Wordt het herstel der vaart Yper=Komen verworpen
ONZE SCHEEPVAART
Tijdens de Senaatszitting van Dinsdag 22" dezer,
werd. naar aanleiding der bespreking van de be
grooting van openbare werken, door den- Heer
senator Vandenbulcke in het debat tusschenge-
komen ten voordeele van het herstel der vaart
Yper-Komen.
Vroeger reeds drong de Heer Senator Vanden
bulcke herhaaldelijk voor dit herstel aan en
steeds heeft hij Yper. in zijn strijd om de herop
leving der streek te bewerken, met raad en daad
gesteund. Wij bedanken hem hier andermaal voor
zijn nieuw optreden en zijn ervan overtuigd dat
hij voorts de verdediging onzer belangen zal wil
len opnemen, het vlaamsch spreekwoord indach
tig De aanhouder wint
In de zitting van Woensdag antwoordde de
Heer Merlot, minister van openbare werken, aan
den Heer senator Vandenbulcke en bekende er
dat hij persoonlijk een tegenstander was van het
door Yper gevraagde herstel.
Het is reeds omtrent een jaar geleden dat wij
zulks wisten. Daags voordat hij hier te Yper ont
vangen werd, bekende de Heer Minister Merlot
zulks te Blankenberghe aan een vooraanstaanden
persoon onzer streek. Te Yper echter heeft hij
zich niet dadelijk durven uitspreken en, om tijd
te winnen, beloofd de zaak opnieuw en een laat
ste maal te doen onderzoeken. Wij hadden ver
kozen dat de Heer Minister ons aanstonds open
hartig zijne meening had laten kennen, want dan
hadden wij geweten waaraan ons te houden en
zou Yper opnieuw geen jaar verloren hebben in
de hoop dat de Minister zijn persoonlijke mee
ning zou laten varen om voldoening te geven aan
de rechtmatige eischen eener gansche streek.
Van zoodra Wij in het bezit zullen zijn der Par
lementaire Annalen, zullen wij breedvoeriger op
die bespreking terug komen. Tharts moeten wij
ons vergenoegen ze weer te geven volgens het
Beknopt Verslag dat het debat slechts in 't kort
weergeeft en mogelijks ook nog enkele onnauw
keurigheden bevat.
Wat er ook van zij, onze meening staat even
vast als die van den huidigen minister van Open
bare Werken en wij verzekeren hem dat Yper.
dat reeds te veel miskend werd, geenszins ge
neigd is den strijd, dien het sedert eeuwen reeds
voert, zoo maar ineens goedsmoeds op te geven.
Later komen wij daarop terug, doch voor het
opgenblik willen wij enkel twee punten uit het
antwoord van den Heer Minister aanraken, en
namelijk doen uitschijnen dat het de eerste maal
is dat wij van een kost van 165 millioen hooren
spreken, en dat zoo men van. zin is Yper volledig
te dooden en den ondergang van onzen handel to
taal te bewerken, men dat niet beter zou kunnen
doen dan door het maken eener rechtstreeksche
baan van Yper naar Rousselare. De bloeiende
handel van het bevoordeeligde Rousselare zou
het dan, meer nog dan nu, gemakkelijk en schoon
hebben om hier volledig de markt van Yper te
overrompelen.
Dit gezegd zijnde, laten wij hieronder nu de be
spreking volgen zooals ze in het Beknopt Verslag
verscheen.
De heer Vandenbulcke. Ik herinner den minister
aan de nog steeds onvoltooide vaart Ieper-Komen. Her
haalde malen werd er in den Senaat over gesproken.
Tot nog toe konden wij niet bekomen dat dit werk zou
worden aangevat. Wij zijn er echter van overtuigd, dat
de herstelling van dezen waterweg noodzakelijk is. De
kamer van den koophandel te leper, gesteund door de
gansche bevolking, vraagt de verbinding tusschen de
Leie en den Yzer.
