De door Frankrijk aangevraagde Wapenstilstand is onderteekend De Fransche afgevaardigden, generaal Hunziger, lid san den Franschen generalen staf en voorzitter der deiegatie. gezant Noël, vice-admiraal Leluc, legerkorps- generaal Parisot, en luchtvaart - generaal Bergeret, die door de Fransche regeering aangeduid werden om de vredesvoorwaarden met de Duitsche vertegenwoor digers te bespreken, hebben den Woensdag 19 Juni, 's avonds, aan boord van een wit vliegtuig, de lucht- hasen van Merina verlaten. Vrijdag namiddag werden de Fransche gevolmach- ligden in het woud van Compiègne ontvangen door de Duitsche afvaardiging in denzelfden spoorwagen waar in de wapenstilstand op 11 November 1918 geteekend werd. Het aldaar opgerichte gedenkteeken van 1918 was met de Duitsche vlag bedekt. Om 15 u. 15 kwam de Führer ter plaats aan, begroet door maarschalk Goering. admiraal Raeder, generaal von Brauchitsch. generaal Keitel, minister von Ribben- trop en door Rudolf Hess. vertegenwoordiger van den Führer, terwijl de troepen de eer bewezen. Kort daarop kwamen de Fransche onderhandelaars, die Donderdag avond nabij Tours over de voorste Duit sche lijn gekomen waren, eveneens toe. begeleid door hoofdman Thomas, gehecht aan den persoon van den Führer. Deze laatste en zijn. raadsheeren stonden recht toen de Franschen den historischen wagen binnentra den en de Führer groette door het heffen van de rech terhand. Allen namen plaats rond de tafel en op bevel van den Fiihrer gaf generaal Keitel lezing van de inleiding tot de wapenstilstandveorwaarden. waarvan de tolk, Dr Schmidt, de vertaling gaf in het Fransch. en die als volgt luidt In opdracht van den Führer en opperbevelhebber van de Duitsche Weermacht heb ik U het volgende te doen weten Vertrouwend op de door Amerikaanschen President Wilson aan het Duitsche Rijk gedane en door de geal- 1 eerden goedgekeurde verzekeringen, heeft de Duit sche weermacht in November 1918 de wapenen neer gelegd. Daarmede kwam een einde aan een oorlog, die het Duitsche volk en zijn regeering niet gewenscht had den. en in dewelke het den tegenstander, niettegen staande zijn groote overmacht, niet gelukt was, het Duitsche leger, de oorlogsmarine of de Duitsche lucht macht ergens op afdoende wijze te overwinnen. «Reeds op "t oogenblik der aankomst van de Duitsche wapenstilstandskommissie werd het plechtig gegeven woord gebroken. Op den 11" November 1918 begon in dezen trein de lijdensweg van het Duitsche volk. On- teering en vernedering, menschenleed en materieel lij den voor geheel een volk vond hier zijn aanvangspunt. Woordbreuk en meineed hadden tegen een volk sa mengespannen, dat na meer dan vier jaren heldhaf- tigen tegenstand, slechts een zwakheid had begaan, na melijk vertrouwen te hebben in de toezeggingen van de Staatslieden der demokratische regeeringen. Op 3 September 1939. 25 jaar na het uitbreken van den wereldoorlog, hebben Engeland en Frankrijk op nieuw zonder eenige reden aan Duitschland den oorlog verklaard. Nu is de beslissing door de wapenen ge vallen. Frankrijk is overwonnen. De Fransche regee ring heeft de Rijksregeering verzocht haar de Duitsche voorwaarden voor een wapenstilstand te doen kennen. Zoo voor het in ontvangstnemen van deze voorwaar den het historische woud van Compiègne gekozen werd. gebeurde zulks om door deze daad van herstellende gerechtigheid eens en voor altijd de herinnering weg te vagen van een feit, dat voor Frankrijk geen eervol blad uit zijn geschiedenis daarstelt, door het Duitsche volk evenwel beschouwd werd als de diepste smaad der tijden. Frankrijk is na een heldhaftigen tegenstand in bloe dige veldslagen, die elkander zonder ophouden opvolg den, overwonnen geworden en uiteengevallen. Het ligt niet in de bedoeling van Duitschland aan de wapen stilstandsvoorwaarden of de