TANDPIJN DEN TO GENE Leest en verspreidt HET YPERSCHE Fédération des Sinistrés de I'Arrondissement d'Ypres werken aan de vaart Komen-Ieper een beter water- aanvoer kunnen verschaffen. Gij ziet. heeren, dat het vraagstuk niet zoo gemak kelijk is om op te lossen. Als provinciaal bestuur kun- i nen wij hier zeer weinig tusschen komen, anders niet dan door aan te dringen bij de betrokken departe- j menten ten einde dien noodlottigen toestand te ver helpen De Heer Van Eislande. «Ik moet den achtbaren heer Olivier bedanken voor de goede inzichten die hij komt uit te drukken. Ik meen ook dat de Provincie hier niet eene werkdadige rol te vervullen heeft, maar wel als bemiddelaarster moet zoeken op te treden, om de twee bevoegde besturen t'akkoord te stellen. En vermits er een middel aangeduid wordt, en hoewel het niet in de bevoegdheid valt van het Pro vinciaal Bestuur, wil ik ook een middel aanwijzen, dat ik reeds de eer had voor te leggen aan onzen acht baren heer Gouverneur en aan het hooger bestuur te Brussel Zcoals gij weet, ligt er in de nabijheid van den Yzer een groote uitgestrektheid land. dat gansch den winter overstroomd ligt. de Broekengenaamd. Welnu, die Broekenkan men vergelijken aan wat de Belgische Moerenwaren, vóór 400 jaar. Dan heeft een ingenieur, Coberger, een stelsel toege past voor het droogmaken van de Moerendat he dendaags nog in voege is dat is het water der over stroomde gronden over te pompen in een hooger gelegen Ringsloot Welnu, hetzelfde zou kunnen gedaan worden met de Broekwatersdie door middel van elektrische pompen zouden kunnen overgezogen worden in ver gaarbakken waar het water zou bewaard blijven ge durende den Wintertijd, om dan in Zomertijd afgelost te worden in den Yzer en alsdan deze waterloop weer bevaarbaar te maken. Deze soort van reservoir ligt dicht bij de Broe ken 't is de vijver Blanckaertdie ook verschei dene hectaren groot is. Men kan dus, ofwel zooals de heer Olivier zegde, de Yzer verdiepen, ofwel het middel toepassen dat Ik de eer had aan de bevoegde openbare besturen voor te leggen. De heer Voorzitter. Bij wat de uiteenzetting van den heer Van Eislande verklaart, kan ik mededeelen dat ik vóór korten tijd vernomen heb van een inge nieur uit den Bijzonderen Dienst der Kust, dat de zaak ter studie ligt om de Broeken van Merckem droog te maken. De heer Cornille. Als inlichting kan ik ook zeg gen. dat in de laatste vergadering der Noordwatering van Veurne, medegedeeld werd. dat Bruggen eq We gen besloten zou zijn de Yzer te verdiepen. Onze lezers kennen reeds het vraagstuk in al zijn bijzonderheden. De scheepvaart eischt een voldoende water hoogte om het varen der schepen te allen tijde mogelijk te maken, terwijl de landbouw ver plicht het peil van den Yzer te zakken ten einde de Broeken, die 's winters onder water staan, droog te kunnen trekken. Die belangen van scheepvaart en landbouw vormen als twee ver- schillige kampen en meermaals gebeurt het dat een dezer twee elkaar bestrijdende belangen be- nadeeligd wordt en het onderspit moet delven voor deze die het machtigst is en het meest in vloed in de weegschaal kan werpen. Hoe dik wijls hebben wij hier reeds niet, bij gebrek aan water, de stremming der scheepvaart op Yper moeten aanklagen En wanneer wij dan ten voordeele van de scheepvaart bekwamen dat de Yzer al langs de vaart van Plasschendaele met het water der Leie of der Schelde gespezen werd, dan gebeurde het niet zelden dat de landbouw belangen zich hiertegen verzetten en dat deze spijzing moest stopgezet worden. Aan dezen toestand zal, door het uitdiepen van den Yzer en het bouwen van een