Een commissie werd samengesteld om de kwestie te
onderzoeken, maar deze commissie bevat geen afge
vaardigden, noch van de provincie West-Vlaanderen,
noch van de betrokken steden, noch van het parlement,
met uitzondering van den socialistischen volksvertegen
woordiger Missiaen.
De stemming in de commissie gehouden over de nood
zakelijkheid van de uit te voeren werken gaf als uit
slag vier tegen vier.
Ook de leden van den technischen dienst stemden te
gen. Wij betwisten hun bevoegdheid niet, maar hun be
slissing kan zeker niet opwegen tegen den nood der
streek.
Volksvertegenwoordiger Missiaen vraagt dat eerst
zou bewezen worden dat een aantal schepen door de
vaart Ieper-Komen zal varen.
Niemand kan het nut van een waterweg bepalen al
vorens hij geopend is. Men betwijfelde ook het nut van
de vaart leper naar den Yzer, die thans van groot be
lang is.
Honderden werkloozen uit West-Vlaanderen zouden
bij het graven van deze vaart hun brood kunnen ver
dienen, zoodat de kosten voor 's lands economie niet
hoog zouden zijn.
Is de minister overtuigd van de noodzakelijkheid wer
ken uit te voeren in de streek van leper, of werd de
uiterste Westhoek van West-Vlaanderen miskend? leper
krijgt de vóóroorlogsche rijschool, de verbeterings-
school, noch de kazernen terug. Ook de bestaande vaart
Ieper-Komen wordt niet hersteld, terwijl millioenen
kwistig werden uitgegeven ten voordeele van Luik, Hof-
stade. Charleroi én elders.
Wij blijven nochtans aandringen, omdat wij er van
overtuigd zijn dat het graven van dezen waterweg zou
bijdragen tot de opslorping der werkloosheid, en aan
leiding zou geven tot het oprichten van fabrieken.
Een persoonlijke veete tusschen een socialistisch
volksvertegenwoordiger en den voorzitter van de Kamer
van koophandel mag de streek haar kans op herleving
niet ontnemen.
Een onpartijdige nota. afkomstig van de Kamer van
koophandel te leper, wijst er op dat de commissie van
de vaart Ieper-Komen een meerderheid van 5 tech-
niekers van het departement van openbare werken telt
op 9 leden, en verder drie volksvertegenwoordigers uit
de lepersche streek en den koninklijken commissaris
voor de werkloosheid in het grensarbeidersgebied.
Aan de commissie werd gevraagd wat het nut was
van de vaart. Hier moet opgemerkt dat de handelaars
en nijveraars, die iets ondernemen, slechts voortgaan
op veronderstellingen en verwachtingen. Men stelde ook
een vraag betreffende de verbetering van de bestaande
vaart Ieper-Yzer. Hiervoor is een krediet van 15 mil
lioen voorzien. Men maakte ook gewag van andere wer
ken. in de streek uit te voeren. Geen is zoo dringend
als de vaart Ieper-Komen.
De commissie drukte geen wenschen uit, maar diende
moties in. De motie, die het herstel van de vaart Ieper-
Komen verwierp, verkreeg 4 stemmen. Anderzijds werd
het herstel van de vaart aangevraagd door een aantal
vooraanstaande personaliteiten.
Er was dus gelijkheid van stemmen voor en tegen het
herstel.
De gouverneur van West-Vlaanderen werd niet ge
raadpleegd hij wendde echter spontaan stappen aan
ten gunste van het herstel. Geen enkele senator werd
evenmin om een oordeeel verzocht.
Men zegt dat eerst de ren4eering van groote openbare
werken moet bewezen worden. In dat geval zou een
heele reeks werken nooit uitgevoerd zijn geweest. De
verhooging van de sporen in het station, te Kortrijk,
kost bijna evenveel als het herstel van de vaart Ieper-
Komen. De werken aan de vaart van Charleroi zullen
een milliard kosten.
