2 den alleen over een maand aan de pachters kenbaar gemaakt. M. Vanderghcte. De Heer schepen Lemahieu ver gist zich. geloof ik. De opzeg van pacht moet twee jaar op voorhand beteekend worden, maar niet de nieuwe pachtv oerwaarden. M. Leuridan. Gij weet toch wel. Mijnheer de voor zitter. dat er geen nieuwe voorwaarden kunnen opge drongen worden voordat een nieuwe pacht gemaakt wordt. M. Vanderghote. De opzeg van.pacht moet twee jaar te voren gedaan worden, maar zoo er intusschen nieuwe voorwaarden besproken worden is zulks niet verplichtend. M. Lemahieu. Jawel, als gij de wet eens wilt door snuffelen dan zult gij zien dat dit wel moet gedaan worden. De Commissie van Openbaren Onderstand heeft dit niet gedaan, en vroeger reeds, vooraleer ik er lid van was. heb ik dikwijls gezegd dat de Commissie de wet niet volgt. M. Leuridan. De Heer schepen Lemahieu heeft ge- 1;ik. Wanneer de opzeg niet twee jaar vóór het einde der locpende pacht gedaan wordt, dan treedt er een nieuwe pachtverlenging in van ten minste drie jaar en zulks aan de oude pachtvoorwaarden. M. Vanderghote. Tenware pachter en eigenaar anders overeenkomen. M. Verbeke. De menschen zijn gedwongen de hen gestelde voorwaarden te aanvaarden. M. Leuridan. Ja, de boer is de slaaf van zijn brokke grond. Op dat gebied zijn wij nog in volle middel eeuwen. M. Vanderghote. Is iedereen t'akkoord om dit punt te verdagen Daar niemand hierop bemerkingen maakt, wordt dit punt uitgesteld. M. Leuridan. Men moet het licht niet schuwen. V. Commissie van Openbaren Onderstand Zie kenbonden van stad Toelage. M. Vanderghote. Bij haar beraadslaging van 1 Fe bruari 1938 heeft de Commissie van Openbaren Onder stand besloten, ten titel van steun aan de plaatselijke maatschappijen van sociale voorzorg, jaarlijks een krediet van 20.000 fr. in haar begrooting te schrijven en die som onder de mutualiteitsvereenigingen te verdee- len in evenredigheid der bijdragen van de aangesloten leden. Het schepencollege stelt voor deze hulpverlee ning in princiep goed te keuren, doch is van oordeel dat de voorgestelde wijze van verdeeling niet billijk is en drukt den wensch uit dat de toelage zou verdeeld worden in evenredigheid van het aantal leden dat de maatschappijen op 31 December van ieder jaar tellen. M. Leuridan. De wensch van het schepencollege is billijk en het ware beter het aantal ingeschreven mutua- listen te nemen als maatstaf voor de verdeeling der toe lage, en niet de schommelende bijdragen der leden. Wij stemmen dus in met de door het schepencollege voor gestelde verdeelingswijze. M. Van Alleynnes. De bedoeling van het schepen college is toch niet de zaak op de lange baan te schui ven Indien wij nu de beslissing der Commissie van Openbaren Onderstand niet goedkeuren, loopen wij ge vaar dat de bundel haar zal moeten terug gezonden worden. Ik denk dat de Openbare Onderstand bevoegd is om te weten in welke mate de door hem verleende subsidie moet verdeeld worden. Ik ga nochtans t'ak koord met den Heer Leuridan om te verklaren dat het voorstel van het schepencollege beter is, doch ik zou niet willen dat zulks aanleiding zou kunnen geven om de zaak te vertragen. M. Vanderghote. Die toelage wordt nu reeds jaar lijks door de Commissie van Openbaren Onderstand uitbetaald. Hetgeen thans voorgesteld wordt, is slechts de regularisatie van een bestaanden toestand. M. Van Alleynnes. Waarom hebt gij die wijziging niet voorgesteld tijdens de bespreking in de Commissie zelf. waar uwe partij toch de meerderheid bezit, in plaats van haar voorstel nu hier te willen veranderen M. Leuridan. Wij zijn allen t'akkoord om het gedane voorstel van het verleenen der toelage met de twee handen te stemmen, doch wij vragen alleen maar een wijziging van de verdeeling, en dit is enkel maar een modaliteit. Onze stemming zal dus de