EEN VULPEN DUMORTIER VOOR AL UWE GLASWERKEN CAMILLE ROSSEY 2 koopt men in vertrouwen ter Drukkerij 34, Boterstraat, 34, YPER De Viering van het Nationaal Feest te Yper LA FÊTE NATIONALE WENDT U TOT HET VERMAARD HUIS 4 0, Hondstraat, 40 - YPER Bijzonder gekend voor zijn KUNSTGLASWERKEN in KOPER en LOOD VOOR KERKEN, OPENBARE GEBOUWEN EN MEUBELS. ALGEMEENE CLASHANDEL gegraven omdat zij er voor de nijverheid noodig was, want toen bestonden er daar in die streek nog maar weinig of geen fabrieken, maar de nij verheid is er gekomen omdat de vaart er was. Op voorhand verzekeren dat er langs de vaart Yper-Komen zulke nijverheden zullen gesticht of zooveel fabrieken zullen opgericht worden, is ons natuurlijk onmogelijk. De machtige uitbrei ding, die de nijverheid langs de vaart Kortrijk- Bossuyt genomen heeft, was er ook niet voorzien en zelfs niet verwacht, zoodat thans met reden mag gezegd worden dat die vaart voor de streek van Kortrijk een groote weldaad, een ware ze gen is geweest. Waarom zou het hier anders zijn Waarom zouden wij hier, benevens de verwezen lijking van het beoogde doel de Leie met de Yzer en de haven van Nieuwpoort langs den kortsten weg met het binnenland en met het industrieele Noorden van Frankrijk te verbinden, mettertijd langs de vaart Yper-Komen ook niet eenige fa brieken zien oprichten en enkele nieuwe nijver heden zien bloeien Waarom Omdat, zoo beweren sommigen, de tijden veranderd zijn en er in vroeger tijden geen zulke goede en groote verkeerswegen bestonden en er ook op verre na geen zulke gemakkelijk heid van vervoersmiddelen bestond. Is dit waar? In theorie, misschien ja, want de wegen zijn veel verbeterd bij vroeger en de uit breiding van het automobielverkeer en namelijk van de zware autovrachtwagens is ook nog zoo oud niet, doch in de praktijk lijdt deze bewijs voering deerlijk schipbreuk. Het bewijs hiervan moeten wij niet ver gaan zoeken. Het is nog zoo lang niet geleden en allen zullen het zich nog wel herinneren dat, vooraleer de vaart Yper-Yzer hersteld was, onze streek dagelijks door hon- derde zware autovrachtwagens van Rousselare en elders doorkruist werd, terwijl men nu, sedert de vaart Yper-Yzer voor de scheepvaart heropend werd, schier geen camions met granen, veevoe ders en andere zware vrachtgoederen meer ont waart. Zoo een vaart vroeger aan een economisch nut beantwoordde, dan is zulks ook nu nog ten onzen dage niet veranderd, de herstelde vaart Yper-Yzer, waar het trafiek steeds toeneemt, be wijst het. Laat ons nu nog eens aannemen dat de vaart Yper-Komen, eens ze hersteld is, hier geen nieuwe nijverheden zal aanlokken, ware zulks een vol doende reden om het herstel ervan te weigeren Wat doet men dan met de landbouwbelangen Er mag immers uit het oog niet verloren worden dat onze streek voornamelijk een landbouwstreek is en dat het hoofdzakelijk de landbouwproduc ten zijn die op onze vaarten vervoerd worden. Het is niet omdat ik of gij bij het bestaan van een vaart geen rechtstreeksch belang hebben,, dat onze gebuur er niet van mag genieten. En wat meer is, wie kan er daarbij verzekeren dat hij later door die vaart geen onrechtstreeksch voor deel hebben zal Een voorbeeld zal zulks duide lijker maken. Een gleishandelaar heeft er meer voordeel bij zijne koopwaar rechtstreeks van de fabriek naar zijn winkel per autocamion te la ten brengen en voor hem is de vaart dus van geen nut. Doch moest die vaart de zaken voor andere handelaars bevorderen, de uitbreiding der bestaande nijverheden verzekeren, de oprichting van nieuwe fabrieken in de hand werken en dus meer werkgelegenheid verschaffen, meer wel stand scheppen en het bevolkingscijfer doen toe nemen, zou die gleishandelaar dan ook in de ge legenheid niet zijn meer te verkoopen en zijne zaken meer te zien bloeien Hetzelfde kan ge zegd worden voor alle vakken, die schijnbaar geen nut kunnen hebben van een waterweg, maar ook rijkelijk hun deel zouden hebben in den al- gemeenen welstand. Het is dus een kleingeestige en gansch verkeerde ikzuchtigheid