Gemeenteraad
van per
4
O
Verslag der zitting van 30 December 1939
De zitting wordt geopend te 15 u. 10. Z:jn tegenwoor
dig de Heeren Vanderghote, burgemeester-voorzitter;
Deiahaye. Biebuyck en Berghman, schepenenJvr.
Cornillie. de Heeren Pattyn. Missiaen, Michiel. Ver-
gracht, Leuridan en Capoen. raadsledenVersailles,
secretaris.
M. Vanderghote. Ik heb de eer u verslag te geven
over het onderzoek der stadskas dat voor het vierde
kwartaal op 23" dezer gedaan werd. De ontvangsten
voor 1939 beloopen tot de som van 3 255.642 fr. 74 en
deze voor het dienstjaar 1940 tot de som van
15.925 fr., 't zij te zamen 3.271.567 fr. 74. De uitgaven
voor 1939 beloopen tot de som van 3.078 988 fr 65. zoo
dat er een batig saldo is van 192.579 fr. 09. Hierbij dient
nog gevoegd 70.000 fr. van het bedieningsfonds, wat
maakt dat het te verantwoorden saldo de som bedraagt
van 262.579 fr. 09.
M. Missiaen. Zijn de nog uit te betalen mandaten
hierin begrepen
M. Vanderghote. Ik zou het u thans niet kunnen
zeggen. Ik zal dit eens nazien en u dit, zoo gij wilt, tij
dens de eerstkomende zitting mededeelen.
I. Stedelijk kerkhof Grondvergunningen.
M. Vanderghote. Het bedrag der vergoeding, die
voor de onlangs aangevraagde grondvergunningen op
het kerkhof te betalen is ten voordeele der Commissie
van Openbaren Onderstand, werd in zitting van den
28 December 1939 vastgesteld op de totale som van
7.470 fr. Ik stel voor dit goed te keuren.
Al de aanwezige raadsleden stemmen ja.
II. Stadseigendommen Verkoop van grond.
M. Vanderghote. Dit punt dient nogmaals uitge
steld te worden, daar wij nog de noodige inlichtingen
niet ontvangen hebben vanwege den ambtenaar van
Bruggen en Wegen die zich hier in onze streek raet de
kwestie der waterwegen bezig houdt
III. Leening van 700.000 fr. onder vorm van krediet-
cpening bij het Gemeentekrediet voor 1940.
M. Vanderghote. De beraadslaging die u thans
voorgesteld wordt is de gebruikelijke formule die u vroe
ger gewoonlijk door 't schepencollege voorgelegd werd.
Deze leening van 700.000 fr.. aan te gaan bij het Ge
meentekrediet onder vorm van kredietopening, moet de
stad toelaten in 1940 de gewone verplichte uitgaven te
betalen in afwachting dat het aandeel der stad in de
cedulaire belastingen inkome. Ik stel voor deze lee
ning te willen goedkeuren.
Dit voorstel wordt eenparig bijgetreden.
IV. Commissie van Openbaren Onderstand Be-
groct.ng voor 1940 Bespreking.
M. Vanderghote. De begrooting der Commissie van
Openbaren Onderstand voor het dienstjaar 1940 werd
in het schepencollege onderzocht en heeft geen de
minste opmerking uitgelokt. De Commissie heeft erbij
een verslag gevoegd, gedagteekend van den 7 Decem
ber 1939, dat enkele bijzonderheden geeft over som
mige artikelen der begrooting. De gemeenteraad heeft
de gelegenheid gehad kennis te nemen van dit verslag,
en ik denk dat het dus overbodig is dit hier nog te le
zen. Het schepencollege stelt voor de begrooting van den
Openbaren Onderstand goed te keuren.