uitbetaling der toelage van geen 24 uren verachteren. M. Van Alleynnes. Jawel, want dan heeft de Open bare Onderstand geen basis meer om de verdeeling te doen. M. Leuridan. Ik veronderstel dat de Commissie van Openbaren Onderstand aan de mutualiteiten reeds ge vraagd heeft hoeveel leden zij tellen. Het is de Com missie die soeverein zal beslissen, wij geven haar enkel maar een wenk om haar voorstel te veranderen. M. Vanderghote. Ons voorstel zal de zaak geen minuut vertragen, gezien de toelage gewoonlijk maar op het einde van ieder jaar betaald wordt. M. Van Alleynnes. Het is nu het tijdstip dat de Commissie moet uitbetalen voor 1937 en de door ons voorgestelde verandering zou dus die uitbetaling nog kunnen verachteren. M. Vanderghote. Hetgeen nu voorgesteld wordt zal maar op het jaar 1938 toegepast worden. Voor 1937 is de toelage reeds ingeschreven en zal ze verdeeld worden volgens de oude basis. Wat nu besloten wordt geldt dus maar voor de toekomst. M. Van Alleynnes. Indien het alzoo verstaan wordt, dan is het goed. M. Lemahieu. Dit betreft nu het krediet voor 1938 dat maar in 1939 zal uitbetaald worden. M. Leuridan. Kan de Heer schepen Lemahieu, als lid der Commissie van Openbaren Onderstand, ons de verzekering geven dat het wel alzoo door haar bedoeld werd M. Lemahieu. Ja. M. Vanderghote. Ik stel dus voor, ten eerste, een gunstig advies uit te brengen nopens het verleenen der toelage van 20.000 fr. en. ten tweede, een ongunstig ad vies te verleenen over de wijze van verdeeling der toe lage zooals ze door de Commissie van Openbaren On derstand voorgesteld wordt, en den wensch uit te druk ken die verdeeling te doen volgens het aantal leden die bij de mutualiteiten van stad aangesloten zijn. Dit voorstel wordt algemeen bijgetreden. Alleen de Heer schepen Lemahieu onthoudt zich. VI. Dickebusch - Vijverhuis Onderhoudswerken Plan Lastenkohier en bestek. M. Vanderghote. Zooals gij weet zijn de venster ramen en deuren van het vijverhuis te Dickebusch in erbarmelijken toestand. Zij dienen vervangen te wor den en het schepencollege stelt voor een openbare aan besteding uit te schrijven voor het plaatsen van nieuwe ramen en deuren, voor het vervangen der slagramen door rolstoors. voor het verplaatsen der ingang:? eu van het hotel naar den Noordkant omdat de geagzaa met de ingangsdeur zooals ze nu is. aan alle win en en tochten is blootgesteld, en ook nog voor het ma en a een bordes in beton langs den Noordkant aan den oe gang tot het hotel. Het bestek voor het uitvoeren dezer werken voorziet de som van 22.144 fr. 36. M. Biebuvrk. Gezien er hiermede een persoons kwestie gemengd is. ware het niet beter dit punt in e geheime zitting te behandelen In de commissie der werken was er immers spraak dat de pachter voor een deel in de kosten dezer werken zou tusschenkomen. M. Vanderghote. Ik betreur dat de Heer schepen Delahaye hier niet" is om de noodige ophelderingen te geven. M. Biebuyck. Er was besloten geweest de onkosten dezer verbeteringswerken in twee te splitsen. M. Vanderghote. Wij zullen dit punt dan maar tot de volgende zitting verdagen. VIL Stedelijke Muziekschool Veranderingswer- ken Plan, lastenkohier en bestek. M. Vanderghote. In de stedelijke muziekschool is er daar een onaangename toestand voor het huis be woond door den bestuurder. Het is onnoodig daar ver der over uit te weiden. Het schepencollege is van oor deel de noodige veranderingswerken te laten uitvoeren en stelt voor het bestek, dat tot de som van 8500 fr. be loopt. alsmede het plan en het lastenkohier dezer wer ken goed te keuren. Dit voorstel wordt eenparig aangenomen. VIII. Stedelijke Muziekschool Rekening over het dienstjaar 1937. M. Vanderghote. Het woord is aan den Heer sche pen van onderwijs. M. Van der Merseh. De rekening der muziekschool voor het jaar 1937 sluit in