Le Musée de Cuerre du Saillant
2
Verloop der Werkloosheid in het
West-Vlaamsch Crensarbeidersgebied
in het eerste Semester 1937
Huldebetoon aan M. lules VANRAES
TOERISTISCHE KRONIEK
BONJOUR, MONSIEUR!
Le Musée de Cuerre du Saillant d'Ypres entrée Rue du Verger.
De vermindering van het aantal werkloozen, ingezet
in het begin van 1935, heeft zich in de eerste maanden
van 1937 voort blijven handhaven.
Voor het geheele Westvlaamsche grensarbeidersge-
bied bedraagt het gemiddeld aantal dagelijks gecon
troleerde werkloozen 7408 eenheden in Juni 1937, tegen
over 8764 in Juni 1936 er is dus een vermindering waar
te nemen van 15,4 tegenover Juni 1936.
Per gewestelijk gebied (grensarbeidersgemeenten)
van den Nationalen Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Werkloosheid is de toestand de volgende
Ucmctateng r««p
Moeskr.-Meenen
Kortrijk
leper
Roeselare
Veurne
ato
c
S"
S i
C
a o
m
OecoDtroleerde
werkloozen
Eerste semester
1936 1937
19 117.492 4560 3556 -22
29 165.205 3107 2424 -21,9
30 75.504 1463(1) 1450(1) - 0.9
10 31.417 987 864 -12.4
27 39.037 155(1) 177(1)14,2
Voor België is de vermindering tusschen eerste
halfjaar 1936 en eerste halfjaar 1937 24,7
Voor de gemeentengroepen Moeskroen - Meenen en
Kortrijk. gekenmerkt door de verscheidenheid van
hunne industrie, was de afname der werkloosheid aan
zienlijk en voor beide groepen van dezelfde orde 22
In eerstgenoemde groep Moeskroen-Meenen blijft de
werkloosheid, niettegenstaande deze vermindering, in
tens in Juni 1937 zijn er nog 3577 werkloozen, hetzij
3,05 van de bevolking.
In de groep Kortrijk daarentegen, waar we in de
zelfde maand nog slechts 1896 werkloozen tellen of
1,15 ré van de bevolking, is de opslorping der werk
loosheid ver gevorderd. Deze groep benadert zeer dicht
het normaal werkloosheidscijfer, hetwelk ook in tijden
van gunstige conjunctuur bestaat.
Bij het vergelijken van de groep Moeskroen-Meenen
met de groep Kortrijk dient nochtans opgemerkt dat
het arbeidsveld van eerstgenoemde groep voor een
groot gedeelte in Noord-Frankrijk ligt. De grensar
beidersbeweging is hier van overwegend belang. De
schommelingen der werkloosheid zijn er in hooge mate
afhankelijk én van de conjunctuur én van de arbeids
markt in het Noorden van Frankrijk, welke beide se
dert maanden te wenschen laten.
Het aantal werkloozen blijft dus wel het grootst in
de gemeenten met veel grensarbeiders, zooals blijkt
uit volgende cijfers
Meenen, 4.48 van de bevolking.
Moeskroen, 3.55 van de bevolking.
Rekkem, 3,30 van de bevolking.
Komen, 2,87 van de bevolking.
Wervik, 2,73 van de bevolking.
Herseeuw, 2,46 van de bevolking.
In de groep leper is de werkloosheid praktisch on
veranderd gebleven sedert een jaar. Zij bedraagt er
nog 1,71 van de bevolking. Proportioneel met het
aantal inwoners is de werkloosheid er omtrent van de
zelfde orde als voor de groep Roeselare, waar de werk-
loosheidscoëfficient 1,69 is. Deze gewesten bezitten
op velerlei gebied hetzelfde karakter. Zij lijden op dit
oogenblik onder de sterke vermindering van de bouw-
bedrijvigheid welke gevoeld wordt in het grensarbei-
dersgebied zoowel als in gansch het land.
Voor deze gemeenten stelt zich vooral het moeilijk
en dubbel vraagstuk van de heraanpassing der werk
loozen en van het scheppen en aanlokken van nijver
heden.
