KOFFIES en CHICOREI met PREMIEN Christiaens Devolder - Kortrijk NAAR EN DOORHEEN HET KONGOLEESCHE OERWOUD Te koop in alle goede winkels. - PremiedepotG. Laroye, 20, Boomgaardstraat, Yper, EISCHT ALTIJD EN OVERAL DE 3 ONZE CROOTE REPORTAGE TWEEDE DEEL IV. TWAALF DAGEN CONCOSTROOM VAN LEOPOLDSTAD NAAR STANLEYSTAD door Jef VAN WYNSBERGHE MOOIE REIS DORPEN LANGS DEN STROOM AVOND HALTEN MUSKIETEN' EN LICHTKEVERS KROKODILLEN OP ZANDBANKEN BOLOBO DRIE NIJLPAARDEN EVEN BOVEN WATER AANKOMST TE COQUILHATSTAD VOOR DE TWEEDE MAAL EVENAAR VOORBIJ ONWEER OP DEN STROOM TUSSCHENIN DE ZANDBANKEN EEN AAPJE AAN BOORQ TROPENLICHT IN DEN AVOND BRASPARTIJ TE BUMBA NEGERIN VALT OVER BOORD MARKTDAG TE ISANGI 31 GRADEN CELSIUS IN ONZE KABIEN EEN HALFBLOEDJE DE MOOIE WOUDNEGERIN AANKOMST TE STANLEYSTAD De reis van Leopoldstad naar Stanleystad is prachtig, plezierig en tevens zeer leerrijk. Immers gedurende twaalf dagen lang vaart men den enormen Congostroom op. die met den Nijl, den Amazona en den Mississipi-Missouri tot de vier grootste stroomen van de heele wereld behoort. Want de Congostroom is meer dan 4500 kilometer lang, is be zaaid met een menigte eilanden, waarvan enkele niet minder dan 100 kilometer lang zijn. Boven Coquilhatstad bereikt de stroom een breedte van 35 kilometer. Hij doorloopt streken met weelderigen plantengroei, andere waar de oevers minder bewassen zijn en zelfs plaatsen volledig van plantengroei beroofd. De boot bleef meestal dicht bij den oever varen, zoodat wij prachtige zichten hadden op de vele kleine en groote negerdorpen, die wij voorbij kwamen. Te meer daar onze boot iederen dag minstens één of twee maal ergens ankerde nu eens bij een bijzonderen staatspost, dan eens om hout te laden. Telkens konden wij dan even de boot verlaten, en 't dorp inkuieren. Aldus kregen wij algauw een idee over eenige binnen- landsche dorpjes, met hun naakte bewoners en eigenaardige gewoonten en gebruiken. Want ook iederen avond rond zes, zeven uur bleef onze boot aan een of ander dorp liggen, den heelen nacht door, tot 's ander daags 's morgens vroeg. Dan moesten, zooals ik reeds vroeger zei. alle neger-pasagiers de boot af, om ergens op den oever onderdak te zoeken Hoe verloopt zoo'n reis Uit mijn beknopte aanteekeningen, die ik dag op dag bijhield, en die hier volgen, kan U er zich een interessant idee over vormen. ZONDAG 16 MAART. Heden morgen zijn wij, te zes uur, uit Leopoldstad vertrokken, aan boord van de Kigoma Wij reizen zooals alle blanken eerste klas. Wij hebben een comfortabele kabien wel is waar minder mooi dan op de zeeboot, doch toch zeer gerieflijk ingericht. Met deur en twee ven stertjes die uitzicht geven op het promenadedek, en tevens op den stroom. Mooi weder. Zeer kalme vaart. Wij denken aan een paar kameraden, die te zeven uur per vliegtuig vertrekken naar Inongo, en aldaar te elf uur zullen aanlanden. Wij hebben twaalf dagen reis voor de boeg. Wij installeeren er ons naar. In onze 'kabien staan twee onzer ijzeren koffers onder de bedden geschoven, met onze bijzonderste reisbenoodigheden erin. De andere veertien staan netjes op de benedenste verdieping. 