Georges Sonneville
Handels- en Nijverheidskamer van Yper
De droogmaking der Zuyderzee
Chambre de Commerce et d'lndustrie
d'Ypres.
L'assèchement du Zuyderzee
AANNEMERS LANDBOUWERS
en PARTICULIEREN
BEMINT UW PROFIJT
Voor uwe betonnen grafkelders,
afsluitingsmuren en alle andere
cementproducten wendt U in
volle vertrouwen bij
Bruggesteenweg, 96 YPER
Gewaarborgd werk aan
zeer genadige prijzen. (239)
sche. dat zich uitstrekt tot aan de Fransche grens, te
begrijpen.
Inderdaad, uit oorzaak van den heropbouw, beza.
en bezit het Iepersche een abnormale groote verhouding
bouwwerklieden, waarvan zeer vete nu werkloos zijn.
Het einde van den heropbouw van de Belgische front-
streek viel samen met de ontwikkeling van de textiel
nijverheid. zoowel in Noord - Frankrijk ais in Zuid-
West-Vlaanderen, terwijl de heropbouw der Fransche
verwoeste gewesten nog voortduurde.
B:.i gebrek aan eigen industrie, heeft een zeer groo.
getal der beschikbaar geworden krachten arbeid ge
zocht en gevonden, zij het in Noord-Frankrijk of in
Zuid-West-Vlaanderen. zoowel in de textielnijverheid
als in de bouwnijverheid, ongelukkiglijk niet altijd als
geschoolde werklieden.
Uit dezen bloeitijd welke voor België althans eindig
de in 1931. stamt het ontstaan in leper van een drietal
hoofdzakelijke textielbedrijven, welke het bewijs leve
ren dat de mogelijkheid bestaat om in leper en het
Iepersche de'industrie te zien bloeien. Het vestigen van
nieuwe industrieën is een vraag die overal oprijst waar,
beschikbare werkkrachten in grooten getalle aanwezig
zijn. juist zooals de vraag om deze openbare werken
uit te voeren welke erop gericht zijn. door hun econo
mische beteekenis. ertoe bij te dragen om voor nieuwe
nijverheden den beschikbaren bodem voor te bereiden.
Het oplossen van deze beide vragen is moeilijk.
In het verslag van den regeeringscommissaris voor
het grensarbeidersgebied, werd voor wat het Iepersche
betreft, niet alleen gewezen op de toeristische schatten
van Ieper-stad en op het natuurschoon van het Ieper
sche, welke een bron van inkomen kunnen worden,
maar ook op dat feit dat leper, door zijn voorraad zoet
water, wellicht in aanmerking kan komen voor het ves
tigen van kleine scheikundige nijverheden. -
Onlangs heeft dezelfde commissaris, bij het onderzoek
over het vestigen van bepaalde bedrijven in de beide
Vlaanderen en in Henegouwen, op gansch bijzondere
wijze den nadruk gelegd op het belang dat er in te vin
den zou zijn deze bepaalde bedrijven te lokken naar
leper en het Iepersche, omdat hij meer en meer de
overtuiging toegedaan is dat leper, een industrie- en
handelscentrum moet worden, zelfs op veel breedere
FChaal als vóór den oorlog.
Inderdaad, niet alleen de belangen van leper staan
op het spel, maar ook deze van de dichte bevolking,
begrepen tusschen leper en de Fransche grens, voor
dewelke het meer en meer blijkt dat haar werkterrein
het nationale zal blijven.
Argumenten voor deze thesis zijn van denzelfden aard
als deze door den achtbaren heer volksvertegenwoor
diger Missiaen naar voren gebracht.
Nochtans dient er op gewezen dat de heerschende
werkloosheid in het Iepersche. met voorzichtigheid en
met inachtneming van alle omstandigheden moet ont
leed worden.
Indien het waar is dat de werkloosheid in het Ieper
sche niet achteruitgegaan is in dezelfde verhouding als
de werkloosheid in het gansche land, dan is deze toe
stand bijna dezelfde als voor het geheel van Westelijk
België, zij dus Antwerpen. Oost-Vlaanderen en West-
Vlaanderen.
In Mei 1936 was voor het Iepersche, met zijn 75,000
zielen, de gemiddelde dagelijksche gecontroleerde
werkloosheid 1,410 werkloozen, zij dus 1.86 t. h. van de
bevolking, nagenoeg hetzelfde coëfficiënt als voor Bel
gië (1.84 t. h.), en alleszins veel lager dan voor gansch
West-Vlaanderen (2.08 t. h.) en lager dan voor het ge-
heele grensarbeidersgebied (2.13 t. h.). lager als voor
Antwerpen (2.88 t. h.) en voor Oost-Vlaanderen (2.84
t. h.)
