planten en dieren Huis Verfaillie L'ARSENAL filature de l arsenal, s. a. Ypres Marcel Missiaen - Deceuninck Les la in es De In de Gouden Spade Groote keus Buffetten- Keukenstoren Volbaarden (foyers) ran alle merken Brandkasten (Coffre forts) B A U C H E Op wandel in December. Het Bemestingsvraagstuk. De moestuin spitten vereischt kennis. Een wondersnel insekt. Voor-historische dieren werden nu weer opgegraven. SS, Boterstraat - Tel. 201 - IEPER Huishoudelijk gerief Landbouwgerief Timmergerief Basculen - Fournuizen - Waschmachienen Dakvensters Gegolfde platen Traliedraad en Stekkerdraad. Magazijnen open den ZONDAG gansch den dag, gedurende de maanden October, November en December. Favorisez 1'Industrie Beige Bevoordeeligt de Belgische en employant Nijverheid en gebruikt Elles sont entièrement fabri- Zij zijn gansch in België quées en Belgique. vervaardigd. Et sont IRRÉTRÉCISSABLES Zij KRIMPEN NIET IN et GRAND TEINT. en veranderen niet van kleur. I I De twee Nederlandsche Natuurvrienden en Natuur- Propagandisten E. Heimans en Jac. P. Thijsse, hebben gedurende de jongste vijf-en-twintig jaren enorme groote belangstelling in Holland en in Vlaanderen ge wekt voor alles wat groeit en leeft in onze eigen stre ken. In hun Wandelboekje (10e uitgave) vertellen ze ons het volgende, over wat er zooal in de natuur te zien is, gedurende de maand December Sneeuwklokjes, crocusjes, aaronskelken, vogelmelk komen op beschutte plaatsen hun groeipieken al uit den grond steken. De klimop heeft nog enkele bloemen, de kerstroos staat in vollen bloei en de winterjasmijn bedekt den tuinmuur met honderden zespuntige helder gele bloemen, die al te voorschijn komen, kort nadat de donkergroene drietallige blaadjes zijn afgevallen. Op zachte dagen vliegen de bijen uitin een dichte wolk dansen ze voor het vlieggat op en neer. Op zulke dagen zingen winterkoninkjes, heggemuschjes, boom leeuweriken en zelfs al een enkele zanglijster. Kleine mugjes dansen in den zonneschijn, op den muur koes teren zich groote breede blauwe vliegen, de Pollenia's en 's avonds zweven bleeke wintervlindertjes in 't bosch. De kleine zwarte galwespjes komen üit de verbruinde galappeltjes van de eikenbladen te voorschijn en gaan in de knoppen hun eitjes leggen. Een paar weken later is alles bevroren, de bloemen van de winterjasmijn zijn verschrompeld, de nog niet ontloken knoppen zijn nog frisch. Hongerige vogels verdringen elkander op de voederplaatsen of scharre len op sneeuwvrije plekken in 't bosch of langs de hellingen. De lijsters nemen hun toevlucht tot de bes sen van sneeuwbal en hulst, die ze eerst hadden ver smaad, de groenvinken hakken de roode bottels van de egelantieren uit elkaar om aan den kost te komen. Over "t bevrozen meer glibbert de vischotter van wak tot wak wanneer de rietsnijders hem zien, laten ze hun werk in den steek, om hem over 't ijs te vervolgen, want zijn vacht is veel geld waard. Het schitterend ijsvogeltje loert bij de bijten op de kleine vischjes en de insecten, die er lucht komen hap pen, maar de schuwe reigers en roerdompen staan te hongeren tusschen het riet. Op de heide en in de duinen vertoonen zich nu groote roofvogels slechtvalken en zeearenden, door den jager gehaat om menig fazant en konijn, die ze hem ontfut selen. Ook de hermelijnen, die nu heelemaal wit zijn op 't zwarte staartpuntje na, maken menig konijn buit, dat ze gemakkelijk kunnen besluipen, wanneer het hongerige dier zit te knabbelen aan de schors van stammen en struiken, die boven de sneeuw uitsteken Uit