Lichtreklamen Maurice Cherchye Kesteloot Veu mesteen weg, 2, Yper Tel. 484 2 Handelaars \eriii^dorner«, De schoonste De modernste worden thans te YPER zelf vervaardigd. het geval niet is, de uitbreiding der nijverheid hu'i een mogelijkheid geworden zijn. Onze han delaars en nijveraars ontbreekt het niet aan moed en durfkracht en er kan geen enkele reden ingeroepen worden die zich ertegen verzet dat hier, langs de boorden der Leie-Yzerverbinding, mettertijd dezelfde nijverheidsontwikkeling tot stand kome die wij langs de vaart van Kortrijk naar Bossuit en langs alle goede waterwegen in den loop der jaren hebben zien ontstaan. Dan ook zal, zooals de Heer ingenieur De Meyere het wenscht, de haven van Nieuwpoort, door de vaart Yzer-Yper en de vaart Yper-Komen aan haar natuurlijk hinterland verbonden, terug bloeien kunnen en de sleutel worden eener industrieele bedrijvigheid welke met den dag nog grooter worden zal. Het heeft ons dan ook gegriefd te moeten be- statigen dat de Heer ingenieur De Meyere, in zijn bedoeld verslag, alleen nog gewag maakt, om de werkloosheid in onze streek in zekere mate te verminderen, van de noodzakelijkheid de ver voerdiensten voor de arbeiders in te richten zoo danig dat zij éen stroom verwekken van Pope- ringhe-Yper naar Kortrijk - Avelghem - Ronse. Het is een vernedering, een echte beleediging voor gansch onze streek. Al het overige wat aan de streek van Yper van eenig rechtstreeksch voordeel zijn kan. wat aan haar heropleving kan medehelpen werd totaal uitgeschakeld, geen en kel werk voot Yper wordt in dit verslag nog voorgesteld en dan moet de Heer De Meyere, in een nota welke hij onlangs aan de pers mede deelde, bekennen dat, terwijl de werkloosheid gedurende het jaar 1936 overal elders daalde, het verloop der werkloosheid hier in het Ypersche bij gebrek aan nijverheid minder gunstig is ge weest. In plaats van voorstellen te doen om hier onze nijverheid herop te helpen en alzoo tal van onze werkloozen ter plaats zelf aan den arbeid te kunnen stellen, worden er alleen maatregelen voorzien om de reeds bloeiende nijverheden van het Kortrijksche nog meer te bevoordeeligen. Waar hebben onze stad en streek dan wel zulke behandeling verdiend Is het de schuld aan Yper zoo zijn bevolking, die in 1914 ongeveer 18.000 zielen bedroeg, nu tot op 16.000 geslonken is, ter wijl Kortrijk het getal zijner inwoners van 37.000, in 1914, tot op 40.000 zag stijgen Men hoeve zich slechts den toestand van tijdens en ook van na den oorlog te herinneren om deze vraag te beantwoorden. Van aan de Leie tot aan de zee was er een strook van 25 kilometer, waarvan Yper het cen trum was, die totaal, ten gronde toe verwoest en vernield werd, tienmaal erger dan Madrid nu, waarover zekere lieden thans zoo jammeren. Ten zuiden dezer strook heeft de thuisgebleven bevolking vier jaar lang onder de Engelsche en Belgische bezetting fortuin gemaakt, en ten Noor den, in het door de Duitschers bezette gebied van ons land, werd er nog meer gewonnen. Men schat immers dat het belgisch geld in omloop in het be zette gebied 500 millioen franken bedroeg en, wanneer de Duitschers uit ons land gedreven werden, wisselde de Belgische regeering 9 mil liard marken uit aan 1 frank, zoodat de Belgen, die tijdens den oorlog onder de Duitschers verble ven, dus 8.500 millioen franken rijker waren in papier geld. Dadelijk na den oorlog konden, in deze gebie den die van de beschieting weinig of niets te lij den hadden, de fabrieken en werkhuizen terug in werking gesteld worden met het tijdens den oorlog gewonnen geld was het mogelijk ze uit te breiden en te vergrooten en zelfs nieuwe fabrie ken op te richten. Daartegenover bestond er hier te Yper niets meer en het was daarbij, ongelukkiglijk, ook niet alleen materieele schade die wij hier te betreu ren hadden. 