Coiffeur Michel MODERN DAMESSALON Voor uw Glas- er» Loodwerken Walter TAVENIER - BEDDELEEM STATIESTRAAT, 60 YPER heeft bij zijn welgekend HEERENSALON ee.n C EO P END Specialiteit van Moderne Coiffuren Permanenten INDOLA 1940 wendt U bij Tempelstraat, 4 YPER Matige prijxen. Spoedige bediening. t en. ten einde die werken dan zoo spoedig mogelijk M. Vanderghote. De plannen zijn besteld. M. Seys. Zoodat, wanneer wij de toelage krijgen, »r ^effens aan "t werk zal kunnen gegaan worden M. Vanderghote. Sommige plans zijn reeds weg, mdere zijn besteld. M. Michiel. Ik ben volledig.t akkoord met hetgeen le Heer Leuridan zooeven heeft gezegd, namelijk wan- ieer hij verklaarde dat het beter is de werkloozen te erk te stellen dan ze steun te moeten geven. Dit wa re een verlichting voor ons en ook voor de werklieden zelf. In afwachting hiervan vraag ik wat de stad be sloten is te doen voor de steunbehoeftigen. Er zal im mers nog heel wat tijd verloopen eer die werken zul len kunnen uitgevoerd worden. Ik heb in verschillige bladen gelezen dat er een nieuwe regeling getroffen erd inzake steunverleening. Naar het schijnt moeten de werkloozen, zoowel de verzekerden als niet verze kerden, zich aan de controle van het crisisfonds onder werpen. Ik begeer hierover wat nader uitleg en wensch te vernemen zoo er in andere gemeenten reeds van wal gestoken werd met die controle en indien er daar meer steun gegeven wordt. M. Delahaye. Er is daarover nog niets officieel in heel het land. Ook te Kortrijk wist men gister nog niets. Al de gemeenten die van wal gestoken zijn, heb ben het zonder vaste gegevens gedaan. M. Michiel. De nieuwe regeling is nochtans ver schenen in het Staatsblad van 30 Juni 11. Daar waar er een Commissie van Openbaren Onderstand bestaat, i? het deze inrichting die zich met de betaling bezig houdt. Zullen wij hier nogmaals voor hetzelfde feit 'taan zooals nu de steun gegeven wordt, 't is te zeggen dat het grootste deel in natura en slechts het kleinste in specie verleend wordt M. Delahaye. Niettegenstaande het tegenoverge- - elde beweerd werd, tyordt hier te Yper het maxi mum als steun betaald. Wij verwachten thans de noo- d:se gegevens over de nieuwe steunregeling zoo rap mogelijk. M. Vanderghote. Laat ons thans de gewijzigde buitengewone begrooting goedkeuren. >1. Capoen. In het krediet van 750.000 fr. voor egeniswerken zijn de buitenwegen daar ook in be grepen M. Vanderghote. Dit is in 't algemeen voor al de wegen die te herstellen zijn. M. Capoen. Wij mogen dus leven op hoop dat ook de buitenwegen zullen hersteld worden M. Vanderghote. Ja. Ik stel voor thans tot de stemming over te gaan. Al de raadsleden stemmen ja. M. Vanderghote. Blijft thans nog de begrooting voor orde. Artikel 1, voorschot op kredietopening. 740.000 fr.artikel 2. betaling van militaire verstrek kingen, 75.000 fr.artikel 3, afhouding van 6 op de wedden ten bate der kas van weduwen en weezen van het onderwijs, 4.700 fr.artikel 4, reiskosten van be hoeftigen. 750 fr.artikel 5, aandeel der provincie in de jaarwedde van den cipier van het doortochthuis, iOO fr. Deze laatste drie artikelen zijn ongewijzigd ge bleven. Vervolgens noemde de Heer burgemeester nog twee n tpwe artikelen ten bedrage van ongeveer 400.000 fr.,_ zoodat de begrooting voor orde sluit met de som van 1.238.090 fr. in ontvangsten en uitgaven. Deze begrooting voor orde wordt zonder opmerkingen goedgekeurd door de aanwezige raadsleden, behalve door den Heer Leuridan die, na gevraagd te hebben over wat de stemming liep, verklaart zich te onthouden. VII. Mededeelingen. W. Vanderghote. Zijn er raadsleden die wenschen een vraag te stellen M. Leuridan. Ik had mijn vraag ook reeds kunnen -tellen na de lezing van het proces-verbaal der zitting of ook reeds tijdens een van de vorige zittingen, doch ik heb die vraag niet vroeger willen stellen omdat het niet betaamde die kwestie, ik bedoel de afwezigheid van drie