naar en doorheen het koncoleesche oerwoud KOFFIES en CHICOFEI met PREMIEN Christiaens Devolder - KortrijK eischt altijd en overal de Tb koop io alle goede winkels, - Premiedepot i G. Laroye, 20, Ronrag'ardstrast, Yoer, 3 ONZE GROOTE REPORTAGE TWEEDE DEEL DE SPOORLIJN MATADI-LEOPOLDSTAD door Jef VAN WYNSBERGHE II. VIJFTIEN UREN TREINREIS DOORHEEN WONDERMOOIE TROPISCHE NATUUR DE TREIN KAN DEN BERG NIET OP TI THYSSTAD EEN MOORDZAAK KIBANGISTEN DE BLOEDWEG AANKOMST TE LEOPOLDSTAD. VOORZORGMAATREGELEN. Met mijn Duitschen makker Tony en mijn Waalschen vriend Gaston hadden wij in Matadi, voor de afreis naar de Leopoldstad nog eenige in- koopen gedaan. Wij wisten uit goede bron dat er toen voor twee onont beerlijke dingen moest gezorgd worden een bak drank met ijs, als re medie tegen de hooge hitte, en voldoende sandwichen om mogelijken honger te stillen. Want op den trein was geen restaurant (1), en het was heelemaal niet zeker dat er halfweg te Thysstad lang genoeg halt zou gehouden worden, om de reizigers toe te laten er te soupeeren. Al dus zorgde bijna ieder reiziger er voor een groote reserve drank en voedsel bij zich te hebben. Een neger loopjongen in dienst der faktorij waar wij onze in- koopen deden bracht onzen voorraad naar den trein, en plaatste dien op het achterbalkon van den treinwagon, waarin onze plaats voorbe houden was. HET STATION. De trein naar Leopoldstad zou te half drie vertrekken. Reeds vóór twee uur, was er een druk beweeg op het perron van reizigers, blanke en zwarte toeschouwers. Want alwie naar Leopoldstad, of de rijk ver takte bevaarbare stroomen of rivieren van het binnenland naar Stan- leystad, het Noorden van de kolonie, naar de Kasaï en de Weststreken op moest, kon slechts dien eenen trein nemen. Immers vanaf Matadi tot Leopoldstad, dus over zoowat 350 kilometer, is de Congostroom onbe vaarbaar door de talrijke gevaarlijke uitstekende rotsen, de hooge wa tervallen en de sterke versnellingen en de geweldige draaikolken. Daarenboven slechts om de elf dagen loopt een personentrein, en om de twee dagen een goederentrein. Het station heeft in de kolonie twee eigenaardigheden. Eerstens de Europeanen hebben vrijen toegang tot het spoor, en krijgen steeds gere serveerde plaatsen in den trein. Tweedens er wordt heel zelden pre cies op tijd vertrokken. Immers in het station waar de trein gevormd wordt hangt het vertrek af van veel omstandigheden. Vooreerst moet het stationpersoneel wachten tot alle reizigers in orde zijn met het invullen der noodige tol- en reispapieren, en met het verifieeren en kontroleeren van hun bagage. Dan moet nog de goederentrein 'gevormd en vooraf vertrekken. Intusschen worden er een paar wijd- en vergalmende signa len gegeven, om alle inwoners van Matadi tijdig te verwittigen dat de trein over enkele minuten zal vertrekken. Wij vertrokken met bijna een half uur vertraging. DE TREIN. Wij reizen tweede klas. De plaatsen zijn er comfortabel. Ieder reizi ger beschikt over een draaibaren clubzetel. De zetels zijn, aan 't open venster, twee en twee geplaatst, met tusschenin een klaptafeltje, en in 't midden van den wagon is een klein balkon, waar de reizigers even hun armen en beenen kunnen uitrekken. OP WEG. De afreis per spoor, vanuit Matadi langsheen den Congostroom is iets eenigs moois. De weg loopt langsheen steile roode granietbergen. In de diepte ligt de breede stroom, met zijn witschuimende versnellingen. Aan de andere zijde duiden boomen nog de plaats aan, waar Stanley vijftig jaar geleden de hoofdplaats oprichtte. Weldra verlaat de trein den stroomoever, en stijgt dan voortdurend langsheen fel kronkelende in de rotsen gehouwen wegen, aiover ijzeren bruggen, diepe ravijnen, smalle bergengten, groeven, spleten, reten, kloven, bergstroomen, vloeden en rivieren. Het was stikkend heetDe tropenhitte lag te gloeien omheen den trein en doorheen de wagons. Men voelde geen briesje. Zakdoeken met eau-de-cologne werden boven gehaald. De heeren gooiden hun vesten uit. Glimmende zweetdruppels parelden op aller gezichten. De kelen en lip pen werden droog. Algauw werd de verfrisschingsdrank uit het ijs ge dronken. Van tijd tot tijd hield de trein stil bij een houtpost om een nieuwen voorraad stookhout (2) en water op te laden. Dan stapten wij even uit. tot een vertreksein werd gegeven. PALABALA. Weldra kwam de trein op den bergpas Palabala. Zwaar zwoegend snokte de kleine lokomotief de steile engte op... Maar plots schokte hij stil, en liep dan in een vaart terug, minuten lang. Wat was dat De trein kon den bergpas niet op. Toen met grooter vaart reed hij weer naar boven. Zou hij het nu halen De reizigers keken belangstellend door de ramen naar buiten, en zagen duizende vuurvonken opvliegen uit de ymtmmmtmtmtmfmmmmmmmmtmtmimtmimtmtmtmtviuBtwinimimtmtmtmtmimn schoorsteenpijp. Oef. Weer schokte de trein stil, en voor een tweede eer ging men in 'n vaart terug naar