4 leRe stelt voor deze vraag in te willigen. M. Verbeke. In verband met hetgeen de Heer sche pen Van der Mersch hier vroeger zegde aangaande een aanvraag van V. O. S., vraag ik zoo er thans ook geen onderscheid dient gemaakt te worden tusschen een congres eo een betooging. M. V an der Mersch. Dit is hier noch een congres, noch een betooging. het is een tentoonstelling. M. Verbeke. Misschien ook wel een smulpartij. M. Leuridan. Wij zijn ook van gedacht, zooals de Heer schepen Van der Mersch. de gevraagde toelage te stemmen. De vraag van mijn strijdgenoot, de Heer Verbeke, is enkel een vervelende herinnering aan dien keer dat gij zoo breed van geest niet zijt geweest als nu. M. Vanderghote. Ik stel voor een toelage van 4000 frank te stemmen. Al de raadsleden brengen een goedkeurende stem uit. IX. Provinciale Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer Stichting Aansluiting der stad Goed keuring Opdraeht. M. Vanderghote. Over enkele dagen ben ik uitge- noodigd geweest naar Brugge om daar, samen met andere burgemeesters van het gewest, deel te nemen aan de bespreking van de ontworpen provinciale vereeni ging voor vreemdelingen verkeer, die voor doel heeft het toeristenverkeer in West-Vlaanderen te bevorderen. Er is daar, op die vergadering, besloten geweest die officieele provinciale vereeniging te stichten.- Ik heb mij, zooals de andere burgemeesters, bij deze stichting aangesloten wel te verstaan onder voorbehoud van goedkeuring door den gemeenteraad. Thans vraag ik aan den raad dit voorloopig mandaat te willen goed keuren. De statuten dier provincale vereeniging liggen in den bundel ter inzage der gemeenteraadsleden. In geval van aansluiting, zou de stad een jaarlijksche bij drage van 250 fr. moeten storten. M. Leuridan. Ik hoop dat deze handelwijze doel matiger zal zijn dan hetgeen gij destijds gedaan hebt, onder meer voor de Brusselsche tentoonstelling waar gij, voor een paar vierkante meter en enkele prentjes, een ruimer premie betaald hebt. Evenals wij destijds tegen het wegwerpen van dit bedrag met klem geprotesteerd hebben, zullen wij nu dit voorstel hier ten volle goed keuren. omdat wij gelooven dat dit de eenige doelma tige manier is. namelijk samenwerken. Het voorstel van den Heer burgemeester wordt hier op eenparig goedgekeurd. X. Casemat Rijselpoort en onderaardsche gangen Herstelling en inrichting in museum en toeristische aantrekkelijkheid Ontwerp van overeenkomst. M. Vanderghote. Dit punt is tot aanstaande zitting verschoven. XII. Electrische energie Prijzen voor het le kwartaal 1937. M. Vanderghote. Bij haar schrijven van 23 Decem ber 11. heeft de electriciteitsmaatschappij ons laten we ten dat de prijzen der electriciteit voor het eerste kwar taal 1937 vastgesteld zijn op 1 fr. 66 per kilowatt voor de verlichting en op 1 fr. 24 voor de drijfkracht. M. Missiaen. In een vorige zitting heb ik reeds ge sproken over de 2 centierrten welke in den prijs der electriciteit voor de verlichting en 1 centiem voor de drijfkracht aangerekend worden ten voordeele der stad. Ik houd eraan daartegen nogmaals te protesteeren, want het is niet aannemelijk dat de verbruikers een belasting moeten afdragen die de electriciteitsmaat schappij zelf moet betalen. De maatschappij moet maar zien dat zij zelf die 2 en 1 centiemen aan de stad kan betalen, zonder dat de verbruikers daarin moeten tus- schenkomen. Elders, in sommige andere steden, is dit alzoo voorzien, doch hier moet die vergoeding aan de stad betaald worden voor het gebruik van den onder grond. De electriciteitsmaatschappij heeft dus het recht niet die vergoeding van 2 en 1 centiemen in den prijs der electriciteit te brengen. De verbruikers betalen hier dus 2 en 1 centiemen te veel voor de electriciteit. M. Verbeke. Ik ben volledig t'akkoord met den Heer Missiaen. De vergoeding die de electriciteitsmaat