deze korte, bondige, aktueele, zeer leerrijke, we tenschappelijke juiste uiteenzetting, blijkt dat ook in de zoogenaamde doode Decembermaand zeer veel te zien valt in de levende natuur, voor alwie op wandel, zijn oogen goed gebruikt. Wij kunnen niet anders, dan al onze lezeressen en lezers ten zeerste aan te raden, gedurende deze maand eens speciaal flinke wandelin gen te doen in de gezonde buitenlucht van veld en bosch, niet alleen om de frissche versterkende lucht in te ademen, maar ook om meteen de specifieke December- natuur te leeren kennen. Enkele dagen geleden heeft sir John Russell te Leiden een lezing gehouden over landbouwwetenschap en meer in het bijzonder over de nieuwere bemestingsleer. Hij wees erop hoe het geenszins volstaat te zaaien om te kunnen maaien hoe de grond waarop gezaaid of ge plant wordt de noodige voedingsstoffen voor de be paalde planten moet bevattenhoe het nu wetenschap pelijk vaststaat dat in het algemeen gesproken de plan ten de volgende voeding noodig hebbenwater, kool zuur, stikstof, fosfoorzuur, zwavelzuur, kali, kalk, mag nesia, ijzeroxied. Hij behandelde ook de rol van de minimum elementen, en demonstreerde de noodzake lijkheid van borium in kleine concentraties voor boo- nen en suikerbieten, mangaan voor vele planten en koper voor planten die op zure gronden voorkomen. Er bestaat een niet te ontkennen relatie tusschen de plan ten en de chemische stoffen. Uit zijn lezing bleek ten duidelijkste dat wie mooie planten, groenten, vruchten of bloemen wil kweeken, vooraf dient na te gaan welke voedingsstoffen en in welke hoeveelheden hij die aan zijn gronden moet toe dienen teneinde een maximum resultaat te verkrijgen. Eveneens zou hij moeten kunnen nagaan, aan welke invloeden zijn grond onderhevig is. Daarenboven zou hij voor de hoeveelheden rekening moeten kunnen houden met de te kweeken gewassen. Kortom verscheidene bemestingsproblemen stellen zich, waaronder de voor naamste telken jare blijven1, Welke plantenvoe- dende stoffen bevat mijn grond in voldoende mate 2. Welke zijn er te weinig in voor die of gene be paalde gewassen, welke men er wil opkweeken 3. Hoe zal ik dat te kort doen verdwijnen Deze hoogst belangrijke vragen, voor ieder afzon derlijk beantwoorden, is uit den aard der zaak in een korte uiteenzetting niet mogelijk. Dit is overigens ook niet in het minst het doel van deze nota's. Immers ter gelegenheid van deze beteekenisvolle voordracht, wenschen wij er slechts even uwe aandacht op te ves tigen, dat het bemestingsvraagstuk werkelijk een ern stig probleem is, dat niet onverschillig voorbij mag gegaan worden. Volledigheidshalve verstrekken wij hier toch een paar algemeene inlichtingen 1. Planten, die hun opbrengst in bladeren, hetzij losse of gesloten geven, hebben vooral STIKSTOF noo dig. De wortelgewassen integendeel hebben veel fos foorzuur van doen. Peulgewassen of vruchtopbrengende gewassen eischen vooral POTASCHMESTEN op. 2. STALMEST is de beste meststof van alle ge wassen. Maar met stalmest alleen kan men onmogelijk de grootste opbrengsten verwezenlijken en dus even min de grootste winsten. Daarom voege men er steeds een scheikundige bemesting bij. 3. Het mislukken van vele teelten is dikwijls te wijten aan een gebrek aan kalk in den grond. Om de vijf a zes jaren is een kalking van vier a acht kilo's per are aan alle gronden aan te bevelen. Want sir (lohn Russell wees er duidelijk op dat zouten alleen dan door de gronden goed worden opgenomen wanneer de zuur graad niet te hoog iszuurgraad die kan verminderd worden door het kalken. 