beneden, nu verder achteruit tot bij een houtpost. o m er een nieuwen voorraad stookhout en water op te nemen. De derde maal kwam men eindelijk den steilen bergpas Palabala mei sukses op. NACHT. Te zes uur viel in minder dan tien minuten de duisternis in. De mus- kietenramen worden nu neergelaten. De lichten worden aangedraaid Dit is het sein tot een eerste souper. Pakjes, blikjes, en flesschen worden boven gehaald en opengemaakt, 't Werd een lustige smulpartij. Daar na werden pijpen, sigaren en sigaretten aangestoken, en er hing weldra in den wagon een dikken rook, die de muskieten op afstand hield. Wij reden Kimpese, Tumba en andere plaatsen voorbij. Kolonialen staan er te wachten op de post uit Europa en op schriftelijke orders van hun di rectie. Intusschen was het frisscher geworden mantels en jassen worden over de schouders gegooid. Op het balkon, zagen wij in 't lichte geschijn van den sterrennacht nu eens een klein dorpje, een arbeiderskamp van den spoorweg, of nie tige stationnetjes met waterposten. Bij ieder halte komen negers er. negerinnen langs den trein geloopen, terwijl zij in onverstaanbare kreten, en groot gebaar bananen, sinaasappels, citroenen en andere in- landsche vruchten, aan 'n spotprijs te koop aanbieden. De reis gaat nu overheen effen vlakten, temidden van een kalen plantengroei, naar Thysstad. THYSSTAD. Te middernacht komen wij te Thysstad aan. Hier zijn wij, na negen uur treinen, pas halverwege. Thysstad is een belangrijk centrum van den spoorweg. Op onze kaart zien wij dat er een Katholieke en een Protestantsche missie gevestigd is. Ingezien den velen tijd die verloren werd aan het bestijgen van den Palabala-bergpas, kon er te Thysstad slechts enkele minuten halt ge houden worden. Te meer daar er slechts een drietal passagiers moesten afstappen, en er slechts één nieuwe passagier opstapte. Die nieuwe passagier was Behin (3), een beste koloniale schoolmakker, die elf dagen voor mij naar Congo was afgereisd. (1) Nu loopt op die lijn «De Witte Trein», waarin een groote eetsalon en een bar. (2) In Congo wordt er op de treinen en op de booten met hout gestookt kolen zijn er niet. (3) Luikenaar. EEN VRIEND. In 't licht der vale lampen herkende ik hem dadelijk. Bonne nuit Fred Hallo?... Ha! Jef, Tony et Gaston! Voila toute la bande four- nie. II y a encore de la place chez vous autres Je vous cherchais Hij kwam bij ons op 't balkon" staan. Wij verdrongen ons om hem heen, nieuwsgierig te vernemen hoe hij het maakte, wat hij zooal te doen had-, en waarheen hij midden den nacht heel alleen naartoe trok Ik moet te Inkisi een moordenaar arresteeren, die twee negers omverstak en beticht wordt er vijf vergiftigd te hebben. EEN MOORDZAAK. Gaston, Tony en ik keken elkaar even ondervragend aan Zou Fred ons iets voorliegen Maar Fred zag onzen twijfelenden blik. U gelooft me niet hé Nu wacht nog maar. een paar weken, tot jullie ook aan 't werk bentDan zal het jullie niet langer meer verbazen alhier te vernemen dat een ne ger twee inlanders neerstak en er vijf vergiftigde Dan is het hier 'n onveilige streek meende Gaston. Toch nietzei Fred, en hij vertelde het geval. Dezen namiddag kwam een neger uit Inkisi bij ons te Thysstad op het bureau. De man vertelde ons dat hij van zijn chef gestuurd was, om ons staatsblanken te vertellen dat er op het dorp gevochten werd met lansen, en een neger twee man omvergestoken had. Hpe de moordenaar heet weet ik niet. Daarvoor zou ik mijn papieren moeten nakijken. Want die inlandsche namen kan ik nog niet onthouden. Hoe ontstond 't gevecht vroeg Tony. Dat moet ik precies gaan onderzoeken. Het schijnt dat de moorde naar een oude kerel is, een soort too.venaar die in de jongste drie jaar een vijftal clan-genooten heeft vergiftigd. Hij zou nu een zevende vrouw gekocht hebben een jong ding dat bij dien ouden niet.wil blijven. Van daar herrie, die tot 'n lansengevecht ontaarde. Het ergste is dat de chef den moordenaar niet kon aanhouden, dat er veel dorpelingen er zich tegen verzetten. Daarom word ik nu gestuurd met een zestal soldaten. Zoodra de moordenaar ons zien zal, zal hij zich waarschijnlijk onderwerpen. Te gelijkertijde moet ik een onderzoek instellen naar de vroegere bedrijvigheid van dien kerel, en trachten te weten in hoever het waar is dat hij vijf clan-genooten vergiftigde. Meteen moet ik ter plaatse een nieuwe volksoptelling doen, achter- stellige belastingen ontvangen, kijken of de wegen onderhouden wor den, of de negers er rijst- en olienotenvelden aanleggen, enzoovcort, enzoovoort. 'n Heel werk zeggen wij. Maar... oppert Gaston gebeurt het veel dat wij voor zulke kar weitjes op reis moeten Dat weet ik nog nietlachte Fred. Ik ben hier pas tien dagen. Maar toch wist men mij te Thysstad reeds iets heel interessants te ver tellen over Simon Kibangu. SIMON KIBANGU. De zwarte Profeet herinner ik.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 11