schappij aan de stad moet betalen voor het gebruik van den ondergrond mag op den rug der verbruikers niet gelegd worden. De electriciteitsmaatschappij ver wezenlijkt ten andere reeds winsten genoeg. M. Missiaen. Ik verzet mij tegen het begrijpen dezer vergoedingen in den prijs der electriciteit, zooveel te meer dat de stad hoegenaamd geen controle kan uit oefenen. Wie weet hoeveel kilowatts electriciteit er hier verbruikt worden Er is niemand van ons die weet zoo die 2 centiemen werkelijk noodig zijn of zoo ze niet te veel opbrengen. M. Van der Mersch. Om dit te wijzigen, zijn wij verplicht het contract te veranderen dat in 1922 geslo ten werd. Volgens de bepalingen van dit contract wordt de basisprijs der electriciteit van 85 tot op 87 centiemen gebracht, en de prijs der drijfkracht met 1 centiem ver hoogd voor het betalen der vergoeding aan de stad verschuldigd. Indien gij wilt, zullen wij aan de maat schappij voorstellen het contract te veranderen. M. Missiaen. Het is de gewoonte der electriciteits- maatschappijen alle jaar het contract te veranderen, zoodanig dat weldra niemand meer weet wat er in het contract vermeld staat. Ik begrijp niet hoe, bij het voorstellen van dit contract, dit alzoo is gestemd ge weest. M. Van der Mersch. Als gij wilt zullen wij in on derhandeling treden met de maatschappij. M. Missiaen. Ik begrijp niet waarom hetgeen ten laste der maatschappij valt door den gebruiker moet beiaald worden. M. Van der Mersch. Gij moet toch erkennen dat het Volgens het contract juist is. Het is echter mogelijk het contract te veranderen. M. Verbeke. De mandatarissen van stad, die dit contract gestemd hebben, moesten de belangen der in woners verdedigen, doch wij moeten bestatigen dat zij hun plicht niet vervuld hebben. M. Van der Mersch. In 1922 werd, vooraleer het contract goed te keuren, de Heer ingenieur Braecke, van Gent, geraadpleegd. De Heer schepen van open bare werken was dus niet alleen, gezien hij door een ingenieur bijgestaan werd. M. Missiaen. Dit neemt niet weg dat het aanreke nen van die vergoeding van 2 en 1 centiemen bij den prijs der electriciteit toch een onrechtstreeksche be lasting is. M. Van der Mersch. Ja. dat moet ik erkennen. M. Van Alleynnes. Ik heb vroeger uitleg gevraagd over de manier waarop die som van 1 fr. 62, die toen vastgesteld was, uitgerekend werd. Als antwoord hierop ontving ik een brief waarin gezegd wordt dat de for mule voor de private verlichting 0 fr. 80 is per kilowatt in de stad verbruikt. Van waar komen die 80 centiemen? Wat is dat. ofwel moet dit misschien dienen voor de delging van het kapitaal Die basis is overdreven. Daarbij wordt dan nog, volgens den uitleg in den brief vermeld. 76 centiemen aangerekend plus 2 centiemen voor de stadsvergoeding waarvan nu spraak is en 2 fr. 50 voor taks. Thans wordt er nu nogmaals 4 centiemen meer aangerekend voor taks, zoodat in den huidigen prijs dus tweemaal hetzelfde begrepen is. De ton steenkolen wordt aangerekend aan 157 fr„ doch iedereen weet dat zij zooveel niet kosten. Dan komt ook nog het salaris in rekening, doch hierover kan ik mij moeilijk een gedacht maken. Voor taks komt er ten slotte nu nogmaals 2.50 bij. Ik zou thans willen weten waarom die 80 centiemen moeten betaald worden. M. Van der Mersch. De brief, die u den 4 December gezonden werd, is gekomen van de maatschappij in antwoord op de vraag om uitleg welke de Heer burge meester haar op uw aandringen gericht had. De in het contract voorziene basisprijs is op 85 centiemen per kilowatt bepaald onder voorbehoud deze prijs tot op 0 fr. 80 te herleiden wanneer het verbruik der electrici teit een zeker aantal kilowatts bereikt. In de formule zijn begrepen de prijs der kolen, het loon der werklieden, de taks van 2.50 en de vergoeding van 2 centiemen ten voordeele van de stad. Volgens de inlichtingen die wij ontvingen