PLECHTIGE COMMUNIE Drukkerij Dumortier 34, Boterstraat, YPER Tel. 500 Onvooringenomen Reportage door JEF VAN WYNSBERCHE. DE EXPRESSTREIN BRUSSEL - AKEN - KEULEN. Kerkboeken Paternosters Beeldekens Geschenken I V. (2' Vervolg) Op dat moment stappen nieuwe passagiers in de gang voorbij. De deur van ons compartiment wordt opengetrokken, en nieuwe reizigers nemen bij ons plaats twee frissche dertigjarige dames, een grijze dame en twee vijftigjarige heeren. De twee jonge dames hebben geen reis koffer bij die zullen dus waarschijnlijk enkel tot Verviers of hoogstens tot Herbestahl doorreizen. Er hangt nu opeens een heel andere atmosfeer in ons compartiment wij zijn vreemden die door een toeval dicht neven één geplaatst werden in een te kleine ruimte, waar wij elk voor zich zwijgen. Onze oogen bestrijken onopvallend de nieuwe medereizigers ook wij wor den door hen van uit den schuine bekeken. De trein bolt verder!... Ich glaube dass etwas gegen die Heimattreue-Front unternommen wird (1) zegt plots één der twee jonge dames aan de andere. Wass vraagt de andere.- Dass weiss ich noch nicht(2) En zij praten verder in het Duitsch, en weldra is het voor mij duide lijk dat die twee jonge dames allebei van het bij ons land aangehechte Duitsche gebied zijn... en tot het Heimattreue Front» behooren, dus verlangend uitkijken naar het moment dat Führer Hitier Eupen- Malmedy-Sint Vith van België zal opeischen. Interessant Dat zijn nu toch menschen die in het vrije demokra- tische België wonen, die de vrijheid van meeningsuiting bezitten, die zeker geen te kort hebben aan boter, koffie, olie en sommige andere voedingswaren welke in Duitschland schaars zijn. Dat zijn menschen die in België leven, aan de grens van Duitschland menschen die regel matig in Duitschland komen en aldus beter als wie ook open oog kun nen hebben voor het verschil van politiek, sociaal en economisch leven in ons land bij dat in 't Hitlerland. Ik vraag me af waarom zij liever terug bij Duitschland terug ge hecht zouden worden. Op een gepast oogenblik stel ik de elegantste der twee jonge dames die vraag. Beiden blozen lichtjes bij deze inmenging en kijken elkaar onder vragend aan. Hun schijnbare verwarring duurt echter slechts een kort moment, want onmiddellijk daarop verklaart zij vuurvol Wofür wir lieber zu Deutschland zurück wollen? Weil wir treu deutsch geblieben, unsere Fahne nicht nach dem Winde drehen, man eben. aus uns guten Deutschen niemals Belgier machen kann und wir es auch nicht wollen. (3) Wij laten ons echter door deze vaderlandslievende ontboezeming niet van de wijs brengen. Wij trachten meer zakelijke motieven te verne men en vragen Hoe komt het dan dat veel andere Oud-Duitschers liever Belg blijven, en vijandig staan tegenover het Heimattrouwe Front Een misprijzende lach leidt haar antwoord in Waarvoor hoont zij. Omdat, in het algemeen genomen, alle Materialisten, die slechts aan hun geldbeugel en hun voordeel en hun bekwaamheid den ken, het niet beter wenschen Dit is nog steeds een vage bewering ik frons mijn wenkbrauwen, als wou ik zeggen Dat zie ik niet goed in. Maar zij verduidelijkt hare stelling: «Meestal zijn dat Renten- ontvangers die onder Duitsch regiem opnieuw zouden moeten arbeiden en het nu gemakkelijker hebben. Mijn zuster bijvoorbeeld is als za- kenleidster aangesteld bij een oud-Belg, die, ingeval wij Duitsch wor den. waarschijnlijk als dusdanig er geen belang bij heeft zijn zaak in onze