Kuhlmaphos 3 8'
I I
gebeurd is. Moest Yper ooit van uit de lucht aangeval
len worden, dan mogen wij om de reeds vernoemde re
denen voorzien dat men hier enkel en alleen een moreel
effect zal beoogen en daarvoor zijn geen bommen van
500 kg. noodig, waartegen geen enkele schuilplaats be
stand is. Men zal hier enkel eenige kleine bommen van
een tiental kg. ofwel brandbommen werpen en daar
tegen bieden de schuilplaatsen voldoende veiligheid,
alsook tegen de scherven van springbommen. Het is on
mogelijk veilige schuilplaatsen te bouwen voor geheel
de bevolking. De meesten zullen trachten naar eigen
goeddunken en ten beste mogelijk hunne veiligheid te
verzekeren en voor de anderen, die zulks niet kunnen
doen. worden er gezamenlijke schuilplaatsen ter beschik
king gesteld. Doch zooals eenieder, die zich in zijn kel
der schuilt, dit op eigen verantwoordelijkheid doet, zoo
ook kan de stad geen verantwoordelijkheid opnemen
voor de schuilplaatsen door haar ingericht, gezien zij
geen absolute zekerheid bieden. Benevens de reeds
aangeduide schuilplaatsen, zullen er ook nog loopgrach
ten rond de stad gegraven worden, zoo onder meer op
de Kalfvaart, Ligywijk, enz. Dit is ook een heel goede
beschutting, als er geen treffers komen. Dan hebben
wij nog de uitdrijving. Ik denk dat wij met de combina
tie van deze drie maatregels toch een zeker veiligheids
gevoelen aan de bevolking kunnen geven. Elk moet
zien wat hem best te doen staatofwel het hazenpad
kiezen, ofwel in zijn kelder blijven, ofwel ook nog naar
een schuilplaats gaan. Persoonlijk kunnen wij daartegen
geen beslissing nemen, iedereen is vrij te handelen
naar eigen goeddunken.
M. Lahaye. Voor wat de loopgrachten betreft ware
het niet best, gezien gij nog steeds de uitdrijving van
de bevolking voorstaat, die te graven op een tweetal
kilometer buiten de stad
M. Vanderghote. Men zal daar geen beschikbare
gronden vinden. Ten andere, tegen dat de menschen
ginder toekomen, zou het dikwijls reeds te laat zijn.
De loopgrachten worden meest gemaakt midden de be
volkte wijken en de regeering prijst zelfs aan in iede-
ren hof achter de huizen een kleinen put of gracht te
maken.
M. Muiier. Ware het niet mogelijk eens den toe
stand te onderzoeken van de nog bestaande onderstan
den. Zoo bijvoorbeeld achter het Hommelhof langs de
vaart bestaat er daar nog een onderstand die moge
lijks nog een goede schuilplaats zou zijn. Men zou eens
moeten onderzoeken in welken toestand hij verkeert.
M. Vanderghote. Wij zullen daar nota van houden.
Thans vraag ik het voorgestelde krediet van 100.000 fr.
te willen stemmen.
De raadsleden stemmen eenparig ja.
M. Vanderghote. Vooraleer tot het volgende punt
over te gaan. wensch ik nog verslag uit te brengen over
den toestand der stadskas die nagezien werd den 23
September 1939. De ontvangsten voor 1939 bedragen de
som van 2.245.08Ö fr. 53 en deze over het dienstjaar
1938 de som van 11.500 fr., 't zij te zamen 2.256.580.53 fr.
De uitgaven beloopen tot 2.066.755 fr. wat een batig
saldo laat van 189.825 fr. 53. Daarbij gevoegd de ont
vangsten van het bedieningsfonds, zijnde de som van
70.026 fr. 92, maakt een totaal van 259.852 fr. 45.