's Namiddags een regenbui, en later bewolkte hemel, 's Avonds ankert de boot te Kunzulu een katholieke missiepost. De passagier negers zullen er in een hangar vernachten. Allen bijeen mannen, vrou wen, jongens en meisjes... allen bij en door mekaar. Middenin smeult en rookt een vuurtje doeltreffend middel tegen vochtigheid, slangen en muskieten. MAANDAG 17 MAART. Te zes uur vaart de boot verder. Een boy klopt op onze deur, en roeptCafé, The Ik wip uit 't bed. 't Kopje smaakt lekker. Wij nemen een koud stortbad. Heerlijk Ook de frissche morgentemperatuur en de ontwakende tropische natuur stemmen ons tevree. Half acht ont bijt, achteraan op 't bovendek. Gevarieerd menu havermoutpap, brood met sardines, eieren en inlandsche vruchten. Ligstoelen worden boven gehaald, en op het wandeldek opengezet. Passagiers kaarten, praten ge zellig, lezen 'n boek, mijmeren uit, drinken tegen den middag een aperi tief. Ik studeer de inlandsche taalhet Kiswahili. Om 11 uur legt de boot te Kwamouth aan een kleine staatspost. Men laadt er stookhout op. Wij kijken even den post af. Daarna amu seeren wij ons boven op het dek, leunende op de verschansing, ziende naar het jonge pier-naakte negervolkje, dat duikelt achter de door ons in 't water gegooide makuta's (1). Na 'n half uurtje varen wij door. Te twaalf uur tweede ontbijt soep. twee gerechten en dessert. Ter wijl wij aan tafel zitten varen wij voorbij de Kwa. breede bevaarbare (1) Tiencentiemstukjes. bijvloed van den Congostroom. die verder Kasaï en Sankwin heet. 1400 km. lang, en in 't regenseizoen diep genoeg voor schepen van 500 ton, die tot in Punia-Mutumbo komen (14 dagen reis stroomopwaarts en 11 dagen terugreis). Te vier uur 'n kop koffie of thee. 's Avonds zijn wij te Tshimbiri. Wij koopen er 28 sinaasappels voor 2 frank. Vreemd de rijpe sinaasappels zien alhier in tegenstelling met die in Europa, nog licht groen. Eens geel zijn ze niet meer eetbaar. 's Avonds te zeven uur diner hors d'aeuvre, soep, twee gerechten en dessert. Aan tafel hebben wij een enormen last van lichtkevers, en muskieten die in dikke zwermen tegen 't licht aanvliegen, en bij tiem tallen (ik overdrijf geenszins) in onze drinkglazen en in ons eten te rechtkomen. Oudkolonialen kijken ons lachend aan. en schertsen 't Zijn sma kelijke diertjes, wie ze niet lust beginne alvast zijn hongerregiem Tshimbiri is een mooie Protestantsche missiepost, met prachtige palmboomlanen. DINSDAG 18 MAART. Om elf uur 's middags komen wij te Bolobo aan gewesthoofdplaats. Varkens, geiten en kippen worden voor de keuken aan boord gebracht. Negers bieden ons allerlei ivoren en ebenen voorwerpen te koop aan ci- garettenpijpjes voor 10 frank, armbanden voor 10 a 20 frank, ebenen wandelstokken voor 15 a 30 frank. Nu krijgt de stroom een ander uitzichtWij varen nu tusschendoor talrijke weelderig bewaste eilanden.. Van tijd tot tijd bemerken wij. op een zandbank, een of meer kro kodillen, die bij 't naderen van de boot lomp naar 't water bewegen, en er dan plots als 'n schicht in verdwijnen. De krokodil, zegt ons een oud koloniaal, is de geesel der Afrikaan- sche waters. Zij is in alle waters van Midden-Afrika te vinden, behalve, naar het schijnt, in het meer Albert-Edward. Zij kan tot 10 meter lang worden en ligt steeds op loer om haar prooi te snappen honden, gei ten. schapen en ook soms negers. Zij grijpt met d'r wijd opengesperde kaken haar prooi bliksemsnel vast. en sleurt haar onder water. In de opengesneden maag van krokodillen vindt men van alles tot zelfs ket tingen, ijzeren arm- en voetbanden. De krokodil is moeilijk