RAPH -Tailor
CONFECTIE - KOSTUMEN
KOSTUMEN OP MAAT
Opgelet
Wie naar Hill 60 gaat
vanaf 180 tot 600 frank
i N LAATSTE SNIT
EN NIEUWIGHEDEN
Raph. PANNEKOUCKE, Boterstraat, 12
(bij den Grooten Bazar) Y P E R
bexoeke de ECHTE OORLOCS
TUNNELS, in 1915 bij den
OBSERVATIEPOST gemaakt
keukens, hospitaa Ipl aatsen,
slaapkamers, telefoon- en elec-
trische leidingen, enz., alles in
zijn toenmaligen toestand, ge
waarborgd echt en sterk.
KOSTELOOS vergezicht, met
sterken verrekijker, over heel de
streek.
BEZOEKT EVENEENS
IN DE KAZEMATTEN
amiiMmiPWiH II WI II—iriT£*MlhWI1'11 fl
Aangenomen kleermaker der Spoorwegen
Leeraar aan de Vakschool.
Op aanvraag komen wij ten huize tot op 30 km. - Wij betalen de reis
kosten terug aan ieder kooper. Uit reklaam aanvaarden wij de stol.
XVIII. Mededeelingen.
M. Vanderghote. De gemeenteraad heeft den 28"
December 1937 een motie gestemd ten voordeele van
het algeheel herstel der Hallen van Yper en die motie
gezonden naar den Heer Minister van financiën en naar
den Heer eerste minister. Dan later, den 4 Januari 1938,
werd een afschrift ervan, als protest tegen den brief
van den Heer Minister van financiën, gezonden naar den
voorzitter der Commissie van Monumenten en naar den
Heer Gouverneur van West-Vlaanderen, opdat zij onze
vraag zouden ondersteunen. Een lid der Commissie van
Monumenten is dan hier ter plaats de zaak komen on
derzoeken en thans hebben wij een brief dier Commis
sie ontvangen, waarin zij haar instemming met den
brief van den Heer Minister van financiën, in datum van
19 November 1937, betuigt en onder meer zegt dat zij
van oordeel is dat de voorgevel der Halle moet her
bouwd worden, maar dat zij er geen bezwaar in ziet
dat de gemetselde gewelven door balken vervangen
worden en de overige voorstellen van den minister aan
vaard worden. Wij echter zijn niet t'akkoord met deze
verminking onzer Hallen, en kunnen er niet mede in
stemmen een deel ervan zonder verdieping op te bou
wen en een ander deel in puinen te laten. Ik denk dus
dat wij wel zullen doen andermaal bij de Commissie
van Monumenten aan te dringen opdat zij zou meê
werken om onze Hallen geheel te herbouwen zooals
vóór den oorlog. Die verminking, die de Commissie
zelf zou dulden, kan door ons niet aanvaard worden,
en daarom zullen wij nogmaals schrijven.
M. Leuridan. Aan den Koning van Engeland zal
men in zilver en goud een volledige Halle geven, terwijl
wij ons hier in werkelijkheid met een verminkte Halle
zouden moeten tevreden stellen. Dit ware toch een
beetje straf. Wij mogen niet ophouden aan te dringen
tot wij den slag in huis halen.
M. Van Alleynnes. Ik vraag dat er een afvaardi
ging zou benoemd worden om bij den minister voor
den volledigen heropbouw onzer Hallen aan te dringen,
nu vooral dat er hier zooveel gebrek aan werk is. Dit
zou zoohaast mogelijk moeten geschieden, ten einde
desnoods, zoo er ons geen voldoening gegeven wordt,
van de gelegenheid van het bezoek van Z. M. den
Koning op 21 Mei aanstaande gebruik te maken om
hem een verzoekschrift te overhandigen.
M. Biebuyck. Ware het niet geraadzaam de Com
missie van Monumenten uit te noodigen om de zaak
hier ter plaats zelf te onderzoeken.
M. Vanderghote. Zij bezit reeds alle noodige in
lichtingen en alle leden kennen voldoende onze Hallen,
doch dit kan toch gedaan worden. Onlangs werd een
raadsheer van het Hof van Verbreking belast met de
kwestie onder juridisch oogpunt te bestudeeren.