M. Leuridan. Wij hebben ons onthouden bij de
stemming over de stadsrekening van 1938 en ik had als
dan onze houding moeten verrechtvaardigen, doch ik
kan dit nu nog evengoed doen als bij de besprekingen
van punt elf onzer dagorde, alhoewel dit dan had moe
ten gedaan zijn. Wij weten dat onze meening toch wei
nig of geen invloed heeft op uwe houding, want na het
opmaken der begrooting blijkt later dan iedermaal dat
uw procédé steeds hetzelfde blijft, namelijk een over-
raming der kredieten met het gevolg niet zoozeer veel
geld in kas over te laten, maar toch deze meening al-
zoo onder uwe medeburgers te scheppen. Immers, deze
lezen alleen maar het cijfer van het overschot en zijn
alzoo getroffen door dit geweldig groot cijfer. Hieruit
wordt dan ook spontaan afgeleid dat uw financieel be
heer niet alleen onberispelijk maar zelfs zeer voordee-
lig is. Wij hebben ons dan onthouden omdat wij niet
willen meêhelpen aan het versterken dezer twijfelach
tige begoocheling waarin men de bevolking brengt. Het
is nu het moment niet om daarop verder uit te weiden,
doch ik wil enkel doen opmerken dat alles hooger ge
raamd wordt dan noodig is, wat voor gevolg heeft meer
dere belastingen te doen stemmen en dan een overschot
te hebben dat later dan toelaat ontlastingen voor te
stellen die steeds welkorh zijn.
M. Vanderghote. Dit is een financieele interpellatie
als gevolg op de kennisgeving van den toestand der
stadskas, alhoewel zulks slechts een eenvoudige mede-
deeling is.
M. Leuridan. Ik heb u gezegd dat ik dit evengoed
bij de bespreking van punt elf had kunnen doen. Wij
zijn gewoon het onderzoek van den toestand der stads
kas als een afzonderlijk punt op de dagorde vermeld te
zien en het is omdat gij het ons nu daar zoo maar ge
lapt heb, dat ik het u ook lap.
XVII. Mededeelingen.
De Heer voorzitter geeft lezing van een brief van den
Heer Gouverneur aangaande de verdaging van zekere
werken en de noodig te doene besparingen.
De openbare zitting wordt hierop te 20 u. 05 geheven.
VRAGEN EN AANBIEDINGEN VAN PER-
•SONEEL plaatst men met succes in onze
KLEINE AANKONDIGINGEN
DE DUIKBOOTOORLOC
Van 'zoodra de Britsche eerste-minister Cham
berlain het verzet tegen den inval in Polen aan
kondigde en aan Duitschland den oorlog ver
klaarde, hebben de Duitschers dadelijk een ge
weldigen en onverbiddelijken duikbootoorlog ont
ketend. De Duitsche duikbooten kwamen aan
stonds in werking en dit in verscheidene zeeën
te gelijk, wat vanwege de Duitschers een gansch
andere strijdmethode aanwijst dan gedurende
den grooten oorlog van 1914-18.
De uitslagen, die door den duikbootoorlog de
eerste dagen behaald werden, waren dan ook ver
bijsterend. lederen dag verloor de Britsche vloot
een of meer harer eenheden en zoo werden, alleen
gedurende de tien eerste dagen van den nieuwen
oorlog reeds 15 Britsche schepen in den grond ge
boord, namelijk de Athenia eener tonnemaat
van 13.125 ton Manaar 7.250 ton Regent
Tiger10.150 ton Olive Grove4.200 ton
Bosnia2400 ton Pukkastan 7.400 ton
Royal Sceptre 4.853 ton Winkleid 3.000 ton;
Goodwood 2.600 ton; Kennebec 8.548 ton
Magdafur 6.000 ton; «Rio Clara» 4.500 ton; In-
ver Liffey 9.465 ton Blangolia 4.425 ton, en
de Gartavon van 1.777 ton.
Voor wat de Duitschers betreft, verloren deze
6 schepen gedurende hetzelfde tijdperk. Vier wer
den getorpedeerd, namelijk de Inn 2.400 ton
Olinda 6.500 ton Carl Fritzen 2.900 ton, en
de Fritzsen 2.200 ton, terwijl twee, de «Baldin»
5.805 ton en de Vegesach 4.061 ton, ergens'ge
strand zijn en als verloren aanzien worden.
Verder werden door de neutralen de volgende
verliezen geleden een Grieksch schip, de «Korti»
van 4.500 ton een Hollandsch, de Marck van
I.540 ton, en een Finsch schip, de Olvebank
van 2,775 ton.
Dit is het bilan van de eerste tien dagen oorlog
op zee. Sedertdien echter is deze lijst der verlie
zen van de verschillende vlootmachten nog aan
zienlijk gestegen.