ontvangsten met de som van 58.250 fr. en in uitgaven met 58.248 fr. 30. een overschot latende van 1 fr. 70. Deze rekening wordt zonder opmerkingen goedge keurd. IX. Lagere Stadsmeisjesschool der Rijselstraat 7' studiejaar Lessen in huishoudkunde Krediet. M. Van der Merseh. Wij hebben in datum van 20 Januari 1938 een brief ontvangen van den Heer inspec teur van het onderwijs, die de stadsmeisjesschool der Rijselstraat bezocht heeft en van oordeel is dat de les sen in huishoudkunde, die nu reeds in het 8'' studiejaar gegeven worden, ook in het 7e studiejaar zouden moeten gegeven worden. Het schepencollege stelt dan voor een som van 600 fr. te voorzien, ten einde het noodige mate riaal te koopen om deze lessen ook in het 71" studiejaar te geven. Al de raadsleden stemmen hierop ja. X. Staatsmiddelbare School Begrooting 1938. M. Vanderghote. De begrooting van 1938 werd vroe ger reeds in bestuurscommissie der Middelbare School goedgekeurd. Tengevolge der nieuwe onderrichtingen moet die begrooting nu nogmaals door den gemeente raad goedgekeurd worden. De voorgestelde begrooting voorziet de som van 56.760 fr. in ontvangsten en uit gaven, het is dus dezelfde begrooting van vroeger die zonder wijzigingen aan uwe goedkeuring onderworpen wordt. Ook hierop brengen de raadsleden algemeen een goedkeurende stem uit. XI. Naamplaten der straten Beslissing. M. Vanderghote. Dit punt betreft het plaatsen van straatnaamplaten die alleen in de vlaamsche taal zijn opgesteld. Yper heeft vroeger ook reeds de onaange name verrassing gehad den franschen tekst der straat naamplaten overschilderd te zien. en het schepencol lege heeft besloten dat iets diende gedaan te worden om zulks hier een einde te zien nemen. Het doet even wel geen bepaald voorstel en laat iedereen vrij zijne stelling te verdedigen. M. Leuridan. Het zou u voorzeker verbaasd heb ben moest ik hier niet het woord vragen. Ik heb vroe ger reeds met u op vriendschappelijke wijze over dit onderwerp geredekaveld en ik had de eer met u. Mijn heer de burgemeester, daarover nogmaals een onder houd te hebben nadat ik voor korten tijd met den amigo te Oostende had kennis gemaakt. Doch wij zijn verwoede recidivisten en ik werd dan ook een tweede maal voor een halven dag op Staatskosten geherbergd. Nadat ik een eerste maal was aangehouden geweest, scheen het onderhoud dat ik met u had mij zeer aan moedigend en ik verhoopte dat gij hier dan weldra de oplossing zoudt nemen die zich opdringt. Ik was echter te optimistisch en ik heb mij dan gedwongen gezien u door mijn brief van 10 Februari 1938 het geheugen wat op te frisschen. M. Vanderghote. Uw brief is gedagteekend van den 12 Februari. M. Leuridan. Het is goed mogelijk. Op twee dagen na is de vergissing niet groot. Men ziet hoe de Heer burgemeester goed rekening houdt van mijn geschrif ten. Ik heb mij vroeger verzet tegen de tweetalige straatnaamborden en gevraagd ze door eentalige platen te vervangen. Ik liet u ook weten dat wij niet konden instemmen met viertalige straatnaamborden, daar zulks geen oplossing van de kwestie was. Op een latere vraag hebt gij ons geantwoord dat het schepencollege zich met de zaak bezig hield, doch nu den 12 Februari 11.. ziende dat er nog geen aanstalten gemaakt werden om den toestand te veranderen, hebben wij u gevraagd of het noodig was dat wij u een handje kwamen toesteken. Nu zijn wij op het einde der maand Februari en ik zie dat mijne goede gevoelens tegenover u niet op dezelfde wijze bejegend worden. Ik denk zelfs dat gij in zekere mate uwe goede gevoelens van vroeger hebt terugge trokken. Vroeger immers hebt gij mij den indruk ge geven dat gij er wel voor te vinden waart- eentalige vlaamsche straatnaamplaten te laten aanbrengen, mits voorbehoud de namen der fransche steden op afzonder lijke borden op de stadsmuren in 