5
v acht, de Poilus de Franceen het British
Legiongevolgd door talrijke afvaardigingen
dezer bonden. Kwamen daarna een vijftal vlag
gen van godsdienstige genootschappen, waar
onder deze der H. Hartebonden van St Maartens-
en St Niklaasparochies van Yper, gevolgd door
leden dezer vereenigingende klaroeners in
uniform;de leerlingen van het St-Vincentscollege;
het Christen Werkersverbond met vlag en zeer
talrijjke afvaardigingtwee misdienaars 'dra
gende de kussens met den kelk en de eereteekens
van Z. E. H. Deken Vermaut het kruis met de
misdienaars en zangers, Eerweerde Paters Car-
melieten en Capucienen alsmede vele geeste
lijken in surplis, van weerszijden omgeven door
de Scouts de vlag van het Verbond der Poli
tieke Gevangenen van België en deze van de
afdeeling West - Vlaanderen van dit Verbond,
met een afvaardiging bestaande uit de Heeren
Louis Bauweraerts, Jean Beuckels, Benoni Ver-
meire, Edouard Crockaert, Jean Hilderson en Ba
ron d'TJdekem d'Acoz, burgemeester van Proven.
Hierna volgde de lijkkoets, omringd van kla
roeners met brandend licht en een groot aantal
geestelijken die priester gewijd werden het
zelfde jaar als Z. E. H. Deken Vermaut. De hoe
ken van den pelder werden gehouden door de
Heeren Matton, voorzitter der Rechtbank van
Yper Clinckemaille, arrondissementscommissa
ris Vanderghote, burgemeester van Yper, en
Tack;, voorzitter van de Kerkfabriek van Sint-
Maartens.
Na de lijkkoets kwam de- familie. De rouw
werd geleid door den Heer Joseph Vermaut, van
Kortrijk. broeder van den afgestorven deken,
die vergezeld was door Z. E. H. Camerlynck, de
ken van Kortrijk. De zoon van den Heer Joseph
Vermaut werd opgeleid door E. H. Bonte, pas
toor van St Pieters te Yper.
Vervolgens kwamen de talrijk aanwezige
overheden met vooraan de Heeren Delahaye en
Berghman, schepenen; Versailles, stadssecretaris;
Jvr. Cornillie en de Heeren Capoen, Lahaye,
Leuridan Pattyn en Seys, gemeenteraadsleden
van Yper Vandevelde. procureur des Konings
te Yper Devos, rechter bij de Rechtbank van
Eersten Aanleg de Heeren griffiers en bedien
den der Rechtbank Mgr. Colle, aalmoezenier
aan het Koninklijk Hof Mgr Van Waeyenbergh,
rector der Katholieke Universiteit van Leuven
Z. E. H. Asseloos, secretaris van het Bisdom
Brugge de Z. Eerweerde Heeren Dekens Qua-
ghebeur, van Roeselare, Hanssens, van Pope-
ringhe, Vanden Abeele, van Dixmude, Desae-
gher, van Veurne. Destrooper, van Thielt en
Vrooman. van Meenen al de Eerwaarde Heeren
Pastoors van de Dekenij Yper en nog vele gees
telijken van het omliggendedan verder nog
-de Heeren senator Mullie en volksvertegenwoor
digers Butaye, van Watou, en Geuens, van Brug
ge de Heer B. Vermeulen, bestendig afgevaar
digde Heeren burgemeesters van Kortrijk en
van tal andere steden en gemeenten het Bestuur
en de verpleegsters van de plaatselijke afdee
ling van het Rood Kruis, waarvan Z. E. H.
Deken Vermaut eerevoorzitter was de Heeren
leden der kerkfabriek van St Maartensder
Commissie van Openbaren Onderstand van Yper;
•een afvaardiging van het gewapend stedelijk
pompierskorps, van de rijkswacht én van de te
Yper gekantonneerde soldaten'npg tal van
andere overheden en vele vrienden en kennis
sen van den duurbaren overledene, en eindelijk
verscheidene christelijke vrouwenorganisaties
met haar vlaggen.
