Banque de Bruxelles 2t Jaar, N 51 - 16 Maart 1940 20 Année, N 51-16 Mars 1940 - Weekblad voor het Arrondissement Yper Journal hebdomadaire de l'A'rrondissement d Ypres %Q Maart U>^<) Een beslissende dag in de geschiedenis van Yper RANTSOENEERINGSZEGELS Prijskamp voor Versierde Uitstallingen FOTOCLUB IEPER Agence a YPRES, 13, rue d'Hond! i HET YPERSCHE Beneer. Opstel en Aankondigingen 34, Boterstraat, 34, YPER Abonnement 21 fr. 00 per jaar Buitenland 32 Ir. Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren. lel. 500 140 ct. het nummer. Naamlooze artikels geweig'erd LA REGION D'YPRES Redaction Administration - et Publicité 34, rue au Beurre, YPKEh Abonnement 21 fr. 00 par an Étranger 32 fr. On peut s'abonner dans tous les bureaux de pene Be.ge- 40 ct. Ie numero. f él. 5oo Les articles non signés sont refuses i NOODSEIN o Kr. wordt tér kennis gebracht der bevolking dat de noodseinapparaten (sirenen) ten titel van proef, in werking zullen gebracht worden op Zaterdag 16 Maart 1940, te 12 uur. De Burgemeester, J. Vanderghote. Het College van Burgemeester en Schepenen maakt de bevolking kenbaar, dat de rantsoenee- ringszegels zullen afgeleverd worden ten Stad- huize van af Donderdag 14 Maart tot Vrijdag 22 Maart inbegrepen, telkens van 10 tot 12 uur en van 2 tot 4 uur in den namiddag. De zegels zullen alleenlijk afgeleverd worden op vertoon der rantsoeneeringskaart; Ingang langs de poortOude Houtmarktstraat. De Burgemeester, J. Vanderghote. Kcniiïltlijke HefboH%vm;.:-.tschappij van Yper o o Op Witten Donderdag aanstaande, zooais vo rige jaren, is een kostelooze PRIJSKAMP inge richt voor uitstallingen versierd met natuurlijke bloemen, planten, fruiten en groenseïs. De toe te kennen belooningen bestaan uit ver gulden, verzilverde en bronzen eeremetalen en diplomas. Een Jury zal de verscheidene uitstallingen be zoeken op gemelden Witten Donderdag, tusschen 15 en 17 uur, en deze bekronen volgens ver diensten. De handelaars die geen inschrijvingsbulletijn zouden ontvangen hebben kunnen er een beko men bij heer Ferd. Dethoór, Rijsselstraat. 80, Yper. O Op Dinsdag 19 Maart e. k., te 20 uur, in het Hotel ExcelsiorGroote Markt, te leper FILM VOORSTELLING door de Heeren afge vaardigden der Agfa fabrieken. volgende films zullen afgerold worden Het vervaardigen van fotografisch papier De Processie van het H. Bloed te Brugge. (In kleuren). Wij richten een dringenden oproep tot alle liefhebbers van fotografie om door hunne aan wezigheid blijk te geven van hun sympathie voor onze vereeniging. Het Bestuur. Société Anonyme La Banque recommande la LOCATION de ses COFFRES-FORTS pour vous mettre a l'abri des risques de vol et d'incendie. EUe met a votre disposition ses CALERIES BLINDÉES (tour la CONSERVATION sous plis, colis ou caisses cachetés, de vos OBJETS PRÉCIEUX (ceuvres d'art, tableaux, argenterie). Elle vous conseille de mettre vos TITRES en SÉCURITÉ en les PLACANT chez elle en DEPOT - LIBRE. Toekomenden Woensdag, 20 Maart, is het juist twintig jaar geleden dat een afvaardiging, be staande uit een tiental Yperlingen, door den Koning in zijn paleis te Brussel ontvangen werd en daar van Zijne Majesteit de belofte verkreeg dat de plans van Yper en ook van al de gemeen ten van het arrondissement in de eerste dagen zouden goedgekeurd worden. Sedert een jaar reeds en zelfs meer drongen de gemeentebesturen vruchteloos bij het ministerie aan om de door hen aangenomen en voorgestelde plans goedgekeurd terug te krijgen, en 'intus- schen was het aan de terugkeerende inwoners niet toegelaten hun vernielde of beschadigde huizen te herbouwen, noch zelfs barakken op de puinen van hun vroegere eigendommen op te richten Vele Yperlingen, die hier van de eersten terug kwamen en deze moeilijke tijden van het begin van Yper's heropstanding meêmaakten, herin neren zich nog de zoo vele ontgoochelingen die hen hier te beurt vielen, de zware moeilijkheden die zij te overwinnen hadden en den harden strijd dien zij moesten leveren. Doch meer an deren nog, van al dezen die thans onze stad be wonen, kwamen hier slechts later toe, wanneer Yper om zeggens reeds geheel herbouwd was, en hebben dan ook niet het minste vermoeden van de moeite en ontberingen die de eerst terugge keerden zich hier moesten getroosten, van de on telbare en ook ontmoedigende tegenslagen die zij te bekampen hadden. Voor de eersten zal het ongetwijfeld, nu dit alles reeds zoo lang voorbij en schier vergeten is, een aangename herinnering zijn, en voor de tweeden zal het nuttig en leer rijk zijn om vernemen, zoo wij hier, ter gele genheid van den twintigsten verjaardag van het hierbovenbedoeld koninklijk verhoor, een korte schets geven van den toen te Yper heerschenden