21 jaar, N 10 29 juni 1940 21 Année, N 10 29 |uin 1940 Weekblad voor het Arrondissement Yper Journal hebdomadaire de 1'Arrondissement d Ypres JEen Lichtzijde in (4chadu\vtijd STAD YPER OORLOGSSCHADE BOUWRECLEMENT BOUWVALLIGE GEVELS STAD YPER GEBRUIK VAN WATER *mÊmmHÊÊÊmiÊÊÊÊÊiÊmÊmmiÊiÊmmÊmmmËÊmÊÊm*miÊmmÊmmmiammmmmÊmmLA HET YPERSCHE LA REGION D'YPRES Beneer. Opstel en Aankondigingen 34, Boterskaat, 34, YPEK. Abonnement21 fr. 00 per jaar Buitenland 32 Ir. Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren. rel. 500 40 ct. het nummer. Naamlooze artikels geweigerd Rédaclk'i Administration et Publicité 34, rue au Beurre, YPRES. Abonnement: 21 fr. 00 par. an Étranger 32 fr. On peut s'abonner d-.ns tous les bureaux de poste Beige.-. 40 ct. Ie numéro. Tél. 300 Les articles non signés sont refuse., O Er wordt opvallend weinig gerept, in pers of in radio, over het toekomstig statuut van België. De meest dwaze geruchten hebben de ronde ge daan het is zelfs niet noodig er even bij stil te blijven. Anderzijds worden stoute denkbeelden voorop gezet over een hergroepeering dér lage landen bij de zee. Met een schouderophalen komen wij er niet van af en wij doen goed te bedenken dat in dezen tijd ook naast groote miserie, een stuk wereldhistorie beleefd wordt waarvan wij den omvang wellicht nog niet heelema^l kunnen be vroeden. In Nederland werd intusschen de voormalige Oostenrijksche minister, de heer Seys-Inquart tot gouwleider aangesteld. Wij vernamen dat hij het meest dringende probleem der werkloosheid, door het herstel der aangebrachte oorlogsschade, met vaste hand heeft aangepakt. Wij weten niet hoe ons land er na'de moëi*- Jemeie zal uitzien en wat voor stoffelijke en ze delijke ellende er ons nog te wachten staat. Maar wij voelen maar al te duidelijk dat heel veel op een nieuwen leest zal moeten geschoeid worden. Wij willen vandaag even gewagen over het bij ons, als in Nederland, zoo dringende vraagstuk der arbeidsverdeeling. Met het versplinterd en maar immer voort op biedend partijensyndikalisme zijn wij in een straatje zonder einde geraakt. De werknemers- vereenigingen waren heelemaal van hun doel af gedwaald het waren politieke organismen ge worden die met de verdediging van de wettige beroeps- en standsbelangen niets meer te maken hadden het waren eenvoudig bureelen waar we kelijks millioenen en millioenen staatsgelden werden uitbetaald, dikwijls zonder voldoende kontrool en door onbevoegden. Het syndikalisme was wezenlijk een staat in den staat geworden, een macht die ministeries kon maken en breken, en waartegen het roekeloos was storm te loopen. Zoover was het gekomen dat in de syndikale bijdrage ook de prijs van het politieke dagblad begrepen was, zoodat de syndikaten de arbeiders geestelijk gevangen hielden. Intusschen ging de werkloosheid haar gang. De geesten eener geheele generatie werden mis vormd het syndikaat was er nog omdat het voor het stempelenonontbeerlijk wasDe werk man wist niets beters meer en voor hem was het doppen een gewoon verschijnsel'in 2ijn leven, een soort stiel. Niet zelden gebeurde het dat op de vraag naar het beroep het diep-treurige maar natuurlijke antwoord volgdeDopper van stiel Bij een deel der bevolking waren overigens de begrippen arbeidsadel of arbeidstrots on bekend en de lofwaardige pogingen door enkele jeugdgroepen aangewend om den arbeidersstand hooger op te tillen konden hieraan weinig ver helpen. Wij vragen het in gemoede of het dagelijks weerkeerende spektakel van duizenden levens moede arbeiders wachtend voor de stempelloka len niet even bedroevend was als de treurige vluchtelingenstoèt van voor enkele weken Zijn dan ook die arbeiders onze broeders niet Zijn zij geboren om heel hun leven het genade brood van den disch of van den dop te eten In afwachting dat de vrede terugkeert zal het herstel der oorlogsschade de scherpte van het werkloosheidsvraagstuk milderen. Er valt zelfs te voorzien dat evenals in 1918 een tijdelijke bloeiperiode zal volgen op het afsluiten der vij andelijkheden. Doch het werkloosheidsvraagstuk moet radikaal aangepakt worden om den terug keer van dien geesel, bron van vele ellende, met wortel en al uit te roeien. Wij stellen ons niet voor dat zulks een gemak kelijke taak zal zijn. Structuurveranderingen in den economischen en socialen bouw onzer maat schappij zullen hiertoe noodig zijn. Het vraagstuk betreft niet louter werknemers en patroons het is niet louter sociaalhet is in grond een politiek vraagstuk zonder partijpolitiek te zijn er dient een nieuwe mentaliteit geschapen ten overstaan van het begrip volkswelvaart een nieuwe opvatting van de dienstbaarheid van den eigendom. Zoo alleen komt een einde aan den geesel der werkloosheid. Men zegt dat de Schepper een heil bij elke ramp wist te stichten Moge het inzicht in de ware nooden van ons land en volk de arbeids- en levensblijheid in millioenen