onderhandelingen over een wapenstilstand het karakter te geven van een smaad tegenover een dapperen tegenstander." Het doel der Duitsche eischen is. 1) Het hernemen van den strijd te voorkomen; 2) Aan Duitschland alle zekerheid te geven bij de voortzetting van den oorlog tegen Engeland 3) De voorwaarden te scheppen voor het tot stand komen van een nieuwen vrede, waarvan de wezenlijke inhoud zal moeten zijn, het goedmaken van het aan het Duitsche Rijk met geweld aangedane onrecht Na het voorlezen van deze preambuul verliet de Führer de plaats der onderhandelingen. Alleen generaal Keitel bleef met de Fransche afge vaardigden en overhandigde dezen dan de voorwaar den voor een wapenstilstand. De Franschen trokken zich daarop terug in de hen voorbehouden veldtent, ten einde te beraadslagen en zich telefonisch in be trekking te stellen met hun regeering te Bordeaux. De onderhandelingen en beraadslagingen duurden tot Zaterdag 22 Juni, te 18 u. 50, uur waarop de wa penstilstandsakte tusschen Frankrijk en Duitschland onderteekend werd. De door de Duitschers gestelde en door de Franschen aanvaarde voorwaarden, waarvan de officieele tekst slechts enkele dagen nadien werd bekend gemaakt, omvatten de volgende punten 1. De Fransche regeering schorst den strijd tegen het Duitsche Rijk in Frankrijk, in de Fransche bezittingen. Koloniën, mandaatgebieden en op zee. Zij beveelt aan de Fransche legerafdeelingen die reeds door de Duit sche troepen zijn ingesloten, onmiddellijk de wapens neer te leggen. 2. Om de belangen van het Duitsche Rijk te waar borgen wordt het Fransche grondgebied door Duit sche troepen ten Noorden en ten Westen van op bij gaande kaart geteekende lijn bezet. Indien te bezetten deelen nog niet in de handen der Duitsche troepen zijn, zal hun bezetting onverwijld na het sluiten van dit verdrag worden voltrokken. 3. In de bezette deelen van Frankrijk oefent het Duitsche Rijk al de rechten van de bezettende macht uit. De Fransche regeering gaat de verbintenis aan de verordeningen welke op grond van deze rechten worden uitgevaardigd, met alle middelen te steunen en met de hulp der Fransche openbare besturen uit te voeren. Alle Fransche overheden en openbare diens ten moeten van de Fransche regeering onverwijld het bevel krijgen aan de verordeningen van de Duitsche militaire bevelhebbers gevolg te geven en met deze op onberisptelijke wijze samen te werken De Duitsche regeering heeft het inzicht, na het einde der vijandelijkheden met Engeland, slechts het strikt noodige deel der Westkust te bezetten. Het staat aan de Fransche regeering vrij haar zetel in het onbezrtte gebied te vestigen, of indien zij het wenscht, hem naar Parijs te verplaatsen. In dit geval verzekert de Duitsche regeering dat de Fransche regeering en de centrale overheden alle ge makkelijkheid zullen hebben om in staat te zijn de be zette en onbezette gewesten van uit Parijs te kunnen besturen. 4. Het Fransche Leger, te land, ter zee en in de lucht moet na een nog te bepalen termijn gedemobiliseerd en ontwapend worden. Er wordt een uitzondering ge maakt voor de troepen, die noodig zijn om de orde in het binnenland te handhaven. De getalsterkte en de bewapening van deze troepen zullen door Duitschland en Italië worden bepaald. De eenheden van het Fransche leger, welke zich in de door Duitschland te bezetten gebieden bevinden, moeten zoo snel mogelijk naar het onbezette gebied worden teruggetrokken en ontbonden. Deze troepen laten, voor het vertrek, hun wapens en materiaal op de plaats waar zij zich bevinden, op het oogenblik waarop dit verdrag van kracht wordt. Zij zijn verant woordelijk voor een ordentelijke levering aan de Duit sche troepen. 