Op gansch den doortocht stonden talrijke toe
schouwers die eerbiedig en zwijgend dezen
langen rouwstoet gadesloegen.
De kerkelijke Dienst
Bij de aankomst van den lijkstoet aan het groot
kerkportaal van St Maartens vormden de vlag
gen der oudstrijdersvereenigingen de haag langs
weerszijden den ingang, terwijl de oudstrijders
self zich in groep langs den kant schaarden. Al
de andere groepen drongen de een na de andere,
fn de volkomenste orde, in de kerk die tot dan
toe gesloten was gebleven. En het is slechts na
dat gansch de stoet in de kerk was, dat ook de
menigte toeschouwers en andere geloovigen toe
gelaten werden in de St Maartenskathedraal, die
weldra proppensvol liep.
Het H. Misoffer werd opgedragen door Z. E. H.
Vicaris-generaal Mahieu, aan het autaar bijge
staan door Zeer Eerw. Heere" Kanunnjkken Col-
paert en Logghe, terwijl de leerlingen van St-
Vincentscollege de Requiemmis zongen. E. H.
Boedts, professor aan het College van Veurne,
deed dienst als ceremoniemeester en nam dit ge
wichtig ambt met bekwaamheiden voornaam
heid waar tot eenieders voldoening. Alles was
door hem voorzien en geregeld geworden en liep
dan ook in de beste orde af. Ook in de kerk zelf
werd de ordedienst op volmaakte wijze verze
kerd door ons politiekorps onder de bevelen van
de Heeren Commissaris Maertens en adjunct-
commissarissen Vansevenant en Goemaere.
De vlaggen der godsdienstige genootschappen
werden vooraan langs weerszijden in het koor
gezet, terwijl deze der oudstrijdersvereenigin
gen nabij de Communiebank geplaatst werden
en deze der Politieke Gevangenen in de midden-
beuk achter de lijkbaar door hun vaandeldragers
gehouden werden. De meeste geestelijken na
men ook plaats in het koor zelf, de familie aan
weerskanten de praalbaar en in de middenbeuk
de overheden, met vooraan aan de eene zijde de
Heeren Matton, voorzitter der Rechtbank Van
develde, procureur des konings Devos, rechter
en aan de andere zijde de Heeren Vanderghote,
burgemeester Clinckemaille, arrondissements
commissaris, en Tack, voorzitter der kerkfabriek
van St Maartens.
Aan de offerande, die op vijf plaatsen te gelijk
en in de meeste orde gegeven werd, werden niet
minder dan 3000 gedachtenissen uitgedeeld.
Na het H. Misoffer beklom Z. E. H. Vicaris-
generaal Mahieu den met rouw omfloersden kan
sel en hield er volgende roerende lofspraak van
Z. E. H. Deken Vermaut
Ego sum pastor bonus. Bonus pastor animam suam
dat pro ovibus suis. Joan. X, 11.
Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn
leven voor zijn schapen.
DIEPBEPROEFDE FAMILIE.
ZEER EERWAARDE HEEREN.
DIERBARE CHRISTENEN.
Donderdag avond, 4 April, had de biddende herder
het heilig Uur meêgemaakt, als voorbereiding tot den
eersten Vrijdag en den gouwdag van de Katholieke
studenten, en het was. niemand wist dat. God alleen
die alles schikt, het was zijn naaste voorbereiding tot
zijn zalig afsterven. Enkele uren later, werd hij ge
wekt een zieke moet bediend worden in den nacht,
en zij vraagt hem. den goeden herder. Niettegenstaan
de wijs en dringend vermaan, wil hij gaan. en gaat
hij neemt O L. Heer en het H. Oliesel, enO L. Heer
neemt hem en bezorgt hem zelf de laatste heilige zal
ving.