De Engelsche verliezen, die in het begin zoo
groot waren omdat Engeland zich niet aan zoo
een snellen aanval vanwege de Duitsche duik
booten had verwacht, hebben nochtans gaande
weg verminderd naarmate het stelsel van bege
leiding der koopvaardijschepen in voege trad en
meer en meer uitgebreid werd. De Engelschen
beweren zelfs dat zij nu reeds, dank zij de over
macht van hun toezichtsdienst op zee, een veel
grooter tonnemaat koopwaren in beslag genomen
hebben dan zij er door de Duitsche duikbooten
verloren. Van een anderen kant kondigt Duitsch
land nu nog een verscherping van den duikboot
oorlog aan, doch ook de andere landen, die alzoo
gewaarschuwd zijn en thans weten waaraan zich
te houden, vermeerderen hun voorzorgs- en ver
dedigingsmaatregelen, en voornamelijk Engeland,
die op dat punt het kwetstbaarst is en zich ook
het meest bedreigd ziet.
Het ware voorbarig nu reeds gevolgtrekkingen
daaruit te maken, want het is zeer moeilijk, zoo
niet onmogelijk nu reeds te voorzien hoe of in
wiens voordeel deze duikbootoorlog zal afloopen.
Nochtans kan het belangwekkend zijn eens na
te gaan hoe de toestand der koopvaardijvloot zich
voordeed vóór en na den wereldoorlog van 1914-18
en in welken toestand deze vloot zich thans be
vindt.
Ziehier de statistiek der wereld handelsvloot
in 1914.
Schepen Ton
Groot Brittanje en Ierland 9.240 19.256.766
Britsche Dominions 2.088 1.788.283
Denemarken 822 820.181
Frankrijk 1.576 2.319.438
Duitschland 2.321 5.082.061
Holland 806 1.496.455
Italië 1.160 1.668.296
Japan 1.013 1.708.386
Noorwegen 2.191 2.504.722
Spanje 647 898.823
Zweden 1.466 1.118.086
Vereenigde Staten 2.490 2.970.284
Andere landen 4.249 4.728.042
Totaal 30.836 49.089.552
Gedurende de vier jaren oorlog heeft de vloot
der verbondenen, die een gezamenlijke tonnemaat
van 28.013.000 bedroeg, een verlies ondergaan van
II.333.000 ton. Doch niettegenstaande dit over
groot verlies, was de wereld handelsvloot in 1919
niet verminderd, integendeel. Immers, zoowel de
oorlogvoerende als de neutrale landen hebben ge
durende de oorlogsjaren schepen hersteld en
is gewaarborgd
watervrij
Phosphoorzuur
1 volkomen
De beste Phosphorische meststof oplosbaarin water
Te verkrijgen bij de bijzonderste handelaars van 't land.
Inlicht. Et. KUHIMANN, 2, Loxumstraat, Brussel
nieuwe gebouwd, zoodat de toestand in 1919 er
als volgt uitzag
Schepen Ton
Groot Brittanje en Ierland 7.964 16.555.471
Britsche Dominions 2.141 2.052.404
Denemarken 645 702.436
Frankrijk 1.440 2.233.631
Duitschland 1.768 3.503.380
Holland 931 1.591.911
Italië 858 1.370.097
JaPan 1.418 2.325.266
Noorwegen 1.629 1.857.829
Spanje 576 750.611
Zweden 1.263 992.611
Vereenigde Staten 4.350 10.782.17S
Andere landen 3.766 3.943.670
Totaal 29.255 50.919.274
Zoo men de vergelijking maakt tusschen deze
twee statistieken van 1914 en van 1919, dan komt
men tot het besluit dat, spijts al de verliezen die
zoowel de oorlogvoerende landen als de neutrale
tijdens die vier jaren oorlog geleden hebben, de
handelsvloot in 1919 machtiger was dan in 1914
dat Engeland het meest getroffen werd en zijn'
ontzaglijke verliezen niet heeft kunnen inwin
nen, en dat de Vereenigde Staten alleen het
grootste aantal nieuwe schepen gebouwd hebben
en een winst van ongeveer 8 millioen ton boeken.
