NAAR EN DOORHEEN HET
KONGOLEESCHE OERWOUD
ONZE CROOTE REPORTACE
door Jef VAN WYNSBERGHE
TWEEDE DEEL
Ons eerste middagmaal in onze Kongoleesche woning was zeer onge
woon. Wij hadden nog geen kok, en we misten allen moed om in de
weerzinwekkende keuken persoonlijk iets klaar te maken. Wij zouden
ons tevreden stellen met een hapje koud eten een blikje sardines en
wat doorregen spek met een stukje gekregen brood, en als drank... een
glas water.
Wij hebben zelf gelachen om de gekke samenstelling van ons eerste
menu.
Maar... het smaakte ons als koek.
Doch, toen we onmiddellijk daarna liggend in onze leunstoelen
uit eigenaardigheid even uitrekenden wat dat armoedig dineetje ons
kostte, kwamen we tot 29.25 frank minimumbedrag.
Erg duur
Het drong opnieuw tot ons door het leven voor blanken in Kongo is
duur, van mijn loon zouden wij heel weinig kunnen oversparen.
En wat een leven zouden wij hier hebben
De vooruitzichten werkten pijnlijk teleurstellend
Wij durfden niet goed te denken aan onze toekomst in Kongo.
Het viel werkelijk vlug tegen.
Hard tegen zelf.
Temeer hier was niemand om er eens ons hart aan uit te storten.
Niets dat ons opmonterende afleiding kon bezorgen.
Er was geen mensch te zien. Wij wisten de blanken ver van ons weg,
allen in mooiere woningen dan de onze, en de negers maften wellicht
in hun sombere hutten.
De wegel voor onze woning, het gras, de planten, de struiken, de
palmboomen, alles teekende zich roerloos stil af in een dansgloeiende
zonnehitte.
Het scheen ons toe dat alles te ruste lag, dat wij de eenige levende
wezens waren, die loom wakker naar de tropenmiddagdoening zaten uit
te kijken.
Zelfs geen vogel vlerkte door de lucht, geen hond of kat drentelde
rond, geen vlieg of mug was te zien.
Het was eenzaam stil
Zoo eenzaam, dat wij alleen onze eigen trage ademhaling hoor
den, dat wij onze eigen oogleden wisten op- en neerknippen in lang
zame sleur.
Het was té eenzaam
Vervelend
Dat bleef duren... eindeloos lang!...
De hitte drukte hoe langer hoe zwaarder op onze licht gekleede lij
ven. Het zweet pikte onze ruggen. Onze tong schuurde stroef tegenaan
het droge verhemelte, langsheen de strakke zanderige lippen.
Het was om niet langer uit te houden, in die van menschen en dieren
verlaten plek.
Wat moet het nu gezellig thuis zijnzei mijn vrouw als in een
droom.
Thuis
Dat was voor haar in Rotterdam, bij haar ouders, haar broer en zus
Thuis
Dat was voor mij... nergensEen wees van vader en moeder is een
doolaard
Thuis
Dat moest voor ons beiden toch hier zijn, hier waar wij als pas ge
huwden een eigen droomnestje hoorden te bezitten.
Thuis
Ik zweeg.
De stilte spreekt in die momenten de taal der harten.
Ons hart wilde nu bedwelmd worden door een zalig nietsweten, een
zalig nietsvoelen, een zalig nietsdenken, nietsr edeneer en... niets te zijn
SlapenSlapen
Wegzinken in een heerlijk zichzelf vergeten.
We hebben dien wensch in eikaars oogen gezien.
Kom, we gaan slapen om de geheele wereld te vergeten zei ik.
We gingen.
Met een wrange smaak in den mond zijn we een drietal uren later
wakker gekomen... badend in het klamme koortsenzweet.
Het leven herbegon... in hetzelfde milieu dat wij door te slapen even
hadden ontvlucht.
Nu was er leven, beweging hoorbaar...
Moke, onze loopjongen, zat voor de woning met twee oudere negers
neergehurkt. Ze praatten stil hun geanimeerd taaltje.
