Wie naar Hill 60 gaat De Honderdjarige van Yper wcrdfr Donderdag anstaands cevierd TOERISTISCHE KRONIEK bezoekc de ECHTE OORLOGS- TUNNELS, in 1915 bij den OBSERVATIEPOST gemaakt keukens, hospitaalplaatsen, slaapkamers, telefoon- en elec trische leidingen, enz., alles in zijn toenmaligen toestand, ge waarborgd echt en sterk. KOSTELOOS vergezicht, met sterken verrekijker, over heel de streek. BEZOEKT EVENEENS IN DE KAZEMATTEN aan de Rijsseipoort, de zeer bezienswaardige en onlangs her opende ECHTE ondergrondsche versterkingen en het Oorlogs museum. Le Bal de l'Union des Anciens Elèves de l'Ecole Moyenne Den 24 Maart, dus Donderdag aanstaande, treedt Jufvrouw Hermance Lamérand, die hier thans seóeri acht jaar in het klooster der Zwarte Zusters verblijft en er door de brave zusterkens als een troetelkind verpleegd en bezorgd wordt, j haar honderdsten verjaardag in. Jufvrouw Hermance LAMÉRAND Dochter'van Pierre-Philippe-Joseph Lamérand, landbouwer, en van Marie-Ursule-Josephe Deco- ninck. is Hermance, die te West-Nieuwkerke ge boren werd den 24 Maart 1838, de elfste van twaalf kinderen. Al haar broeders en zusters zijn haar echter reeds in d'eeuwigheid voorgegaan en de eenige familie die haar thans nog overblijft zijn haar 85 jarige schoonzuster, moeder van Me vrouw Richard Mahieu, onzen stadgenoot, en een negentigtal neven, kleinneven en achter-klein- neven. die meest allen in Frankrijk wonen. Reeds lange jaren vóór den oorlog woonde Juf vrouw Hermance Lamérand in de grensgemeente Ploegsteert, waar zij om haar goed hart en vrij gevigheid van iedereen geacht en bemind was. Na den oorlog kwam zij zoo spoedig mogelijk naar Ploegsteert terug en hernam er, niettegen staande haar hooge jaren, haar vroegere bezig heden. Steeds beredderde zij gansch alleen haar huishouden tot wanneer zij, in 1930, alhier bij de Zwarte Zusters haar intrek kwam nemen. Twee jaar geleden deed zij een bronchiet op en men vreesde zelfs een noodlottigen afloop, doch de goede zorgen waarmede men haar omringde en haar sterke natuur behaalden gelukkiglijk de bovenhand. Voordien had zij nog nooit ziek geweest en nu nog geniet zij een uitstekende gezondheid. Haar gelaatskleur is frisch, haar gezicht uitmuntend, haar hart en tong nog altijd even jong. Zij houdt veel van breiwerk, dat haar geliefkoosd tijdver drijf is, doch wanneer zij bezoek ontvangt en ver tellen mag, dan is zij in haar element. Alleen haar beenen willen niet al te wel meer meê, doch met behulp van haar stokje gaat zij om zeggens nog overal waar zij wil. In een woord, zij is waar lijk goed bewaard en men zou haar dien hoogen ouderdom, dien zoo weinigen bereiken, niet geven. Niettegenstaande dezen uitzonderlijken gezond heidstoestand. waarin onze honderdjarige, God zij gedankt, zich nog bevindt, dient men nochtans geen onvoorzichtigheden te begaan en het is daar om, gezien het onzeker en koud weder dat we nu nog soms in dit seizoen kennen, dat de familie besloten heeft de feestviering in het klooster zelf der Zwarte Zusters te doen doorgaan. Het is spijtig dat hierdoor veel Yperlingen, die terecht fier zijn op hun honderdjarige, het geluk niet zullen hebben haar te zien. doch zij begrij pen en keuren de beslissing der familie goed. Zij vormen niettemin de beste wenschen voor hun honderdjarige en zeggen haar van harte proficiat om het groot geluk dat haar gegeven is. Het programma der feestviering is als volgt op gesteld 's Morgens om 10 u., in de kapel van het kloos ter der Zwarte Zusters, waar gezien het plaats gebrek alleen de uitgenoodigden kunnen toege laten worden, solemneele Mis van dankzegging, opgedragen door den E. H. Bonte, pastoor van St- Pieters. Binst deze Mis, die door de Symphonie Ypriana opgeluisterd wordt, zal de Apostolische Zegen aan de honderdjarige gegeven worden. Te 11 u.. na afloop der kerkelijke