M. Leuridan. Wij hebben allen in de Commissie
van Openbaren Onderstand een vertrouwensman, waar
op we bouwen als op graniet
M. Vanderghote. Deze begrooting sluit als volgt
In den gewonen dienst, ontvangsten 3.256.932 fr. 97,
waarbij dient gevoegd het saldo der vorige dienstjaren,
't zij 306.813 fr. 86, dit maakt een totaal van 3.563.746.83
frank. De uitgaven bedragen de som van 3.325.252 fr.
zoodat er een overschot is van 238.494 fr. 83. In den
buitengewonen dienst beloopen de ontvangsten tot
1.518.995 fr. 83 en het saldo der vorige dienstjaren tot
17 299 frank 74, 't zij een totaal van 1.536.295 frank 57.
De uitgaven bedragen de som van 1.534.000 frank,
wat een overschot laat van 2.295 frank 57. De
begrooting voor orde sluit in ontvangsten en uitgaven
met de som van 262.200 fr. Indien er hierop geen be
merkingen te maken zijn, stel ik voor tot de stemming
over te gaan.
De raadsleden stemmen ja, behalve de Heer Missiaen
die zich onthoudt als lid der Commissie van Openbaren
Onderstand.
V. Stadsbegrooting over het dienstjaar 1940 Be
spreking.
M. Vanderghote. Indien de gemeenteraad t'ak-
koord gaat met mijn voorstel, zou ik vragen eerst de
ontvangsten en uitgaven van den buitengewonen dienst
te willen goedkeuren. Daarna kunnen wij den gewonen
dienst bespreken.
M. Missiaen. Gij weet allen. Mevrouw, Mijnheeren,
dat het nazicht en het stemmen der stadsbegrooting en
der rekening een der bijzonderste plichten is die aan de
raadsleden zijn voorbehouden. Wij betreuren dat het
schepencollege sinds verscheidene jaren reeds niet in
ziet dat de gemeenteraadsleden evengoed ais het sche
pencollege over een zekeren tijd moeten beschikken om
de stadsbegrooting na te zien en zich te vergewissen zoo
de cijfers, die erin voorkomen, wel beantwoorden aan
de werkelijkheid. Wij stellen eveneens vast dat het sche
pencollege tijdens de laatste jaren de wettelijke ver
plichting over het hoofd ziet, waarbij het gehouden is
de begrooting neer te leggen in October. Wij nemen aan
dat het niet altijd mogelijk is zulks te doen. maar het
is toch noodig dat ons den vereischten tijd gegeven
worde met het doel de begrooting nauwkeurig te onder
zoeken zooals wij het moeten doen. En wanneer het
schepencollege maanden noodig heeft om de begroo
ting op te maken, is het toch niet mogelijk dat wij, ge
meenteraadsleden. in enkele uren of in enkele dagen al
die cijfers kunnen controleeren. Gij zult begrijpen dat
ik er aan houd dit jaar eens mijn gedacht te zeggen.
Ik heb echter het inzicht niet hier een aanval in regel
te doen en gij verstaat waarom. Doch sinds lange jaren
reeds heb ik mij veel bezig gehouden met administra
tieve werking em ik heb, meen ik, dus ook reeds eenige
ondervinding hiervan. Het is de eerste maal sedert de
laatste verkiezing dat ik de gelegenheid heb ter gele
genheid der begrooting ook de algemeene politiek van
het schepencollege te bespreken en als de burgemeester
meent op onze opmerking te moeten antwoorden dat de
benrooting toch altijd dezelfde is, dat dit geen bijzon
dere zaak is. dan zou ik hem in de eerste plaats willen
vragen waarom, indien de begrooting toch altijd de
zelfde is. hij dan ertoe niet besloten heeft ons in Oc
tober reeds eenvoudig een kopij van de voorgaande be
grooting voor te leggen. Als het altijd hetzelfde is, dan
zou zulks maar weinig tijd vergen. Maar dit is niet het
geval. De begrooting verandert wei, zij ondergaat zelfs
elk jaar groote veranderingen, en ik zal dit bewijzen
Wanneer 'wij er absoluut aan houden dat de begrooting
ernstig besproken worde, dan is het ook nog tengevolge
van het feit dat een derde van den gemeenteraad, 't is
te zeggen vijf leden van de vijftien uit nieuwgekozenen
bestaat die nog nooit in de gelegenheid zijn geweest de
begrooting grondig te onderzoeken. Er zijn ook in de
begrooting. die ik onderzocht heb volgens den tijd waar
over ïk daarvoor beschikte, sommige zaken die we maar
moeilijk begrijpen kunnen, en waarover wij eenigen
uitleg zouden wenschen. Alzoo zie ik dat de stadsreke
ning van 1938. volgens de recapitulatie van den gewo
nen dienst, 'sluit met een overschot van 960.095 fr. 64.