sas aan de Knokke, werken welke volgens den Heer Cor nille zouden besloten zijn, reeds een merkelijke verbetering komen. Het voorstel dat de Heer Van Eislande in zijne hierboven gegeven uiteenzet ting verdedigt, namelijk de Blanckaertvijver als reservoir te gebruiken, kan ook heel nuttig zijn en mettertijd van belang komen. Doch de een voudigste en de gemakkelijkste oplossing, deze die het vraagstuk der waterbevoorrading van den Yzer bepaald en voor goed zal regelen en dit ter algeheele voldoening van al de verschillende belangen die daar op het spel zijn, zoowel deze van de scheepvaart als van den landbouw, is deze welke wij hier niet ophouden voor te dragen en te verdedigen, is deze die ook door den Heer Bestendig Afgevaardigde Olivier aangehaald werd, namelijk de herstelling der vaart Yper- Komen. Door het herstel der vaart Yper-Komen zal de scheepvaart op de vaart Yper-Yzer te allen tijde kunnen verzekerd worden, daar ieder schip bij versassing het water voor het verder versassen meebrengt, en zal de Yzer in het droog seizoen met zuiver water kunnen gespezen worden, ge zien het -Leiewater te Komen genomen nog niet bezoedeld is, wat bewezen wordt door het feit dat het vee te Wervick nog het water der Leie drinkt. De bezoedeling der Leie gebeurt slechts meer stroomafwaarts, eens over Meenen en voorname lijk vanaf Wevelghem, door het roten van het vlas. Het is tegen het spijzen met dit rootwater, dat zoo een eigenaardigen en onaangenamen geur verspreidt, dat men zich te Brugge en in het Veurne Ambachtsche terecht zoo heftig ver zet. Wij zelf hebben hier reeds herhaalde malen het feit aangeklaagd dat het Bestuur van Brug gen en Wegen, door een onbegrijpelijke en on verschoonbare koppigheid, het verpesten van gansch een streek verkiest boven het erkennen van het nut der vaart Yper-Komen. Om deze vaart niet te moeten herstellen beweert het dat er voor het spijzen der vaart geen Leiewater beschikbaar is, zoogezegd omdat dit voor de kunstmatige vlasroterijen dienen moet, en mis kent het Bestuur van Bruggen en Wegen alzoo ons recht dat ons reeds sedert 70 jaar toegestaan en verworven is om daar te Komen water in de Leie te nemen voor het spijzen der vaart naar Yper. Wij weten echter en hebben dit met cijfers op afdoende wijze bewezen dat zulks slechts een uitvluchtsel is, gezien er thans te Busbeke nog slechts 15.000 m3 Leiewater per dag gepompt wordt ten behoeve der nijverheden van Tour- coing en Roubaix, in plaats van 36.000 m3 zooals dit vroeger in 1929 nog het geval was, wat daar reeds dus een beschikbare hoeveelheid van 21.000 m3 water maaktgezien ook het Bestuur van Bruggen en Wegen in vollen zomer water genoeg vindt om, zonder nadeel voor de roterijen maar tot groote schade van den landbouw en de vischvangst, de vaart Yper-Yzer te spijzen langs Kortrijk, Gent, Plasschendaele, Nieuwpoort en Knokke. Volgens een berekening gedaan door den Heer H. Vermeulen, voorzitter der Handelska mer van Yper. moet, om het peil van den Yzer van 30 cm. te doen rijzen, te Gent een hoeveel heid van omtrent 1 millioen kubieke meter wa ter gestoken worden, 't zij tweemaal zooveel dan er voor gansch den inhoud der vaart Yper-Komen noodig is. En van deze hoeveelheid gestoken wa- ten komt dan nog slechts het vijfde deel, name lijk 200.000 m3, ten goede aan de scheepvaart op Yper. Er worden dus honderd duizende kubieke meter water verloren weggegooid om hier enkele kubieke meter ter beschikking van de scheep vaart te kunnen stellen, wanneer, moest mèn de vaart Yper-Komen herstellen,- al het gepompte Leiewater alsdan zonder het minste verlies ten bate der scheepvaart