Zoodra het drietal inlanders ons zag, rezen ze alle drie recht, en kwa
men diep groetend nader.
Ze hadden een verzoek.
Moke was hun tolk de oudste AMISI, bood zich als kok aan de
tweede, ASANI, wenschte bij ons als huis- en waschboy in dienst te tre
den.
Zij toonden ons hun werkboekje. Allebei bekwamen prima getuig
schriften van hun vroegere werkgevers, die nu met verlof naar Europa
waren.
Amisi verbleef vier jaar in Elisabethstad, waar hij zich in een gebro
ken Fransch leerde uitdrukken. Dat brabbeltaaltje kon ons misschien la
ter groote diensten bewijzen.
Zij zagen er allebei zindelijk uit. Amisi verraadde een goedig onder
danig karakter. Asani had een lachopwekkende dwaze tronie.
Wij engageerden de twee inlanders. Amisi zou vijf-en-zeventig frank
maandloon bekomen, Asani dertig en daarbij allebei twaalf frank rant
soen per week. Zoo was de gewone prijs.
Daarmede was ons personeel kompleet.
Ze zetten zich onmiddellijk aan het werk. Asani kreeg een mandje
vuil linnen, dat hij in den Lualabastroom ging wasschen. Amisi was ook
vies van de keuken hij maakte een houtvuurtje op een gedebrousseerd
plekje achter het woonhuis, brandde een pan groene koffieboonen, en
diende ons even later een geurige tas lekkere koffie op.
Heerlijk
Nieuwe horizonten openden zich voor ons. Misschien nam alles nog
wel een betere vaart dan wij nu konden vermoeden.
Qu'esc ce que Monsieur et Madame vouloir manger ce soir He
klonk broebelend grappig.
Bakt ons een broodje, een pan eieren met spek, en zet nog een pot
koffie.
Bravo, mon amiMais tu paries bien frangaisTu m'épates lour-
dement
We keken verrast om. Mijnheer Leonard stond achter ons, en begon
onbedaarlijk te lachen, om het Fransch van Amisi.
Die zwartvellen zijn werkelijk goed hé ricaneerde hij, ten titel
van begroeting.
Wij glimlachten, al vonden wij Amisi's taaltje een heele prestatie.
Joviale handdrukking.
De kok wist niet of hij de bewondering van zijn blanken Politie-
Kommissaris ernstig of lachend moest opnemen. Hij keek ons een mo
ment beteuterd aan, en zei toen verstandig Langue des blancs trés
difficile.Dan groette hij, en verwijderde zich om uit onze koffers al
het noodige te nemen voor het verlangde souper.
Mijnheer Leonard zag er zeer tevreden uit.
En met reden zei hij ons, toen ik er hem opmerkzaam had op ge
maakt. Want ik heb bijzonder goed nieuws voor Mevrouw. Over een
vijftal dagen krijgt u een ander huis. Ik kom meneer halen, om het eens
te gaan bekijken. Mevrouw mag het nog niet zien. Het moet eerst heele-
maal piekfijn in orde zijn. En...
Even hield hij op met spreken, om te genieten van onze zichtbaar
opwellende blijdschap.
En?...
Mijn vrouw was één spannende nieuwsgierigheid.
En u krijgt dan meteen eenige mooie meubels van den Staat.
Moeten wij dan de meubels niet zelf koopen
Welnee ieder staatsbeambte heeft recht op een gemeubileerde
woning.
Dat was werkelijk een buitengewoon dubbel verheugend nieuws
voor ons.
Ik ging onmiddellijk mee kijken. Een rammelkaswagen, die op den
steenweg stond te wachten, bracht er ons hotsebotsend naartoe.
Het is een mooi pisé-gebouwtje, dat een zestal maanden geleden
door den Staat van een Portugeesch werd afgekocht, vertelde mij Mijn
heer Leonard. Het ligt achteraan in het handelscentrum. De weg is
echter dichtgegroeid, maar wordt morgen door een vijftigtal gevange
nen gedebrousseerd.