maar ge gaat de begrooting in met een overschot van
359.585 fr. 95. Ik zie op de eerste bladzijde der begroo
ting nogmaals die apothekersrekening waaruit ik nooit
wijs geworden ben en het thans nog niet ben. Niette
genstaande uw overschot op de rekening van 1938 van
960 095 fi64 in den gewonen dienst gebracht is op
395.585 fr. 95, is er dan in den buitengewonen dienst
nog spraak van een vermoedelijk mali van 95.504 fr. 92.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet weet hoe zulks
mogelijk is. Een overschot van 960.000 fr. verminderen
op 395 000 fr. en dan nog een mali hebben van 95.000 fr.,
ik ben overtuigd dat niemand hier in den gemeenteraad,
moest men hem de vraag stellen, zou kunnen uitleggen
van waar dit verschil komt. Er is niemand hier die uwe
cijfers begrijpt en ik ook begrijp ze niet.
Een tweede bemerking. Onder artikel 151 der ge
wone uitgaven, zie ik als verhooging van 10 der
wedden ingevolge het indexcijfer, een krediet inge
schreven van 30.000 fr. Die 10 moet dus spelen op
een som. van 300.000 fr. die als wedden uit te betalen
is. Doch ik zie in een ander artikel, namelijk artikel
130 der gewone uitgaven, als aandeel van de stad in de
lasten van de omslagkas voor gemeentepensioenen, de
som van 99.500 fr. waarbij nog komt de som van
32.000 fr. als stadsaandeel in de pensioenen voor reke
ning der afhangende inrichtingen, 't zij dus in ronde
cijfers 130.000 fr. die ten laste komt der stad voor de
gemeentepensioenen of meer dan 33 van de uit te
beir-.rm wedden. Ik begrijp dit ook niet en zou hierover
eeni'.'.n uitleg wenschen. Gij moet niet zeggen dat de
Legrc '.ing van geen tel is, dat alleen"de rekening van
be an is. ik zou de begrooting zoo benaderend mogelijk
willen zien vastgesteld ten einde juist te weten welke
lasten er op de bevolking dienen gelegd te worden Im
mers, hoe minder de inkomsten zijn en hoe grooter de
uitgaven, hoe zwaarder ook de lasten en hoe grooter
de taksen en opcentiemen zullen zijn die de bevolking
van stad te dragen heeft. Daarom juist is het van groot
belang dat de cijfers der begrooting zoo benaderend
mogelijk worden vastgesteld.
Ik ben ook van gedacht ter gelegenheid van de be
handeling der begrooting eens de algemeene politiek
van het verantwoordelijk bestuur te bespreken, doch ik
herhaal dat ik niet zinnens ben een aanval in regel te
doen, .omdat zulks op dit oogenblik misschien misplaatst
ware. Maar het ware toch wenschelijk dat, wanneer de
gemeenteraad iets met eenparigheid van stemmen be
slist, dit dan ook uitgevoerd worde. Als de gemeente
raad een besluit heeft genomen, dan moet dit besluit
worden uitgevoerd, zooniet zie ik niet in wat wij hier
doen zoo er niets terecht komt van hetgeen wij beslis
sen. Een paar voorbeelden zullen dit verduidelijken.