Is dat niet de letterlijke toepassing van het evan
geliewoord dat twee dagen later in deze kerk en in
geheel de H. Katholieke Kerk gehoord werd Ik ben
de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor
zijn schapen
Ja. hij was een goede herder. Goede priesters
<d. i. heilige priesters), zegt onze zalige Ruusbroec.
dragen Christum gebeeld in hun hart Heilige herders
dragen den Goeden Herder Christus gebeeld in hun
hart.
Laat mii toe. Beminde Christenen dat beeld van
den goeden herder af te malen in het leven van Zeer
Eerwaarden Heer Juliaan Vermaut, Doctor in de God
geleerdheid, pastoor van St Maartens en Deken van
de Christenheid leper.
Zijn goedheid.
Broeders, schrijft de H. Paulus (Eph. V. 1), weest
navolgers van God, als zijn geliefde kinderen, en wan
delt in de liefde, gelijk ook Christus ons heeft lief
gehad.
Naar het woord van Tertulliaan. Deus a primordio
tantum bonus, bij het begin van de schepping, was God
enkel en alleen goed uit loutere goedheid heeft God
geschapen hemel en aarde ex infinita bonitate sua,' uit
reden van zijne oneindige goedheid heeft God den
mensch bestemd tot een bovennatuurlijk einddoel (2);
uit liefdevolle goedheid heeft Hij zijn eenigen Zoon
gegeven om ons te verlossen Goedheid eerstStreng
heid en straffende rechtvaardigheid worden naderhand
vertoond en wel om de boosheid van de schepselen.
Prior bonitas, severitas posterior (Tertull.)
God is liefde, zegt de H. Joannes (1 Joa. IV, 16).
Zijn wezen is liefde, goedheidlijk de bron wateren
schenkt en de zon stralen schiet, zoo is God van nature
goed en doet hij goed.
Die goedheid striaalt uit in zijn milde vrijgevigheid
en zijn wondere barmhartigheid. Hij houdt niet op
en geeft maar altijd geven». (G Gezelle) hij toont
zijne almacht allermeerst door barmhartig te zijn en te
sparen of te vergeven. Zoo bidt de Kerk (3). ook in de
missen voor overledenenGod wien het eigen is
barmhartig te zijn en te vergeven.
Wanneer God, zegt Bossuet (4), het hart vormde
van den mensch. hij zette erin allereerst de goedheid,
als het eigen merk van zijn goddelijk wezen. Goedheid
dus moest de grond worden van ons hart. en de eerste
aantrekkingskracht in ons om de andere menschen te
winnen.
Bij Eerw. Heer Vermaut is die grondkiem van de
goedheid, door den goeden God in hem gezaaid, met
hem gegroeid tot die voorkomende, voorname, harte
lijke liefde die voorzeker het kenmerk is geweest van
geheel zijn leven.
Het is geen overdreven lof van zijn goedheid, wan
neer ik het aandurf op hem toe te passen wat de Apos
tel Paulus zoo heerlijk weet te zeggen over de hoeda
nigheden van de naastenliefdeZijn liefde was ge
duldig, verdraagzaam, goedertieren, goedhartig, toege
vend zijn goedheid was niet naijverig, niet afgunstig,
zij praalde niet, zij was niet opgeblazen uiterlijk was
er wel een zeker maniërisme, een schijnbare gemaakt
heid. die wellicht ten deele overgebleven was uit de
tooneelkunst van zijn eerste jeugd, doch hij was inner
lijk eenvoudig en nederig, niet zichzelf zoekend of eer
en glorie bij de menschen, alleen er op gezind goed te
doen. Neen, zijn liefde was niet eerzuchtig, zij zocht
het hare niet, zij verbitterde zich niet. (1 Cor. XIII.
4 volg.)
Na het Groot Seminarie werd hij gezonden naar
Leuven om daar de godgeleerdheid voort te studeeren.
en hij promoveerde tot doctor in 't jaar 1905. Het was
de bloeitijd van de bijbelcritiek en de historische
methode met de beroemde hoogleeraars Van Hoonacker
en Cauchie de aandacht ging meer naar de positieve
dan naar de scholastieke theologie. Denkelijk ging de
geest van student Vermaut gereedelijk die richting op
hij was immers meer litterair dan wijsgeerig aange
legd, meer gesteld op algemeene cultuur dan op clas-
sieke philosophische en theologische diep-vorming.