te beweren dat de vaart er niet komen moet, omdat men ze zelf niet noodig heeft. De diamantslijpers van Antwerpen hebben ook het Albertkanaal en de haven van Antwerpen niet noodig, doch zij zijn er niettemin, zoowel als alle andere Antwerpe naars, voorstander van, omdat zij het nut ervan begrijpen. Neen, men mag de zaken draaien en keeren zoo men wil, het economisch nut der vaart Yper- Komen kan niet, evenmin als dit van alle andere waterwegen, betwist worden. Op de vraag Is het herstel der vaart Yper - Komen nuttig antwoorden wij dus zonder aar zelen ja en iedereen die het algemeen belang boven het eigen belang weet te stellen, die zonder vooroordeel de kwestie onderzoekt, zal dit met ons moeten bekennen. Het nationaal feest werd hier Woensdag, 21 Juli, nogmaals met den gebruikelijken luister gevierd. Aan alle openbare gebouwen en aan meest alle huizen hing de nationale driekleur van in den vroegen morgen vroolijk te wapperen, en gansch den dag door heerschte er in stad een drukke beweging en feestelijke stemming. Omstreeks 11 u. 15 werd op de Groote Markt, rechtover het stadhuis, een stoet gevormd die de stadsoverhéden tot aan St Maartenskathedraal geleidde. Voorop stapte de Harmonie Ypriana, gevolgd van de mooie groep vlaggen der plaat selijke afdeelingen van het Nationaal Verbond der Oorlogsinvaliden, van het Nationaal Verbond der Oudstrijders, van de Oorlogsvrijwilligers, Vuurkruisers, van de Verbroedering van het 3* en 23', van de Poilus de France het British Legionvan de Burgerlijke Verminkten, van het Pompierskorps, der Harmonie Ypriana, der Koninklijke Handbooggilde St Sebastiaan en der Vereenigde Hofbouwliefhebbers. Vervolgens kwa men de afvaardigingen der maatschappijen en de stadsoverheden, omringd der manschappen van het pompierskorps onder het bevel van luitenant Seys. Aan den hoofdingang van St Maartens kathe draal vormden de vlaggen en de deelnemende afvaardigingen langs weerskanten de haag en lieten eerst de overheden binnen die zich naar de hen voorbehouden plaatsen begaven. Aanstonds daarna kwamen ook nog de leden der magistra tuur, in toga, per auto toe en begaven zich insge lijks naar de hen in het middenkoor voorbehou den plaatsen. Weldra liep de ruime kathedraal, waar zich reeds vele geloovigen bevonden alsook de leerlin gen onder het geleide van hunne meesters van de verscheidene scholen van stad, proppensvol. Vooraan bemerkten wij de Heeren Matton, voor zitter der Rechtbank van 1" Aanleg Van Tho- renburg, Procureur des Konings Clinckemaille, arrondissementscommissarisVanderghote, bur gemeester Devos, onderzoeksrechter Van Brus- selen, substituut van den Procureur des Konings; Lemahieu, Delahaye en Van der Mersch, schepe nen Jvr. Cornillie en de Heeren Biebuyck, Pat- tyn, Seys en Vergracht, gemeenteraadsleden; Ver sailles, gemeentesecretaris Pien, hoofdgriffier, Dethoor en Dehem, griffiers bij de Rechtbank van 1° Aanleg Tahon en Roegiers, deurwaarders; notaris De Cock, lid der Commissie van Open baren Onderstand, in vervanging van den Heer Bouquet, voorzitter, wegens rouw belet de plech tigheid bij te wonen, en Vanraes, secretaris van genoemde CommissieVermeulen, lid van den Werkrechtersraadadvokaat Berghman en J. Antony, leden der kerkfabriek Hallaux, luite nant der RijkswachtMaertens, politiecommis saris Van Sevenant, adjunct-politiecommissaris; Allerweireld en Dufour, adjudanten der Rijks wacht, enz. Verders nog het Bestuur der Harmo nie Ypriana met den Heer Gruwez, voorzitter, aan het hoofd Tor deur, schoolopzienerOorts, bestuurder der Staatsmiddelbare school, advo kaat Butaye, en meer andere vooraanstaande personaliteiten. De Zeer Eerw. Heer Deken Vermaut, omringd der gansche parochiale geestelijkheid van stad, hief het Te Deum aan en 't is midden de in drukwekkendste stilte dat dien heerlijken lof zang, getoonzet door Tinei, en door het gemengd koor van St Maartens, onder leiding van M. Baert, kapelmeester, op meesterlijke wijze ver tolkt, door de ingetogen menigte aanhoord werd. Na het Salvum fac