M. Leuridan. Zooals ik het daar zooeven aangekon
digd heb, zou ik ook een woord willen zeggen over het
geen ik noemen zal de Dickebuschvijver miserie. Deze
laatste tijden vernam ik verscheidene slechte maren
omtrent de thans in uitvoering zijnde werken aan
Dickebuschvijver. Daar is immers een heel deel der af
leidingsbeek ingestort, wat de afvoer van het water
belemmert. Buiten dat onderging het werk ook nog
groote vertraging, doordat naar het schijnt daar zekere
verwisselingen van grond het eeuwig leven amen schij
nen. Ik vraag waarom die verwisseling van grond daar
nog niet is geschied. Ik meen te weten dat het is ten
gevolge van het uitblijven der opmeting en afpaling.
Ik dring aan opdat de technische raad van stad dit
werk zoo rap mogelijk zou doen uitvoeren. Al de wer
ken van Dickebuschvijver moesten reeds tegen einde
October laatstleden gedaan zijn en wij vragen ons nu
nog steeds af wanneer wij er het einde van zullen zien.
M. Vanderghote. Binnen vijf maanden zal alles
geëindigd zijn.
M. Leuridan. Een eerste verlies dat de stad door
deze vertraging ondergaat, is dat de meersch die daar
bij den vijver ligt niet kan verpacht worden. Mogelijks
zult gij zeggen dat zulks van geen groot belang is, doch
wie een kleintje niet wil, is het groote niet weerd. Is
de aangestelde aannemer voor deze vertraging aanspra
kelijk Ik geloof van ja, want hij werkt niet met den
gewenschten spoed en met het noodige personeel. Daar
bij ik ben ook nog bekommerd met de geldelijke kwes
tie. Zijt gij wel zeker dat gij tengevolge dier slepende
werken nog zult mogen rekenen op de toelage van
25 nu bijzonderlijk dat de kraan van den Dienst
voor Economisch Herstel dreigt voor goed toegeschroefd
te worden Ik zou dus willen weten wanneer de wer
ken zullen gedaan zijn, aan wien de schuld dezer ver
traging te wijten is.
M. Vanderghote. Wanneer deze verwisseling van
grond zal kunnen gedaan worden, heeft het schepen
college nog niet vastgesteld.
M. Lemahieu. Voor de verwisseling van grond zijn
wij reeds mondeling t'akkoord, doch de uitbakening is
nog niet gedaan. Ook de onteigening is reeds gedaan
door de stad, maar de eigenaars werden hiervoor nog
niet vergoed omdat de gronden nog niet afgepaald wer
den. Het is de Heer arrondissementsingenieur De
France die met dit werk gelast is.
M. Leuridan. Ik stel voor den Heer ingenieur te
verzoeken dit zoo spoedig mogelijk te doen. want zoo
de werken nog langer uitgesteld worden, wat zult gij
dan nog van den Orec mogen verwachten
M. Vanderghote. Het is spijtig dat gij het schepen
college niet op voorhand van deze vraag verwittigd
hebt. want dan hadden wij de bundels medegebracht en
zouden u volledig kunnen antwoorden. Op dit oogen-
blik zijn de zeven tienden van de werken reeds gedaan
en de aannemer werkt thans met twee ploegen. Dat de
werken een groote vertraging ondergingen, is waar,
maar nu er met twee ploegen gewerkt wordt gaan de
werken goed vooruit en zal binnen vijf maanden alles
gedaan zijn. Al de werken zijn om zeggens gedaan, be
halve het baggeren van een deel van den vijver. Ook
de aanpalende weiden werden nog verpacht tot in Oc
tober van verleden jaar. Nu kunnen zij natuurlijk niet
gebruikt worden, daar men er de aarde, voortkomende
van de baggering, zal opspuiten. Doch een jaar pacht
is geen groot verlies, gezien al die weiden slechts
1400 fr. opbrengen. Tot op heden werden de toelagen
steeds regelmatig betaald. De provincie is op de hoogte
van de vertraging der werken, voor dewelke er speciaal
materiaal moet gebezigd worden. Het is een aanbeste
ding die in gansch bijzondere voorwaarden moet ge
schieden, daar het geen gewoon baggerwerk betreft en
alles er met camions moet bijgebracht of weggehaald
worden. Tegenover Staat en provincie zijn wij heele-
maal in orde, zoodat wij wel verhopen voorts op de
toelagen te mogen rekenen. De aannemingsprijs is nu
reeds tot de zeven tienden betaald.