Moesten deze werken 80 millioen meer gekost hebben,
dan nog zouden zij worden uitgevoerd, kan men dan
deze som niet aanwenden om het onterfde gedeelte van
Vlaanderen een kans op heropbeuring te geven
De nota wijst verder op den hachelijken toestand van
de streek en de groote hoeveelheid handenarbeid die
zou vereischt worden door het herstel van de vaart
Ieper-Komen met haar negen sluizen.
In de begrooting van 1938 zou een krediet van 30 mil
lioen moeten voorzien worden om aan de rechtmatige
eischen van de bevolking van het Zuiden van de pro
vincie West-Vlaanderen voldoening te schenken.
In geheel de gewezen verwoeste streek is men be
kommerd om het stilzwijgen van de regeering. Enkelen
stellen vóór de nijverheid aan te moedigen door een
stelsel van begunstigingen. Maar de Grondwet laat der
gelijk stelsel niet toe.
Anderen beweren dat vooral vreemde werkloozen bij
het graven van de vaart Ieper-Komen zouden tewerk
gesteld worden. Doch de ervaring logenstraft die be
wering.
De regeering wil iets doen voor de frontstreek. Dat
zij een werk met blijvend nut late uitvoeren, zooals het
herstel van de vaart Ieper-Komen, die de nijverheid zal
aantrekken en aldus de werkloosheid zal helpen be
strijden.
Tot daar de nota van de Kamer van koophandel.
Zoo ik goed ingelicht ben, zou de minister onlangs
een wenk gegeven hebben aan de leden van de com
missie, om de werken van de vaart Ieper-Komen defi
nitief op te geven. Indien dit waar is, dan zullen de
werkloozen inzien dat de Waalsche minister zich weinig
bekommert om de Vlaamsche belangen.
De heer Merlot, minister van openbare werken en
werkverschaffing (in 't Fransch). Ik wil u niet onder
breken, maar het is de tweede maal dat gij mij derge
lijke beleedigingen toestuurt.
De heer Vandenbulcke. De Waalsche streken wor
den begunstigd. De belastingbetalers van Zuid-West-
Vlaanderen betalen hun deel en eischen recht.
Wij vragen of wij mogen rekenen op den waterweg
Ieper-Komen. (Zeer welop de banken van de
Vlaamsch-nationalisten.)
De heer Merlot, minister van openbare werken en
werkverschaffing (in 't Fransch).
De vaart Ieper-Komen heeft de aandacht van talrijke
sprekers gaande gemaakt. Mijn overtuiging staat vast
ik ben tegenstander van den bouw van de vaart Ieper-
Komen. die nooit heeft bestaan, ondanks wat beweerd
werd.
De stad leper heeft aangedrongen om bedoelde vaart
zoo spoedig mogelijk te graven. De bouw van de vaart
werd begonnen in 1863 door een concessiehoudende ven
nootschap. De vaart werd nooit gebouwd, en ingevolge
groote moeilijkheden werd de vennootschap gelikwi-
deerd.
In 1887 deed de Staat een nieuwe poging, zonder goed
gevolg. In 1909 werd een nieuw ontwerp opgemaakt,
maar de taluds zakten weg en het vaarwater werd ver
sperd.
Bijgevolg mag gezegd worden dat de vaart van leper
naar Komen nooit bestaan heeft en nooit werd uitge
baat. Trouwens werden de kunstwerken deerlijk be
schadigd gedurende den oorlog.
Dus staat mijn departement niet vóór een vraag om
de vaart in orde te brengen of te herstellen, maar wel
vóór een vraag tot het aanleggen van een vaart tus
schen leper en Komen. Men heeft verscheidene vóór-
ontwerpen opgemaakt. Het minst kostbare zou een uit
gave van 165 millioen frank medebrengen.
Daar het nut van deze vaart een dergelijke uitgave
niet rechtvaardigt, werd een ander vóórontwerp bestu
deerd, waardoor een kanaal met scheidingsvak wordt
voorzien, maar zoodanig aangelegd dat de gronden van
Hollebeke worden vermeden, en waarvan de uitvoering
165 millioen frank zou kosten en de onderhouds- en uit-
batingskosten 1 millioen per jaar zouden beloopen.