5. Als waarborg van den wapenstilstand zal de uit levering worden geëischt van volgende onbeschadigd materiaal Alle kanonnen, strijdwagens, tankafweerwapenen, oorlogsvliegtuigen, lucht- en afweerkanonnen. infante- riewapenen, vervoermiddelen en munitie, behoorende aan de Fransche eenheden, die tegen Duitschland stre den en op het oogenblik van het in werking treden van dit verdrag zich buiten de door Duitschland te bezetten gebieden bevinden. De Duitsche wapenstilstandskommissie zal den om vang der uitleveringen bepalen. 6. De wapenen, de munitie en het oorlogstuig van alle soort welke in onbezet Frankrijk over blijven, buiten deze welke aan gemotoriseerde Fransche een heden worden toegestaan, moet onder resp. Duitsch en Italiaansch toezicht, in opslagplaatsen worden gebor gen. Het Duitsche opperbevel behoudt het recht, alle maatregelen te treffen om een ongeoorloofd gebruik van dit wapentuig te voorkomen. Het vervaardigen van nieuw oorlogsmateriaal moet in het onbezet gebied on middellijk ophouden. 7. In het te bezetten gebied moeten alle land- en kustversterkingen met wapenen, munitie en ander ge tuig van alle soort, ongeschonden worden overgeleverd. De plannen van deze versterkingen, alsmede de plan nen van de door de Duitsche troepen reeds veroverde vestingen moeten uitgeleverd worden. Aan het Duit sche opperbevel moeten nauwkeurige inlichtingen wor den verstrekt over de voorbereide ontploffingen, land mijnen, tijdbommen, enz. Deze hindernissen moeten op Duitsch bevel door de Franschen worden verwijderd. 8. De Fransche oorlogsvloot, uitgenomen het deel dat aan de Fransche regeering wordt toegestaan voor de verdediging van de Fransche belangen in haar Kolo niaal Rijk, moet in nader te bepalen havens worden samengetrokken en onder resp. Duitsch en Italiaansch toezicht gedemobiliseerd en ontwapend. Met de standplaats der schepen in vredestijd zal bij de bepaling der havens rekening worden gehouden. De Duitsche regeering verklaart plechtig aan de Fransche regeering dat zij niet het inzicht koestert de Fransche oorlogsvloot, welke zich in de onder Duitsch toezicht staande havens bevindt, in den oorlog voor haar doeleinden te gebruiken, uitgenomen de eenheden welke voor de kustmacht of het mijnenvegen noodig zijn. Verder verklaart zij plechtig en uitdrukkelijk dat zij niet het inzicht koestert bij het sluiten van den vrede, de Fransche vloot op te eischen. Uitgenomen het deel der Fransche oorlogsvloot, dat de Fransche belangen in de Koloniën waarneemt, moeten alle Fran sche oorlogschepen, welke zich buiten Frankrijk be vinden, onmiddellijk naar Frankrijk terugkeeren. 9. Het Fransche Opperbevel moet aan het Duitsche Opperbevel nauwkeurige inlichtingen verstrekken over alle door Frankrijk gelegde mijnen, alsmede over alle andere haven- en kustversperringen, over de verdedi gingswerken en afweerinrichtingen. De mijnenvelden moeten gevaagd worden door Fransche strijdkrachten, zoo het Duitsche Opperbevel zulks eischt. 10. De Fransche regeering neemt de verplichting op zich met geen enkel deel van het haar overblijvend leger en op geenerlei wijze nog vijandelijke daden tegen het Duitsche Rijk te stellen. Eveneens zal de Fransche regeering beletten dat Fransche militairen het land verlaten en dat wapenen, uitrustingen van allen aard, schepen, vliegtuigen naar Engeland of elders in het buitenland worden overgebracht. De Fransche regeering zal aan de Fransche onder danen verbieden tegen het Duitsche Rijk te strijden in dienst van de staten, die met dit land nog in oorlog zijn. Fransche onderdanen, die dit verbod overtreden, zullen door de Duitsche troepen als vrijschutters wor den behandeld. 