Aan de vermeerdering der werkloosheid in het
Veurnsche van 22 eenheden (of 14,2 is niets buiten
gewoons. De toestand is er zeer normaal en de werk-
loosheidscoëfficient bedraagt er 0,28
Om te besluiten dient de aandacht getrokken op het.
feit dat naarmate het aantal werkloozen afneemt, de
tewerkstelling van de overblijvenden, om technolo
gische en physische redenen, met den dag moeilijker
wordt.
Het werkloosheidscijfer is immers samengesteld uit
twee getallen, waarvan het eerste een normalen toe
stand voorstelt (afhankelijk van het seizoen en van
den aard der nijverheid) en het tweede het aantal werk
loozen (afhankelijk van conjunctuur of rationalisatie),
beschikbare krachten op de arbeidsmarkt, weergeeft
Het grensarbeidersgebied vertoont deze eigenaardig
heid dat het (onder dit tweede cijfer) een niet te ver-
waarloozen aantal beschikbare arbeidskrachten bevat,
tot hiertoe aangewezen op de buitenlandsche industrie.
Juist'dit feit geeft aan het werkloosheidsvraagstuk in
het grensarbeidersgebied een speciaal karakter.
In dit verslag, ons door het Commissariaat van
den Dienst voor Economisch Herstel voor het
Westvlaamsch Grensarbeidersgebied medege
deeld, wordt onder meer gezegd dat de werkloos
heid, niettegenstaande de vermindering, nog zeer
intens blijft te Meenen en Moeskroen en als re
den daarvan wordt aangegeven dat het arbeids
veld dezer twee steden hoofdzakelijk gelegen is
in Noord-Frankrijk, waar de arbeidsmarkt sedert
eenigen tijd veel te wenschen laat. Hierbij zou,
naar onze meening, ook nog moeten gevoegd wor
den dat honderden en honderden onzer werkers
gezinnen, bij gebrek aan werkgelegenheid hier te
Yper en omliggende zelf, gezien meest al onze
voornaamste inkomstbronnen ons ontnomen wer
den er zoovele kleine nijverheden hier na den
oorlog niet meer terugkwamen, zich naar Mee
nen, Moeskroen, Reckem, Wervick, Komen en
elders zijn gaan vestigen en er daar nu het leger
der werkloozen vergrooten. Had men aan Yper
teruggegeven wat het bezat, had men onze nij
ver aars dadelijk na den oorlog in de mogelijkheid
gesteld zich hier terug te vestigen, namelijk door
het maken van goede verkeerswegen en vooral
(1) gemiddelde voor de maanden Maart. April. Mei
door het herstellen onzer waterverbindingen, dan
ook zou het grootste gedeelte onzer werkersbe
volking niet verplicht zijn geweest naar de meer
bevoordeeligde steden van het omliggende uit
te wijken en zou men ginder thans geen zulk
hoog werkloosheidscoëfficient waar te nemen
hebben.
Een tweede bestatiging die zich bij het lezen
van dit verslag opdringt, is dat alleen te Yper
de werkloosheid in het laatste jaar om zeggens
geen verandering heeft ondergaan. Sedert een
jaar mag men zich overal elders in een vermin
dering der werkloosheid verheugen, alleen te
Yper blijft de toestand ongewijzigd. Voor de ge
meenten Yper en Roeselaere stelt zich, volgens
bedoeld verslag, het dubbel vraagstuk van de
heraanpassing der werkloozen en van het schep
pen en aanlokken van nijverheden. Dit laatste
is hetgeen wij met onzen strijd ten voordeele van
het herstel der vaart Yper-Komen betrachten en
voor doel hebben, immers, alleen goede water
wegen zijn in staat, het bewijs hiervan wordt
ons geleverd door de steden en gemeenten die
het geluk hebben van bevaarbare waterwegen
voorzien te zijn, hier de zoo gewenschte en zoo
noodige nijverheden aan te lokken en ze in onze
streek leefbaar te maken.
Secretaris der Commissie van Openbaren Onderstand.