bedraagt het gemiddeld loon van het personeel der electriciteitsmaatschappij 43 fr. 98 per dag. M. Missiaen. Wanneer ze dien prijs aanrekenen dan bestelen ze ons. Geeft mij eens die formule, ik zou dit graag eens willen onderzoeken. M. Vanderghote. Laat ons deze bespreking sluiten. M. Van Alleynnes. Ik mag toch zeker wel eerst jlen noodigen uitleg bekomen. Wanneer gij twee dagen noodig hebt voor het onderzoek der begrooting, dan heeft niemand van ons dit te veel gevonden. M. Van der Mersch. De prijs der kolen is deze die aangegeven werd door het ministerie. Deze prijs is dezelfde voor geheel het land en zoo er hier een mis sing in is, dan is het de maatschappij niet maar het ministerie dat daarvoor verantwoordelijk moet gesteld worden. Dit veranderlijk gedeelte is vastgesteld in den Moniteur en zoo gij wilt kan ik u die Moni- teurter inzage geven, zoo zult gij zien hoe de be rekeningen dienen gedaan te worden. Verders hebben wij nog de Staatstaks van 2.50 en de vergoeding van 2 en 1 centiemen voor de stad. M. Van Alleynnes. Dit maakt dus 0.80 0.76 0.02, 't zij te zamen 1 fr. 58 waarbij nog 2.50 taks dient gevoegd te worden, zoodat we komen aan den prijs van 1 fr. 62. Maar nu wordt er nog eens 4 centiemen bijgerekend voor taks, zoodat de taks dus tweemaal in den prijs der electriciteit begrepen wordt. M. Van der Mersch. Dit is voor het eerste kwartaal 1937, terwijl de u gegeven uitleg den prijs van het laat ste kwartaal 1936 betrof. De prijs der electriciteit is nu vermeerderd op 1 fr. 66. Daarin zijn begrepen 4 cen tiemen taks voor den Staat en 2 centiemen voor ver goeding aan de stad, zoodat de prijs der electriciteit dus op 1 fr. 60 vastgesteld werd. Deze vermeerdering moet waarschijnlijk voorkomen tengevolge der verhoo ging van den prijs der kolen, maar in geen geval moet de Staatstaks tweemaal betaald worden. Zoo gij wilt zullen wij opnieuw de formule vragen aan de maat schappij voor het berekenen van den nu vastgestelden prijs. M. Missiaen. Volgens het contract was de basis van het salaris in 1922 8 fr. voor 8 uren werk. Dit gemid delde kon dus het salaris der ingenieurs niet bevatten en het nu aangegeven gemiddelde moet dan ook enkel het loon der werklieden zijn. Ik zou dit echter eens wil len onderzoeken, omdat ik weet dat men elders, te Lan- genbrugge, Tertre en Sweveghem, veel moeite gehad heeft om een loon van 32 fr. te krijgen. M. Leuridan. De zedeles dezer historie is dat onze voorgangers een fameuzen slechten dienst aan Yper be wezen hebben toen zij dit contract goedkeurden. Ik ook heb, evenals de Heer Van Alleynnes, mijne gerust stelling niet over de stijging van den prijs en ik geloof, zooals de Heer Missiaen, dat de post van het salaris geweldig is opgeschroefd. Van waar komen die 43 fr. Is dit bet gemiddelde van al de loonen ofwel van het loon der werklieden alleen t M. Van der Meersch. Het contract bepaalt het loon van het personeel op 8 fr. voor 8 uren werk in 1922. M. Leuridan. Wanneer het nu aangegeven gemid delde alleen op het loon der werklieden speelt, hoe is het mogelijk dat men aan 43 fr. 98 komt M. Van der Mersch. Dit is niet mogelijk, ook ben ik overtuigd dat de wedden der ingenieurs daar bij gerekend zijn. M. Leuridan. Onze voorzaten hebben zich leelijk bij het vuur laten zetten. M. Missiaen. De tegenwoordige raad heeft dit contract nog verlengd, het zijn dus onze voorzaten al leen niet die voor de begane fout moeten aansprakelijk gemaakt worden. M. Vanderghote. Ik stel voor thans tot de stemming over te gaan. Terwijl de stemming reeds begonnen was vroeg de Heer Seys nog om eerst uitleg bij de maatschappij over den vastgestelden prijs te vragen, doch de Heer burgemeester antwoordde dat deze die er niet t'akkoord mede waren, ertegen moesten stemmen. Was gansch die bespreking reeds niet al te klaar, dan was de stemming nog verwarder en hoe