4. Koopt of gebruikt nooit op voorhand gemengde kunstmeststoffenwant samengestelde mesten passé* niet steeds voor Uwe gronden, en deze meststoffen wor den doorgaans veel gemakkelijker vervalscht dan de ongemengde. De tuin moet ieder jaar gespit worden, om den grond losser te maken, en de lucht er gemakkelijker een toe gang door te verleenen, om aldus op de aanwezige stof fen zoodanig in te werken dat er rotting ontstaat, waar door de stoffen zoo veranderen dat later de planten deze als voedsel kunnen opnemen. Dit schrijven wij niet zoozeer voor de tuiniers die dat natuurlijk heel goed weten, maar wel voor de liefhebbers-tuiniers die een eigen tuintje bezitten, waaraan ze plezier wenschen te beleven. Welnu wanneer men spit één steek diep of twee steken of nog dieper dan zorge men er steeds voor dat de beste grond, meestal de bovenste laag, boven- blijve. Men spitte nooit wanneer den grond vochtig is of wanneer hij met sneeuw overdekt ligt, of wanneer de vorst de bovenste laag hardvroor. Immers in ieder van deze gevallen wordt door het spitten de struktuur van den grond verslechthet is te zeggen de onderlinge ligging der gronddeeltjes wordt minder goed erdoor. Ook is het verkeerd de grond meer te spitten dan het hoogstnoodig is, dit is vooral waar voor de lichtere gronden. Want door een te veel bewerken van den grond komen de gronddeeltjes te dicht op elkander te liggen, waardoor de grond na regen dicht slikt. In dit geval maakt men den grond dichter in plaats van los ser dan kan de lucht er niet voldoende door'om op de aanwezige stoffen verrottend in te werken, en... later zal die grond voor de planten zeer arm aan voedsel zijn. Aldus mag het spitten van den moestuin zeer zeker niet onderschat worden nis en overleg te werk gaan. men moet dus met ken- Wij lezen in een Brusselsch blad dat Dr Rey Chapman Andrews, bestuurder van het natuurwetenschappelijk muzeum te New-York, onlangs de wereld-snelheidstitel heeft toegekend aan een insekt dat cefenomyia heet, en per uur 1309 kilometer kan afleggen, dat zou het dubbele zijn van het snelste vliegtuig. Het is begrijpe lijk dat er een kleine onvermijdelijke misberekening in kan voorkomen, maar de wonderlijke snelheid zou toch een opzienbarend feit blijven. Met de snelheid van de cefenomyia zou men in zeventien uur rond de we reld kunnen vliegen. Als wij even bedenken dat de aardbol daarvoor 24 uren noodig heeft, dan zou daar uit mogen besloten worden dat dit insekt nog sneller kan vliegen dan de aarde zelf draait. Een grondwerker zou nabij Santa Rosa, in het gebied van de Argentijnsche Pampa, een reusachtig, ver teend dier hebben opgegraven, dat zestien meter lengte heeft. Anderzijds wordt uit Riga gemeldt dat op 16 No vember 11., bij het afgraven van een kleinen heuvel in de buurt van het Openluchtmuseum aldaar, men en kele beenderen heeft gevonden, die bij nader onder zoek van een mammoet afkomstig zijn. De vondsten betreffen een kaak en een schouderblad van een mam moet de kaak bevat nog de twee geweldige tanden. Door het Geologisch Instituut van Riga wordt veron dersteld dat zich op deze plek nog meer mammoet overblijfselen bevinden. Er werd dan ook besloten dat in het komende voorjaar de opgravingen zullen voort gezet worden. (Nadruk Verboden). OOM PIET. 99 Demandez les a votre fournisseur. Vraagt die saijetten bij uwen gewonen La maison ne vend pas aux parti- le ver aar culiers. Het huis verkoopt niet aan bijzonderen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 11