Een minimum werd bereikt in September 1936 met
1.004 als gemiddeld aantal gecontroleerde werkloozen.
zij 1.33 t. h. van de bevolking, lager dan het cijfer 1.55
t. h. voor gansch België, veel lager als het cijfer 1.83
t. h. voor West-Vlaanderen en lager dan het cijfer
1.61 t. h. voor het geheele grensarbeidersgebied. ter
wijl Antwerpen en Oost-Vlaanderen respectievelijk
2.59 t. h. en 2.35 t. h. aanwezen.
Om reden van het groot getal bouwwerklieden is de
seizoenschommeling der werkloosheid zeer scherp in het
Iepersche. Zoo bereikt de gecontroleerde werkloosheid
een maximum van 2.089 t. h. in Januari zij 2.75
t. h. van de bevolking, hooger dan het cijfer 1.96 t. h.
voor gansch België, hooger dan het gemiddelde 2.62 t./h.
voor West-Vlaanderen. hooger dan het cijfer 2.46 t. h.
voor het geheele grensarbeidersgebied en lager dan
Antwerpen. Oost-Vlaanderen. met respectievelijk 3.05
t. h. en 3.14 t. h.
Op weinig na. ten minste tot in Juli 1937. is de bewe
ging der gecontroleerde werkloosheid in het Iepersche
dezelfde als in de zeven eerste maanden van 1936. ter
wijl zij. integendeel, voor het geheele grensarbeiders
gebied. voor het Rijk. voor West-Vlaanderen. Oost-
Vlaanderen. Antwerpen, lager was in 1937 dan in 1936.
Voor Augustus 1937. is het werkloosheidscoëfficient in
het Iepersche 1.51 t. h.. hooger dan voor het Rijk (1.31
t. h.), maar lager dan voor het geheele grensarbeiders
gebied (1.73 t. h.l, een weinig lager dan voor gansch
West-Vlaanderen (1.78 t. h.), lager dan voor Antwerpen
(2.10 t. h.) en lager dan voor Oost-Vlaanderen (2.23 t. h.)
Sedert September 1937, is de werkloosheid in het
Iepersche terug aan het stijgen, verschijnsel dat zich
jammerlijk genoeg in gansch het land, maar bijzonder
lijk in de Vlaamsche provincies, met uiterste snelheid
ontwikkeld heeft.
In December 1937. was het werkloosheidscoëfficient in
het Iepersche gestegen tot 2.76 t. h. der bevolking, hoo
ger dan voor het Rijk (2.15 t. h.), maar lager dan voor
West-Vlaanderen (3.11 t. h.) en lager dan voor het ge
heele grensarbeidersgebied (3.14 t. h.)
Ter vergelijking, waren voor dezelfde maand de coëf
ficiënten voor Antwerpen en Oost-Vlaanderen respec
tievelijk 3.25 t. h. en 3.67 t. h.
De heer Missiaen. Ja. maar dat geldt de gecontro
leerde werkloosheid.
De heer Van Isacker, minister van middenstand en
economische zaken. Zeker. En ik weet dat buiten de
gecontroleerde werkloozen er ook niet gecontroleerde
zijn.
Be heer De Man. En die werden uitgesloten in het
arrondissement leper, bijvoorbeeld.
De heer Van Isacker, minister van middenstand en
economische zaken. Indien wij deze vergelijkende
cijfers geven dan is het niet om eruit te besluiten dat de
voorstellen welke de achtbare heer volksvertegenwoor
diger heeft ontleed, voor zooveel zij toepasselijk zijn.
eerst en vooral zouden moeten toegepast worden op
andere, meer door blijvende werkloosheid geteisterde
gebieden als daar zijn Moeskroen en omstreken, Oost-
Vlaanderen en de provincie Antwerpen.
Het gaat er alleen hierom, te verklaren dat niet alleen
de huidige werxloosheid tot maatstaf xan dienen, maar
oox de toekomstige. Het feit dat de werkloosheid in het
Iepersche niet in deze fde mate werd opgelost als in
de industrieeie centra, is voor de regeering een oorzaak
van bekommernisd:feit werd ten andere zeer scherp
cnderiijnd in da verslagen van den commissaris voor
et grensarbeidersgebied. Nog meer echter is de regee-
ng na de nieuwe verslagen welke deze laatste heeft
.iged tnd. hexommerd met de toekomst en namelijk
net het heipen tot stand komen in het Iepersche van
een r.dustr eele bedrijvigheid, aanleunend met deze
van Roeseiare. Izegem. Ingelmunster, Kortrijk en Moes-
roen.