neer te schieten men moet ze in 't oog, of in de opengesperde muil treffen... anders schampt de kogel langs harde schubben af. Te lande is zij min-, der vlug, en men kan haar ontsnappen door verschillende richtingen in. te loopen, daar zij zich moeilijk omdraaien kan 's Avonds blijven wij te midden op den stroom ankeren. Thans heb ben wij minder last vap lichtkevers en muskieten. Een medepassagier haalt een vischlijn boven, en vischt. beschenen door de tropische mane schijn. Na enkele minuten haalt hij 'n visch van ruim twee kilo's boven. WOENSDAG 19 MAART. Dezen morgen was de boot reeds aan 't varen, toen wij te zes uur op geklopt werden voor het lekker kopje koffie of thee. Wij varen weeral tusschen groepen dicht beboschte eilanden. Te half twaalf zijn wij te Lukolela. Ei' wordt stookhout geladen. Wij gaan even aan wal. 's Avonds houden wij te Gombe halt. DONDERDAG 20 MAART We zien voor het eerst nijlpaarden. Drievlak bij het dorp Irebu. Het zijn een stel reusachtige dieren. Zij spuiten langsheen hun neus 't water hoog de lucht in. De stoomboot sireent om de dieren schrik aan te jagen. Want het schijnt voor een stoomboot en vooral voor prau wen niet plezierig te zijn zulke dieren tegen te komen. Immers de nijlpaarden leven bij voorkeur in groote benden bijeen, zij zijn formi dabel sterk, en kunnen met één druk de grootste prauwen omkantelen. Onverschrokken negers en blanke jagers, achtervolgen het nijlpaard in kleine uitgeholde boomstammen met speciale geweren en zware kogels kunnen zij ze neerschieten. Een geschoten nijlpaard levert gewoonlijk zoowat 2000 pond vleesch op. De nijlpaarden voeden zich vooral met jong gras. De sireen van onze stoomboot deed de 3 nijlpaarden opeens spoor loos verdwijnen. Tot nu toe vaarden wij. vanaf Leopoldstad, tusschen een oever van Fransch Equatoriaal Afrika en een oever van Belgisch Congo. Bij de monding van den Congostroom, zwenkt de Congostroom onze kolonie in. doorheen een zeer moerassige streek, recht naar Coquilhatstad, hoofd plaats van de Evenaarsprovincie. 's Namiddags te half vier komen wij te Coquilhatstad aan. Hier moeten velen van onze kennissen afstappen. COQUILHATSTAD. Coquilhatstad, hoofdplaats van de Evenaarsprovincie, is een zeer be langrijke stad. Er wonen zoowat 600 blanken, van 'n tiental naties, en ruim twaalfduizend negers. Benevens de haven, heeft men er een vlieg veld, een T. S. F., hospitalen, een Handelskamer, de Missie der EE. PP. van 't Heilig Hart, Banken, Scholen, Justitiepaleis, hotels, belangrijke handelshuizen en werkplaatsen. Vlakbij, te Eala. ligt de wereldberoemde plantentuin van den Staat. Wij bezochten hem per auto. Onze chauffeur zeiToen Koning Albert den plantentuin van Eala bezocht, heb ik zij ne Hoogheid per auto overal rondgeleid Wij weten natuurlijk niet of de neger ons waarheid sprak. Maar wij deden net of wij hem geloofden, en vaarden er goed bij. Hij toonde ons. langs tientallen dreven en lanen prachtparken waar alle culturen wetenschappelijk geëxperimenteerd worden, en afsluitingen waarin alle soorten vee wordt gekweekt. Het autotochtje Cop-Eala is werkelijk zeer interessant, zoowel ónder oogpunt van natuurschoon als onder wetenschappelijk oogpunt. Coquilhatstad ligt op den Evenaar. Zoodat wij aldus hier voor den wmtmmmmtmtmtmimimtmiwiHnntttmtmt

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 11