KOFFIES en CHICOREI met PREMIEN Christiaens S Devolder - KortrijK NAAR EN DOORHEEN HET KONCOLEESCHE OERWOUD Te koop io alle goede winkels. - Premiedepot i G. Laroye, 20, Boomgaardstraat, Yper. EISCHT ALTIJD EN OVERAL DE ONZE CROOTE REPORTACE PAS VERSCHENEN EEN EERSTE ZENDING door Jef VAN WYNSBERGHE Maar de vlammen sloegen van links naar rechts geweldig op, lang en breed met fijne wit-blauwe randjes. Er omheen walmde een dikke rook. We zullen eerst probeeren het woud binnen te dringen zei ik. Maar te vergeefs zochten we naar een doordringbare plek Te vergeefs kropen en kronkelden wij tusschen en onder takken en slingerplanten. Wij bleven steken Wij moesten onze hernieuwde pogingen telkens op geven. Wij hadden slechts één keusofwel doorheen het vuur loopen, ofwel terugkeeren van waar we kwamen. Over het laatste kon geen spraak zijn. Ik had mijn zending, die ik kost wat kost moest uitvoeren. Dus ik moest doorheen het vuur Nooit heb ik een brand zoo aandachtig bekeken als toen. Ik rekende uit dat er een tiental meter te loopen was. Ik zag er me in verbeelding doorheen vluchten. Welken weg zou ik kiezen Waar lagen er het minst hinderlagen, en waar waren de vlammen het minst geweldig Mbungo gaf mij raad midden de rails, rechtdoor hollen. Er was slechts een hal ven meter boomstam over te wippen, die daar nog niet eens brandde. Daar waren we aan weerskanten het verst telkens een paar meter van den witgloeienden brand verwijderd. Daar hadden we slechts de wild uitslaande vlammen en den rook te trotseeren. Nayua Ik weet hetjuichte Mbungo plots. Een vijftig meter achter ons ligt een put water. Maakt er uw klee deren in nat. Anders verschroeien ze te vlug in de vlammen, en loopt u alle gevaar in brand te schieten. 'n Pracht-idee Onmiddellijk liepen we.een eind terug naar een soort kuil waarin vies troebel water stond. Zou ik daarin mijn mooie lacostahemdje en korte broek en helm dompelen Maar dat water rook ellendig. Die geur zou in mijn kleederen blij ven hangen. En ik had geen ander kleederen bij om mij te ververschen. Erger dat slijkkleurwater zou mijn plunje leelijk vlekken. Hoe kon ik me dan te Malela als rechterlijke politie-officier bij blanken en bij een Araab aanmelden. Dat zou toch tegen alle conventie indruischen. Ik aarzelde even. Zou ik terugkeeren, en rapporteeren dat de weg versperd was Nooit Zonder verder na te denken dompelde ik broek, hemd, lijfje en helm in het stinkende water. Een paar minuten later stonden wij druipnat aangekleed, en draaf den naar het vuur. Nu er doorheen De vlammen sloegen hoog en breed uit, de rook walmde in dikke kronkels op, gensters spatten ten allen kante uiteen. Maar nu mocht niet geaarzeld worden. TwendeVooruitriep Mbungo, en de daad bij het woord voe gende sprong hij met 't naakte lijf in 't vuur, de handen beschermend om 't hoofd houdende... Ik keek hem na, ik wilde 't resultaat zien... Maar na een paar sekon- den was hij door de dikke rookwalmen aan mijn oogen onttrokken. Kwam hij er ongehinderd doorheen Bekwam hij brandwonden Ik vernam geen kreet, ik zag niets dan het vuur, de rook waardoor heen ik moest, en hetwelk mij onweerstaanbaar aantrok. Ik voelde alle zenuwen van mijn lichaam jachtig trillen. In mijn hoofd hamerde het Er doorheen Er doorheen Mijn denkvermogen stond als stil. Ninakuja Ik kom kreet ik plots, en met 'n vies-natten zakdoek voor mond en neus, de adem ingehouden sprong ik tusschen de vlam men... en holde, holde... Van weerskanten sloegen lange en breede lekvlammen op uit de ge weldige vuurhaarden, zonder me te raken. De brandende boomstammen leken geweldige toortsen, de brandende struiken een prachtig vuurwerk van duizende en duizende verschillende kleine kunstfakkeltjes, schroei end heet. Mijn oogen persten zich tot fijne spleetjes dicht. Miljoenen gensters spatten ten allen kante. Mijn naakte beenen en armen werden heet, heet. Opwalmende rook beet mij in de oogen, welke ik in vlug tempo heelemaal toekneep en dan weer vlug even opende. Met een wip was ik overheen den versperrenden dwarsliggenden boomstam. Ik holde verder. Ik dreigde te stikken. Ik gooide den natten zakdoek weg, snakte om adem, twee- driemaal met wijden mond. De 'grond gloeide onder mijn voeten. Onhoudbaar geweldig. Het was of mijn gelaat schroeide. Ik zwaaide mijn boekentasch krachtig om me heen, om de lekkende vlam men. die me dreigden te ompakken weg te waaien. Mijn natte kleederen dampten in verbreedende plekken droog. Mijn ooren ruischten. Mijn keel en lippen werden stroef droog. Ik kon geen speeksel vormen. Vooruit... ik zag Mbungo reeds uit de vlammen, gered, hijgend om adem, op- en neerwippend, krachtig op borst, wangen en dijen klap pend... en waanzinnig huilend. Mijn oogen sperden zich open. De rook beet ze pijnlijk prikkend Groote Snoeck's Almanak 1939 Snoeck's Boerenalmanak Snoeck's Almanak (kleine) 4.95 fr. 2.95 fr. 1.00 fr. Te verkrijgen ten bureele van Het Ypersche 34, Boterstraat, 34 YPER dicht. Een moment slechts. Ik opende ze weer. Nog 'n paar sprongen..