raadsleden, wat te haastig aan te raken. Het had wreedaardig geweest van on- zentwege hier vroeger kritiek uit te oefenen over die afwezigheid, doch stilaan wordt zulks niet meer het geval, en wordt het integendeel billijk en redelijk aan het schepencollege te vragen welke zijn inzichten zijn nopens die bestendige afwezigheid van drie onzer collega's. M. Vanderghote. Wien bedoelt ge M. Leuridan. De Heeren Missiaen, Van Alleynnes en Lahaye. Het 'schijnt dat die Heeren afwezig zullen blijven. (De Heer burgemeester haalt de schouders op). Uw gebaar. Mijnheer de burgemeester, schijnt een be vestiging te zijn van mijn gezegde. Ik ben t'akkoord om te verklaren dat wij allen het recht hebben het ge vaar te ontloopen. Door, de ondervinding, die ik van 1914 tot 1918 heb opgedaan, heb ik thans ook geloopen en vroeger zelfs dan den Heer burgemeester, die het kranig gebaar had slechts de stad te verlaten alswan- neer hij de bajonetten der Engelschen op de borst 'voelde. Doch er is een groot verschil tusschen het loo- pen voor het gevaar en het wegvluchten dat een poli- tieken ondergrond als beweegreden heeft. Ik weet dat wij allen thans broederlijk moeten vereenigd zijn en dat het, in de huidige omstandigheden, niet past alles weer op te halen wat ons vroeger scheidde. Toch moet ik uwe aandacht vestigen op het karakterlooze van deze partijpolitiekers die om politieke redenen het gevaar ontloopen zijn en die terwille van een denk beeldig gevaar nu nog niet terugkeeren durven. Ik vraag mij dan ook af zoo ze niet bestendig zullen weg blijven. Het ontloopen van het gevaar beschouw ik als een normaal en zelfs natuurlijk gebaar, doch allen zijn teruggekeerd zoodra de laatste bom gevallen was. De eenen zijn wat vroeger teruggekeerd, de anderen wat later en anderen nog, zich betrouwend op de dikte hunner kelders of de stevigheid der schuilplaatsen, hebben de stad zelfs niet verlaten. Onze houding is dus j geheel anders dan deze onzer drie collega's, wier af wezigheid wat al te langdurig begint te worden. Wij zijn immers reeds den 15 Juli en daarom vraag ik van daag naar het inzicht van het schepencollege, om mor gen dan tot de daad te kunnen overgaan. Ik zal zoo wreed niet zijn dadelijk een antwoord te eischen, doch misschien kan er een onderzoek gedaan worden naar de inzichten dier afwezige leden. Ik geloof dat hunne vervanging voorzien is in de gemeentewet zoo zij niet terugkeeren. Daarom zou ik voorstellen eerst inlichtin gen in te winnen 't zij bij hunne politieke vrienden of bij hunne verwanten, om te weten zoo wij nog op de terugkomst mogen rekenen van het lid der gewezen socialistische partij de Heer De Man, haar leider, heeft immers gezegd dat die partij dood en begraven is en van de twee leden der gedurig jonge liberale partij die hier thans in den gemeenteraad nog alleen vertegenwoordigd is in den persoon van onzen collega, den Heer Vergracht. Van deze drie afwezige leden zijn er voornamelijk twee op wier schouders het rust het zeer belangrijk programma hunner partij en de belan gen hunner kiezers in den schoot van den gemeente raad te vertegenwoordigen. Wij hebben dus het recht te weten wat zij zinnens zijn te doen en ik vraag aan het schepencollege een kleine poging te willen doen om deze inlichting zoo mogelijk in te winnen en daarna de noodige beslissing te nemen. M. Michiel. Het spreekt van zelf dat ik niet weet waar die Heeren zijn. doch in de dagbladen heb ik wat gelezen over een scheidingslijn die in Frankrijk tus schen het bezette en het niet bezette gebied bestaat en die door niemand kan overschreden worden, tenzij met een moeilijk te verkrijgen toelating. Ik veronderstel dus dat bedoelde personen over die lijn zijn, en dat het niet van hun wil afhangt doch wel de schuld is van die lijn zoo zij nog niet teruggekomen zijn. M. Leuridan. Ik ken twee soorten personen die door die zoogezegde ondoorbreekbare lijn gekomen zijn, vooreerst de