Rudolf CLAEYS Emballagepapier Het herstel der Vaart Yper-Komen 24, Adj. Masscheleinlaan, 24 I E P E R GEZWOREN LANDMETER EXPERT Onderhandelingen voor VERKOOPINCEN SCHATTINGEN HYPOTHEKEN VERZEKERINGEN IN ROLLEN O Zoo wij thans nogmaals dezen titel gebruiken, onder denwelken wij reeds sedert jaren met een onwankelbaar vertrouwen en een rustelooze hard nekkigheid zooveel artikels geschreven hebben ten voordeele van het herstel onzer vaart Yper- Komen, is het niet omdat wij heden van zin zijn ons stilzwijgen, dat wij sedert eenigen tijd in die zaak bewaren, te onderbreken, doch alleen maar omdat wij, ten behoeve onzer getrouwe lezers, een verklaring voor onze houding willen geven en meteen ook willen zeggen hoe ongegrond som mige opwerpingen zijn die wij, tengevolge der huidige campagne van zekere bladen, hier en daar soms hooren. Indien wij thans voorloopig die kwestie voor eenigen tijd met rust laten, dan is de reden hier van eenvoudig omdat zulks ons van hooger hand gevraagd werd, omdat de Heer Minister Merlot. getrouw aan zijne belofte, de kwestie thans doet onderzoeken en omdat wij volle vertrouwen heb ben in de aangestelde onderzoekscommissie en wij nu binst hare werking geen den minsten druk willen uitoefenen op de door haar te nemen be slissing. Reeds meermalen hebben wij bewijzen ontvan gen dat onze artikelen over de vaart Yper-Komen in alle middens, vooral in het ministerie en tot zelfs in den vreemde toe, ingang vonden en met veel belangstelling gelezen werden. De wensch om tijdelijk over de vaartkwestie niet meer te schrijven, die thans door het hoofd der onder zoekscommissie uitgedrukt werd en waaraan wij gaarne voldoening geven, is een nieuw bewijs van de degelijkheid onzer argumentatie en van den grooten indrtik die onze steeds goed gedo cumenteerde artikels maken. De door de Handels- en Nijverheidskamer van Yper en door de Federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper onlangs uitgegeven bro chure, getiteld Het herstel der vaart Yper-Ko men geniet eveneens den meesten bijval en da gelijks komen hier in onze drukkerij vragen toe van alle kanten, zelfs uit middens die wij vroeger niet vermoedden, om deze merkwaardige bro chure te ontvangen. Wij'zijn dus geenszins van gedacht onzen strijd voor het herstel der vaart Yper-Komen op te geven. Onze beweegredenen om dit herstel te be komen zijn verre van uitgeput, en wij zijn dan ook vast besloten onze campagne te hernemen van zoodra de thans aangestelde onderzoekscom missie hare taak zal geëindigd hebben. Wij zullen voortgaan met de openbare meening over deze voor Yper zoo belangrijke kwestie in te lichten, wij zullen steeds voort dien geest ten voordeele van het herstel der vaart Yper-Komen bij onze bevolking onderhouden, en onophoudend zullen wij wijzen op de groote, nieuwe werken die elders gansch het land door, uitgevoerd worden, over tuigd dat wij zijn dat het is met steeds op den zelfden nagel te hameren dat wij eindigen zullen met ons doel te bereiken. Had de Handels- en Nijverheidskamer van Yper, met haar verdienstelijken voorzitter, M. I ctor Vermeulen, aan het hoofd, bewust van het overgroot belang dat deze vaart voor de econo mische heropbeuring van onze streek kan bie den, zich de kwestie van het aan Yper toekomen de recht op herstel der vaart Yper-Komen niet met een boven alle verdenking staande toewij ding aangetrokken hadden wij, Het Ypersche hunne betrachtingen, hunne werking niet door een aanhoudende en gedurige perscampagne on dersteund en aangemoedigd, dan ware er reeds se dert lang geen spraak meer van de vaart Yper- Komen en zou Yper er alle hoop op voor altijd nebben moeten opgeven. Zoo die kwestie dus in den doodboek niet is geraakt, zoo een ingenieur werd aangesteld om ontwerpen, plannen en be stekken ervan op te maken en zoo een officieele commissie thans belast is met het vraagstuk van het economisch nut der vaart, waaraan niemand twijfelen kan, te bestudeeren, dan is zulks uitslui tend het gevolg der heilzame en door ons ge steunde werking van den Heer Vermeulen, voor zitter der Handelskamer van Yper, dan is dit een verdienste waarop hij en ook ons blad terecht mogen fier gaan. En zoo, nu dat die kwestie, dank aan onzen vroegeren strijd, op het voorplan getreden en actueel geworden is wij nu bestatigen dat an dere bladen, die vroeger nooit een woord over het vraagstuk der vaart Yper-Komen repten, tenzij om te trachten af te breken wat wij moeizaam en lastig opbouwden, zich thans op die kwestie