werkersgezinnen terugbrengen Dat ware een lichtende zijde naast de vele schaduwen van dezen tijd Het Provinciaal Bestuur van West-Vlaanderen heeft aan het Stadsbestuur volgend schrijven laten geworden in zake oorlogsschade Brugge, den 22 Juni 1940. Mijne Heeren, Bij rondschrijven van 15 Juni 1940 werden de gemeentebesturen verzocht hun ingezetenen uit te noodigen een opgave in te dienen van de schade welke zij wegens oorlogsfeiten opgeloo- pen hebben. Het Departement van Financiën dat zich zal gelasten met de studie van de kwestie der oor logsschade geeft thans enkele onderrichtingen welke moeten toelaten meer eenheid te bekomen in zake vaststelling der schade. Deze onderrich tingen luiden als volgt 1) De geteisterde zal zelf of door bemiddeling van een bevoegden derden persoon, een vaststel ling der geleden schade opmaken. Plaats, aard en omstandigheden dienen zeer klaar aangeduid. Daarenboven moet de schade geraamd worden aan den prijs van den dag en dienen alle noodige bewijsstukken bij de aangifte gevoegd. Onder prijs van den dagdient verstaan den prijs op 10 Mei 1940. De Bestendige Deputatie onderzoekt thans de mogelijkheid aan de geteisterden de noodige hulp te verschaffen voor wat betreft het vast stellen en het ramen der geleden schade, b. v. door het aanstellen van experten welke zich mits het betalen van een zeer gematigd eereloon, met het opmaken der aangiften zouden gelasten. Nadere inlichtingen daarover zullen denkelijk eerlang kunnen verstrekt worden. 2) Een exemplaar der aangifte moet aan hei Ministerie van Financiën, Diensten voor Oor logsschade (Zegestraat, Nr 43b, te Brussei-St- Gillis) overgemaakt worden. Een dubbel moet aan het bestuur der gemeente, waar de schade zich voordeed, gezonden worden. 3) De aangifte moet zeer duidelijk den bur gerlijken stand van den geteisterde vermelden, d. i. naam, voornamen, plaats en datum van ge boorte. beroep en desvoorkomend den burgerlij ken stand van de echtgenoote. 4) Zoodra de postdiensten regelmatig fun- geeren, zal door de zorgen van het Ministerie van Financiën een ontvangstbewijs gezonden wor den. mnnpin«mwN»i«)nM«n»r/4PiMn«i 5) Het begrip oorlogsschade mag voorloo- pig als volgt worden bepaaldalle materieele, rechtstreeksche en zekere schade berokkend aan roerende en onroerende goederen door de bom bardementen, ontploffingen, vernietigingen door de strijdende legers gedaan, dus formeele uit sluiting van onrechtstreeksche schade, gebrek van aanwinsten, enz. Voor wat de plundering betreft, mogen de ge- teisterden deze ook doen vaststellen en ramen, maar zij moeten ter zelfder tijd bij het gerecht een klacht tegen onbekenden indienen. 6) De burgers die door oorlogsfeiten (zooals onder 5 opgesomd) gewond werden moeten ook deze verwondingen doen vaststellen en een ge neeskundig getuigschrift overleggen. Deze do cumenten moeten .insgelijks aan het Ministerie van Financiën, Diensten voor Oorlogsschade, overgemaakt worden en een dubbel er van ge stuurd aan het bestuur der gemeente waar de geteisterde woonachtig is. In geval van overlijden moeten de rechtheb benden (weduwnaars, weduwen, weezen, enz.) dezelfde formaliteiten vervallen en cr een over lijdensakte. bijvoegen. Ik verzoek U.' Mijne Heeren, aan boven staande onderrichtingen de grootste ruchtbaar heid te geven. 4 Ik acht het nuttig er nogmaals op te wijzen dat het Hoofdbestuur geen enkele verbintenis aangaat noch belofte doet wat betreft het vergoe den der oorlogsschade. Het ware ook ten hoogste wenschelijk een exemplaar der aangifte waarvan spraak onder Nr 2 en 6 mede te deelen aan Het Provinciaal Bestuur. x De Voorzitter der Bestendige Deputatie H. d'ARTOIS. Namens het Stadsbestuur Yper, den 24 Juni 1940. De Burgemeester. J. VANDERGHOTE. De bevolking van stad wordt er op gewezen dat volgens het bouwreglement, niet alleen voor het oprichten van een nieuw gebouw, maar ook voor welkdanige verandering aan gebouwen, vooraf toelating is aan te vragen en machtiging te bekomen van het Schepencollege. De Secretaris, De Burgemeester, G. VERSAILLES. J. VANDERGHOTE. Gezien talrijke bouwvallige straatgevels gevaar opleveren voor de voorbijgangers, en instortin gen kunnen veroorzaakt worden door windruk of door zwaar gerij, worden de eigenaars van gebouwen, of bij ontstentenis hun zaakgelastig den of de pachters, verwittigd, dat zij als plicht hebben, dadelijk de bouwvallige gevels of dee len dezer té doen afbreken of zoodanig te laten schooren dat er geen ongelukken te vreezen val len. Zij zijn verantwoordelijk voor alle nadeel be rokkend ten gevolge van nalatigheid in het ne men van voorzorgmaatregels. De Secretaris, De Burgemeester, G. VERSAILLES. J. VANDERGHOTE. De bevolking wordt hierbij dringend verzocht enkel en alleen gekookt water te gebruiken ZOOWEL VOOR HET REINIGEN VAN GROEN TEN als voor de bereiding van spijzen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 1