KOFFIES en CHICOREI met PREMIEN
Christiaens S Devolder - Kortrijk
NAAR EN DOORHEEN HET
KONCOLEESCHE OERWOUD
Te koop io alle goede winkels, - PremiedepotG. Laroye, 20, Boomgaardstraat, Yper,
EISCHT ALTIJD EN OVERAL DE
ONZE CROOTE REPORTAGE
V.
EEN DRIJVEND HOSPITAAL
O
door Jef VAN WYNSBERGHE
AKELIGE NACHT MATROOS DOODGEPLETTERD EEN
DAG IN HET BED EEN BEGRAFENIS OP ZEE DE KAAP
VILLANO DE TAAG.
DE BOOT ROLT ONHEILSPELLEND
Dan...
Dan zijn we toch ingedommeld
Maar onze slaap was van korten duur een paar uur later reeds
schrok ik wakker door het almaardoor toenemende loeiend en ziedend
tempeest-geweld
De lichten, in de kabien, branden nog. Maar met schrik voel ik dat
de boot onheilspellend op haar linker flank helt... helt, adembeklem
mend lang!... Nog!... Met een ruk grijp ik de wandriem vast. Ik ben
één gespannen bange verwachtingHellend danst de boot nu op haar
kop. Traag heel langzaam recht de boot zich op. Ik heradem even!...
Doch zij komt niet rechtHalfweg zinkt zij terug op d'r linker flank
Nog dieper dan de vorige keer Of beeld ik me dat maar in Liggend
danst z'j sterk op haar kop... Dan komt ze weer wat rechtMaar valt
met een vaart terug op zij Met een zelfde rythme schokt mijn lijf
tegen de opstaande zij-ijzers van 't bed aan.
Ik zie mij half-aangekleed liggen
Is mijn vrouw wakker
Ik luister
'k Hoor alleen hoe d'r lijf in regelmaat dof botst tegenaan den hou
ten kabienwand.
'k Nijp mijn oogen dochtMijn vingeren tot vuisten'k Strek mij
stijf uitMijn tanden knarsen op elkaarMijn neusflanken staan ge
spannen open. Ik tracht te denken, wat me te doen staat
Onmogelijk 't Angstwekkend linkerwaarts hellen en 't gekraak
van de boot in haar ijzeren bintsel, het open- en toeklappen van deu
ren, het ziedend zeegeweld, de zoemende ventilator, de klamme warmte
over mijn rillend lijf, de zwoele kabienlucht, het afwezig-zijn van iede
re menschenstem of -geluid... alles breekt in één moment mijn denk-
willen stuk, tot 'n groeienden angst dat de boot vergaat, dat zij iedere
sekonde met snelle vaart heelemaal op haar linker flank kan omkante
len Dat ieder moment de woest huilende zee de flank kan inbeuken
Dat ieder oogenblik het noodsein kan loeien Dat ieder tijdspanne zie
dend water door de gangen kan stroomen, de kabien kan binnendrin
gen Dat... het duizelt me in het hoofd. Dat wordt het einde van mijn
levenHet verschrikkelijke eindeWaartegen geen strijd bestand is
Waarvoor geen redmiddel ter hand ligtDat men het best bewuste
loos kan ondergaan Slapend
Ik tracht in sluimer weg te zinken Dronken wordend op het ver
vaarlijke rythme van de woest rollende bootOverdonderd van de gie
rende en huilende winden, van de ziedende wateren!... Onmogelijk!...
Het is te beklemmend warm Mijn keel is te droog Mijn lippen gloeien
te schraalIk moet drinkenDrinken, om te rustiger te kunnen ster
venIk open de oogen!... Ik kijk naar den ingebouwden waschtafel.
waarboven een wit-glazen waterkruik, in vasten ring staat. Het drink
water klotst in de kruik hoog tegen den wand aan op de hals tikkelt
het omliggend drinkglas. Opstaan Water inschenkenDrinkenEn
dan inslapen Ik zie het mij in verbeelding doenMaar ik blijf stram
liggen De moed ontbreekt me om uit het bed te komenEen wonder
bare rust komt over me heen J Ik begeer niets meerIk wensch niets
meer Ik voel me met geweld tegen de houten kabienschutting aan
botsenIk laat het willoos gebeuren! Ik...
DE ANTWERPSCHE MATROOS JAN SCHIEPS DOODGEPLETTERD
Een bel rinkelt me wakkerOververmoeid was ik dan toch ingesla
pen Het is half-zeven
De boot rolt minder geweldig dan dezen nacht, maar blijft sterk
"links hellen.