streek verder te voeren, als Belg in Duitschland die meneer is tegen Duitschland, tegen het Heimattrouwe FrontBegrijpt u het En uw zuster negeeren wij. Zij vpelt Duitsch En dit spijts zij als leidster in een opticienzaak in Duitschland nog eerst heel wat zou moeten bijleeren, examens zou moeten afleggen, vooraleer zij haar huidig ambt verder zou mogen uitoefenen. In België daarentegen waar nog alles te ordenen is kijkt men niet zoo nauw toe hier is alles gauw goed en men laat er den boel draaien. Eenieder mag zich hier ingenieur noemen Is het Heimattrouwe Front sterk negeeren wij opnieuw. Spijts het gestook en de hetze van Socialisten, Kommunisten en Rexisten, spijts het gepredik der Katholieken tegen het Duitsch Natio naal Socialisme, en spijts het geldbeugelbelang en de gemakzucht van enkele vooraanstaanden telt onze partij zestig procent der oud-Duitsche bevolking onzer streek. Zestig procent Minstens Want vergeet niet dat er in onze streek minstens een paar duizend oud-Belgische beambten en soldaten zijn, die dus geens zins als oud-Duitschers mogen beschouwd worden, en die eerlijkheids halve in onze streek niet zouden mogen stemmen. Even zwijgt zij. Haar vriendin bekijkt haar, en dan ons het is aan haar plots levendiger toekijken, aan haar ineens meer vooroverbui gende houding goed te zien dat zij er een woordje wenscht bij te voegen Inderdaada «Dit is een mooi procent!» zegt ze, en verduidelijkt: «Want de Belgische Regeering heeft nu reeds gedurende twintig jaar al het mogelijke gedaan om van ons Belgvoelenden te maken. Zij heeft in onze scholen vreemde leerkrachten geplaatstzij heeft te Eupen de Duitschvoelende schepenen afgesteld en door Belgischvoelende ver vangen zij tracht onze Duitsche taal door de Fransche taal te ver dringen. Als u dan indachtig bent dat Eupen-Malmedy sterk overwe gend Katholiek is ik bedoel zeer godsdienstig en onze priesters op bevel van den Luikschen bisschop die als Waal anti-Germaansch, dus anti-Duitsch is verplicht zijn te keer te gaan tegen Duitschland zoogezegd tegen de leer van Rosenberg dan moet ieder waarheids- lievende persoon bekennen dat Eupen-Malmedy spijts alles op en top Duitschvoelend en Duitschverlangend gebleven is Met een lachje voegt de elegante erbij Adolf Hitler is daarom ook onze Führer We rijden Verviers binnen. De trein stopt. De twee jonge dames staan recht, groeten ons minzaam, en zijn een paar oogenblikken latei- verdwenen in de gang. Voila comment on prépare le terrain pour l'intervention alle mande! C'est ainsi que les choses se sont passées en Autriche et en Tché- coslovaquie. II en ira de même chez nous si le Gouvernement ne réagit pas vigoureusement et si on ne met pas fin aux manoeuvres de ces gens la (4) zegt mij een der twee heeren terwijl hij ook de grijze dame en den heer voor hem aan een gesprek wil doen interesseeren. Ik lach ironisch, zonder mijn eigen gevoelens, mijn eigen meening te verraden ik wil opzettelijk voor allen een vraagteeken blijven in zake mijn standpunt tegenover het Hitier-Probleem, Ik ben immers op reportage om een andermans gedachten en doenwijze te ontdekken, en niet om mezelf te laten uithooren en mijn onderzoek te dwars boom en. Ook de mooie twintigjarige Duitsche kijkt geïnteresseerd toe, mis schien benieuwd wat ik antwoorden zal. Ik zeg echter niets, en ook zij zwijgt. Een drukkende stilte er moet toch iets gezegd worden. Ik begrijp niet best het Duitschverontschuldigt zich de