M. Leuridan. Ik zou ook nog willen vernemen wat
het schepencollege zinnens is te doen met den brief van
7 Maart 1938 geschreven door de deelnemers aan den
prijskamp van het gedenkteeken der Koningin Astrid.
Ik heb een afschrift van dezen brief ontvangen en ik
stel vast dat het schepencollege erin gelogenstraft
wordt. Vroeger was er hier beweerd geworden dat de
vorige protestbrief niet uitging van al de onderteeke
naars.
M. Vanderghote. Ik heb alleen maar gezegd dat de
brief niet onderteekend was.
M. Van der Mersch. Ik heb het gezegd.
M. Leuridan. Welnu, in dien brief van 7 Maart
wordt die bewering terecht gezet en de schrijvers be
weren dat zij er wel alle verantwoordelijkheid van
nemen. Ik vraag dan dat er een passend gevolg aan dit
bezwaarschrift zou gegeven worden. Wat gewenscht
wordt is de verbreking en herziening van het getroffen
besluit.
M. Van der Mersch. De brief is te langdradig om
hier gelezen te worden, daarbij heb ik thans het dos
sier hier niet bij mij. Nochtans herinner ik mij dat er
in den vroegeren brief gezegd werd dat zij de beslissing
overlieten aan het oordeel der jury, en nu dat de jury
uitspraak heeft gedaan wordt er daartegen gerekla-
meerd.
M. Leuridan. Ik vraag dat er aan die personen een
antwoord zou gegeven worden. In stad werd er hier
overlaatst een vlugschrift verspreid dat als titel droeg
aan de Rijsselpoort, de zeer
bezienswaardige en onlangs her
opende ECHTE ondergrondsche
versterkingen en het Oorlogs
museum.
Alarmkreeten door een groep neringdoeners was
uitgegeven. Ik zelf heb mij ermede bemoeid opdat deze
a.armkreet in de pers van mijn alooi zou opgenomea
worden. De patrooneiectriekers protesteeren ertege»
dat zij hun broodwinning afgenomen worden door de
electriciteitsmaatschappij en. feit dat nog erger is, wa».
neer zij dan nog ergens een of andere leiding van elec-
triciteit mogen plaatsen, dan worden zij op alle moge-
iijke wijze door die getrusteerde macht gedwarsboomd.
Ik vraag dat het gemeentebestuur er zijn werk zou va»
maken om die neringdoeners op doeltreffende wijze te
beschermen.
M. Vanderghote. Het is lastig voor ons daarin tus-
schen te komen. Wanneer er door de stad een aanbe
steding uitgeschreven wordt, zooals overlaatst nog voor
het plaatsen der electrische leiding in de stedelijke
muziekschool, dan wordt zij altijd aan de particuliere*
van stad voorbehouden.
>1. Leuridan. Een goede klant mag bij zijn leveraar
soms nog een potje breken en de stad. als voorname
afneemster van electriciteit, is uiterst goed geplaatst
om bij de electriciteitsmaatschappij aan te dringen. zo»
bijvoorbeeld eens tusschen vier oogen. opdat die jam
merlijke practijken zouden ophouden. Ik zou hier voor
beelden kunnen aanhalen. Zoo onder meer gaat de
stroomopnemer. die van huis tot huis komt. zijn boekje
te buiten wanneer h,j de menschen er op wijst dat zig
alle voordeel hcoben hun aankoopen van materiaal b|
de maatschappij te doen en wanneer hij beweert dat
het materiaa.. bij ae eiectriekers in stad gekocht, niet
in orde is en door de maatschappij zal geweigerd wor
den.
M. Van der Mersch. Wij kunnen dat eens aan de
maatschappij zeggen.
M. Leuridan. Goed. dit is alles wat ik begeer.
M. Van Alleynnes. Wanneer het contract geslote»
werd. was het nochtans wel verstaan dat de electrici
teitsmaatschappij zich met geen plaatsingen van lei
dingen mocht gelasten.
M. Vanderghote. Dit wordt onder den naam va»
een andere maatschappij gedaan.
M. Van Alleynnes. Men moet daartegen opkome».
Wanneer de maatschappij ergens een aansluitng doet.
doet zij haar niet alleen voor dit werk betalen maar nu
wordt er aan den eigenaar ook nog de rekening gezon
den voor de straatherstellingskosten. Dit is onaanneem
baar.
M. Vanderghote. De Heer schepen van openbare
werken zal dit eens onderzoeken.