Regem gebeden te heb ben, werd tot slot dezer kerkelijke plechtigheid de Brabangonne op het groot orgel door den Heer Hanoulle, orgelist, uitgevoerd. Nadien werden de stadsoverheden terug in stoet tot voor het stadhuis geleid, waar de Harmonie Ypriana het Vaderlandsch Lied en Naar Wijd en Zijd liet hooren, en waarna ten stadhuize zelf een ontvangst plaats had op dewelke de Heer burgemeester den lof van ons geliefd Vorsten huis uitsprak. Intusschen gaf de Heer Elie Ryckelinck, stads- beiaardier, van op den Belforttoren een prachtig concert dat hij met de Brabangonne besloot en dat door de toehoorders ten zeerste gesmaakt werd. Voor zijn tweede openbaar concert, hier te Yper gegeven, heeft de Heer Ryckelinck bewezen reeds een groote handigheid in het zoo moeilijk klokkenspel verworven te hebben, ep alles wijst er op dat hij niet alleen op weg is een vermaard beiaardier te worden, maar dat wij hier te Yper, dank aan hem, weldra het genoegen zullen heb ben een oude traditie te zien herleven, namelijk door onzen beiaard opnieuw, bij elke feestgele genheid, de vreugde van de Yperlingen vertolkt te zien worden. 's Avonds, op de Groote Markt, gaf de Harmo nie Ypriana een puik concert dat zeer vele luiste raars had aangelokt en gansch het feest werd met een prachtig en uiterst welgelukt vuurwerk besloten. Nous sommes tentés de mettre en exergue de eet article cette grande vérité énoncée par notre ami Raoul Follereau dans son Essai sur l'Uni- versalité Politique de l'Esprit LatinAimer son pays n'est pas plus détester Ie pays voisin, qu'aimer sa maman n'est hair toutes les autres mères Le soleil a déchiré le voile qui, a notre réveil, recouvrait nos clochers et notre fier beffroi. II déverse son or pale en cascades lumineuses sur les toits bleus et rouges et avive nos trois cou- leurs chatoyantes qu'une douce brise semble vouloir unir de fagade en fagade. Si nous prenions place dans un avion fendant l'air de nos charmai\tes plaines des Flandres, sur- volant nos vieilles villes flamandes, franchissant les pittoresques vallées de la Wallonië, traversant les brumes des cités métallurgiques wallonnes, nous verrions une immense draperie rouge, jaune et noire unissant tous les clochers, petits et grands, de notre chère Patrie. Dans les garnisons nous verrions défiler les troupes disciplinées, comme nous assistions jadis a la revue du bataillon du 3,! de ligne et des élèves de l'école de cavalerie dont les uniformes mul- ticolores éblouissaient nos yeux d'enfant, d'ado- lescent et de jeune homme, comme nous regar- dons, aujourd'hui, avec un profond respect, le cortège des autorités et des anciens combattants se rendant au Te Deum. En voyant ces derniers, nous nous demandons s'il est possible de ne pas aimer son pays. On peut ne pas aimer les hommes qui le gouvernent, trop intéressés, trop indifférents ou trop peu compétents, c.-a-d., ceux qui ignorent la psycho logie dont dépend l'art de gouverner mais on aime la maison oil l'on vit le jour, oil l'on apprit a chérir sa mère on reste attaché au lopin de terre qui füt témoin de nos premiers ,pas dans la vie. On les aime au point de sacrifier sa vie pour les défendre et les conserver intacts. C'est ce qu'ont fait nos braves héros des années 1914 a 1918. Mais, se sont-ils battus en égoïstes, n'ayant en vue chacun que son propre domaine ou patrimoine Non, ils ont marché la main dans la mainils ont combattu l'un pour l'autre ceux d'Arlon pour ceux d'Ostende, ceux d'Ypres pour ceux de Liége parcequ'ils savaient que tous leurs biens réunis formaient un tout indivisible la Belgique. Et leurs frères d'armes de France et d'Angleterre s'unirent a eux, animés des mêmes sentiments. Faut-il que notre Belgique soit plus grande ou plus petite Nous ne sommes pas économiste, mais il nous semble que des frontières plus éten- dues ou plus réduites ne pourraient accroitre le bonheur que nous tenons et qu'hélasbeaucoup nMMMMnwMnnnwnnnnnwwMK GROOT MMMMMWMMMMMMMt KLEIN

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 2