Over een paar jaar werden er lange besprekingen ge
houden over de verlichting der stad en er werd met
eenparige stemmen besloten in het jaar 1939 een nieuwe
verlichting aan te brengen op de Groote Markt. Hier
voor werd zelfs een krediet van 135.000 fr. voorzien. Ik
zou willen weten in hoever het schepencollege die be
slissing heeft uitgevoerd. In alle geval heb ik er nog
niets van gezien. Ik weet dat de oorlogsvooruitzichten
veel ontwerpen in de war hebben gestuurd, doch die
verlichting moest reeds uitgevoerd zijn geweest op het
oogenblik dat er van oorlog begon spraak te zijn. want
het was vóór de maand September, op het oogenblik
dat er hier nog veel verkeer was, dat die verlichting
het nuttigst ware geweest en het best had bijgedragen
om ongelukken te vermijden.
Er werd verder ook nog een som van 40.000 fr. voor
zien voor de verkeersregeling en tot hiertoe heb ik nog
niet gezien wat hieraan veranderd of verbeterd werd.
Dit werd nochtans ook algemeen door den gemeente
raad gestemd.
Voor het herbouwen der statie werd er een som van
180.000 fr. in de begrooting geschreven, wat iedereen de
besliste zekerheid gaf dat er in het jaar 1939 met het
bouwen der statie zou begonnen worden. Het ware
wenschelijk nu te weten, niet alleen waarom dit werk
niet aangevangen werd, doch ook wat het schepencol
lege reeds gedaan heeft om dien slenter, die reeds ja
ren duurt, eindelijk te doen ophouden.
Voor de heroprichting van het standbeeld Vanden-
peereboom werd er een som van 70.000 fr. voorzien. Ik
weet dat er hieraan een begin van uitvoering gegeven
werd door het uitschrijven van een prijskamp voor het
opmaken en indienen van een plan. Doch moest men
aan een van de raadsleden de vraag stellen welk gevolg
hieraan gegeven werd, dan zou niemand kunnen ant
woorden. Het kan zijn dat het schepencollege thans
het inzicht heeft de oprichting van dit standbeeld te
verdagen tot betere tijden, doch ik meen dat de ge
meenteraadsleden wel zooveel waard moeten zijn om
daarvan verwittigd te worden.
De gemeenteraad heeft in het begin der vijandelijk
heden besloten ook een heele reeks veiligheidswerken
uit te voeren voor het geval dat ons land door den oor
log zou geteisterd worden en ten einde de bevolking
tegen gebeurlijke luchtaanvallen te beschermen. Er
werd door den gemeenteraad met eenparige stemmen
een krediet van 100.000 fr. ter beschikking gesteld van
het schepencollege om de noodige voorzorgsmaatregelen
tegen luchtbombardementen te nemen. Welnu, niemand
onder ons hier zou durven beweren dat er sedertdien
reeds ernstige pogingen gedaan werden om dit besluit
van den gemeenteraad uit te voeren. Ik weet wel dat de
Heer burgemeester op dit oogenblik bezig is met enkele
beslissingen te verwezenlijken, doch dit is meer op het
papier dan in werkelijkheid. Ik vestig uwe aandacht
er op dat het feit. een territoriale burgerlijke wacht te
hebben ingericht, niet volstaat, die territoriale burger
lijke wacht moet dan ook nog geoefend worden. Ten
andere, er zijn ook oefeningen voorzien door de wet.
Wat baat het een territoriale burgerlijke wacht te
bezitten, als de leden ervan niet weten waarin hun taak
bestaat Zij zullen werkelijk niets nuttigs kunnen ver
richten moest hunne hulp dezer dagen ingeroepen wor
den. en het is tengevolge der nalatigheid van het sche
pencollege zoo ze niet genoegzaam opgeleid zija
de taak die men van hen verwacht. Ik wensch daa aok
dat men de territoriale burgerlijke wacht onmiddellijk
op voet brenge zooals het behoort. Ik begrijp niet waar
om de gemeenteraad hier met eenparige stemmen een
aantal veiligheidsmaatregelen moest stemmen, zao ee,
op een paar uitzonderingen na, niet uitgevoerd worden.