Op de vergadering der Commissie van Openbaren
Onderstand. Dinsdag 27 Juli gehouden, werd een ver
diende hulde gebracht aan Mijnheer Jules Vanraes,
die op 1 Oogst a. s. zijn ambt van secretaris neerlegt
om een welverdiende rust te genieten.
In tegenwoordigheid van den Heer Burgemeester,
van de Heeren leden der Commissie, alsmede van al de
Heeren die in de een of andere hoedanigheid aan den
Openbaren Onderstand gehecht zijn en er aan gehou
den hadden door hunne aanwezigheid een blijk van ge
negenheid aan den Heer Vanraes te geven, bracht de
voorzitter, Mijnheer Bouquet, een ontroerende hulde
aan den aftredenden secretaris.
Hier volgt in extenso de rede van den Heer Voorzitter
Mijnheer de Secretaris,
Bij het einde gekomen van uwen actieven dienst als
secretaris van den Openbaren Onderstand, veroorloof
ik mij. in mijnen naam en in dezen mijner achtbare
Collegas van de Commissie van den Openbaren Onder
stand, de uitdrukking te vertolken van onzen oprechten
spijt van uwe bijzondere medewerking in ons midden
niet meer te zullen kunnen genieten. Ik, in 't bijzonder,
die, sedert het jaar 1920, de beste en de zeer gewaar
deerde betrekkingen had in wederzijdsche ambtsver
vulling, zal U zeer missen.
De ouderdom schrijft U immers eene wettelijke en
zeer verdiende rust toe en de tijd is dus gekomen om op
pensioen te gaan.
Ik wil hier nu, in eerste plaats, de tolk zijn om
naar geest en hart, rechtvaardigheidshalve, eene roe
rende hulde van dankbaarheid te betuigen voor den
uitzonderlijken langen termijn van 42 jaren trouwe en
eerlijke werkzaamheid en offervaardigheid.
Laat me toe deze hulde, welke ik U vandaag toe
draag, met eenige feiten uit uwe sociale plichtsvervul
ling te illustreeren.
In het jaar 1895, werdt gij onderwijzer genoemd aan
het Jongenweezenhuis van de Hospicen. Talrijk zijn
de leerlingen, die, dank aan uwe vaderlijke gestreng
heid en uw onderwijzend talent, deftige en voorspoe
dige burgers in de samenleving geworden zijn.
In 1897 reeds werden uwe talentvolle diensten, uwe
toewijding, zelfopoffering en passende gestrengheid be
kroond met uwe benoeming aan dit gesticht als onder
bestuurder.
Diezelfde bijzondere hoedanigheden leidden U naar
de moeilijke en zeer kiesche taak van bestuurder van
het Krankzinnigenhuis voor mannen en in 1906 werd U
door de Commissie der Hospicen het bestuur aldaar
toevertrouwd.
Tot 1920 zijt ge op dezen post blijven staan en ge
stondt er niet enkel met de U-eigen bijzondere en zeer
verdienstelijke verkleefdheid maar meer nog, met eene
zelfverloochende heldhaftigheid, die hier eene bijzon
dere vermelding verdient
Toen de oorlog uitbrak en onze stad het deernis
wekkend slachtoffer werd van bombardementen en
brand, bleeft gij, midden de gekende verwarring,
met koelen hoofde den kapitein van het gesticht, en
den 21 November 1914, vertrokt gij met de 346 krank
zinnigen naar het gesticht van Vaucluse (Seine et Oise),
toen trouwens het bevel gekomen was dat alle zieken de
stad moesten verlaten.
Afgezonderd van de leden van het Bestuur, die wijds
en zijds verspreid waren, stondt gij daar met 346 zieken
en een klein personeel. Het kwam U zeer natuurlijk
voor dat ge uw eigen penningen zoudt gebruiken om
deze zieken te helpen en dat deedt ge totdat, na vele
onderhandelingen, het Ministerie van Justitie finan-
ceerdë.
Het is van belang er bijzonderen nadruk op te leggen
dat gij, in de zware en bloedige beproeving van 1914-
18, als een paal boven water stondt, dank zij het ver
trouwen dat gij inboezemdet door uwe moreele kracht
en uw voorzichtig beleid.
