21 laar, N 9 22 Juni 1940
21 Année, N 9 22 Juin 1940
Weekblad -
voor het Arrondissement Yper
Journal hebdomadaire
de l'Arrondissement d Ypres
DEN VADERLANDT GHETROUWE
ooit
Boodsckap van Z. M. Koning Leopold
HET
YPERSCHE
LA REGION
D'YPRES
beneer. Opstel en Aankondigingen 34, Botersf.aat, 34, YPEK.
Tel.
Abonnement21 fr. 00 per jaar Buitenland 32 fr.
Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren.
500 40 ct. het nummer.
Naamlooze artikels geweigerd
RédactK'i Administration et Publicité 34, rue au Beurre, YPRES.
Abonnement21 fr. 00 par an Étranger 32 Ir.
On peut s'abonner dans tous les bureaux de poste Beige.
40 ct. Ie numéro.
Les articles non signes sont refuséo
Tél. 500
(Uit het Wilhelmuslied).
Geen woord is beter toepasselijk op de houding
van onzen Koning Leopold III dan het onder
staande vers uit het oude en prachtige Wilhel
muslied
Den Vaderlandt ghetrouwe blyf ick tot in
den doot.
Niet dat onze vorst bij zijn volk eenige verde
diging noodig heefteen volksstemming, in de
veronderstelling dat een plebisciet in België
grondwettelijk ware, zou hem de volle honderd
ten honderd goedkeuring geven van de gansche
Belgische bevolking. Wij rekenen natuurlijk de
regeering niet mede die thans met ons goud en
geld ergens tegen de grens van Spanje zit en
aanstalten maakt om zich in te schepen voor de
Vereenigde Staten van Amerika. Een oud spreek
woord zegt dat als het schip vergaat de ratten
overboord springen.
In deze ure van beproeving staat het echte
volk als een man rondom den troon en het keurt
ten volle de houding £oed van Kardinaal Van
Roey die bevolen heeft dat na de mis het «Do-
mine Salve fac Regem nostrum Leopoldum
moet gezongen blijven.
Heere, bescherm onzen Koning, nu meer dan
Het bevel van den Koning den strijd te staken
was een louter militaire beslissing waartoe hij
als hoofd van het Belgisch leger gemachtigd was.
Hij had ingezien dat verdere weerstand nutte
loos was en niet de minste strategische beteeke-
nis had. Voortvechten tot het bittere einde be-
teekende de doodenlijst met enkele tienduizen
den offers verlengen in het kleine hoekje van
West-Vlaanderen dat omsingeld was zaten inder
daad naast 500.000 Belgische soldaten, minstens
een millioen vluchtelingen, zoodat iedere bom
doel zou getroffen hebben. Dat wij in die hache
lijke positie geraakten was niet de schuld van
onzen vorst noch van ons leger, maar van den
Franschen generalen staf die het aan de Duit-
sche weermacht mogelijk gemaakt had in enkele
dagen de zee te bereiken, iets wat in den vorigen
oorlog steeds belet geweest is.
Wij beleven intusschen wereldhistorische da-
'gen en de schokkende gebeurtenissen volgen el
kaar met duizelingwekkende snelheid op. Het
Fransche leger bezwijkt onder de mokerslagen
der Duitsche pantserdivisies en verdere weer
stand op het vasteland is niet meer mogelijk. Het
fiere Fransche leger is zoo goed als opgerold.
Reynaud, de man die den Koning belasterde,
is naar Amerika gevlucht. De moedige, oude ge
neraal met soldatenziel Pétain tracht te redden
wat te redden valt, maar intusschen hebben één
millioen jonge Franschen hun leven gelaten.