156 Yperlingen vielen op het eere- veld, tijdens het bombardement van Yper wer den hier omtrent 1000 inwoners gedood, velen stierven aan de gevolgen der opgedane typhus- kwaal, anderen stierven van verdriet in balling schap. terwijl sommigen ook nog, terneergeslagen en geknakt door de treurige gebeurtenissen waar van zij het slachtoffer waren, noch de kracht of den moed, noch de middels meer hadden om hun vroegere werkzaamheden te hervatten. In deze moeilijke voorwaarden moest Yper zijn leven herbeginnen. De eerste jaren, deze van den heropbouw, kende onze stad een groote doch bedrieglijke bedrijvigheid, en zelfs dan nog werd er veel van het hier verteerde geld gewonnen door de rijke naburige steden die alles bewaard hadden en alleen in staat waren de hier ontbre kende en in overvloed gevraagde artikelen en materialen te leveren en te vervaardigen. Toen echter in 1924 onze stad om zeggens her bouwd was, dan eerst bestatigde men ten volle de groote leemten die de oorlog hier gelaten had. De rijschool, het bataljon voetvolk, de smeden- school en zooveel andere militaire inrichtingen, die hier vroeger leven en nering brachten, het Weldadigheidsgesticht, enz. dat alles was ons niet teruggegeven geweest. Zooveel welstellende Dagelijks verscheidene modellen zichtbaar bij %'oordeelige pi-ijy.en families, zooveel stielmannen, door den oorlog van hier verdreven en nu elders gevestigd, keer- niet terug. Meest al onze vroegere nijverheden waren ook nog weggebleven en voor velen ervan moest de hoop opgegeven worden ze hier nog ooit terug te zien. Zoo hadden wij onder meer de bleekerij Ver- schoore, waar vóór den oorlog een 80 tal arbei ders werkzaam waren, en die nu te Kortrijk gevestigd is. Deze inrichting bestond hier noch tans reeds sedert onheuglijke tijden te Yper en was nog als een laatste overblijfsel van de hier vroeger zoo bloeiende nijverheden. Ook van de velonijverheid was Yper in 1914 een zeer belangrijk centrum. Ronde de 200 werk lieden vonden in dit vak hun bezigheid. Deze nij verheid nam zulk een uitbreiding dat een plaat selijke firma hier juist vóór den oorlog een hec tare grond nabij de statie had aangekocht om er een belangrijk werkhuis, waarvan het plan bij het uitbreken van den oorlog reeds gereed was en waar een paar honderd arbeiders hadden kun nen werken, op te richten. De velonijverheid van Yper bediende gansch het land, Kortrijk inbegre pen, en telkens men hier vóór den oorlog ter statie kwam zag men er in het koopwarenmaga- zijn een groote hoeveelheid nieuwe velos, kaders en andere rijwielbenoodigheden. Die toestand echter is thans omgekeerd, want terwijl de Yper lingen gedurende den oorlog hun treurig leven langs de paden van de ballingschap sleepten, hebben de velomakers van Kortrijk hun deel in den markenzegen gehad. Wanneer onze arbei ders hier uit Frankrijk terugkeerden, waren de vroegere werkhuizen nog niet heropgericht en zagen zij zich dus verplicht elders te gaan werken en er alzoo mede te helpen aan den bloei eener nijverheid die hier vrqeger ter plaats zelf hun welstand had gemaakt. En toen later de werk huizen weer heropgebouwd en in staat waren te. werken, tien jaar na hunne vernieling, dan was de klienteel der velomakers, ook deze van Yper, reeds door Kortrijk overrompeld. Verders hadden wij hier te Yper vóór den oor log nog een diamantfabriek met 700 werklieden. Wanneer ze in 1924 herbouwd werd, was het reeds te laat om ze nog haar vroegere bedrijvigheid te zien hernemen daar de crisis zich toen reeds in dit vak deed gevoelen. Wij bezaten hier ook nog de gasmaatschappij waar een 15 tal werklieden aan den arbeid waren, twee leertouwerijen met een 10 tal werklieden, een .chocoladefabriek ook met een tiental werklieden, twee kaarsgieterijen die verscheidene werklieden gebruikten, twee zeepziederijen met 10 tot 15 werklieden, een klak- kenfabriek met een 30 tal en een kleinere met 5 tot 6 werklieden, de serren Horticole Yproise» die aan een 20 tal mannen werk verschaften, een brouwerij die nu te Meenen gevestigd is, een belangrijke boekdrukkerij met een 20 tal werklieden. Benevens al de andere kleine nijver heden, die wij mogelijks vergeten, hadden wij hier nog den grootsten graanhandel van het Zui den van West-Vlaanderen. In Waas ten bestond een suikerfabriek, thans te Veurne gevestigd, die veel van ons werkvolk bezigde. Voegt daarbij ook nog de schoenmakers, kleermakers, zadelma kers, enz. die voor de troepen wrochten en de stielmannen die met het herstel en het onder houd der militaire en andere gebouwen gelast waren, dit alles maakt samen ruim een duizend tal werklieden die vóór den oorlog hier te Yper zelf hun brood verdienden, die na den oorlog, gezien al deze nijverheden hier niet terugkeer den, in Frankrijk of elders hun bestaan moesten zoeken en waarvan zoovelen thans, tengevolge der