grijze dame. en praatziek voegt zij er bij Daarom blijf ik ook nooit lang in Duitschland. Mijn dochter is te Dusseldorf gehuwd met een Duitscher, die echter ook vloeiend Fransch spreekt. Ik vind het Duitsch voor ons Franschsprekenden een moeilijke taal. Ik ben zelf van een Duitschen vader zegt daarop de pro-Belg. ik heb te Keulen zelfs nog een broeder wonen, maar mijn moeder was Belgische. Een tiental jaren geleden ben ik ook naar België komen wonen en heb me laten naturaliseeren nadat Hitier aan het bewind kwam. Ik moet niets van het Nazi-regiem hebben. Het is nu ruim twee jaar dat mijn vader overleed en ons 'n mooien cent naliet. Maar die smeerlappen verbieden mij mijn rechthebbend deel naar België te doen komen. Mijn erfdeel blijft er geblokkeerd. Ik liep reeds tienmaal naar 't Consulaat, schreef en wreef niets aan te doen. Maar nu kreeg ik van mijn broer die Nazist is 't bericht dat er kans was 't geld naar België mee te nemen, indien ik vijftig procent aan het Duitsche Rijk laat. Wij gaan nu eens hooren. De andere vijftigjarige heer lacht hartelijk, en verklaart zijn vroo- lijkheid Dat is nog begrijpbaar zegt hij Dat is Duitsch bezit dat naar 't buitenland moet. Maar ik hoorde van een vriend iets beters. Mijn vriend is een Belgische boer die aan de Duitsche grens woont. Verleden week ging hij met een koe naar Aken. De Duitschers lieten hem ongehinderd passeeren. De man verkocht zijn koe op de markt te Aken. Komt tevreden naar huis, maar aan de grens zegt de Duitsche politie hem dat hij het ontvangen geld niet naar huis mag medenemen hij moet het in Duitschland laten. Hoe de man ook vloekte en sakkerde zijn koe was verkocht en 't geld moest in Duitschland blijven. Formidabelzegt de grijze dame. en de pro-Belg schudt ge ërgerd zijn hoofd. Dat vloeit uit de deviezen voortmengt de mooie twintigjarige zich nu toch in 't gesprek Er mag heelemaal geen geld meer uit Duitschland naar het buitenland gestuurd worden. Vroeger mocht ik ieder maand tien mark uit Duitschland naar Brussel sturen om mijn moeder te helpen onderhouden. Van Nieuwjaar 1939 mag het niet meer!» Zelfs als ik uit Duitschland naar België wil reizen om mijn familie te bezoeken, dan mag ik met slechts tien mark over de grens. Ik mag dus niet eens geld medenemen om mijn reis- en verblijfkosten in België te betalen. Dat is zoo voor ieder Duitscher. En dat noemt men VolkskuituurVolksverheffingzegt de tweede vijftigjarige heer. Het zijn noodzakelijke maatregelen om Duitschland onafhanke lijk van het buitenland te makentracht de mooie twintigjarige lichtjes te vergoelijken. Maar met 'n misprijzend schouderophalen laat de pro-Belg zich rustig in zijn hoek leunen, als wilde hij zeggen Kom laten wij erover zwijgen Aanteekeningen (1) «Ik geloof dat er iets tegen het Heimattrouwe Front ondernomen wordt. (2^ «Dat weet ik nog niet.» (3) «Waarvoor wij liever terug bij Duitschland willen? Omdat wij trouw Duitsch gebleven, onze vlag niet naar den wind draaien, en men uit ons goede Duitschers nooit Belgen kan maken en wij het ook niet willen. (4) Ziedaar hoe men het terrein voorbereidt voor de duitsche tusschen- komstAlzoo ging het in Oostenrijk en Tjecoslovakije en zoo zal het ook gaan bij ons indien de regeering niet krachtdadig ingrijpt en zoo men geen einde stelt aan de handelwijze dezer lieden. (Copyright «Pers-Bode»), (Wordt Vervolgd) Jef VAN WYNSBERGHE.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1939 | | pagina 7