Toen het Albertkanaal overschreden werd spra
ken de mondhelden t'allenkante van het zooge
noemde Belgisch verraad en bij de overgave
onzer troepen die zich dapper tegen een over
machtig leger hadden verdedigd werd gewaagd
van meineedigen vorstThans is het onze
beurt om de vraag te stellen Wat werpt gij
ons nu nog voor de beenen Uwe oninneembare
Maginotlijn is doorbroken en omsingeld of wilt
gij dat het Belgisch leger meer wonderen ver
richt dan uw eigen millioenenheir
De nuchtere waarheid is dat de gebeurtenissen
in hun bliksemsnelle ontwikkeling Koning Leo
pold in het gelijk hebben gesteld, wat de-met ons
goud en geld gevluchte ministers ook mogen
(Zie vervolg onderaan volgende kolom)
Nadat Z. M. Koning Leopold -III het leger had
overgegeven, richtte Hij volgende boodschap tot
zijn soldaten en tot President Roosevelt der Ver
eenigde Staten
Groot Hoofdkwartier, 28 Mei 1940.
SOLDATEN.
Geheel onverhoeds werd U een ontzaggelijk
harde oorlog opgedrongen, doch manmoedig hebt
gij gestreden om het nationaal grondgebied voet
voor voet te verdedigen.
Uitgeput door een onafgebroken strijd tegen
een vijand, machtiger in aantal en sterker door
zijn uitrusting, zien wij ons tot overgave gedwon
gen.
De Geschiedenis zal bewijzen dat het Leger zijn
plicht tot het uiterste heeft vervuld. Onze eer
blijft onbevlekt.
Deze harde gevechten en deze slapelooze nach
ten kunnen niet vruchteloós zijn geweest. Ik be
veel U aan, U niet te laten opimoedigen, doch U
waardig te gedragen. Moge'uwe pouding en uwe
tucht de hoogschatting van de wereld blijven
verdienen.
Ik verlaat U niet in den tegenspoed, die ons
pijnlijk heeft getroffen ik houd eraan te waken
over uw lot en dit uwer familiën. Morgen zullen
wij aan het werk gaan met den rotsvasten wil
het Vaderland uit zijn puinen te doen herrijzen.
LEOPOLD.
Brief van Z. M. den Koning, aan den
President der Vereenigde Staten.
Brugge, den 28 Mei 1940.
Mijnheer de President,
Te midden van de algemeene verwarring, ver
oorzaakt door de buitengewoon snel verloopende
gebeurtenissen, welke wij thans beleven en waar
van de gevolgen niet kunnen overzien worden,
houd ik er aan te bevestigen dat België en zijn
Leger hun plicht ten volle hebben volbracht.
België heeft zijn internationale verbintenissen
nageleefd, eerst door zijn neutraliteit angstvallig
te handhaven, vervolgens door het gansche
grondgebied voet voor voet te verdedigen.
Aangevallen door aanzienlijke strijdkrachten,
slaagde ons Leger er in, zich in goede orde op te
stellen op een stevig ingerichte verdedigings
linie, in verbinding met de legers der waarbor
gende landen, waaróp wij beroep hebben gedaan.
Doch militaire gebeurtenissen, die buiten ons
grondgebied plaats hadden, hebben ons genood
zaakt dit slagveld te ontruimen en een reeks te
rugtochtsbewegingen uit te voeren, die ons tot
aan de zee hebben gebracht.
Ons Leger wierp zich dan ongemeten in een
strijd van vier dagen, gevoerd in gemeen over-
bazelen. Millioenen Belgische burgers danken
dan ook den Vorst en zien in hem den waardigen
zoon van Albert I.
Leopold is zijn volk getrouw geblevenhij
vluchtte niet wanneer allen het op een loop zet
ten.
Enkele jaren geleden heeft het Nederlandsche
volk dat thans ook ons lot deelt den grooten Wil
lem de Zwijger herdacht omdat hij den Vader
landt ghetrouwe tot in den dootgebleven was.