En nochtans ge weet alien dat het in 't begin van No
vember min vijf is geweest. Wij hebben dan een heel
kritiek oogenblik beleefd en dat het ernst was, wordt
bewezen door het feit dat van hooger hand het bevel
gegeven werd om de territoriale wacht binnen de 24
uren op te roepen.
M. Vanderghote. Dit is gedaan geweest.
M. Missiaen. Ja, doch ik vraag mij af wat er zou
gebeurd zijn. Wanneer vreemde legers in ons land zou
den gevallen zijn, dan zouden wij hier niet meer ge
zien hebben wat wij in 1914 beleefden, doch wel een
tweede editie van hetgeen onlangs in Polen gebeurde,
want het zou wel met dit doel zijn dat de invaller ons
land zou overrompelen. En dan zoudt gij in dit geval
uwe burgerwacht nutteloos den dood injagen, omdat
geen enkel lid ervan nog in staat is zijn taak te ver
vullen, en zij misschien, geprikkeld door hun moed en
zelfopoffering, op de gevaarlijkste plaatsen zouden
willen staan. Ik begrijp niet zoo het is bij gemis aan
besef van het gevaarlijke van den toestand ofwel ten
gevolge van een te groot vertrouwen, dat er door het
schepencollege niets gedaan wordt niettegenstaande het
een som geld te zijner beschikking heeft, ook voor het
inrichten der territoriale wacht. Ik ken zeer veel steden
waar tot hiertoe alles gedaan werd behalve hetgeen
geld moest kosten, doch het is omdat die steden over de
noodige financieele middelen niet beschikken zoo zij
ook dat niet hebben uitgevoerd. Hier te Yper is dit
het geval niet, het schepencollege beschikt over de noo
dige fondsen, doch gebruikt ze niet. Ik vestig de aan
dacht van den burgemeester en van het schepencollege
op de dringende noodzakelijkheid zich aan 't werk te
stellen voor het nemen .van veiligheidsmaatregelen. Ik
verklap hier geen geheim en iedereen voorziet dat de
oorlog binnen korte maanden een gansch andere wen
ding zal nemen dan nu. Welke die nieuwe wending zijn
zal, ik weet het niet, ik ben geen profeet, doch waarvan
ik overtuigd ben is dat tusschen hier en enkele weken,
misschien veel vroeger dan wij het vermoeden, de
oorlog een andere wending nemen zal. Ik beklaag die
steden die alsdan niet de minste maatregelen zullen ge
nomen hebben, en ik vrees dat zij hetzelfde lot als
de steden in Polen, als nu ook nog Helsinki en andere
steden in Finland, zullen ondergaan.
Was verder ook nog voorzien die fameuze filtreer-
statie, waarover er met het ministerie een principieel
akkoord bestond. Doch we wachten nog steeds op de
uitvoering ervan. Dit is nochtans een werk dat door
iedereen nuttig geoordeeld werd en dat daarbij nog ge
roepen is zekere iicnsten te bewijzen aan Me scheep
vaart.
Ik moet hier ook nog een ander feit aanhalen dat
ook geen geld zou gekost, doch alleen wat goeden wil
zou gevergd hebben. De Heer burgemeester werd door
den gemeenteraad gelast een onderhoud aan te vragen
met den minister van verkeerswezen, ten einde bij hem
te protesteeren tegeri de afschaffing van den autobus
dienst Yper-Meenen. Ik was een dergenen die aan
geduid werden om aan dit onderhoud met den minister
deel te nemen. Zulks werd in Mei of Juni laatstleden be
sloten, doch tot op heden wacht ik nog altijd op de uit-
noodiging van den burgemeester om ons bij den minis
ter te begeven. Dit is iets dat volstrekt niets zou gekost
hebben aan de stad. en waarvan er voor de stad en de
streek niets anders dan voordeel te verwachten is.