^ ik was buiten de vlammen. Ik liep nog 'n tiental meter door, buiten en rook bij Mbungo. Ik was buiten het brandend gevaar, weg van de ver zengende hitte, gered! Maar het bloed klopte nog fel in mijn aderen. Het zweet parelde in eens dik op mijn voorhoofd, over mijne heele lijf. Ik hijgde twee. drie bange minuten om adem. Ik deed sekonden lang mijn keel geweld aan om wat speeksel te vormen, om wat speeksel te kunnen slikken Ik was weliswaar gered uit het vuur, ik was doorheen de brandende passage gekomen... maar ik was geweldig vermoeid, ik had hevige koorts... ik voelde de snerpende rooklucht nog in mijn keel, oogen en neus bijten ik moest hoesten, hoesten en niezen... ik was doodop... ver langde ergens languit neer te liggen, en te rusten, te rusten Doch het vuur nam in kracht toe, laaide geweldiger op, en Mbungo bleef onbe daarlijk springen, en zich op het hoofd, borst, rug en dijen slaan met de platte handen, terwijl hij pijnlijk kreet. Mijn jachtgeweer lag, met den loop naar mij toe, op de dwarsbalken, tusschen de rails. Een ontzettende angst maakte zich plots van me meesterzou het geladene, hoogstzeker gloeiend geweer niet uiteenspringen En ook mijn met zeven kogels geladen revolver, die ik in mijn broekzak, op mijn dijen voelde gloeien. Ik sprong als hysterisch op zij, rukte de heete revolver uit mijn zak, trok er in twee vlugge vinger bewegingen de kogelkamer uit, welke ik op 't voetpaadje neven het spoor gooide. Oogenblikkelijk daarop greep ik 't geweer op, en ontlaadde het eveneens van de twee kartouches. Toen tastte ik in mijn boekentasch naar de reservekogelsdeze waren gelukkiglijk slechts lichtjes warm. Dan nog steeds buitengewoon opgewonden sprong ik vlak vóór Mbungo, pakte hem bij de polsen vast, en schreeuwde uit alle macht Nini weye Wat is er met je... Mbungo kreunde Ninakufa Bwana Ik sterf, meester Toen liet hij zich tusschen de rails op de knieën zakken, wrong zich uit mijn greep los, en jankte: «Mama, yangu, mtoto wako anakufa!... Mijn moeder, uw kind sterft!... Tulia Wees kalmraadde ik Mbungo aan Je zenuwen zijn overspannen Je bent gered We zullen nu wat uitrusten. Ik nam hem op, en leidde hem aan den woudrand bij een kaal plekje grond, waar ik hem liet neervallen. Terwijl ik hem beetnam had ik de overgroote hitte van zijn droog gespannen lijf gevoeld zijn lichaam was bij den doorloop door geen nat kleerpak beschermd geweest. Toch had hij bij duizende gelukken geen enkele brandwonde opgeloopen. Alleen zijn haren en wenkbrauwen waren wat verschroeid. Afgemat liet ik me nevens hem neerzinken, en vleide me languit op den grond neer. Op dat moment dachten we niet aan blokmieren, schorpioenen, ver giftige duizendpooters en spinnen die mogelijks op den loer lagen, tuk op prooi. We dachten niet aan slangen, luipaarden en ander groot woud- wild dat ons ieder minuut onverwachts kon overvallen. Op dat moment interesseerde ons niets meer op de geheele wereld wij wenschten enkel en alleen met toeë oogen te liggen, alles om ons heen te vergeten... te rusten, misschien even in te slapen. Dat wij in dien mogelijken slaap een verraderlijken dood konden vinden, kwam niet eens in aanmerking. Het ontladen geweer, de ont- ladene revolver bleven gewoon liggen waar ze lagen... weg uit ons on middellijk bereik. Zelfs dat het een twintig meter van ons hoe langer hoe geweldiger brandde, dreef ons in de eerste tien minuten niet verder. Met gesloten oogen hoorden wij het knetterende hout. Wij voelden op 't gelaat, de beenen en de armen de hitte van het laaiende vuur. Het vuur Dat vuur interesseerde ons niet. Ook niet hoe het zou kunnen ont staan zijn. Slapen UitrustenHet heelal vergeten Alleen dat wilden wij. Maar onze hoofden bonsden te geweldig, onze kelen en lippen bleven te schraal droog. Wij konden niet insluimeren. Wij konden geen rust vinden. Het stuwde in onze harten, in onzen wilVooruit op zoek naar verfrisschend water. Ver weg uit de nabijheid, uit het zicht van de bran dende woudplekke. Zwijgend ging de tocht verder. Mbungo stapte opnieuw voorop, met het geladen geweer aan de riem over den linker schouder. Ik volgde op een vijftal stappen, de geladen revolver in den rechter broekzak, de boekentasch in de linker hand. De zon priemde reeds stilaan door een enorme schaapswolk. De mug gen vlogen in groote benden hoog in de lucht. De palmbladeren hingen roerloos stil. Kortom alles liet voorzien dat het een stikheeten dag zou worden. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). Jef VAN WYNSBERGHE - -li ui ii irma ij I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 7