zou komen zonder in het minst de belangen van den landbouw en der vischvangst te schaden. Reeds dikwijls deden wij hier tot de manda tarissen en stadsoverheden van Nieuwpoort, Veurne en Dixmude, en tot alle personen die bij dit vraagstuk eenig belang hebben, een oproep tot samenwerking, tot innige verstandhouding. De belangen van landbouw en scheepvaart, nu in den schijn zoo tegenstrijdig, kunnen gemak kelijk overeengebracht worden en dit tot een ieders voldoening. Daartoe echter, in plaats van afzonderlijk te werken, van elkander afgunstig te beloeren en zelfs te bekampen van zoodra de een of andere eenig voordeel schijnt te bekomen, moet men elkaar eendrachtig de hand reiken. Het Yzervraagstuk, dat de rijkdom der Yzer- streek moet scheppen, moet eendrachtig door alle belanghebbenden verdedigd worden. De laatste statistieken der scheepvaart hebben aangetoond dat de scheepvaart op Yper nu reeds zoo belangrijk geworden is dat de totale tonne- maat der schepen die te Knokke de vaart Yper- Yzer in- en uitvaarden de helft bedraagt van de tonnemaat die op gansch.den Yzer gebpekt werd. Dit is het bewijs der overwegende rol die Yper speelt, van het bélang dat allen erbij hebben de pogingen van Yper tot verbetering der water wegverbindingen te steunen. Yper moet terug de plaats innemen die het voor eeuwen bekleedde en die het nu nog verdient. Wanneer Yper bloeit dan is meteen ook de welvaart van gansch de streek verzekerd, hoe grooter de scheepvaart op Yper wordt hoe bedrijviger en drukker ook het trafiek op den Yzer zal worden, en eens de vaart Yper-Komen hersteld, dan zal de haven van Nieuwpoort met haar hinterland, het Henegouw- sche, de kalkovens van het Doornijksche, de koolmijnen van het Walenland en ook het nij verige Noorden van Frankrijk verboyden Wor den en bloeien kunnen. Om dit ephter te verwezenlijken, moet het tot een innige en doordrijvende samenwerking ko men. Men mag er zich niet bij bepalen tot en kele bijeenkomsten, zooals dit weleer tusschen Nieuwpoort en Yper het geval was, maar de strijd hoe lang hij ook moge wezen, de werking hoe hard zij ook valle moet moedig en eensgezind volgehouden worden. Eens dat alle belangheb bende steden en gemeenten, eens dat onze man datarissen er zich niet meer zullen bij bepalen nu en dan eens een afzonderlijke poging te doen, maar het belang zullen begrijpen dat zij etbii hebben hunne krachten te vereenigen tot het betrachten van het gemeenschappelijk doel, dan, ja dan zijn wij bij machte alle hinderpalen, wel ke ons nu nog den weg naar den vooruitgang, naar de herwording versperren, te overwinnen en is de eindzegepraal verzekerd. Yper heeft reeds zoo menigmaal de hand uit gestoken, mocht haar aanbod weldra begrepen en aanvaard worden. Compte-rendu de la réunion du 14 Février 1937. La réunion est ouverte a 14 h. 30 sous la pré- sidence de M. l'avocat A. Butaye. Outre MM. B. Vermeulen, député permanent, de St Jean C. Lemahieu, échevin de la ville d'Ypres, L. Vande- voorde, directeur de la Coopérative pour dom- mages de guerre d'Ypres, bon nombre de délé- gués assistent a la réunion. Concernant le Tribunal de dommages de guerre d'Ypres, M. le Président confirme que tous les bureaux sont transférés de la rue des Chiens daps les locaux du Palais de Justice, Grand'Place d'Ypres. Notre tribunal n'est done pas supprimé, mais son travail avance trop lentement du fait que les dossiers des demandes, pour lesquelles un jugement doit encore intervenir, sont encore retenus a Bruxelles. Avec un travail normal d'ici deux mois tout serait liquidé. Des délégués signalent plusieurs cas oü les conclusions sont