Het is de eerste maal dat ik in de gelegenheid ben.
sedert de wetgevende verkiezingen, de algemeene poli
tiek der partijen te bespreken en te zien wat er ver
wezenlijkt werd van al de gedane beloften. Ik heb het
programma der katholieke partij hier voor mij liggen,
doch ik heb in de begrooting zelf niet veel gevonden
van de uitvoering van dit programma der katholieke
partij. Verleden jaar heeft de Heer burgemeester ons
geantwoord dat hij nog den tijd niet had gehad som
mige werken uit te voeren en dat dit in de begrooting
van toekomend jaar zou voorzien worden Doch ik heb
de huidige begrooting onderzocht en ik vind absoluut
niets van de uitvoering van hetgeen de katholieken op
hun kiesprogramma beloofden. Van dit programma
hebben wij alleen dit onthouden, iets waarmede ieder
een t'akkoord ging, namelijk het hoofdstuk één. toepas
sing en uitbreiding der politiek van fiscale ontlastingen.
Ik vraag hoe dit in de begrooting is opgevat. De ver
nieuwing der opcentiemen werd reeds in een voor
gaande zitting gestemd, en de dagorde van vandaag
voorziet eveneens nog de vernieuwing van een heele
reeks taksverorden:ngen, doch er wordt geen enkele
ontlasting voorgesteld. In het hoofdstuk twee van het
programma werd er ook beloofd dat er bij de te doene
benoemingen zou gezorgd worden zooveel mogelijk de
voorkeur te geven aan de kroostrijke gezinnen. Ik heb
de uitwerking hiervan eens nagegaan, doch geen enkel
gevolg dezer belofte gevonden. Er werd ook beloofd het
medisch schooltoezicht beter te verzorgen. Zooals dit
vroeger ingericht was, is het een geldverspilling van
12 15.000 fr zonder het minste resultaat. Ik heb ge
tracht mij in te lichten zoo dit medisch schooltoezicht
thans beantwoordt aan de verwachtingen, doch naar
hetgeen ik vernemen kon is er niets veranderd. Het is
nog steeds dezelfde slenter en het eenige wat men er
van zeggen kan is dat het bestaat in het geven van
eenig drinkgeld aan de dokters.
M. Vanderghote. Zijt ge t'akkoord om het af te
schaffen
M. Missiaen. Ik ben t'akkoord om het in te richten
zooals het behoort. In hoofdstuk vier van uw pro
gramma beloofdet gij den strijd aan te gaan tegen de
openbare onzedelijkheid. Ik heb mij afgevraagd zoo
dit hier te Yper bestaat. Ik spreek mij echter niet uit.
M. Vanderghote. 't Is best.
M. Missiaen. Als ge iets belooft dan zoudt gij het
ten minste moeten uitvoeren. Ik vraag mij ook nog af
wat voorzien wordt om in 1940 den strijd aan te gaan
ten bate der openbare gezondheid Gij hadt beloofd
daarvoor te zorgen door het inrichten van nieuwe kwar
tieren, door het aanleggen van riolen, verbeteren der
waterverdeeling. enz Doch in de begrooting vind ik
niets van dit alles. Ge hebt nochtans een gezondheids
commissie die u over de te verrichten werken zou moe
ten inlichten. Het ware wenschelijk dat het bestaan
dezer commissie wat beter bekend zij en dat zij u ook
de opmerkingen overmake die noodig of nuttig zijn.
Door de klachten die ik ontving, heb ik vernomen dat
er op dat gebied nog veel te doen is. Wanneer iemand
beroep moet doen op die commissie, dan wordt hij ran
Pier naar Klaas verzonden, zoodat er ten slotte niets