plechtigheid, wordt de eerewijn in de spreekkamer van het klooster aangeboden en zal de eerbiedwaardige ouderlinge er de gelukwenschen ontvangen van den Heer Burgemeester van Yper en van de aan wezige overheden en familieleden. Om 1 uur namiddag, feestmaal in het Hotel Ypriana, waar de honderdjarige, omringd van on geveer 75 harer familieleden, de feesttafel zal voorzitten. Aan Jufvrouw Lamérand, welke met de huldi ging die haar te wachten staat zeer gediend is, zeggen wij uit ganscher harte goed heil en nu reeds herhalen wij den kreet Leve onze hon derdjarige In onze jonge jaren had het reisbedrijf en wat daartoe behoort nog iets geheimzinnigs. Thans is dit anders geworden. Het station, zijn omgeving, zijn interieur en zijn uitstralingen zijn nuchtere werkelijkheid geworden. Waar vijf en twintig jaar geleden het station nog aan den uitkant van de steden lag, en ook een weinig buiten de sfeer van ons dagelijksch leven, en alleen doel was op Zondagen en feestdagen, heeft het thans op onzen tijd met zijn gehaast en gewoel en zijn last gansch karakteristieke indrukken geprent. Voor de oudere generatie, die soms den langen dag op kleinburgerlijke wijze doorbracht, waren sta tions. spoorwegen, lokomotieven iets vreemds, iets dat niet overeenkwam met den tijd waarin men toen leefde. Heden is dat werkelijk anders geworden. Wij reizen meer en wij reizen met meer bewustzijn als onze ouders. Lokomotieven, tenders, kolen bergen, glinsterende rails met elegante treinen in hun bochten, wissels en bruggen en seinlichten behooren bij het moderne spoorbedrijf. Iedereen kent heden het station en zijn bedrijf zij zijn iedereen onontbeerlijk. Ook de armste drommel, de daglooner, de groentenvrouw, de marskramer, zij allen reizen in treinen getrokken door lokomo tieven, staan ergens in een spoorhalle vervuld van rook en roet en lawaai en worden door al deze indrukken overweldigd. Het uiterlijke beeld onzer stations heeft in den loop der laatste decennia zichtbare veranderingen ondergaan. Wij maken stations die onze vaderen nog als groteske fantasieën zouden beschouwd hebben. Men past de stationsgebouwen aan den stijl van onzen tijd aan. Er zijn spoorhallen die als kathedralen ten hemel reiken, maar er zijn er ook die in den stijl van de streek als landelijke woningen uit den grond rijzen. Er zijn perrons waar men zich voelt als in de wandelhal van een groot hotel. En waren het niet de kolen, ware het niet het water, ware het niet immer dat drukke leven van het groote reisbedrijf, niets zou ons nog aan de geheimzinnige romantiek van onze jeugd herinneren. Overal waar de electriciteit, de witte steenkool haar zwarte voorgangster verdrongen heeft, is het reizen een nuchtere za kelijke aangelegenheid geworden. Daar ontbre ken de rook en het lawaai, welke de atmosfeer van de stations scheppen, daar ontbreken het sis sende stootsgewijze ademen der lokomotieven. het fluiten en gillen der komende en voortijlende treinen. Zelfs het raderwerk van een electrische lokomotief werkt niet meer zoo overweldigend op ons als die reusachtige werken, het gewir van stangen, spaken, olieglanzende geledingen en sis sende ventielen, welke wij aan onze groote snel- treinlokomotieven eerbiedvol bewonderden. De eertijds grauwe seinen staan heden frisch en hel der als lakmeubels in het landschap. De goede, oude, vuilgrijze reistijd wordt langzaam maar zeker verdrongen door een tijdvak van moderne reishygiene en reisesthetiek. Schoonheid in het reizen zelf is thans de leuze geworden. Nu het kattefeest voorbij is en men gezien heeft wat een succes deze vernieuwing van het oude feest heeft medegebracht, kunnen wij niets anders dan de inrichters geluk wenschen voor alles wat zij in het werk hebben gesteld om dit feest te doen uitgroeien tot een werkelijk mooi volksfeest. Er zijn wel enkele