We reden doorheen het handelscentrum.
En avantkreet de Politie-Kommissaris, toen de wagen zich voor
een tweemeter hoog gras- en struikgewas bevond. Zonder aarzelen reed
de negerchauffeur er door heen. Ieder moment scheen de auto te kan
telen... De angst had me te pakken. Kleine armdikke boompjes werden
gewoon omvergereden. De kop van den waterbak vloog af, en heeten
stoom met kokend water spoot ziedend uit de opening.
Hapana Maneno! Dat geeft niet! Vooruit! kreet Mijnheer Leonard,
bij dat zicht.
Werkelijk hij trok er zich niets van aan en ook de chauffeur deed
precies of alles in orde was, en reed gewoon verder door het hooge gras-
en struikgewas. Hoe die rammelwagen er doorheen kwam, begrijp ik
heden nog niet.
Eindelijk kwamen we op een opene plek, waar eenzaam en verlaten
het bedoelde piséhuisje stond.
Huisje is wat overdreven, want het was een stevig redelijk groot
gedoe het bestond uit twee aaneenpalende ruime kamers van vijf meter
op vijf, met rooden baksteenenvloer. In de huiskamer stak een groote
dubbele deur, waarvan de bovenste paneelen door een metalen muskie
tengaas waren vervangen. In de vóór-, zij- en achtergevel stak een breed
en zeer hoog vensterraam, eveneens uit muskietengaas. Door deze dub
bele deur en drie groote ramen was de woonkamer niet alleen flink ver
lucht, maar hadden we eveneens een mooien uitkijk achteraan op de
kilometer breede Lualabastroom, die slechts een honderd meter van de
woning verwijderd lag vooraan en op zij, op een groote opene plek,
omzoomd door het dichte hooge gras- en struikgewas. In de slaapkamer
was eveneens een dubbele deur, en staken ook twee ruime ramenalles
uit metalen muskietengaas, 's Avonds kon het muskietengaas afgesloten
worden door houten luiken.
De muren worden aan den binnen- en buitenkant gekalkt. Men
zal een nieuwe gonje-zoldering aanbrengen, en het dikke bladeren dak
wordt eveneens vernieuwd.
Omheen de gansche woning lag een prachtige tweemeter breede
barza. (1)
Een dertig meter achter de woning stond de keuken, met eraanpa-
lende een kamertje voor een boy.
En deze boomen, zei Mijnheer Leonard, zijn drie fijne sinaasappel-
boomen, een citroenboom en twee mangoboomen. Ginder ver hebt u
dan nog een vijftal papaaiboomen. Dus fruit in overvloed.
U zult hier prachtig en rustig wonen zei hij nog.
Ik hoop hetIn elk geval hier zal mijn vrouw heel wat liever
wonen dan in de vieze missieschuur.
Over een paar maanden zult u hoogstwaarschijnlijk nog een
mooier huis krijgen, bij ons in het staatscentrum.
Werkelijk
Hoogstwaarschijnlijk wel. Want de Distrikt-Kommissaris krijgt
een prachtige villa. De Administrateur zal dan het huis van den Distrikt-
Kommissaris betrekken, en u kan dan waarschijnlijk het huis van den
Administrateur krijgen. Een prachthuis met cimentenvloeren, glazen-
ramen, badkamertje, enz... Maar vertelt er nog niets van aan uw vrouw
opdat ze er niet te veel zou cp rekenen, en aldus geen ontgoocheling zou
oploopen. Want hier in Kongo weet men nooit vooraf wat er kan gebeu
ren, dat de stevigste plannen in duigen gooit.
Afgesproken. Ik zal zwijgen, maar reken op u
De chauffeur had intusschen zijn wagen nagekeken, en weer reden
we toen, in één vaart, dwars door het hcoge gras- en struikgewas nu
terug naar mijn vrouw, om op de opmonterende vooruitzichten i<u,
ker glas Whisky-Soda te drinken. een lek"
(1) Een t barza is een soort opene warar.da.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).
Jef VAN WYNSBERGHE.
v
V