Ons volk wacht niet op den dood van Koning
Leopold om hem te huldigen en hem geluk te
wenschen. In de groote steden werd zijn borst
beeld onder de bloemen begraven. Die spontane
volkshulde is hem meer waard dan den banvloek
van een vervallen regeering
leg met de legers der verbondenen. Ten slotte
waren wij omsingeld op een uiterst klein en heel
dicht bevolkt gebied, reeds bezet door verschei
dene honderd duizende burgerlijke vluchtelin
gen, zonder onderdak, zonder voedsel, zonder
drinkwater, heen en weer trekkende volgens zij
door. luchtbombardementen geteisterd werden.
Gisteren waren onze laatste weerstandsmidde
len gebroken onder het gewicht van een verplet
terende meerderheid in getalsterkte en in lucht
macht.
In deze omstandigheden heb ik getracht een
gevecht te vermijden, dat thans tot onze uit
moording zou hebben geleid en voor de Ver
bondenen geen nut zou hebben opgeleverd. Nie
mand heeft het recht nutteloos menschenlevens
te offeren. Wat er ook gebeure, wil ik het lot
van mijn Leger en mijn Volk deelen. Sedert ver
scheidene dagen werd mij gevraagd dat ik mijne
soldaten zou verlaten, ik heb dit aanzoek afge
wezen, want voor den Opperbevelhebber van het
Leger ware het desertie geweest. Daarenboven,
op den nationalen grond blijvend, verlang ik
mijn volk te steunen in de beproeving, die het
thans doormaakt.
De bezorgdheid, welke de Vereenigde Staten
steeds ten opzichte van België hebben betoond,
verplichten mij U de werkelijkheid van de feiten
onverwijld voor oogen te stellen.
Deze boodschap van Z. M. den Koning en ook
de herdelijke brief van Z. D. Hoogw. Mgr Van
Roey, Aartsbisschop van Mechelen, die wij ver
leden week overdrukten, toonen genoegzaam aan
in welke omstandigheden de Koning tot de over
gave van het Belgisch leger besloot en hoe Hij
zich daartoe verplicht zag, wilde Hij én het leger
én de hier samengehoopte burgerbevolking niet
laten uitmoorden op dit klein hoekje grond van
West-Vlaanderen, dat reeds in den vorigen oor
log tot slagveld diende en totaal verwoest werd.
De bewoordingen, waarmede Z. Em. Kardinaal
Van Roey hulde brengt aan onzen geliefden en
thans meer dan ooit duurbaren Vorst, worden
door alle ware Belgen gedeeld en goedgekeurd.
Aan onzen Koning, die den moed had te Parijs,
bij de inhuldiging van het standbeeld van wijlen
Koning Albert, zijn vader, de volstrekte neutra
liteit van België openlijk te huldigen die alles
gedaan heeft wat mogelijk was om deze neutrali
teit ongeschonden te bewaren na de oorlogs
verklaring van Engeland en Frankrijk aan
Duitschlanddie van den eersten dag van de
mobilisatie aan het hoofd van zijn leger heeft
gestaan en die trouw en gewetensvol op zijn
post van opperbevelhebber is geblevendie het
lot en het lijden van zijn soldaten tot het bittere
einde toe heeft willen deelen, en die ten slotte
den moed had om te capituleeren om, wanneer
er geen andere uitkomst meer mogelijk was, zijn
soldaten en zijn volk te sparen, gaat onzen groot-
sten eerbied en onzen rechtzinnigsten dank.
Hulde en dank aan Koning Leopold, de redder
van zijn land en volk, de waardige opvolger van
zijn roemrijken vader, wijlen Koning Albert.
De smaad aan onzen Koning gebracht door de
gevluchte Belgische Regeering. welke met de
Belgische Staatskas op den loop ging en zich in
Frankrijk, ver boven Parijs, in veiligheid stelde,
raakt Hem niet. Hij die in de beproeving bij zijn
volk is gebleven en het voor grootere onheilen
heeft gespaard, is geen verrader, maar verraders
zijn de weggeloopen ministers en politieke staats
hoofden die den moed niet hadden op hun post
te blijven, maar de lafheid begingen het land en
zijn bevolking aan hun lot over te laten. Al de