M. Leuridan. Hoever is de beslissing der wijziging
van de straatnaamplaten nu reeds gevorderd
M. Vanderghote. Ik denk dat ik een verlenging zal
moeten vragen.
M. Leuridan. Dat gaat niet, wij zullen niet dulde»
dat de uiterste datum, die ik nog zoo toegevend heb
toegestaan, zou overschreden worden. De Heer burge
meester heeft mij een brief gericht waarin hij erover
klaagt dat ik mij bij de gedane afspraak niet zou ge
houden hebben, gezien er onlangs opnieuw enkele
naamplaten overschilderd werden. Dit is het bewijs dai
de eisch van eentalige straatnaamplaten te hebben het
monopolium niet is der vlaamsche nationalisten, maar
dat nog anderen de Grammensactie steunen, want ik
kan u verzekeren dat dit oververven niet gebeurd is
door nationalistische handen. Dus zijn er hier in stad
nog ar.dere personen die ons in onze werking steunen
Een groot deel der bevolking stemt met de Grammens
actie in. Let dus op, Mijnheer de burgemeester, wij
staan niet meer alleen. Zorgt dat de naamplaten tege*
1 Mei in orde zijn, zooniet zullen de duivels hier aa»
't spoken gaan.
M. Van der Mersch. Wij zijn bezig met de juigte
namen der straten op te zoeken. Er zijn vijf of ze«
straatnamen die moeten veranderen.
M. Delahaye. Ik denk wel dat alles tegen de»
1 Mei zal kunnen gedaan zijn.
M. Leuridan. De scherpe rede van den Heer mi
nister Merlot heeft ons diep ontgoocheld. In zijn repliek
op de spreekbeurt van den Heer senator Vandenbulcke.
heeft de Heer Merlot voor de eerste maal zijne meening
opgebiecht. Toen wij hier verleden jaar die bemoedi
gende bijeenkomst hadden, dan vermoedden wij niet
dkt de Heer Minister ooit zou zeggen de vaart komt er
niet. Dit is een ontgoocheling. Mijnheer de burgemees
ter. in Volk en Staatdoch gij leest geen zulke dag
bladen. verscheen van de hand van Raphaël Six, na
tionalistisch provincieraadslid, een artikel dat met ken
nis van zaken en zeer verstandig geschreven is. Ik stel
voor dat de gemeenteraad protest zou aanteekenea
tegen de miskenning onzer rechten. Dat een waalsche
minister zoo de belangen van onze vlaamsche streek
met de voeten treedt, heeft reeds stof geleverd tot heel
wat rechtmatige kritiek en misnoegdheid. Een brief
van het schepencollege zou om te beginnen volstaan.
M. Vanderghote. Wij zullen dit eens onderzoeken.
M. Van Alleynnes. Ik steun volmondig de vraag
van den Heer Leuridan.
M. Vergracht. Is het ontwerp der verlichting va»
de Adj. Masscheleinlaan reeds gereed
M. Vanderghote. Als de inwoners dit vragen zal
daarvoor gezorgd worden, doch wij kunnen alles niel
in een dag doen.
M. Van Alleynnes. Wanneer zal de kwestie der
mutualiteiten geregeld worden De Commissie heeft
reeds vergaderd.
M. Vanderghote. Wij zullen al deze zaken in een»
afhandelen en dan de noodige wijzigingen aan de be
grooting voorstellen. Ik vraag aan de raadsleden dat zij
in t vervolg hun vragen op voorhand aan het schepen
college zouden kenbaar maken, opdat wij hen dan op
zakelijke wijze zouden kunnen antwoorden. Wij hebbem
zooveel zaken in ons hoofd, dat wij niet alles kunne»
onthouden.
M. Michiel. Tijdens de bespreking der begrooting
heb ik een vraag gesteld betreffende de kunsten e*
wetenschappen.
M. anderghote. Dit staat al aangeteekend.
M. Michiel. Gij laat toch toe. Mijnheer de burge
meester. dat ik u dat van tijd tot tijd herinner.
De openbare zitting wordt hierop te 21 u. opgeheve».
Plaats van Onderwijzer
Openstaande plaats van Onderwijzer aan de
Lagere Stadsjongensschool der St Niklaasstraat.
Wettelijke wedde. Aanvragen bij het Gemeente
bestuur van Yper vóór 20 April 1938 met afschrift
van diploma.