de uitslag er van feitelijk is zal wel niemand van al degenen die de zitting bijwoonden kunnen zeggen. De Heeren Lema- hieu en Biebuyck onthielden zich, terwijl de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht, Van Alleynnes, Leuridan en Verbeke neen stemden. Voor wat de andere raadsleden betreft, meenen wij te mogen zeggen dat zij zich onthielden. In alle geval hoorden wij geen en kele ja stem, zoodat, naar ons oordeel, de raad een ongunstig advies op den prijs der electriciteit uitbracht. M. Verbeke. Wij stemmen neen met energie voor de electrische energie. XI. Mededeelingen. M. Vanderghote. Het voorloopig ccmiteit tot be vordering van het vreemdelingenverkeer, waarin af gevaardigden zetelen van het schepencollege, van ieder der politieke groepen in den gemeenteraad vertegen woordigd alsmede van al de verschillige maatschap pijen van stad die zich met toeristische aangelegen heden bezig houden, en waarin ook nog drie leden aan geduid werden die om hunne bevoegdheid in dergelijke zaken bekend staan, heeft zijn statuten opgemaakt en het ontwerp ervan is u voorgelegd geworden. Thans stel ik voor deze statuten goed te keuren opdat zij dan als basis zouden kunnen dienen voor het stichten van het definitief comiteit. M. Van Alleynnes. Ware het niet mogelijk daar van een afschrift te bekomen M. Vanderghote. Wij zullen dit punt dan verdagen. M. Leuridan. In een vorige zitting heeft de Heer Verbeke gesproken over den slechten toestand der Ver- lorenhoekstraat. Ik wil daarop thans terugkeeren mij steunend op een persoonlijk onderzoek. De bewoners van die straat hadden mij gevraagd daar eens te gaan kijken en ik heb dit gedaan. Ik zou willen vragen daar nu seffens, nu wij nog ten volle in 't slecht seizoen zijn, de noodige werken te willen doen en niet te wach ten tot het weder verbetert om dan te kunnen zeggen gaat er eens zien, alles is in orde. Daar in die straat, ik moet het rechtuit bekennen, werd weinig kundig werk verricht. In October 11. werd daar een weinig keizei naartoe gesleept, hier een daar een greepje als met een apothekersschaal. Men heeft gemeend goed werk te verrichten met dien keizei te bedekken met grond, doch thans is het modder geworden. De kanten zijn opgehoogd en de weg is er als een bak waaruit het water geen weg kan. Wat daar dient gedaan te wor den is het afsteken der kanten, en zulks moet rap ge beuren, want geheel uw macadam is er bezig met ho peloos verloren te gaan. Opdat de afwatering daar zou kunnen geschieden, hebben uwe werklieden daar op sommige plaatsen een geultje gegraven, doch de uit slag ervan is dat zij er nog een moeras bijgemaakt hebben. Die straat is waarlijk in deerniswekkenden toestand en het is voor al die inwoners, die daardoor moeten ploeteren, dat ik hier in de bres spring. Van aan het huis van een zekeren Vansuypeene is de straat helfteweg, doch het slechste einde is dit welke heele- maal aan Yper behoort. Langemarck moet ook niet boffen, doch Yper nog minder. Ik zou vragen aan den Heer schepen van Openbare Werken daar spoedig te willen tusschenkomen en niet te wachten tot het goede seizoen, tot wanneer de straat weer droog geworden is. M. Lemahieu. Wat de Heer Leuridan zegt is waar heid. M. Leuridan. Zou ik soms gemist zijn van adres-? M. Lemahieu. Neen, in 't geheel niet, doch het is mij ook zeker wel toegelaten hier een woord te spre ken Het gedeelte der Rousselarestraat op grondgebied Langemarck gelegen is beter dan dit op Yper gelegen, doch wij hebben voor het herstellen dezer straat altijd veel ruzie gehad met de gemeente Langemarck die een zeer uitgestrekte gemeente is en in evenredigheid maar over beperkte inkomsten beschikt. De herstel lingswerken der Rousselarestraat heeft Yper bijna al zelf gedaan en die straat zal volledig in orde komen. Ook de Pannenhuisstraat is zeer slecht. In de nieuwe begrooting is er