wer pen als een hond op een been, en er wekelijks lange artikelen aan besteden, dan is zulks ook een gevolg onzer werking waarover wij ons mo gen verheugen. De onderzoekscommissie, alhoewel er elemen ten in zijn van wie Yper niets goed mag verwach ten. heeft ons volle vertrouwen. Wij hebben met groote voldoening vernomen dat de Heer Vander- ghote. burgemeester van Yper, bewust van zijne verantwoordelijkheid en overtuigd van het nut der vaart Yper-Komen, zich als warme voorstan der en verdediger ervan heeft aangesteld. Van den Heer Vermeulen, voorzitter der Ypersche Handelskamer, weet iedereen dat hij de belangen van Yper begrijpt en behartigt. De Heer inge nieur Demeyere, van Kortrijk, gewezen regee- ringscommissaris van het grensarbeidersgebied, heeft reeds in menige omstandigheden het bewijs geleverd dat hij den gansch bijzonderen nood van Yper kent en als middel ervoor het herstel der vaart Yper-Komen aangeduid. En van de Heeren ingenieurs, die verder nog lid zijn der onder zoekscommissie, weten wij dat zij in bevoegde kringen in groot aanzien staan en dat zij het volle vertrouwen van den Heer Minister van Openbare Werken genieten, hetgeen hun volledig ter eere strekt. Wij betrouwen ons op hen en verhopen dat zij in volle onpartijdigheid de beslissing zul len nemen die zich voor eenieder van ons klaar blijkelijk opdringt en die aan de belangen der Ypersche gemeenschap beantwoordt. Wij wachten betrouwvol den uitslag van het onderzoek dier commissie af en wij verhopen dat de Heer Minister Merlot, die over de zaak moet beslissen, onze streek in hare rechtmatige ver wachtingen niet zal teleurstellen. Ons wordt weieens aangewreven dat wij van het herstel der vaart een sentimenteele kwestie trachten te maken, dat de door ons aangewende beweegredenen van geen tel zijn. Wij hebben ech ter bewijzen van het tegenovergestelde en 't is hetgeen ons sterkt en staalt, om spijts laster en onverschilligheid, spijts lhge persoonlijkheden on verstoord op den door ons ingeslagen weg, recht op het doel af, voort te gaan. Wij zijn geen inge nieurs, ons komt het niet toe te spreken over tracé's en andere technische zaken. In den der tienjarigen strijd voor het herstel der vaart Yper- Yzer hebben wij ons ook nooit met de plannen of de uitvoering der werken bezig gehouden. Wij- zijn ootmoedig genoeg om te durven bekennen dat wij daarvan niets kennen en laten die kwestie dan ook over aan de bevoegdheid onzer technici, die zich door werken als de Scheldetunnels en het Albertkanaal een wereldfaam hebben weten te verwerven en die, wij zijn ervan overtuigd, niet zullen dulden dat men zou kunnen zeggen dat zij onbekwaam zijn dit eindje vaart van Yper tot Komen te herstellen. Thans twijfelt niemand meer aan de mogelijk heid van het herstel der vaart Yper-Komen, en nochtans de tijd is nog zoo ver niet afgelegen dat sommige verwaande luidschreeuwers bij hoog en bij laag beweerden dat de vaart Yper-Komen steeds mislukt had en nu ook nog niet houden zou. Die tijd is nu voorbij en men heeft andere argumenten moeten uitzoeken om het herstel dier vaart te kunnen verdagen. Ook die nieuwe voor wendsels tegen de vaart zullen mettertijd moeten opgegeven worden. Rome ook werd niet op een dag gebouwd. Hoeveel moeite heeft het niet ge kost om na den oorlog het herstel der vaart Yper- Yzer te bekomen. De Heer Vermeulen, die daar ook steeds de groote bezieler van is geweest, weet ervan te spreken. En die vaart is er nochtans ge komen en bewijst, door het steeds grooter wor dend trafiek, dat zij voor Yper's handel en bedrij vigheid van het grootste nut is. Dit is een punt dat thans algemeen erkend wordt en wel zooda nig dat men in het Ministerie van Openbare Wer ken thans besloten is belangrijke verbeteringen aan die vaart te brengen. Dit zal hetzelfde zijn met de vaart Yper-Komen en de Yperlingen zullen nog den tijd beleven dat de grootste tegenstrevers van nu zich onder de hardnekkigste voorstanders der vaart Yper-Ko men zullen scharen, eens dat het herstel dier vaart besloten wordt. Thans tracht men het economisch nut der vaart Yper-Komen in twijfel te trekken. Wij vragen ons echter af waarom die vaart hier aan onze streek dezelfde diensten niet zou bewijzen als al de andere vaarten Waarom zou onze streek een uitzondering maken aan dezen algemeenen regel? Is onze bevolking soms minder werkzaam, minder moedig, zijn onze handelaars minder bekwaam en doordrijvend Wij zijn overtuigd van neen, het herstel der verwoeste gewesten, de