Einde 1938 beschikte de vloot der verschillende
landen over de volgende bruto tonnemaatGroot
Brittanje 17.675.000 Japan 5.007.000 Noorwegen
4.613.000 Duitschland 4.232.000 Italië 3.259.000
Frankrijk 2.881.000 Holland 2.852,000 Grieken
land 1,889.000; Zweden 1.571.000; Denemarken
1.130.000 Vereenigde Staten 11.404.000, en andere
landen 10.357.000 ton.
Dus van de oorlogvoerende landen zijn er twee
die minder goed voorzien zijn dan in 1914, te we
ten Engeland dat thans ongeveer 2 millioen ton
minder heeft, en Duitschland waar de verminde
ring ongeveer 800.000 ton bedraagt. Frankrijk
daarentegen heeft omtrent 500.000 ton meer en
de Vereenigde Staten 8 millioen ton.
Hierbij dient gevoegd dat Engeland thans nog
schepen in aanbouw heeft voor een globale ton
nemaat van 300.000 ton. In 1914 had het ongeveer
400.000 ton in voltooiing. De andere groote landen
hebben voor het oogenblik samen bij de 8.600.000
ton in aanbouw, onder meer Vereenigde Staten
920.900 ton Duitschland 381.304 tonJapan
306.745 ton Holland 242.688 ton Italië 216.970
tonDenemarken 132.760 ton Zweden 127.700
ton Frankrijk iets minder dan 100.000 ton.
Eens in 't bezit dezer gegevens, kan men zich
afvragen of de Duitsche duikbootoorlog, zooals
hij thans gevoerd wordt, in staat is Engeland te
bedwingen of ten minste zijn weerstandsvermo
gen en zijn macht sterk te verminderen.
Ons steunende op hetgeen de Engelsche vloot
gedurende de tien eerste dagen van den tegen-
woordigen oorlog aan schepen verloor, mogen we
zeggen dat Duitschland omtrent 9.000 ton per
dag in den grond boorde. Dit ware in een jaar iets
meer dan drie millioen ton. In den huidigen toe
stand harer scheepswerven en gezien de traag
heid van het werk, ware het aan Engeland onmo
gelijk dit verlies in een jaar tijd in te winnen.
Dit is dus reeds een bedreiging, alhoewel het ook
nog geenszins uitgemaakt is dat de Duitsche duik
booten erin zullen slagen de Engelsche schepen
voorts in hetzelfde rhythme als tijdens de tien
eerste dagen van den oorlog te torpedeeren. Enge
land was toen,wij zegden het reeds, daarop geens
zins voorbereid en nu dat zijn handelsschepen
door vliegtuigen en oorlogsschepen bewaakt en
begeleid worden, is het gevaar der duikbooten
reeds fel afgenomen.
Doch ten overstaan van dien onvoorzienen duik
bootoorlog heeft Engeland zich ertoe verplicht
gezien een zekere hoeveelheid zijner schepen in
veiligheid te laten, namelijk in de Aziatische ha
vens. Engeland kan dus maar over een deel zijner
vloot beschikken en dit is een tweede bedreiging
die de Britsche hulpbronnen gedurende een zeke
ren tijd kan beperken.
Daarbij kan de Engelsche vloot, zooals zij thans
bestaat, niet voorzien in haar eigen behoeften en
vooral niet in oorlogstijd, niettegenstaande zij
sedert enkele maanden reeds zooveel levensmid
delen en grondstoffen ophoopte.
Er mag hieruit afgeleid worden dat de duik
bootoorlog in den huidigen toestand een zeker ge
vaar oplevert voor Gröot-Brittanje en op zijn
minste genomen dit land toch in ernstige moei
lijkheden kan brengen.
Deze gevolgtrekking steunt natuurlijk op de
huidige gebeurtenissen en op de gegevens die ons
tot heden bekend zijn, doch dit wil niet zeggen
dat die toestand niet veranderen kan en mis
schien reeds in een zeer nabije toekomst gansch
in 't voordeel van Engeland kan omgekeerd wor
den. Zullen de maatregelen die Engeland nu
neemt nog niet .afdoender zijn dan deze die het in
1917 trof Zullen de Duitschers erin slagen hun
duikbootoorlog te verscherpen of zullen zij, ten-
gevolge van den strengen economischen oorlog,