een aanzienlijke som ingeschreven, zoodat de herstelling der wegen in princiep besloten is. De Heer schepen Delahaye zal u zeggen dat hij dit herstel zal doen. Ik ben zelfs reeds afgesproken met den Heer schepen Delahaye en met den Heer bouwmeester van stad om na Nieuwjaar, want met de Kerstfeesten hebben wij dit nog niet kunnen doen, al die straten eens te gaan bezichtigen om te zien wat er dient gedaan te worden. Het krediet voor deze ontworpen herstel lingswerken is reeds ingeschreven. Ik laat thans het woord aan den Heer schepen Delahaye. M. Leuridan. Gij hadt beter gedaan die wegen te herstellen vóór dat wij moesten gaan lukken. M. Delahaye. In 1936 was er een krediet van 10.000 fr. voorzien voor de landbouwwegen, doch in het begin van het jaar reeds moest er door de provincie een som van 5200 fr. besteed worden aan het herstel van wegen van groot verkeer. Er bleef mij dus alleen maar 4800 fr. meer over voor de landbouwwegen. In de maand Octo ber werden er zes wagons macadam in die straten ge voerd, doch de werken moesten stopgezet worden om dat er van het voorziene krediet geen centiem over schot meer was. De 6 wagons macadam waren zelfs op krediet gekocht. Het is onmogelijk met 6000 fr. al de landbouwwegen te herstellen, daarom heb ik gevraagd in de begrooting een som te voorzien die geheel en gansch voor het onderhoud der landbouwwegen kan ge bruikt worden. In den buitengewonen dienst is er dan verder nog een som voorzien voor de noodige herstel lingswerken. De Heer Leuridan zegt dat het werk slecht uitgevoerd werd, doch de menschen die daar in de Rousselarestraat wrochten moesten plaats maken voor een kleinen wagen zoo maar met een 10.000 kg. geladen die daar dear die straat gereden kwam. Wanneer zulke wagens, die gansch de breedte van den weg innemen, door zulke kleine straten gereden komen, dan mag het werk nog goed uitgevoerd zijn, het kan toch niet weer staan. M. Missiaen. Dan zou er daar dan een maximum gewicht moeten bepaald worden. M. Delahaye. In 1937 ben ik bereid al de wegen te herstellen, doch zonder geld bakt men noch koeken noch lukken. M. Lemahieu. De Pannenhuisstraat wordt ook gansch stuk gereden, daar al het verkeer thans langs daar geschiedt tengevolge der versperring van den Dickebuschsteenweg waar de verbeteringswerken thans aan gang zijn. Al het groot verkeer geschiedt thans langs de Pannenhuisstraat. M. Pattyn. De Frezenbergstraat is ook niet veel beter. M. Biebuyck. Wat eerst zou dienen gedaan te wor den is een maximumgewicht bepalen voor al die kleine wegen. Hetgeen hier gezegd werd over de Verlorenhoek- straat is ook waar, voor de Wulvestraat. M. Lemahieu. De groote vermoorders van deze wegen zijn de autocars in het toeristenseizoen die uiterst snel rijden zelfs in de bochten. M. Missiaen. De Heer Michiel heeft hier vroeger geklaagd over het storten van vuilnis nabij het Hom melhof. Die toestand is daar nog altijd dezelfde ge bleven. M. Vanderghote. De vergunninghouder van den vuilnisdienst is ontboden om morgen voor het schepen college te verschijnen. Ook de Heer politiecommissairs werd reeds verwittigd. M. Biebuyck. Zou de vergunninghouder ook niet kunnen vermaand worden de vuilnis van het voorland langs den Meenensteenweg weg te nemen Dit staat nochtans in het contract. M. Delahaye. Hij werd reeds tweemaal verwittigd. M. Leuridan. Heeft het schepencollege reeds een besluit genomen aangaande de vraag ingediend door de nieuwe visschersmaatschappij De Lustige Vis- schers M. Vanderghote. Neen, het schepencollege heeft over die gewichtige zaak nog geen beslissing genomen. M. Leuridan. De voorvechters van deze jonge ver eeniging hebben bij mij aangedrongen om in de eerste dagen over de getroffen beslissing te mogen ingelicht worden. De openbare zitting wordt hierop te 20 u. opgeheven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 4