot de Heer Merlot, minister van Openbare Werken, gekomen is om de kwestie der vaart Yper- Komen te onderzoeken. Alsdan zal het ons mogelijk zijn in een sympathieker atmosfeer een programma van werken op te maken. M. Coutelle. Zoolang de Halle en de Statie hier niet gedaan zijn, bestaat Yper niet. M. Verbeke. Aangaande de toelage van 2000 fr. die h:er voor den Provincialen Paardenkweekbond gestemd werd, zou ik willen weten zoo alle landbouwers, zelfs niet leden van dien bond, met hun paarden aan de uitgeschreven prijskampen mogen deelnemen. M. Lemahieu. Het reglement is veranderd gewor den en het is om betere jonge paarden in te kweeken en die in het studbook in te schrijven dat die prijskam pen zullen uitgeschreven worden. M. Leuridan. De vraag is om te weten zoo de land bouwers noodzakelijk in den Paardenkweekbond moe ten ingeschreven zijn om aan de prijskampen deel te kunnen nemen. M. Vanderghote. Wij zullen het reglement vragen en u dan de gewenschte inlichting mededeelen. M. Verbeke. Zou er ook geen oog in 't zeil kunnen gehouden worden op de Zaterdagmarkt Daar zijn 3 of 4 marktkramers die hun erkenningsteeken ontno men werden en die toch voort op de markt staan. M. Vanderghote. Wij zullen de aandacht der politie daarop vestigen. M. Pattyn. Nabij het Hommelhof wordt er nog steeds voortgegaan met het storten van vuilnis. M. Biebuyck. Op de markt den Zaterdag zou het aan de markikramers moeten opgelegd werden op een bepaald uur weg te zijn. M. Vanderghote Dit is in het reglement voorzien ten einde alle moeilijkheden te vermijden. M. Lemahieu. Tegen 12 u. moet alles 'opgekraamd zijn. M. Biebuyck. En de verhandelingen M. Lemahieu. Die moeten te 12 u. gedaan zijn en te 1 u. moet alles weg zijn. Ze hebben 1 uur tijd om alles weg te nemen. De zitting wordt hierop te 19 u. 50 opgeheven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 5