Mijn vrouw ligt wakker in d'r bed
Hallo
Hallo
Nog ziek
Nou, ik voel me nog niet prettig En jij
Bah
Sta jij op, om te ontbijten
Nee hoor Geen trek Jij
Ik blijf ook liggen
Wij pogen opnieuw in te slapen
Te vergeefs
De tijd kruipt traag, heel langzaam voorbij
Er wordt op de deur geklopt Hé Thourout, doe eens open
Ik herken de stem van André Broeckaert, een mijner reiskamera
den Een beste kerel uit Oedelem, bij Brugge
Ik open de deur
Oedelem staat voor mij een badmantel over de pyjama. Overdre
ven luid vraagt hij Ben je ziek Dan plots legt hij waarschuwend
den wijsvinger op den mond, en wenkt mij geheimzinnig naderbij te
komen. Ik trek de kabiendeur achter mij dicht. André fluistertVan
nacht is een matroos op het dek doodgepletterd, tusschen twee kisten,
die hij vastbinden moest. De kok is uitgegleden en heeft een schedel
breuk. In de eetzaal sloeg de wind een patrijspoort stuk. Ook borden en
glazen vielen in scherven.
De rookkamer van 1 klas der paketboot Albertville
Het is formidabel slecht weer. De boot is achttien kilometer uit haar
koers gegooid, Amerikawaarts. Nu zijn de ankers uitgeworpen. De boot
ligt vast. Men durft niet verder doorvaren. In het ruim zijn de reser
ve-ijsblokken losgekomen, en er bestaat vrees dat ze de boothuid open
scheuren. Morgenochtend begraaft men den matroos. Het is een Ant
werpenaar een zekeren Jan Schieps. Pas drie-en-twintig jaar oud. Na
die Kongoreis zou hij huwen. Zeg niets aan Mevrouw
HET DRIJVEND HOSPITAAL
Terug in mijn kabien. Mijn vrouw vraagt me «Was dat Oedelem
Ik antwoord gewoon Ja
Wat wist hij te vertellen
Ik vertel haar alles zij kan het beter van mij vernemen, dan straks
door de verpleegster, den gargon of iemand anders. Zij aanhoort me
zwijgend, gelaten Kalm zegt ze Laat ons slapenDan ontspannen
onze zenuwen zich tot rustVreemde konklusieZou ze precies als
ik een akeligen nacht hebben doorgemaakt Ik vraag het haar niet
Ik veel me te draaierigIk verlang naar de rust, den slaap
Ik bind me met riemen op het bed vast, om er niet uit te glijden,
en luister met zwaar gesloten oogen naar het tempeest, naar de doffe
bonsen van het beukende ijs.
Dat duurt...duurt...eindeloos lang.
Om tien uur komt de verpleegster even kijken Blijft rusten,
zegt ze. U bent beiden zoo goed als genezen. Ruim honderd passagiers
zijn er heel wat erger aan toe dan uDe boot is nu zoowat een drij
vend hospitaal
Tegen elf uur komt de gargon de hut opschikken. Hij vertelt ons
over den verongelukten matroos hoe Jan Schieps de borst werd inge
drukt, slechts met levensgevaar door kameraden kon verlost worden
van tusschen de knellende kisten, hoe de ongelukkige zijn wonden niet
overleefde, en nu morgenochtend te zeven uur op zee zal begraven wor
den. Hij vertelt verder dat de kommandant, die reeds vijftien jaren
vaart, en nooit ziek was, nu ook zeeziek is en toch den ganschen nacht
op de kommandobrug bleef. Hij is nog niet uit zijn kleederen geweest.
Na de boot gedurende zes uren te hebben geankerd, koos hij nu een
anderen koers, om het verdere tempeest te ontloopen. Tot overmaat
van ramp hagelt het geweldig.
EEN DAG IN BED
Heel den dag bleven wij in 't bed liggen
Af en toe sluimerden we even in. Tusschenin luisterden wij naar
't lawaaierig tempeest. Wij praatten wat. Wij rekenden uit hoeveel
uren wij nog Golf hadden.
De angst week. Wij werden van lieverlede gewoon aan 't rollen en
aan 't kraken van de boot.
Traag kroop de tijd voorbij.
Tegen den avond kreeg mijn vrouw honger, trek in 't eten. Een
druk op de electrische belMen komt onmiddellijk informeeren. Dan
dadelijk brengt men haar 'n paar lekkere fransche broodjes met koude
rosbeaf, en een zeer sappige lekkere wijnpeer. Mij kunnen alleen een
paar stukjes broodsuiker bekoren.
Mijn hoofdpijn wordt zwaarder en scherper.
Eerst na heel wat draaien en keeren, zijn we koortsig in slaap ge
vallen.
KAAP VILLANO, EINDPUNT VAN DE VREESELIJKE GOLF
Te middernacht komen we even wakker. Het schijnt ons toe dat de
—iiff (mm-