't fransch aan te dui den. Daarmede kan ik volledig instemmen. Men moét niet denken dat ik zoo enggeestig of kortzichtig ben geen woord fransch te kunnen dulden, maar ik vraag enkel de toepassing eener belgische taalwet. Het sche pencollege had zelf dit initiatief moeten nemen, het had zelf het noodige voorstel moeten formuleeren. Doch het heeft het niet gedaan en daarom vind ik het geraad zaam zelf voor te stellen dat de raad zou beslissen de thans bestaande tweetalige straatnaamplaten tegen ein de Maart door eentalige vlaamsche te vervangen. Er is hier geen kwestie van pezewevers, maar een kwestie van fierheid. Gij kunt niet gelooven hoezeer de dran" algemeen is over heel Vlaanderen om deze belgische wet te doen naleven. De openbare besturen zouden de eerste moeten zijn om hierin de les te geven aan de regeering. Wat wij vragen heeft de aigemeene instem ming van heel Vlaanderen. En ik bedoel hier niet al leen de vervloekte nationalisten, maar geheel de opinie in Vlaanderen is t'akkoord om dit met ons te eischer. Het is een beginsel van zelfeerbied dat de straatnamen in onze eigen vlaamsche taal zouden leesbaar zijn. Het gaat hier niet om een kleingeestig gevit tegen wat fransch. maar het is een kwestie van zelfeerbied alleen het vlaamsch te gebruiken voor het aanduiden der straatnamen, wat ten andere door een belgische wet werd bekrachtigd. Ik vraag dus dat de gemeenteraad van Yper zou beslissen dat de straatnaamplaten tegen einde Maart uitsluitend in 't nederlandsch zouden op. gesteld worden. M. Van der Merseh. Ik moet doen opmerken dat de stad Yper in een bijzonderen toestand verkeert, ik ben t akkoord met den Heer Leuridan dat de straat namen in Vlaanderen in 't vlaamsch moeten aangeduid worden, maar Yper is niet ver van Frankrijk en zoo er 'nier veel vreemdelingen komen, mag men zeggen dat er vooral veel fransche autos in stad te zien zijn Vroeger, wanneer de spoorwegmaatschappij besloten had den bewaakten barreel aan den Veurnesteenweg af te schaffen, werd besloten eens na te gaan hoeveel autos daar op een dag voorbijreden. Welnu, volgens een verslag van den Heer politiecommissaris werd er bestatigd dat daar in 1936 op een Zondag der maand Oogst, en het was den dag niet der bedevaart naar Dixmude, meer dan 8500 autos zijn voorbij gereden Ik zal niet overdrijven zoo ik zeg dat er daaronder minstens 8000 fransche autos waren die hier te Yper passeerden en .langs den Meenensteenweg of Rijsel- steenweg toekwamen. Ik ben t'akkoord dat al de na men der straten in 't vlaamsch moeten aangeduid wor den. maar ik zou toch, mij steunende op het feit dat de stad Yper een toeristenstad is, vragen aan den gemeen teraad dat de grootste straten, zooals de Maarschalk Frenchlaan. de Meenenstraat, de Boterstraat. Stuers- straat, Maloulaan en Rijselstraat, ten minste nog voor een jaar of twee benevens den vlaamschen ook nog den franschen naam zouden mogen dragen. Ik vrees dat op toeristisch gebied onze geburen zullen miscontent zijn zoo Yper te veel in eens verandert en dat zij hier dan zouden doorrijden zonder stil te houden noch iets te verteren. Ik vraag dus dat al de straatnamen in 't vlaamsch zouden aangeduid worden, maar dat men bij uitzondering voor de groote banen deze vervlaamsching slechts progressief binnen een jaar of twee zou doen. Ik geloof dat mijne vraag redelijk is. Yper heeft reeds brieven ontvangen vanwege fransche maatschappijen, die erover kloegen dat de fransche tekst der straat naamplaten oververfd was en bedreigden ons te boy- cotteeren zoo het fransch hier niet meer erkend werd. Te De Panne werd daar hetzelfde gestemd en de straat namen zijn daar viertalig omdat daar ook veel toeristen in het seizien gaan. In 't belang der bevolking van Yper vraag ik deze toegeving. Ik geloof niet dat ik te veel- eischend ben. Ik spreek