contingenteeringsmaatregelen door Frankrijk getroffen, werkloos zijn. Dit is het Ypersch werkloozen vraagstuk zooals het is en zooals het van hooger hand schijnt ver geten te zijn. Wij geven het heden tot aanvul ling der leemten van het verslag over het grens- arbeidersgebied zooals het in hierboven vernoemd maandblad verscheen, met de hoop dat het de aandacht zal vestigen van dezen die met de op- Spoedige Itedionin^ lossing van dit belangrijk vraagstuk belast zijn. Om aan dit wegblijven en verlies van zooveel nijverheidstakken eenigszins te verhelpen, wer den er hier nochtans verschillige loffelijke po gingen gedaan, doch meest alleri vruchteloos. In het groot gebouw der diamantfabriek, waar het werk schier volledig stil lag, werd een meubel fabriek ingericht die eenigen tijd lang zekeren bloei kende en veel arbeiders gebruikte, doch die, door een brandramp geteisterd, jammerlijk ten onder ging. Ook een chocoladefabriek werd hier in gang gestoken, doch na enkele jaren moest ook zij haar poorten sluiten.' Een tabakfabriek, een macaronifabriek, enz. moesten insgelijks hun bedrijvigheid stilleggen. Dit waren allen pogin gen van onze burgerij om hier nijverheid in het leven te roepen. Alleen sedert 1933, alswanneer de vaart Yper- Yzer bevaarbaar is geworden, hebben wij hier goede uitslagen kunnen boeken. Al dezen die zich aan onzen waterweg zijn gaan vestigen hebben bloeiende zaken gedaan de uitslagen zijn onte gensprekelijk en Yper levert thans het klaar be wijs dat het, zooals in zijn verleden, heden ook zijn bloei langs het water vinden zal. Een goede waterweg alleen is dus bekwaam hier den ge- wenschten voorspoed te brengen en zoowel voor Yper als voor gansch de streek, de haven van Nieuwpoort inbegrepen, is het de herstelling der vaart Yper-Komen en niets anders, is het de ver wezenlijking van de algemeen betrachte verbin ding Leie-Yzer die hier de noodige en verwachte economische heropbeuring zal bezorgen en met een de werkloosheid verminderen. Ten andere, de regeering zelf is daarvan over tuigd, want van al de werken die zij elders doet uitvoeren tot bestrijding der werkloosheid en tot opbeuring van de nijverheid in die streken, zijn de waterwerken veruit de belangrijkste. De re geering aarzelt zelfs niet, om de steden Luik en Antwerpen met het water der Maas te bevoor deeligen, zich een proces op den hals te laten halen en zich voor de internationale rechtbank van Den Haag te laten dagen. Naar wij vernemen is de regeering thans ook nog zinnens in te gaan op het voorstel van den Heer ingenieur De Meyere om de warme vlas- roterijen van het Kortrijksche met het Leiewater te spijzen. Gedurende gansch het roterijseizoen, 't zij omtrent 225 dagen per jaar, zullen er 12.000 kubieke meter water daags uit de Leie ten be hoeve der warme roterij te lande gepompt wor den, wel te verstaan indien alle warme roterijen zich van dit water willen bedienen, hetgeen te betwijfelen valt. Nog een maatregel dus voor het begunstigen van de streken die van den oorlog schier niets te lijden hadden, waar handel en nijverheid bijna ononderbroken hebben kunnen voort werken en zelfs, grootendeels dank aan de vernieling en ondergang van gansch een bedrijvige en belang rijke streek, weelderig gedijen. Daartegenover wordt er niets gedaan voor de streek die alles verloor. Wel integendeel, gezien het hooger be stuur zich veroorlooft juist deze waterspijzing der warme roterijen als voorwendsel in te roe pen voor de weigering van het herstel der vaart Yper-Komen Wij nemen echter niet aan dat men kome be weren dat, juist door de noodzakelijkheid de kunstmatige roterijen van het Kortrijksche met het Leiewater te spijzen, het onmogelijk is de vaart Yper-Komen te spijzen. Er is water genoeg beschikbaar in de Leie om en de kunstmatige roterijen en de vaart Yper-Komen van het noo dige water te voorzien. Tijdens de vergadering van 22 Novembr™ 11., door de Handels- en Nij verheidskamer van Yper belegd en waarop ver scheidene onzer openbare mandatarissen aanwe zig waren, heeft de Heer voorzitter Vermeulen deze bewering met ontegensprekelijke cijfers weerlegd en er de ongegrondheid van bewezen. De bekommering van den Staat zou niet alleen mogen gaan tot die steden en streken die alles hebben mogen benouaen, die zich tijdens den

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 2