T&MINES A. STEVENS - VANDERMARLIERE ANTAR Voor uwe Portretten DUHAMEEUW V GRAND BAZAR DE LA RUE AU BEURRE zijn stelsel is gebreveteerd Tel 523 Neermarkt. 5 IEPER 7 Leest en verspreidt HET YPERSCHE Op alle manier zoekt men ze na te maken maarniets te doen, 14, Boterstraat jULES VERSAILLES Zoon YPER Tel. 463 KEUKENGERIEF PORSELEIN GLAS- EN GLEISWERK FANTASIEARTIKELEN GESCHENKEN SPEELGOED ALLE SLACH VAN KINDERVOITUREN PARKEN en KINDERSTOELEN MAROKIJN- EN REISARTIKELEN VRIJE INGANG. Postcheckrekening 1074.11 Handelsregister Yper 323 VASTE PRIJZEN KINDERVERHAAL. ARABISCHE LEGENDE IV. Twee dagen later liep het gerucht onder de Beni-Abs dat er tienduizend oorlogsmannen van Pémin, met Zézid, den bloeddrinker aan het hoofd, op weg waren om den stam uit te moor den. Ook Antar vernam weldra dit verschrikkelijk nieuws. Doch getrouw aan het bevel van zijn vader waagde hij het niet zijn sla'venmidden te verlaten, om terug de wapens op te nemen, en ,den aankomenden vijand te gemoet te trekken. Antar bleef met treurig hart zijn beesten hoe den op een heuvel, van waarop hij den aanruk- kenden vijand kon ontwaren. Het leger van Ched dad. Malek en Zachmet reed den vijand te ge- moet. In de vlakten botsten de Beni-Abs de Yémens tegen 't lijf. De strijd was geweldig. Doch de Yémens waren veel sterker en veel talrijker dan de Beni-Abs. Van op den heuvel waar Antar zijn kudde hoedde, zag hij 't gevecht, en hoe de tenten der Beni-Abs in vlammen opgingen. Zijn vingeren knepen zich tot vuisten, zijn gitszwarte oogen schoten vlammen. Hij voelde in zich een drang, die hem den heuvel wilde doen afloopen, recht naar den strijd toe, om er de zijnen ter hulp te snellen, te verdedigen, te wreken. Want het scheen hem toe dat hij slechts een zwaard te zwaaien had om de Yémens terug te drijven. Maar zijn vader had hem het strijderskleed ver boden... Plots zag hij twee mannen te paard naar hem toerennen. Twee Beni-Abs... Zijn vader en Malek... Zij kwamen in wilde vaart den heuvel opgere den. Weldra waren zij bij Antar. Is dat een uur om schapen te hoeden tierde Cheddad. Ziet ge dan niet den wilden strijd. Wilt ge de Beni-Abs uitgemoord Ben ik anders wat dan een slaaf wedervoer Antar heel zacht. De slaven vechten toch niet, en ik doe het werk dat U mij eergisteren eens voor altijd hebt aangewezen. Wat kon Cheddad daarop antwoorden Hij zag zijn reuzensterken zoon een moment zwijgend aan. Toen zag hij naar de vlakte waar de wil de strijd woedde. Hij zag zijn tenten in vlam men, zijn stam uitmoorden. Cheddad voelde vrees. Ook Malek voelde vrees. Kom strijden, en verdedig de Uwen, siste Malek. O mijn oom spotte Antar, waarom vraagt U geen hulp aan Amara. Is hij niet uw uitverko rene, aan wien U Abla ten huwelijk verkoopen zal. Help ons Antar en ik zal U voor immer tot den edeldom Verheffen, smeekte en beloofde Cheddad opeens. Zweert dat U waarheid spreekt, en ik versla de Yémens, antwoordde Antar. Bij den éénen God en zijn profeet Mahomed, ik zweer het En ik zweer bij den éénen God en zijn pro feet Mahomed, dat ik U mijn dochter Abla ten huwelijk aanbied, zoo U ons van de Yémens be vrijd, zweerde Malek. Antar kon geen mooier woorden hooren. Vader geeft mij Uw paard en Uw zwaard, en ik verslag de Yémens. En zie... enkele oogenblikken later rent Antar op het paard van zijn vader den heuvel af, den strijd te gemoet, terwijl hij een blinkend stevig zwaard wild juichend boven zijn hoofd zwaait. Hij rent de vijandelijke rangen in, en slaat... slaat, met wilde vreugdekreten. De Yémens kennen Antar, en zijn wondere kracht. Bij zijn zicht, stuiven zij verschrikt wan ordelijk uiteen. Niemand durft het tegen hem aan, allen trachten den doodenden slag van zijn zwaard te ontkomen. Maar Antar zit hen na, en slaat... slaat... de Yémens zwaaiend en kappend neer. De vijand vlucht en weldra is Antar het ge vecht meester, en de groote overwinnaar. Daar zit hij nu op het paard van zijn vader, en 't met bloed bedrenkte zwaard in zijn handen... rondom hem liggen onthoofde en zwaar gekwetste Yémens. Hij hield zijn woord versloeg de Yé mens. Zal ook zijn vader en zijn oom Malek den plechtig gezworen eed trouw blijven En wordt de beeldschoone Abla dan werkelijk zijn vrouw V. Malek voelde groote spijt zijn dochter Abla aan Antar beloofd te hebben. Doch zijn hooge brein had vlug een plan gevormd, waardoor hij zijn ge dane belofte