De uitspraak welke de heer minister van openbare
werken en werkverschaffing zal vellen in zake de Ieper
sche waterwegen is een element van zeer groote waarde
voor de mcgelijxe toekomstplannen.
Het betaamt deze uitspraak af te wachten vooraleer
te beslissen inzake de richting welke aan een gebeur
lijke industrieeie bedrijvigheid dient gegeven te wor
den De regeering verliest de belangen van het Ieper
sche geenszins uit het oog.
De kwestie van het kanaal dient spoedig opgelost.
Zij is van de bevoegdheid van den minister van open
bare werken. Persoonlijk meen ik dat. in elk geval, het
bcuwen van een waterweg de opleving der streek gun
stig kan beïnvloeden.
De heer Butaye. Zeer wel
De heer Van Isacker, minister van middenstand en
economische zaken. Evenwel waren alle leden van
de commissie niet akkoord. De heer Missiaen is tame
lijk sceptisch wat het kanaal betreft.
De heer Missiaen. 't Is een doode musch.
De heer Van Isacker, minister van middenstand en
economische zaken. Laat de diensten van openbare
werken eerst de kwestie onderzoeken, nu zij in het
bezit zijn van het verslag, van de commissie. In elk ge
val. zoca's ik het reeds deed opmerken, zal het afhan
gen van de beslissing die wordt genomen in verband
met het vraagstuk van de waterwegen in welke rich
ting de industrialisatie van het gewest dient aangevat.
In afwachting kan een politiek van openbare werken
den toestand verzachten. De regeering verwaarloost dit
niet. Op dit oogenblik heeft het departement van open
bare werken om 2.172.000 frank water- en wegeniswer-
ken in uitvoering. Daarbij zijn om 16 millioen 312,000
frank werken reeds aanbesteed en kan men met de uit
voering ervan beginnen. Het departement voorziet ein
delijk dat in 1938 nog om 4.550.000 frank werken in
aanbesteding komen. Mijn besluit is. Een plan van
industrialisatie van de streek van leper kan eerst wor
den bestudeerd wanneer de dienst van openbare wer
ken zijn standpunt in de waterwegenkwestie zal heb
ben vastgesteld. In afwachting kunnen openbare wer
ken de werkloosheid helpen bestrijden.
De heer Desmidt. leper zou moeten verbonden zijn
met Roeselaere en een lijn vormen tot aan Brugge. Dat
zou de oplossing van dit vraagstuk vergemakkelijken.
De heer Voorzitter. Mijne heeren, wij zetten deze
bespreking voort, maar ik trek er de aandacht van de
Kamer op dat de sprekers die thans nog het woord zul
len voeren slechts mogen beschikken over tien minuten
zooals het door het reglement voorzien is.
(Vervolg aanstaande week).
Benevens deze tusschenkomst in de Kamer van
volksvertegenwoordigers, hebben de Heeren Se
natoren Vandenbulcke. De Pontieu, Mullie en
Gillon en ook de Heer Goetghebeur, volksver
tegenwoordiger van Veurne-Dixmude-Oostende,
bij den Heer Merlot, Minister van Openbare
Werken, ten voordeele van het herstel der vaart
Yper-Komen aangedrongen.
Wij bedanken hier insgelijks al deze Heeren
voor hun steun en medewerking, die wij zeer op
prijs stellen. Vooral de brieven die de Heeren
Mullie, senator, en Goetghebeur, volksvertegen
woordiger, geschreven hebben zijn uiterst be
langwekkend en wij zijn dan ook zoo vrij deze
hier aan onze lezers mede te deelen samen met
het hoopvol antwoord dat de Heer Minister Mer
lot aan den Heer senator Mullie heeft laten ge
worden.
Brief van den Heer Senator MULLIE
tot den Heer Minister van Openbare Werken.
Brussel, den 11 Januari 1938.
Mijnheer de Minister,
Ik verneem door de dagbladen dat weldra een be-
sl.ssing zal worden getroffen inzake het herstel van de
vaart Ieper-Komen.
Zeer dikwijls ben ik in het Parlement tusschen-
beide gekomen om het herstel van deze vaart te be
pleiten. Ik heb met veel aandacht alles nagegaan wat
pro en contra dit herstel is geschreven of gezegd ge
weest.
Ik blijf voorstander van dit openbaar werk en wel
in 't bijzonder om reden dat alles moet betracht wor
den wat aan Zuid West-Vlaanderen. streek Ieper-Ko
men, een intensiever bedrijvigheid kan bezorgen.