toestand en eens het relaas herhalen van dit ko ninklijk verhoor, zooals het nu hier in dit blad door een ooggetuige zelf in 't fransch verhaald wordt. Na den wapenstilstand bleef er van Yper en van meest al de gemeenten van het arrondisse ment niets anders meer over dan een hoop pui nen, die een onooglijken chaos vormden, een be- droevenden aanblik boden. De verwoesting was zoo groot, zoo volledig, dat velen, van al dezen die toen de streek kwamen bezichtigen, het her stel als een onmogelijkheid, als een boven 's men- schens krachtén gaande werk aanzagen. Zelfs de Belgische parlementsleden, die eens van uit Den Haver een rondreis door de gewezen frontstreek kwamen doen, waren zoozeer door het schrikaan jagend beeld dier vernieling getroffen, dat zij ervan overtuigd waren dat er geen andere uit komst meer mogelijk was dan de streek te be- bosschen. Doch ook nog van andere zijden en om andere redenen werd er voorgesteld om vooral Yper in puin te laten. Reeds in het jaar 1918 werd dit ge dacht geopperd onder meer in een Belgisch dag blad te Parijs, waarop een uitgeweken Yper- ling aanstonds antwoordde dat Yper zelf te be slissen had over hetgeen er te doen stond en dat het niet nalaten zou zijn plicht van heropbouw te begrijpen. Het was echter meest nog van Enselsche zijde dat er op aangedrongen werd om Yper, de stad die vier jaar lang door de Engelschen verdedigd werd en waarrond zij niet minder dan 250.000 dooden lieten, niet meer op dezelfde plaats te herbouwen. De Engelschen aanzagen den grond van Yper, doordrenkt met het bloed vair zoo- velen der hunnen, als iets heiligs, zij noemden hem .den «holy ground» en wilden de puinen van Yper onaangeroerd bewaren. Deze voorstellen, om Yper niet meer te herbou wen of ten minste toch niet meer op dezelfde plaats van vroeger, beletten echter niet dat stil aan en zulks reeds van in het begin van 1919 enkele Yperlingen, aangetast door het heimwee naar hun vadergrond en moe van het ronddolen in den vreemde, naar him nog steeds dierbaar Yper terugkeerden. Het ware te lang om be schrijven wat deze menschen hier in het begin te lijden hadden, want er bestond hier toen nog niets, noch'straten, noch waterleiding velen I waren langen tijd verplicht het water uit de obusputten te gaan halen noch huizen, noch barakken. En daarbij was de streek nog onveilig gemaakt door vreemde buitzoekers en door tal rijke tchings en andere koloniale troepen die hier een tijd lang gebruikt werden om de wegen te herstellen. Niettegenstaande al die miserie zagen de eerst teruggekeerde Yperlingen weldra hun voorbeeld door anderen gevolgd. Door toedoen van het Koning Albertfonds werden er barakken op het Minneplein opgetimmerd, en daar ook werd in de lente van 1919 een voorloopige kerk, school en stadhuis opgericht. In het geheel werden er een 800 tal barakken geplaatst en het Minne plein leek langen tijd een kleine houten stad. Doch niet allen, die naar Yper terugkeerden, konden een barak van het Albertfonds bekomen, zoodat enkelen niet beters vonden dan een barak op te timmeren op den grond waar vroeger hun huis had gestaan. Ten andere de Yperlingen, die hier ter plaats weergekeerd waren vooraleer het Albertfonds bestond of zijn werking begon, had den hun dit reeds voorgedaan, verplicht zoo zij waren geweest den grond van hun eigendom te gebruiken om er hun een nieuwe woongelegen heid, zij het dan ook maar een noodwoning, op te richten. Deze moedige menschen ondervonden hierdoor heel wat last, voornamelijk vanwege den toen- maligen town major of plaatsbevelhebber, een zekere M. Beckles Wilson, die hier binst den oorlog te Yper heer en meester was en die waar schijnlijk maar met leede oogen den terugkeer zag der gemeentelijke overheid en der bevolking. Deze Heer ook droomde van de puinen van Yper ten eeuwige dage te bewaren ep meende er de conservator van te zijn. Wee dus diegenen die het aandurfden de puinen van hun huis te ver effenen om er een barak op te plaatsen. Zoo wer den niet minder dan 27 Yperlingen voor de Rechtbank van Yper te Poperinghe vervolgd om zonder toelating gebouwd te hebben. Een ervan, die de eerste was om een barak op de Groote Markt op te richten, werd veroordeeld om zijn barak af te breken. Een andere Yperling, namelijk een bewoner der Dixmudestraat, liep een boete op omdat hij zijn huis gedeeltelijk op de oude grondvesten herbouwd had. De gemeenteraad van Yper had reeds sedert lang het rooiingsplan van Yper goedgekeurd en voor bepaalde aanvaarding naar het Ministerie opgezonden. Zooals al de andere gemeenten en steden van het arrondissement het gedaan had den, was het ook het oud, vooroorlogsch plan van

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 1