déposées depuis longtemps et oü cependant les intéressés ne parviennent pas, malgré leurs instances, a obtenir de jugement. Les bureaux de Bruielies font la sourde oreille aux reclamations des sinistrés. lis ont même ré- pondu, aux lettres que les sinistrés font écrire par des tierces personnes, qu'ils ne fournissent plus de renseignements que directement aux intéressés mêmes On dit qu'il ne resterait plus que 56 demandes a juger encore, dont plusieurs seraient entière- ment instruites. A la demande de plusieurs délégués, la Fédé ration insistera auprès du Ministère pour que ces dossiers soient retournés a Ypres sans retard. Au sujet de la revision des contrats conclus avec les Hauts Commissaires Royaux, l'on ne signale plus de nouvelles poursuites. Toutefois les instances inscrites aux Cours d'appel ne sont pas encore rayées du róle. M. le président pro pose d'insister a nouveau. A la suite de ces décisions, M. le Président a transmis la lettre suivante a M. le Secrétaire Général Cuypers Ypres, le 17 février 1937. Monsieur Cuypers, La Fédération des sinistrés de I'Arrondissement d'Ypres, en sa réunion du 14 février dernier, Vous prie tout d'abord de vouloir bien transmettre. a Mon sieur le ministre des Finances ses remerciments pour la décision prise de ne plus inquiéter les sinistrés a l'occasion de contrats conclus avec les représentants de l'Etat pour des reconstructions ou des remplois quand aucune collusion n'est établie. Elle se permet toutefois, a ce sujet, de vous rappeler que 'les appels, interjetés par l'Etat contre les juge- ments rendus en cette matière par les Tribunaux de dommages de guerre, n'ont pas encore été retirés. Ces appels causent cependant de grandes inquiétudes et de gros frais. La Fédération vous prie done de vouloir bien donner les instructions nécessaires pour que ces causes soient sans retards rayées des roles des Cours d'Appel. Dans cette même réunion, on s'est de nouveau plaint de ce que les Bureaux de Bruxelles ne renvoient pas a Ypres les dossiers des anciennes demandes sur les quelles il reste encore a statuer. II n'y en a plus que 50 a 60, et pour beaucoup les conclusions sont déja -prêtes dans les dossiers depuis un an et plus. Dernièrement tous ces dossiers ont dü étre envoyés a Bruxelles, malheureusement ils n'en reviennent pas. Plusieurs cas ont été signalés oü les instances des smis- trés restent même sans réponse. Ne voudriez-vous pas donner également des instructions pour le renvoi im- médiat de ces dossiers Personne n'aspire autant que les sinistrés a voir intervenir le dernier de tous ces jugements. Ie vous remercie d'avance, Monsieur le Secrétaire Général, et je vous prie d'agréer l'expression de ma considération bien distinguée. Pour la Fédération. Arth. BUTAYE. A Monsieur Cuypers, secrétaire général de M. le Ministre des Finances. L'État a cessé aussi de réclamer le rembourse- ment d'intérêts soi-disant payés ipdüment, mais la question des intéréts retenus d'office restè encore toujours en suspens. La Fédération s'ef- forcera de trouver un cas simple et bien déftni? afin de pouvoir prendre elle-même l'initiative d'un procés contre l'Etat. En l'absence de M. Geuten, la discussion dü dernier point porté a l'ordre du jour, concernant la question des pensions, est reportée a la pro- chaine réunion. Après un échange de Vues des plus intéressants, les délégués se séparent a 16 h.,La prochaine assemblée est fixée au deuxième dimanche d'Avril prochain. wordt gestild, weggenomen door de DENTOGÈNE 6 fr. de fleseh in alle apotheken. Opgeleteischt

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 2