11. Aan de Fransche handelsschepen van allen aard. inbegrepen alle kust- of havenvaartuigen, die zich in Fransche handen bevinden, moet voortaan het uitvaren verboden worden. De hervatting van het handelsverkeer blijft ondergeschikt aan de toelating van de Duitsche en de Italiaansche regeeringen. De Fransche handels schepen. die zich buiten de Fransche havens bevinden, zullen door de Fransche regeering worden teruggeroe pen, of, als dit niet mogelijk is, neutrale havens bin- nenloopen. Alle opgebrachte Duitsche handelsschepen, welke zich in Fransche havens bevinden, zijn op het eerste verzoek onbeschadigd terug te geven. 12. Onmiddellijk moet een verbod tot vertrekken aan alle vliegtuigen die zich op Fransch grondgebied be vinden. uitgevaardigd werden. Ieder vliegtuig dat, zon der toelating van Duitsche zijde, opstijgt, zal door het Duitsche luchtwapen als vijandelijk aanzien worden en daarnaar behandeld. De vliegvelden en inrichtingen van het luchtwapen, die zich in het onbezette gebied bevinden zullen door Duitsche of Italiaansche wachten worden bewaakt, hunne onbruikbaarmaking kan ge vorderd worden. De Fransche regeering is verplicht alle vijandelijke vliegtuigen, welke zich in het onbe zette gebied bevinden, ter beschikking te stellen of hun vertrek te verhinderenzij moeten bij de Duitsche Weermacht overgebracht worden. 13. De Fransche regeering verplicht er zich toe er zorg voor te dragen dat. in het door de Duitsche troe pen te bezetten gebied/«Ue gebouwen, inrichtingen en voorraden onbeschadigd aan de Duitsche Weermacht worden overgemaakt. Zij zal er verder voor zorgen dat haven- en nijverheidsinrichtingen in den zelfden toe stand gelaten worden en op geen enkele manier be schadigd of onbruikbaar gemaakt worden. Dezelfde bepalingen gelden ook voor alle verkeersmiddelen en verkeerswegen in het bijzonder voor spoorwegen, we gen en voor de binnenscheepvaartwegen, voor geheel het telefoonnet, voor de inrichtingen tot regeling van het waterverkeer en de kustlichten. Zij verplicht er zich eveneens toe, op bevel van het Duitsche opper- kommando, alle herstellingswerken uit te voeren, welke hier kunnen gevraagd worden. De Fransche regeering zorgt er voor dat in het bezette gebied het noodige vak- personeel, de hoeveelheid rollend spoorwegmateriaal en alle verkeersmiddelen aanwezig zijn, zooals de nor male omstandigheden van vredestijd het vergden. 14. Voor alle radiozendposten op Fransch grondge bied bestaat een onmiddellijk uitzendingsverbod. We deropname van de radio-omroepen uit het onbezette gedeelte van Frankrijk is aan een afzonderlijke rege ling onderworpen. 15. De Fransche regeering verplicht er zich toe het door het onbezette gebied gaande goederenverkeer tus schen Duitschland en Italië, in den omvang, die door de Duitsche regie gevraagd zal worden, te verzekeren. 16. De Fransche regeering zal den terugkeer van de bevolking in het onbezette gebied, in verstandhouding met de bevoegde Duitsche diensten, verzekeren. 17. De Fransche regeering verplicht er zich toe, het overbrengen van handelswaarden en voorraden uit het door de Duitsche troepen te bezetten gebied naar het onbezette of naar het buitenland te verhinderen. Over deze waarden en voorraden, die zich in het onbezette gebied bevinden, kan slechts met de toestemming der Duitsche regeering beschikt worden. Hierbij, zal de Duitsche regeering de levensbehoeftenvan de bevol king der onbezette gebieden in acht nemen. 18. De kosten voor het onderhoud der Duitsche be zettingstroepen vallen ten laste der Fransche regeerin.a. 19. Alle zich onder Fransche bewaking bevindende Duitsche krijgs- of burgerlijke gevangenen, inbegre pen, de aangehouden en gestrafte personen, die wegens een daad ten gunste van het Duitsche Rijk, aangehou den en veroordeeld werden, moeten onmiddellijk aan de Duitsche troepen overgeleverd worden. De Fransche regeering is ertoe verplicht alle zich in Frankrijk, in de Fransche bezittingen, koloniën, protektoraats- en man- daatsgebieden, bevindende Duitschers, die door de Duit sche regeering bij name zullen bekend gemaakt wor