Voor enkele jaren werden de werkkrachten dezer
streek door Ngord Frankrijk te werk gesteld de werk
lieden vonden in dit zoo bedrijvige nijverheidscentrum
van Noord-Frankrijk arbeid en bestaan. Die toestand
is thans gewijzigd en ik denk niet dat ik mij vergis,
wanneer ik meen dat in de toekomst de Belgische werk
lieden meer op de bedrijvigheid in hun eigen land zul
len moeten kunnen rekenen. Hiertoe zou het herstel
van de vaart Ieper-Komen in een merkelijke mate kun
nen bijdragen. De herstellingswerken zullen reeds de
werkloosheid, die op dit oogenblik zeer zorgwekkend is
in deze streek, fel doen dalen en later, wanneer een
maal de vaart klaar is, dan bestaat er toch wel veel
kans dat een zekere nijverheid zich in deze streek zou
komen vestigen die werk en bestaan zal bezorgen aan
de arbeiders van Zuid West-Vlaanderen.
Ik weet heel goed dat men rond dit problema veel
kan redetwisten. Wanneer echter een positieve beslis
sing zal worden getroffen, dan zou men toch moeten
bedenken dat het hier wel in feite gaat, wat men dan
ook moge zeggen, over het herstel van een oorlogs
schade. Ware de oorlog niet gekomen en de daardoor
veroorzaakte verwoestingen, dan zou de sector van Hol-
lebeke wel in orde gebracht zijn geweest en zou de
vaart Ieper-Komen sedert lange jaren een werkelijk
heid zijn geweest.
Mag ïx U vragen dat deze gedachten in aanmer
king zouden worden genomen wanneer^ de definitieve
beslissing zal moeten genomen worden
Ik bied U, Mijnheer de Minister, de betuiging aan
mijner gansch bijzondere hoogachting.
(get.) G. MULLIE, Senator.»
Antwoord van den Heer Minister van
Openbare Werken.
Brussel, den 19 Januari 1938.
Waarde Heer Senator,
Ik heb Uw schrijven van 11 Januari 1938 betreffende
het herstel van de vaart Ieper-Komen behoorlijk ont
vangen.
Deze zaak word, aan een gunstig onderzoek onder
werpen en ik zal niet nalaten U op de hoogte te houden
van de beslissing die zal genomen worden.
Met de meeste hoogachting.
Uw dw.,
(get.) J. MERLOT».
Brief van den Heer Volksvertegenwoordiger
GOETGHEBEUR
aan de Handels- en Nijverheidskamer van Yper.
Oostende, den 24 Januari 1938.
Waarde Heer Voorzitter,
Ik zal nogmaals het kanaal Yper-Komen aanbe
velen aan den heer Minister, en hoop tijdens de be
spreking van het budget er te kunnen op terugkomen.
Wij gaan stilaan naar de oplossing. Indien de ge
moedstemming er enkelen nog van afhoudt, de econo
mische nood van de overbevolkte grensstreek zal ertoe
verplichten.
Er ligt daar iets abnormaals aan de Fransche grens
van West-Vlaanderen. Zoolang of dat het volk naar
Frankrijk kan trekken kan dat nog passeeren, maar
wij kunnen alle dagen op de wipplank gezet worden.
In plaats van volk te zenden waar de nijverheid
is, laten wij de nijverheid komen waar er volk is, en
passen wij ons er toe aan.
West-Vlaanderen zoo dicht bij de zee moet een
welvarende streek worden.
Wel achtend.
(get.) GOETGHEBEUR, Oostende.
Het Bestuur heeft de eer de leden en ook de
belanghebbenden uit te noodigen tot de VOOR
DRACHT MET ZICHTEN welke Zaterdag 5 Fe
bruari, te 8 uur 's avonds, in het lokaal Hotel
du Sultan zal gegeven worden door den
Heer HENK THIEN,
Hoofdonderwijzer te Winterwijk, Gelderland,
over
Gezien de aantrekkelijkheid van het onder
werp, wordt op een talrijke tegenwoordigheid
gerekend.
De dames worden ook uitgenoodigd.
Namens het Bestuur
De Schrijver, De Voorzitter,
Ed. Toussaert. H. Vermeulen.
Le Comité a l'honneur d'inviter les membres
ainsi que tous ceux qui s'intéressent a la question
a la CONFÉRENCE avec projections qui sera
donnée le Samedi 5 Février, a 8 heures du soir,
au local Hotel du Sultan par
Monsieur HENK THIEN,
Instituteur Principal a Winterwijk, Gelderland,
sur
C'est un sujet de grande actualité et le comité
se permet de compter sur une nombreuse assis
tance.
Les dames sont aussi invitées.
Pour le Comité
Le Secrétaire, Le Président,
Ed. Toussaert. H. Vermeulen.