herop- j leving van onzen handel in de moeilijke omstan digheden die men kent, zijn daar het sprekendste bewijs van. Naar onze meening is die tegenkanting van sommige politiekers te wijten aan hun vrees dat het herstel der vaart Yper-Komen hier werk en nering zou bevorderen. In alle geval stellen zij zich aan alsof zij er belang bij hebben dat onze arbeiders tot de werkloosheid gedwongen blijven. Anderen zijn nog tegen de vaart Yper-Komen gekant omdat, zoo beweren zij, die vaart hier nijverheid zou uitlokken en dit het toerisme, dat thans voor onze stad de voornaamste inkomst bron uitmaakt, grootelijks zou benadeeligen. Denkt eens, de fabrieken die hier dank aan de vaart Yper-Komen zouden ontstaan, zouden de lucht bezoedelen en verpesten, de toeristen zou den hier niet meer van de noodige kalmte en rust, van de gewenschte frissche en gezonde lucht ge nieten Dit is vooreerst een bekentenis dat de vaart Yper-Komen evengoed als alle andere vaal ten op economisch gebied zal nuttig zijn, dat zij hier nieuwe nijverheden zal aanlokken en de uit breiding der bestaande zal bevorderen, en ten tweede is het ook een bewijs der armzalige klein geestigheid welke sommigen niet beschaamd zijn aan den dag te leggen. Had Yper in vroeger tijden die bloeiende la kennijverheid niet gekend, dan ook zouden wij thans die prachtige, eenige lakenhalle en die grootsche St Maartenskathedraal, getuigen van den vroegeren rijkdom en vervlogen grootheid onzer stad, aan de bewondering van de hier toe- stroomende toeristen niet kunnen aanbieden. Deze praalgebouwen, de wereldfaam van Yper als een der voornaamste plaatsen onder de slag velden uit den grooten oorlog, de ontelbare krijgs- kerkhoven, de oorlogsgedenkteekens en andere aantrekkelijkheden zullen steeds, mits men er op doelmatige wijze vruchtbare propaganda weet voor te maken, de vreemdelingen naar onze stad aanlokken, zelfs al moesten er hier, tot groot wel zijn onzer bevolking in 't algemeen en der wer kende klas in 't bijzonder, eenige fabrieken ko men. Heeft de toeristische aantrekkelijkheid der stad Brugge, die op nijverheidsgebied toch ook wel van eenige beteekenis is, die een zeehaven en een binnenhaven bezit, hierdoor iets te lijden Het ware kleinzielig dit te willen beweren. Brugge is en blijft, spijts haar nijverheid en misschien wel ook ten deele daarvan te danken, de bijzon derste toeristische stad van West-Vlaanderen. Moeten wij hier eraan herinneren dat Georges Rodenbach. de schrijver van Bruges la Morte die een baanbreker werd voor Brugge's litteraire faam, de hevigste tegenstander was van Brugge- Zeehaven, het ontwerp van Baron de Moere en Julius Sabbe, dat in 1895 door het Parlement werd goedgekeurd. Brugge-Zeehaven bestaat nu reeds omtrent 40 jaar en Brugge wordt van langs om meer door de toeristen van alle landen be zocht en gewaardeerd. Georges Rodenbach vrees de nochtans voor het schenden van Brugge's droo- merig uitzicht en gaf in zijn roman Le Carillon- neur een beeld van die onrust. De beiaardier, uit Georges Rodenbach's boek, heeft een plan uit gedacht om Bruggë's oud schoon te bewaren. De Bruggelingen daarentegen wenschen hun stad ge moderniseerd te zien. Zij behalen de overwinning en verplichten hun beiaardier de klokken te doen spelen ter gelegenheid van hunne zegepraal. De beiaardier echter, in plaats van daaraan te vol doen, pleegt liever zelfmoord door zich van den hoogen toren te werpen. Wij wenschen maar dat zij, die hier dergelijken onzin verspreiden als zou de nijverheid het toerisme dooden, het voorbeeld van den beiaardier van Rodenbach niet zullen volgen eens dat wij hier ook de zegepraal zullen behaald hebben en de vaart Yper-Komen voor de scheepvaart zal geopend zijn. Dit alles toont aan hoe weinig ernstig sommi gen te werk gaan en hoe de belangen van Yper door sommigen miskend worden. De aanhouder wint. Dit is onze leus en onver stoord zullen wij onzen strijd met geduld en hard nekkigheid voortzetten tot men ertoe besluiten zal aan Yper recht te laten wedervaren. Overtuigd van de rechtvaardigheid onzer zaak, van het economisch nut en van de noodzakelijk heid der vaart Yper-Komen, zijn wij besloten de wapens niet neer te leggen tot de door alle Yper lingen verwachte zege behaald zij. Doch eerst wachten wij met volle betrouwen het besluit van de aangestelde onderzoekscommissie en van den Heer Minister van Openbare Werken af. TE KOOP TER DRUKKERIJ DHMORTIER BOTERSTRAAT, 34.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 2