tekortkomingen geweest die onvermijdelijk waren bij de herinrichting van zulk feest waarvan niemand meer de juiste toe dracht afwist. Het zal zaak zijn voor de inrich ters het volgende jaar deze foutjes te herstellen met van heden af de zaak te onderzoeken zal men volgend jaar op een even groot succes mogen re kenen, indien ten minste het weer, net als dit jaar van de partij is, wat niet altijd zoo is op onze kattefeest En nu aan het werk om het belachelijk geschil uit den weg te ruimen, dat onze Tuindagprocessie belet, in den loop van den namiddag, met al den luister en al de historische groepen uit te gaan. Wie steekt de eerste de handen uit de mouwen Vraagboek R. A. te St AndriesWij hebben geen reiswij zers op voorhand klaar gemaakt. Stuur ons uw reisinzichten, het aantal dagen, enz. waarna wij u een reisplan laten geworden of in ons blad mede- deelen. Reysiger. Nous avons constaté avec infiniment de plaisir, que le Jazz Piccadilly, quoi que l'on en dise, a su entrainer les couples enlaces dans un tourbillon de gaité, jusqu'a la dernière minute. Nous ne di- rons pas a quelle heure du jour celle-ci apparte- nait. C'était celle qui embrume de regrets la bonne humeur qui rayonne sur les visages et qui palpite dans les coeurs dont le rythme et le charme de la danse ont accéléré les battements. Monsieur Roels ne nous a pas payés pour faire de la publicité. Pourtant nous tenons a faire ici tous les éloges que mérite son orchestre. Nous nous persuadons que cela fera autant plaisir aux organisateurs du Bal qu'a lui-même. On est musicien ou on ne l'est pas, dirait Mon sieur de la Pallice. Si on l'est, on sait apprécier la musique, si on ne l'est pas, on peut l'aimer ou y préférer le bruit. Le Jazz est une musique toute spéciale. A sa naissance il portait les stigmates de l'hystérie. Aujourd'hui il est en convalescense. II modère ses extravagances cacophoniques. Cela ne plait pas a tout le monde. Pourtant, rien n'est plus beau, même s'il s'agit d'un slow- fox, qu'une mélodie bien nuancée. II est évident que celui qui danse se trouve quelque peu dérou- té, lorsque les musiciens se laissent aller jusqu'au pianissimo. Mais si le rythme est observé avec une régularité de métronome, le bon danseur ne perdra pas le pas. Le Piccadilly s'adapte a toutes les formes de la musique de Jazz, qu'il interprète avec brio. S'il sait, lorsque c'est nécessaire, faire ressortir tous les symptómes d'hystérie qui la caractéri- sent, il parvient aussi, en prenant la composition de l'orchestre argentin, a lui donner une cares- sante volupté. Tous ces artistes, sans exception, sont des vir- tuoses parfois même improvisateurs. Le saxophoniste, dont malheureusement nous ignorons le nom, et qui nous régala de deux soli pendant l'entr'acte, est un as Beau gargon, au sourire sympathique, il ensor- celle ses auditeurs. Vraiment, il faut avoir le cceur vide de sentiments, pour ne pas s'émouvoir en entendant la voix chantante de son instru ment. Que nous ayons des contradicteurs sur tout ce que nous venons d'écrire, cela ne fait pas l'ombre d un doute mais ceux-la ne discuteront pas du point de vue musical. Bref. le Bal de l'Union était parfaitement réussi. Le but a été largement atteint et cela ré- jouit les organisateurs et particulièrement le trés sympathique Directeur, Monsieur Oorts, qui pour- ra doter ses classes des derniers perfectionne- ments didactiques et encore accroitre la biblio- thèque de livres classiques dont peuvent dispo ser gratuitement les élèves. Nous adressons a toutes les personnes qui ap- portèrent leur obole a cette oeuvre d'éducation, les plus vifs remerciements du comité. GAIRED. Wortelen uitgekozen en fijn, Die het beste van het beste zijn, Geven den smaak en den geur, asa Van de CICHOREI PACHA

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 3