ook niet tegen het vlaamsch of fransch, maar alleen in 't belang van Yper. Dit is een amendement dat ik op het voorstel van den Heer Leuridan indien. M. Leuridan. Ik kan er niet meê instemmen dat de tekst der straatnamen voorloopig tweetalig zou blijven op de groote verkeersaders. Wat ik vraag is dat al de straatnaamborden eentalig vlaamsch zouden zijn. doch ge zult echter op afzonderlijke, zeer groote borden in de franscne taal de richting wijzen naar de fransche ste den die door den Heer schepen bedoeld zijn en van waar ens de meeste fransche toeristen toekomen. Daar mede zult gij werkelijk de toeristen van dienst zijn en niet n.ct het argument van den Heer schepen Van der Merseh. Zijn argumenten om de straatnaamma en twee talig te laten, deugt niet. De automobilisten bekomme ren zich niet met de kleine straatnaamplaten die zij ternauwernood kunnen lezen, maar groote aanduidings borden die de fransche steden aanwijzen, den weg naar Lille. Armentières, Roubaix, enz., dat zal hen treffen en hen helpen. Het zijn dus niet de straatnamen die voor hen belang hebben. Wat het argument van den boycot betreft, door den Heer schepen Van der Merseh aangehaald, houdt dit geen steek volgens mij. Het is een kwestie van zelfeerbied en men dient niet veel reke ning te houden met deze chantage. Te Brugge, de noofdstad van West-Vlaanderen, zijn de straatnaam borden reeds sedert jaren eentalig in de nederland- sche taal. Welnu, indien er een stad is die de kruis straat van Europa mag genoemd worden, dan is het wel Brugge. Is er een vreemdeling die Brugge links zal la- er, liggen omdat de straatnamen daar enkel'in 't vlaamsch zijn aangeduid Neen. Ten andere, deze be dreiging van boycot gaat niet uit van buitenlanders. Dit argument is niet nieuw voor mij. Hier te Yper zoowel als te Oostende is het enkel tengevolge van opruiing dat men brieven schrijft, die dan nog niet uitgaan van reemdelingen. maar van eigen vlaamsche rasgenooten ie verbasterd zijn en die er op uit zijn de volksopinie tegen ons in 't harnas te jagen enkel en alleen maar om aan hunne franskiljonsche gedachten lucht te geven. at mii betreft ben ik niet te vinden voor het voorstel van meertalige straatnaamplaten in 't duitsch, engelsch. transch en vlaamsch. Op dat gebied zal ik niet toegeven. De vreemde toeristen die hier komen hebben geen vel- oening met die kleine miniatuur straatnaamplaatjes, maar wel met groote richtingsborden waarop de namen in t lransch te lezen staan. Persoonlijk kom ik er vol komen egen op dat men de fransche namen Lille. Ar- mentieres, heeft uitgeborsteld. Ik houd eraan dit hier open ïik te zeggen, alhoewel zulks ongetwijfeld zeker ongenoegen aan mijne partijgenooten zal doen. Wanneer n zijn eigen taal wil eerbiedigd zien, moet men ook o grjjpen kunnen dat fransche namen van fransche eP Scëerbiedi'gd worden. Ik stel voor dat al he traatnaamplaten eentalig in 't nederlandsch zouden en da* de stad dan zelf het initiatief zou nemen m ij middel van groote, afzonderlijke aanwijzingsbor- oen m de fransche taal de richting naar de fransche en aan te duiden. Ik denk wel dat men toegeve» a it voorstel gegrond en verstandig is. der Merseh. ik ben in princiep met het hii e I311 den **eer Leuridan t'akkoord, doch wa J vraagt voor de fransche steden, zou ook moeten ge daan worden voor Veurne en Oostende. M. Leuridan. Neen. miü't h3n der Mersch Dan ben ik niet t'akkoord. tpc„. \!ef nochtans doen opmerken dat ik volstrekt nie tegen het vlaamsch ben. vaMVperdan Ik moet eerlijk toegeven dat gij daar- ■v, dmermaals bewijzen gegeven hebt. auto- 3,1 jCr ^ersch- Êr komen hier veel fransche naér v anen van Meenen en Rijsel die de baan naar Veurne opmoeten en hier door de stad den weg ennen. Moest gij eens weten hoeveel maal den

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 10