(1) Adv. Marcionem, II, 11, Zie Bossuet. Bonté et
rigueur de D'eu. Ed Lebarq, I. 13v.
(2) Cone. Vat:c. Gess III. C. 2.
(3) Tiende Zondag na Pinksteren.
(4) Ed. lebarq. t. VI. p. 395.
Het verwonderde dan wellicht niemand van hen
die hem kenden, dat hij na zijn doctoraat in theologie
benoemd werd tot leeraar in de rhetorika.
Dat leeraarschap in het St Lodewijkscollege te
Brugge duurde van September 1905 tot April 1912 het
werd gekenmerkt door algeheele toewijding van den
priester-Ieeraar.die niet alleen van zijn studenten meer
dere menschen. humaniores, maar ook betere christe
nen. christianiores, wilde maken. Daar werd zijn ge
zondheid voor net eerst eenigszins geknaktin April
1912 moest hij zijn geliefde ambt nederleggen. doch
alleen voor enkele maanden. Na een kort verblijf in
den buiten, als onderpastoor te Ruiselede, keerde hij
terug naar Brugge, in September 1912. doch nu als
leeraar in godsdienst aan het Koninklijk Atheneum.
Daar heeft hij heerlijk priesterwerk verrichtdoor
zijn degelijk godsdienstonderwijs modern in den bes
ten zin van het woord, door zijn voornaamheid en
vriendelijke goedheid wist hij eerbied en genegenheid
af te dwingen van leerlingen en leeraars. Een van zijn
gelukkige initiatieven, die nu nog voortleeft, was het
inrichten van een speciale retraite in de Goede Week.
als voorbereiding namelijk tot paaschplichtvervulling
Dan kwam de oorlog. Van 't begin af van de be
zetting stelde hij zich heelemaal ten dienste van den
evenmensch. Hij was waarlijk de goede mensch die
uit den goeden schat (van zijn hart) goede dingen
voortbrengt». (Matth. XII. 35).
Een enkel feit wil ik hier aanhalen Het griefde
hem te zien hoe de voorhof van het paleis van den
Bisschop door bezettingstroepen was ingenomen, en tot
een soort slachterij ingerichtuit eigen beweging ging
hij de zaak bepleiten in de kommandantur. en hoe was
hij blij. toen hij bekwam dat de plaats zou ontruimd
worden.
Dienst bewijzen, plezier doen, dat ging hem. Maar
dat juist verwekte argwaan bij de bezettende macht.
Hii werd aangehouden en naar een concentratiekamp
gestuurd in Duitschland. Daar heeft hij geleden naar
ziel en naar lichaam, daar heeft hij zeker de kwaal
betrapt die hem niet meer zou loslaten. Doch. lijk zijn
Meester, daar heeft hij de groote kostbare les geleerd:
Ut misericors fieret, opdat hij ten volle zou barmhartig
worden Want daardoor dat hij zelf geleden heeft en
beproefd is geworden, kan hij ook hun. die beproefd
worden, te hulp komen(Hebr. II. 17-18). Hulpver
leening in alle mogelijke nooden. aanmoediging, op
beuring. onderrichtingVolledige overgave in aller
hande dienstbetoon eerst bij zijn mede-gevangenen, ook
andersdenkenden en ongeloovigen en later in Zwitser
land. tot het einde van den rampzaligen oorlog
Hii keerde terug naar zijn bediening aan het Athe
neum te Brugge, en oefende ze uit met nog grooter ge
zag. omstraald als hij was door den glans van zijn ge
vangenschap, gerijpt in geest en gemoed door het lij
den en de beproeving.
De goede herder.
In Juni 1925 werd Eerw. Heer Vermaut tot pas
toor benoemd van de belangrijke parochie St Jacobs
te Brugge.