Het feit dat ge vanaf November 1914 tot September
1919 in den vreemde en onder zeer moeilijke omstan
digheden een krankzinnigenhuis hebt bestuurd, en goed
bestuurd, is reeds genoeg om de roerendste hulde van
onzen innigen dank in ontvangst te nemen.
In het jaar 1919 werd het krankzinnigenhuis afge
schaft en na het overlijden van den Heer Henri Donck
werdt gij, als dezes opvolger, benoemd tot secretaris
schatbewaarder van het Bureel van Weldadigheid. Daar
heb ik, als lid van dit Bureel, eens te meer, uwe ver
diensten kunnen waardeeren.
Toen in 1925, na de versmelting der liefdadigheids
instellingen, de Heer Vandromme kwam te sterven,
werdt gij benoemd tot secretaris der Commissie van den
Openbaren Onderstand.
Tot heden hebben wij U allen in deze hoedanigheid
gekend en straks krijgt gij hiervoor de getuigenis onzer
hartelijkste en welverdiende waardeering.
Ik heb hier in enkele woorden een der voortreffe
lijkste loopbanen verhaald eene loopbaan van 42 jaren
trouwen, eerlijken en offervaardigen dienst, zooals deze
slechts door een gewetensvollen en plichtvervullenden
man kan gebaand worden
Waarde Heer Secretaris, innig vormen wij den vrien-
denwensch U nog lange jaren in stralende gezondheid
te zien genieten van uw pensioen, van eene wel ver
diende rust, omringd van uwe achtbare kinders en
kleinkinders.
De toekenning van verscheidene eereteekens zijn van
uwe verdienstelijke loopbaan slechts eene onvolledige
erkenning. Daarom werd er in eene vorige vergadering
van onze Commissie, eenparig besloten (hetgeen heden
zal geboekt worden) U den titel toe te kennen van
Eere-secretaris en we hopen aldus nog meermaals het
geluk van uw vriendelijken omgang te kunnen genieten.
Ik eindig. Waarde Heer Secretaris, met kennis te ge
ven van deze beraadslaging, door ons allen geteekend,
als uiting ons aller erkentelijkheid.
Daarna gaf de Heer voorzitter kennis van de beraad
slaging, door de Commissie eenparig genomen, waarbij
aan den Heer Jules Vanraes, uit erkentelijkheid voor
de zeer groote diensten die hij door zijn grondige ken
nissen. begaafdheid en ongeëvenaarde nauwgezetheid,
gedurende een lange loopbaan aan den Openbaren On
derstand bewezen heeft, het recht wordt toegekend den
titel te dragen van Eeresecretaris der Commissie van
Openbaren Onderstand van Yper.
Mijnheer Hellebuyck, de nieuw benoemde secretaris,
hield hierop ook eene korte toespraak om, in naam
van het personeel. Mijnheer Vanraes de beste geluk-
wenschen toe te sturen om de eervolle onderscheiding
die hem te beurt viel en om hem tevens te danken om
die goede verstandhouding en echten familiegeest die
hij onder het personeel wist te doen heerschen.
Mijnheer Hellebuyck, de nieuw benoemde secretaris,
van de Ypersche bevolking, den Heer Vanraes als man
van toewijding en plichtbesef. Hij dankte hem om de
vele diensten die hij, gedurende zijn lange loopbaan,
aan de Ypersche gemeenschap heeft bewezen.
Tenslotte was het de beurt aan den Eeresecretaris
zelf die, zichtbaar ontroerd, het woord nam om allen
te bedanken voor deze hartelijke en spontane hulde, die
hem werd gebracht.