Een commissie heeft het vraagstuk der verkeerswe
gen in het lepersche bestudeerd, en het aanleggen van
den waterweg Ieper-Komen. Maar het aanleggen van
het kanaal en de daaraan verbonden uitgaven kunnen
alleen gewettigd worden door een verkeer van eenig
belang.
Noordwaarts wordt leper met het net der bevaarbare
waters der Noorderstreek verbonden en Oostwaarts
door de Yzer en de vaart van Plasschendale. Wat de
betrekkingen van de stad met die streken betreft zou
de vaart geen wijziging noch verbetering aanbrengen.
De nieuwe vaart zou dus niet bijdragen tot verbete
ring van het vervoer te water naar Zuid-Vlaanderen en
Henegouwen. Ook dient opgemerkt dat die vaart het
verkeer naar en uit Noord-Frankrijk zou verhoogen.
Het verkeer per as en per spoor vanuit leper naar
Zuid-Viaanderen en Henegouwen, en omgekeerd, be
draagt 85.000 ton. Een aanzienlijke stijging van het ver
voer kan dus van het aanleggen van dien waterweg
niet worden verwacht. Inderdaad Roeselare, dat een
nijverheidscentrum is. is door een vaart met de Leie
verbonden, zoodat de schepen van daaruit al de belang
rijke waterwegen van het land kunnen bereiken. Die
vaart is beter gelegen dan de vaart Ieper-Komen.
Het gaat niet op te beweren dat leper, dat geen nij
verheidscentrum is,'aan de nieuwe vaart Ieper-Komen
een aanzienlijker vervoer zou bezorgen dan het vervoer
dat. uit hoofde van de gunstigere geografische ligging
van Roeselare, ten goede komt aan laatstbedoelde stad
De mandatarissen van leper doen gelden dat het gra
ven van een kanaal nieuwe bedrijven in het leven zou
roepen.
Men hoopt bedrijven die afgewerkte producten leve
ren naar die streek te lokken.
De nieuwe vaart zou den Yzer naar de Leie verlen
gen. Maar om het vervoer aan te lokken, zou men te
Nieuwpoort een haven moeten aanleggen die de mede
dinging met Duinkerke, Gent en Antwerpen zou kunnen
doorstaan.
De leden van de commissie hebben erkend dat de
huidige omvang van het vervoer den aanleg van denj
nieuwen waterweg niet wettigt.
Wat de werkloosheid betreft, deze kan doelmatige!
bestreden worden door de uitvoering van andere wer»
ken, waarvan ik er enkele zal opsommen.
De scheepvaart op het Yzerkanaal wordt door het ge
brek aan water belemmerd. Dat zou kunnen verholpen
worden door het uitdiepen van het kanaal Ieper-Yzer'
en het verbreeden van den Yzer. De uitgave mag op 16
millioen geraamd worden. Reeds werd met het werk
begonnen. Op de buitengewone begrooting van 1938
worden de kredieten voor de uitvoering van een nieuw
gedeelte voorzien.
Om het kanaal van water te voorzien moet 's Zomers
het water aan de sluizen van Boezinge uitgepompt wor
den. Om het pompen te verminderen zou gebruik kun
nen gemaakt worden van het gezuiverd rioolwater van
leper. Daardoor zou men 1,500 Km3 per dag kunnen
bekomen Mijn departement is bereid de kosten te dra
gen voor het bouwen van het zuiveringsstatiqn.
In zake den aanleg der kaden van de haven van leper,
met verbinding met de buurtspoorwegen, maken mijn
diensten plans op in overleg met de stad.
Men is bezig een ontwerp te bestudeeren voor den
aanbouw van een rechtstreeksche baan Ieper-Roeselare.
Die werken zullen 15 millioen kosten.