Van meet af was hij daar de goede herder, die
daar nu nog betreurd wordt Onzeggelijk veel goed
heeft hij daar uitgewerkthij was immers zoo goed.
zoo ten dienste van al zijn schapen, de dolende en de
andere.
Zoo was hij ook hier te leper vanaf October 1929
de goede herder.
Hij heeft zijn leven gegeven voor zijn schapen
toen hij. spijts zijn eigen ziekte, toch die zieke wilde
bedienen, die naar hem gevraagd had. en men hem zeg
de dat hij zou vallen langs den weg. antwoordde hij
Ware dat niet schoon, zóó te sterven met O. L. Heer
in mijn handen
Hij droeg hem gebeeld in zijn hart. Het hoogste
bewijs heeft hij geleverd, doch wie zijn leven veil heeft,
heeft waarlijk alles veil. Luisteren we naar den Mees
ter.
De goede herder kent zijn schapen, en zijn schapen
kennen hemhij bezoekt ze allemaal, zonder onder
scheid, dat huisbezoek is zoo vruchtdragend Hoezeer
was hij bemind door schapen en lammetjes
De goede herder leidt zijn schapen naar de weide
de christelijke leering. de heilige sacramenten. Hoe
schoon en klaar, dus leerrijk, zijn onderrichtingen in
kerk en school, in bijzondere vereenigingen Hoe ge
lukkig was hij bezit te mogen nemen van deze heerlijk-
herbouwde KathedraalHoe bezorgd om den luis
ter van kerk en kerkelijke diensten, met het doel de
geloovigen naar de kerk te lokken en aldus den her
opbloei van het godsdienstig leven te bevorderen Hij
was zoo blij, wanneer hij veel volk kon bijeenbrengen,
als b.v bij de plechtige toewijding van de stad aan het
H. Hart in Aug. 1933, tijdens de luisterlijke feesten ter
eere van O. L. Vrouw van Thuyne. Geen middel liet
hij onverletzoo was De Tuinklokke .bestemd om het
goede uit te bellen in den huiselijken kring. Daar wist
hij in stijlvolle artikeltjes, die den van huize uit ge-
groeiden journalistverraden, zooals wij hem te
Brugge hadden gekend, belangstelling op te wekken
voor alles wat in de kathedraal gebeurde.
De goede herder gaat voor zijn schapen uit, en de
schapen volgen hem. Hoe stichtend zijn voorbeeld Hii
leidde zijn kudde door zijn voorbeeld de schapen hoef
den niets te doen dan op te zien naar den herder. Een
biddende herderhoe statig en ingetogen in de god
delijke diensten, die hij zoo schoon mogelijk wenschte.
met zang en luister van gewaad en versiering Een
liefde-herder, die, zonder spreken ook. leerde God en
den evennaaste beminnen.
Hij ging voorop, getrouw de richtlijnen volgend en
voorhoudend van het kerkelijk gezag. Maar hij bezat
niet wat men pleegt te noemen een leidersmentaliteit
het lag niet in zijn aard oprijzende twistvragen of
problemen te doorgronden en cerebraal op te lossen
en dan de oplossing aan anderen op te dringen: zijn
geest verwijlde eerder in een soort dilettantisme, dat.
zonder de principes op te geven, eerder bedacht was
op het afronden van de hoekige zijden, bij standen en
bewegingen, om geen personen te kwetsen of af te
keeren. Om het met Paulus te zeggen, in Christus
Jezus was er voor hem noch werkman, noch burger,
noch arm, noch rijk, maar Christus alles en in allen,
en hij zelf met zijn gouden liefJehart alles voor allen
geworden, om allen voor Christus te winnen. Hij
steunde alle goed werk, hij beminde alle menschen.
Hij wasDe goede herder.,
Requiescat in pace.
Verwacht was dat Z. Exc. Mgr Lamiroy, bis
schop van Brugge, den lijkdienst zou hebben kun
nen bijwonen, doch op het laatste oogenblik
moet de Hooseerwaarde orelaatbeletgeweestzijn>
en het was dan Z. E. H. Vicaris-generaal Mahieu