In alle plaatsen zoowel aan de kust als in het binnen
land is thans het seizoen volop aan den gang. Wat het
zal opleveren valt nog niet te zeggen, omdat er nog een
volle maand te verwachten is. Over het algemeen echter
mag gezegd worden dat het goed is, zonder daarom een
vergelijking te willen maken met het vorige seizoen dat
werkelijk buitengewoon was. We mogen natuurlijk niet
toegeven aan zulke personen die nu reeds zeggen dat
het slecht gaatZeker is er in ons land thans een
groote trek naar het buitenland. Duitschland b.v. wordt
goed bezocht, ook Frankrijk krijgt zijn deel alhoewel
dit niet in verhouding is tot wat zou kunnen zijn. Er
zijn wel redenen om niet zoo vol geestdrift naar Frank
rijk en Parijs te gaan en, laten wij hét maar beken
nen om een tentoonstelling te gaan bekijken die thans
nog niet volledig af is, moet men zich niet haasten
Het zal een geweldige slag zijn voor het toerisme in
Frankrijk
De Duitschers blijven natuurlijk in eigen land, en dit
zal wel zoo lang duren tot wanneer de toestand in dat
land niet beter is. Eerlijkheidshalve moeten wij hier
bijvoegen dat de Duitschers tevreden zijn om in eigen
land te gaan zien wat er te bewonderen valt. Dit is
trouwens ook niet te versmadenDe propaganda werkt
dan ook duchtig mede om zooveel vreemdelingen als
mogelijk is naar het land te lokkenook op het gebied
van inrichting zijn ze velen de baas. In geen enkele
plaats zelfs deze van minder belang ontbreekt
een Verkehrsverein, een vereeniging voor vreemde
lingenverkeer, die alles doet om de toeristen ten dienste
te zijn. Deze vereenigingen zijn terzelfdertijd reisbu-
reau's en leveren b.v. ook kaarten af voor rondritten
in de stad en in de omstreken. Deze rondritten zijn
flink georganiseerdde postauto's bv. zijn ook inge
richt als regelmatige autobusdiensten, waarvan de toe
risten gebruik kunnen maken.
Ook Zwitserland en Oostenrijk maken druk propa
ganda, vooral met hun zoogezegde Hotelplan-reizen, die
zoodanig berekend zijn dat de reiziger zich niets meer
heeft aan te trekken wanneer hij de globale reissom
heeft betaald, die gewoonlijk zeer laag is gehouden.
De Iepersche Jeugdherberg waarvan reeds zoolang
sprake is, zal er nu eindelijk komen en wel met de hulp
van den dienst voor Economisch Herstel. De plaats
welke is toegewezen is niet deze aan de zwemkom, maar
wel de driehoek aan den Diksmuidesteenweg, beter
bekend onder den naam van Kattekerkhof. De eerste
steenlegging zal plaats hebben op Zaterdag 4 Septem
ber, in aanwezigheid van een 30 tal buitenlandsche af
gevaardigden van de internationale Gemeenschap voor
J eugdherbergen.
In de zeer bekende Guides Thiolier, onder de redactie
van H. Escalier opgemaakt, schrijft deze onderaan elke
bladzijde zeer gepaste opmerkingen over het toerisme.
Zij bevatten veel waarheid en kunnen zoowel den reizi
ger als den hotelier van dienst zijn. De Quides Thiolier
zijn van de beste die we kennen voor Frankrijk zij
hebben trouwens dit groote voordeel dat zij beknopt
zijn en niet veel kostenelk deeltje bekomt men voor
3 Fransche Fr. Voor geheel Frankrijk zijn er 18 deeltjes,
waaronder een van Parijs. Wij kunnen niet genoeg onze
lezers, die Frankrijk of Parijs alleen bezoeken, aanra
den zich zulk een practische gids aan te schaffen.
Zondag eerstkomende beginnen te Oostende de zeil
wedstrijden. Te Middelkerke heeft de plechtige zee
wijding plaats.
Te Oostende nog hebben van den 14 tot 22 Augustus
plaats de Kustfloraliën, die nu reeds een buitengewoon
aantal exposanten hebben weten te verzamelen, zoodat
het succes er van reeds verzekerd is. Reysiger.
Commencez par
AVEZ-VOUS VISITÉ LES MUSÉES EN VILLE
vous serez si agréablement surpris que vous désirerez en visiter d'autres
TOUJOURS DU NOUVEAU!