niet zou moeten nakomen. Toen Antar, fier over zijn overwinning, met lachenden blik, en vol vertrouwen in de oprecht heid van zijn oom, Malek naderde ging deze hem te gemoet en zei Antar, ge zijt een held Ik heb u mijn doch ter Abla beloofd. Welnu, o mijn neef, zij is voor U, nochtans moet u de gebruiken van onzen stam in eere houden, door aan Uwe verloofde de noo- dige geschenken aan te bieden. Breng mij in ruil voor mijn dochter, duizend kameelen Agafir. Dit zijn de mooiste kameelen ter wereld, die zich op verscheidene dagen reizen van hier bevinden, midden de stammen van den oppervorst Mounzir. Begeef U dadelijk op reis, en zoodra U met de kameelen terug bent. zullen wij Uw huwelijk met Abla vieren. Oom, ik dank u voor uw gegeven woord, antwoordde Antar. U zult zoo vlug mogelijk de duizend kameelen Agafir hebben. Antar zag den spottenden lach niet, in de oogen en op de lippen van zijn oom Malek. Dadelijk begaf hij zich te paard op reis, naar de stammen van den oppervorst Mounzir. Zijn broeder Cheiboub vergezelde hem. Weldra kwamen zij midden een oneindig ver uitgestrekt plein terug. Antar en zijn broeder Cheiboub galoppeerden altijd maar verder. Van tijd tot tijd hielden zij even halt om een vogel of een dier te dooden, en zich te voeden. Bronnen leschten hun dorst, 's Nachts hielden zij halt bij een paar palmboomen, om uit te rusten, en hun paarden te laten uitblazen, en te voeden. Na vier dagen vermoeiende reis zag Cheiboub over de witte heetblakende zandvlakte een don kere stip. Het is een tent, zei Cheiboub. Een tent vroeg Antar verbaasd. Wie zou hier wel midden deze eenzame onvruchtbare plei nen kunnen leven, ver weg van alle menschen Wie weet, zei Cheiboub. Met strak gespannen teugels galoppeerden zij naar de tent, die zich hoe langer hoe duidelijker afteekende tegen de wit heetblakende zandvlakte. Zij naderden...naderden Bij het gerucht van hun paarden kwam een lange oude grijze man uit de tent. Hij had een versleten oranjemantel aan. Zijn lange haren en lange baard waren sneeuwwit. Uit zijn heldere oogen straalde een zachte goedheid en hooge waardigheid. Met een lichte vriendelijke buiging, en de rech ter hand opgeheven, groette hij minzaam Antar en Cheiboub Weest welgekomen. Komt in mijn tent, drinkt en verfrischt U. Antar en Cheiboub aanvaardden dankbaar het hartelijk aanbod van den zeer eerbiedwaardigen ouderling. Weldra zaten zij toen genoeglijk samen, en Antar vertelde zijn heele geschiedenis. Hoe hij door zijn vader verplicht was midden de slaven te leven, hoe hij Abla lief kreeg, hoe hij tot twee maal toe heldhaftig het leven van zijn stam red de, hoe hij door zijn moeder vernam dat de won dermooie Abla zou uitgehuwelijkt worden aan Amara, hoe Malek hem daarna zijn dochter Abla beloofde, en hoe hij nu op reis was om de dui zend Agafirkameelen te halen. Toen de ouderling het woord Agafir hoorde, verbleekte hij, en zag zijn bezoekers strak aan. Hij liet Antar uitvertellen, en riep toen «O Antar, vriend Antar... uw oom Malek ken ik. Het is een zeer booze man, die U laffelijk be driegen wil. Wat bedoelt U vroeg Antar verbaasd aan den grijsaard. Al de Agafir-kameelen die buitengewoon mooi en rap zijn, behooren den grootvorst Moun zir toe. Aldus kan U hen U onder geen voorwend sel toeeigenen. Want de grootvorst Mounzir zal geen enkel van zijn prachtkameelen willen af staan. Uw oom heeft U er henen gestuurd om er U te laten vermoorden. Want zoodra de stammen van den grootvorst Mounzir uw wensch zullen kennen zijt u een verloren man. Bij 'deze woorden sprong Antar plots op, en bevend van woede riep hij Mijn Oom Malek kent me dan niet. Tot he den heeft nog niemand mij kunnen overwinnen, of mij doen achteruitwijken. Toen groette hij den grijsaard, bedankte hem voor de goede ontvangst, zadelde met zijn broeder de paarden en galoppeerden bedroefd doch vast besloten den'weg op naar de stammen van den grootvorst Mounzir. ('t Vervolgt). J. V. wendt U tot het vermaard huis PHOTOGRAAF 19, Tempelstraat, 19, YPER - Tel. 170 Begeeft zich ten huize voor alle photowerken, huwelijken en familiegroepen. Al het werk is gewaarborgd - Spoedige uitvoering. Open op Zon- en wekedagen. Algemeen Vertegenwoordiger voor IEP ER en POPERINGE Laat.te model 5BUFFETJ' T.VMINES Thaumaturge HUIS GESTICHT IN 1896

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1939 | | pagina 7