KOFFIES en CHICOREI met PREMIEN
Christiaens S Devolder - Kortrijk
NAAR EN DOORHEEN HET
KONCOLEESCHE OERWOUD
To koop io alle goede winkels. - PremiedepotG. Laroye. 20, Boomgaardstraat, Yper,
EISCHT ALTIJD EN OVERAL DE
3
SENSATIONEEL BERICHT
ONZE GROOTE REPORTAGE
TER VERANTWOORDINC
VOORWAAR..
TER INLEIDING
Waarde Lezers en Lieve Lezeressen, U kent allen de leuze van ons
weekbladU week aan week op de hoogte houden van het meest inte
ressante nieuws uit onze streek en het Binnen- en Buitenland, en U
daarbij regelmatig interessante artikels en bijdragen te geven over
allerlei.
Maar vanaf heden, willen wij ons blad nog een laddertje hooger op
werken, door U van nu af aan, en gedurende het geheele jaar 1938 een
werkelijk boeiend feiten-relaas te geven over een sensationeele reis
naar en doorheen Kongo, en over de Zonderlinge Avonturen van een
West-Vlaming in het Afrikaansche Oerwoud.
Deze groote reportage, die van het begin tot het einde zal boeien,
wordt speciaal voor ons blad geschreven door den Vlaamschen Reporter
JEF VAN WYNSBERGHE, die nu onlangs ruim drie jaren in Staats
dienst in Afrika heeft doorgebracht, en sindsdien in de groote dagbladen
van België en Nederland naam maakt met zijn origineele aangrijpende
verhalen over het Afrikaansche Oerwoud.
Zijn hierondervolgende inleiding weze U reeds een prachtig voor
smaakje van wat hij ons allemaal, gedurende één jaar lang, week aan
week, zal vertellen.
Wij hopen ten zeerste dat U er veel genoegen zult aan beleven.
DE REDACTIE.
MfnillMIflIllllllllllllillliflIlllllllllllllllllllllllllllM
door Jef VAN WYNSBERGHE
Beste Jef,
In telegramstijl kan ik je werk NAAR EN DOORHEEN HET
KONGOLEESCHE OERWOUD als volgt beoordeelen
Origineele reportage, tevens prachtroman. Rijk
gedokumenteerd. Kloeke moderne bouw. Buiten
gewoon boeiend, levendig en vlot geschreven
Zuivere taal Zeer leerrijk Je kent het
leven der Oerwoudnegers. Je kunt schrijven.
Je sukses verzekerdProficiat Wanneer een
nieuw werk van je, dan over je zwervende le
ven doorheen Europa, of je sensationeele zee
tochten
Hartelijke groeten voor je vrouw, je kleine jongen en jou
Hou je taaiJe Luipaard,
Bwana ChuL
WIL JE HET LEVEN DER OERWOUDNE
GERS KENNEN?
Leer dan ernstig de inlandsche negertalen
doorkruis verscheidene jaren het Afrikaan
sche Evenaarswoud, leef te midden zijn be
woners. wees hun vertrouwen waardig, maak
je sympathiek, bestudeer hun gewoonten en
gebruiken, doorgrond hun gevoels- en wilsle-
venkortom tracht hen ter plaatse in heel
hun leven te begrijpen!...
WIL JE OVER HET LEVEN DER OER
WOUDNEGERS SCHRIJVEN
Schrijf dan met hart en geestVerveel je
lezers niet met bloedlooze kranten - Alwe-
terij
Jef Van Wynsberghe.
Ik was vier-en-twintig jaar, mijn Rotterdamsche vrouw pas twee-
en-twintig, toen wij op huwelijksreis, maan tevens in Staatsdienst, naar
het Kongoleesche Oerwoud vaarden, om aldaar te ijveren langs een
dikwijls zwaren lijdensweg voor beschaving en edele mensehelijk-
heid, bij de ruwe naaktloopende negers.
Nu zijn wij terug in Europa
Maar bij stille momenten, als in en om ons heen alles rustig is.
dan mijmeren wij nog heel dikwijls zachtjes uit naar onze sensatio
neele Kongoreis, naar onze zonderlinge levensgevaarlijke avonturen in
het Kongoleesche Oerwoud, naar het zeer geheimzinnige leven der
naaktloopende negers wier taal we vloeiend spraken.
Wij denken aan onze Oceaanreis Hoe wij ons gevoelden te midden
den wreezelijken storm, toen onze boot ieder sekonde dreigde stuk te
springen, toen de kapitein en alle passagiers ernstig zeeziek lagen, toen
de kok gekwetst werd, teen een matroos een verschrikkelijken dood
vond op het dek. Hoe indrukwekkend de matroos in zee begraven werd,
ten prooi aan vreeselijke haaien. Hoe heerlijk luilekker men op het
bovendek bij mooi weder kan liggen uitgestrekt op een ligstoel. Hoe wij
hebben bewonderd de overprachtige Entrado do Tejo die wedijvert
met de mooiste uitzichten van Napels en Konstantinopel. Wij denkei.
aan ons bezoek aan Lissabon, hoofdstad van Portugal. Wij denken aan
Cassablanca, Dakar. Tenerieff, aan den rookenden vuurspuwenden beig
Pico de Teyde welke we beklommen. Wij herinneren ons levendig
de zeer eigenaardige dol-vroolijke Evënaarsfeesten. en een sensationeele
liefdehistorie op de boot.