den, op verzoek uit te leveren. De Fransche regeering verplicht er zich toe te verhinderen dat Duitsche krijgs- of burgerlijke gevangenen uit Frankrijk naar Fransche bezittingen of naar het buitenland weggebracht worden. Over de reeds overgebrachte gevangenen, evenals over de niet vervoerbare zieke en verwonde Duitsche krijgsgevangenen, moeten getrouwe lijsten, met opgave van de plaats, waar zij zich bevinden, voorgelegd wor den. Het Duitsche oppercommando neemt het toezicht over de zieke en verwonde Duitsche krijgsgevangenen over. 20. De leden van de Fransche weermacht, die zich in Duitsche krijgsgevangenschap bevinden, blijven krijgsgevangen tot met het afsluiten van den vrede. 21. De Fransche regeering staat in voor alle goederen en waarden, die volgens dit verdrag onbeschadigd moe ten overgeleverd worden of ter beschikking der Duit schers moeten gehouden worden, of waarvan het weg brengen buiten het land verboden is. De Fransche regeering is tot schadevergoeding voor alle onbruik baarmaking of wegvoering, die tegen dit verdrag in- druischen, verplicht. 22. Een Duitsche wapenstilstandskommissie waakt over de uitvoering van het wapenstilstandsverdrag en regelt ze. Zij oefent hare werkzaamheden uit, volgens de aanwijzingen van het Duitsche Opperbevel. Zij moet verder deze overeenkomst met het Italiaansch- Fransche wapenstilstandsverdrag in overeenstemming brengen. De Fransche regeering benoemt een afvaardiging bij den zetel van de Duitsche wapenstilstandskommissie om de Fransche wenschen te doen kennen en van de uitvoeringsmaatregelen kennis te nemen. 23. Dit wapenstilstandsverdrag wordt van kracht zoodra de Fransche regeering ook met de Italiaansche regeering een overeenkomst betreffende het beëindi gen der vijandelijkheden heeft gesloten. De vijandelijk heden zullen eindigen zes uur na het oogenblik waar op de Italiaansche regeering aan de Rijksregeering me degedeeld 'heeft dat de overeenkomst werd gesloten. De Rijksregeering zal draadloos aan de Fransche re geering dit tijdstip doen kennen. 24. Het wapenstilstandsverdrag blijft van kracht tot aan de ratificatie van het vredesverdrag. Het kan steeds worden opgezegd met onmiddellijk gevolg door de Duitsche regeering, indien de Fransche regeering de door het wapenstilstandsverdrag opge legde verplichtingen niet" nakomt. Dit wapenstilstandsverdrag werd onderteekend in het woud van Compiègne, op 22 Juni 1940, te 18 u. 50 (Duitsch zomeruur). w. g. HUNTZIGER. w. g. KEITEL. NOTA De in aCt. 2 van het wapenstilstandsverdrag vermelde lijn vertrekt ten Oosten van de Fransch-Zwitsersche grens, bij Geneve en loopt ongeveer over Döle, Paroy- le-Monial en Bourges tot op ongeveer 20 km. ten Oos ten van Tours. Vandaar blijft zij op 20 km. van den spoorweg Toürs- Angoulême-Libourne, en vervoegt over Mont-de-Marsan en Orthez de Spaansche grens. Verder werd nog bepaald dat die overeenkomst on dergeschikt is aan het sluiten van een dergelijken wa penstilstand met Italië en dat het vuur slechts zal gé- staakt worden 6 uur nadat ook de wapenstilstand tus schen Frankrijk en Italië zal geteekend zijn. De Fransche gevolmachtigden hebben zich vervol gens per vliegtuig naar Rome begeven, waar zij Zon dag, te 14 u. 55 toekwamen. De besprekingen tusschen de Fransche en Italiaan sche afvaardigingen hadden plaats in de villa Incisa de Lonzata, in de nabijheid van Rome De Fransche onderhandelaars voor den wapenstil stand met Italië waren dezelfde als die van Compiègne, en de Italiaansche afvaardiging bestond uit Graaf Ciano, generaal Badoglio, admiraal Covalieri, het hoofd van den Legerstaf van het luchtwezen Pricolo, en het hoofd van de landlegers Roassa. Zondag avond werden de Italiaansche voorwaarden overhandigd aan de Fransche gevolmachtigden, die

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 2