De verbreeding en het rechtmaken van de baan Ieper-
Waasten. met een rijwielpad, zal 9 millioen kostendat
zal kunnen gedaan worden dank zij een derde wegen
fonds voor welks instelling ik dit jaar nog voorstellen
zal doen.
Onderrichtingen werden gegeven voor het verbreeden
en het rechtmaken van de baan Ieper-Belle, waarvoor
een uitgave van 5 millioen vereischt wordt. Deze wer
ken zullen als aanvulling dienen voor de werken die
reeds tusschen leper en Dikkebusch werden uitgevoerd.
Over de grens zal de weg verbeterd worden, in Frank
rijk. zoodra de werken Dikkebusch-grens zullen vol
tooid zijn.
Voor het station van leper zullen de werken dit jaar
waarschijnlijk voltooid zijn. Mijn departement heeft
aan de stad een aanzienlijke toelage vóór werkverschaf
fing toegekend.
De heer Orban (in 't Fransch). Na leper, indien er
nog wat overblijft
De heer Merlot, minister van openbare werken en
werkverschaffing (in 't Fransch). Zoekt men mij bij
de Vlaamsche leden last omtrent uitgaven ten bate van
een Vlaamsche stad
Wat den wederopbouw van de hallen betreft, hier geldt
het werken die door de financiën moeten gedaan wor
den Ik heb de aanvraag van de stad leper gesteund.
Deze stad dringt ook aan voor de ontdubbeling van den
spoorweg Ieper-Komen, het aanleggen van een vlieg-
plein en van een speelplein. Ik heb deze wenschen aan
de onderscheiden betrokken departementen overge
maakt.
De heer Vandenbulcke heeft gemeend mij haast op
beleedigende wijze te moeten verwijten dat de minister
aan de leden van de commissie een wenk zou hebben
gegeven om van de werken Ieper-Komen af te zien. Ik
wijs die beschuldiging van de hand. Wanneer ik een
commissie aanstel, dan geef ik geen bevelen aan haar
leden. (Zeer goed!)
Trouwens de heer Vandenbulcke heeft verklaard dat
in den schoot van de commissie de hoofdingenieur voor
bruggen en wegen van West-Vlaanderen voor de uit
voering van het werk heeft gestemd. Tenzij dat het
zelfde lid zou beweren dat de ambtenaren zich niet
onderwerpen aan de zoogezegde bevelen van den minis
ter. (Gelach).
PERSOONLIJK FEIT.
De heer A andenbuleke. De minister heeft ver
klaard dat ik hem als onbekwaam zou beschouwd heb
ben. Hij heeft mij waarschijnlijk verkeerd begrepen.
Ik betwist zijn bekwaamheid nietmaar ik ben niet
overtuigd van de onpartijdigheid bij de samenstelling
van de commissie, die nog steeds de noodzakelijkheid
niet heeft willen erkennen van het graven van de vaart
Ieper-Komen.
Binnengevaren
'rijdag 18 Maart 1938, de «Baksteen (schipper Van-
der «note) met 108 ton aarde voor de Briqueteries
Yproises, leper.
Maandag 21, de «Onderneming», (schipper Voogt)
o6,ton aarde voor de Briqueteries Yproises, leper.
22 de Mehaigne (schipper Peleman) met
159 tón kolen voor M. De Geest. leper; de Elza
schipper Vancauwenberghe) met 35 ton beurtgoed voor
Ver?°™ enen de Av°ntuur (schipper Wierdsma)
met 90 ton turf voor M. Vandeputte, leper.
oensdag 23. de «Adriana (schipper Van den Meer)
met 35 ton turf, voor MM. Blootacker-Vermeersch,
leper de Baksteen (schipper Vanderghote) met 110
ton aarde voor de Briqueteries Yproises, leper.
Weggevaren
v"a,andag 21 Maar* 1938. de «Peter Benoit(schipper
en ossche) met 106 ton oud ijzer, verzonden door
M. Degels, leper.
shpi! i?e «Elza». (schipper Vancauwenber-
3 ton beurtgoed voor verscheidenen.