En dan... de indrukken die wij hadden, toen wij na één-en-twintig
dagen en nachten varen te Banana aankwamen, en er de eerste negers
zagen in hun eigen milieutoen wij gedurende zestien lange uren. met
een primitief treintje overheen de steile roode granietbergen der
Mavumbe bolden, doorheen den Palabala-bergpas. naar Leopoldstad
toen wij gedurende twaalf onafgebroken dagen lang den fameuzen
Kongostroom opvaarden toen wij kuierden doorheen Matadi, Boma,
Leopoldstad, Coquilhatstad. Stanleystad...
Maar steeds verder door ging onze reis... almaardoor dieper in het
Afrikaansche Oerwoud van Stanleystad eerst honderd-vijf-en-twintig
kilometer per spoor tot Ponthierstad dan drie dagen en twee nachten
op de Lualaba, stroomopwaarts, voorbij het vermaarde Arabische dorp
Kirundu, voorbij het eiland M'Bie, voorbij de vroegere Staatsvesting
Lowa, voorbij den Amerikaanschen Protestanten Missiepost Waïka,
voorbij den Staats- en Katholieken Missiepost Lokandu, voorbij Kindu,
naar Kasongo waar Sergeant Lippens en De Bruyne hun heldhaftigen
dood vonden.
Wij denken aan de honderde en honderde dagen die wij in dienst
van den Staat het Afrikaansche Oerwoud doortjoolden.
Het Afrikaansche geheimzinnige oerwoud, waar de Dood U ieder
sekonde kan beloeren, waar men steeds op zijn qui vive moet zijn
voor de ruwe onbeschaafde naaktloopende inlanders, opstandelingen,
voor de tropische wilde dieren, voor de vele levensgevaarlijke insekten...
Het geheimzinnige donkere Afrikaansche Oerwoud... Wat hadden
wij er als eenige blanken te midden de zwarten een interessant,
bewogen, echt avontuurlijk leven.
Het eene avontuur volgde het andere op...
Op zekeren dag werden wij overvallen door een kilometer langen
dichten zwerm sprinkhanen, die in minder dan drie dagen de geheele
streek kaal vrat.
Een nacht moesten wij uit ons bed en uit onze hut vluchten voor
een regiment tropische blokmieren.
Wij kwamen in aanraking met menscheneters het klinkt onge
looflijk, maar het werd door het gerecht bevestigd gevreesde vergif-
tigers. oorlogszuchtigen, honderde opstandelingen, ruim honderdvijftig
verbannen Kibangisten, enz... enz...
Wij arriveerden in het eenzame dorpje Obangebange, aan de Loma-
mi. waar wij drie dagen en drie nachten moesten logeeren te midden
melaatsche inlanders, die op weerzinwekkende wijze levend en ver
pestend wegrotten.
Wij arresteerden in het dorp Tusuke, bij de Kasera's, de twee neger
families Bilungu en Busura, die met lansen en messen den doodstrijd
streden, en reeds zes hunner in minder dan één uur tijd omvergestoken
en in stukken gesneden hadden.
Wij maakten het ontzettend avontuur mee, dat een beschonken stam
hoofd mijn vrouw voor een liefdenacht opeischte, eisch die ik gelukkig
kon verijdelen.
Commandant X., zijn naam is mij ontgaan, vertrekt met zijn batal
jon soldaten, in militaire occupatie doorheen een binnenland. Zijn dame
vergezelt hem in een draagstoel, zij wordt ziek, de dichtstbijzijnde ge
neesheer is op dagen reizen verwijderd, de dame sterft, de Commandant
moet zijn vrouw in het woud begraven, en gek van verdriet komt hij
later in een post aan. Daar krijgt hij toelating om op rust naar Kasongo
te gaan, waar hij Commandant Y... zal vervangen, die «fin terme is.
Maar plots sterft Commandant Y... Men fluistert dat hij misschien van
een zijner zwarte soldaten werd vergiftigd. Persoonlijk heb ik bij het
lijk gewaakt, om zijn bijna waanzinnig wordende dame uit de dooden-
kamer te houden.
Een middag zit ik met mijn vrouw aan tafel plots weergalmt een
oorlogstamtam bij Poma. Wij luisteren. Mijn inlandsche soldaten komen
aangehold. De sergeant zegt me Blanke aan den overkant van den
stroom is de oorlog verklaard. Men heeft zoojuist twee mannen ver
moord. Vooruit, er naar toe, om de orde te handhaven, om de rustver
stoorders te arresteeren. Vlug gezegd, maar dat brengt ruim zes maanden
zware tjoolage-karwei mee, de wouden door, op zoek naar de opstan
delingen.
In een uitgeholden boomstam, met wild dansende en zingende ne
gers. zwerven wij honderde en honderde kilometer ver, stroomen en ri
vieren op- en afvarende, weken lang soms, aleens met levensgevaar door
heen honderde meters breede geweldige draaikolken.
Op een tocht door de binnenwouden waar NOOIT vóór mij een
blanke kwam. werd ik zekeren dag door bijgeloovige doodangstige ne
gers laf verlaten, en toen moest ik alleen, zonder iets anders bij mij dan
een zakdoek, dus ongewapend, hongerig en doodsmoe door het donkere
geheimzinnige woud tjoolen. terwijl mijn vrouw ergens in de wildernis
wanhopig op mij wachtte.
Ik moest, op hooger bevel, een bende opstandige negers waaronder
enkele grijsaards die nog nooit een blanke zagen uit het woud halen,
na er een paadje van ruim veertig kilometer doorheen te hebben ge
baand, en er zes olifantenwegels te hebben afgesperd door ruim drie
honderd met lansen en pijlen gewapende negers.
Mijn vrouw keerde alleen naar Europa terug... ik volgde haar eerst
acht maanden later.
Intusschen was mijn leven in het Kongoleesche Oerwoud erger dan
een ultra griezelige sensatieroman, die alleen kan bestaan in de gedachte