bandieten van Limoges die de Heer bur gemeester aldaar ontmoet heeft, misschien om te weten zoo ze niet zinnens zijn de meêgevluchte kas terug te brengen, en ten tweede mijn eigen kameraden die op schandige wijze als booswichten weggesleept werden en de vijf Yperlingen die slechter gevaren hebben dan ik en in het gruwelijk kamp van St Cyprien, ergens dichtbij de Spaansche grens, opgesloten werden. Deze personen zijn zonder moeilijkheden door die lijn geko men en daarom betwijfel ik het sterk dat die lijn een beletsel zou zijn voor den terugkeer onzer drie raads leden en een ernstig argument is om hunne afwezigheid te verontschuldigen. M. Vanderghote. Indien de Heer Michiel niet weet waar de Heer Missiaen zich bevindt, kan ik hem mede- deelen dat hij in Limoges is. M. Leuridan. Gij komt van Limoges, zoodat die inlichting betrouwenswaardig is. M. Vergracht. De Heer Lahaye bevindt zich te Adinkerke, doch hij is niet zeer haastig om naar hier terug te komen. M. Vanderghote. De vraag van den Heer Leuridan heeft ons ietswat verrast. Ik ben echter van meening dat de oplossing dier kwestie niet dringend is, gezien de verschillige politieke vertegenwoordigers die gebleven zijn zich heel wel zonder hen weten te beredderen en de stadszaken er niet onder lijden. M. Leuridan. Gij zijt wreed, Mijnheer de burge meester. M. Vanderghote. Ik zeg niet dat het beter gaat dan wanneer zij hier zijn Zij zijn maar tijdelijk afwezig. Ik twijfel er ook aan dat de scheidingslijn in Frankrijk hen belet terug te komen, doch denk dat het eerder is om politieke redenen dat zij niet wenschen weer te keeren. Thans zijn wij hier nog met twaalf raadsleden op vijftien, en wij moeten dus niet het voorbeeld vol- gen van Oostende waar de groote meerderheid der raadsleden weggeloopen was. Hier zijn wij nog de meerderheid en ik geloof dat het, hoe zou ik zeggen, geen daad van kristelijke naastenliefde ware een maat regel tegen deze personen te nemen. Wij kunnen enkel hunne afwezigheid betreuren. M. Leuridan. Gij zoudt, Mijnheer de burgemeester, volledig gelijk hebben ware er niet een beschouwing die mij gelijk geeft. Wij zijn thans reeds den 15 Juli en in al dien tijd konden zij reeds gemakkelijk terug op hun post geweest zijn. Ik heb die vraag niet in een vroegere zitting willen stellen, omdat ze toen nog als misplaatst had kunnen aanzien worden, maar het hand haven dier bestendige afwezigheid geeft er ons thans het recht toe die kwestie op te werpen. Ten andere, de gemeentewet is nog niet afgeschaft, en die wet zegt dat de belangen der bevolking door de gekozenen moeten gediend worden. Ik hoop dat in de toekomst bestuur ders en niet meer politiekers aan het hoofd der ge meenschap zullen aangesteld worden, doch in afwach ting hebben de kiezers het recht te eischen dat hunne meening in den raad vertegenwoordigd zij. Welnu de Heer Michiel, die in de afwezigheid van den Heer Lahaye, de benjamin van den raad is, meen ik, en de Heer Vergracht, die onze ouderdomsdeken als raadslid is, vertegenwoordigen hier in den raad geen samen telling van invloed hunner kiezers zooals de gemeente wet dit wil. Het is uit zórg, uit bekommerdheid voor de belangen van hun eigen partij dat ik zulks zeg. Ik vraag dus dat men zich inlichten zou over het al of niet bestendig wegblijven der drie raadsleden en zoohaast wij zekerheid hebben over hunne inzichten zullen wij met gerust gemoed kunnen handelenofwel geduldig wachten op den terugkeer der verloren zonen, ofwel in hunne vervanging voorzien. M. Vanderghote. Ik zou dan moeten voorstellen een krediet te stemmen om hunne opsporing te doen. (Gelach). M. Leuridan. In alle geval zou ik mij niet tot in DE VERBETERDE UITVINDING i in de PERMANENTENWERELD. PRIJS35 en 50 Fr. Groote keus van Parfumerieartikelen. Moderne installatie Matige prijzen. rr<'«'Ef<fiirn het kamp van St Cyprien riskeeren. Ik wensch nog een ander punt aan te raken, Mijnheer de burgemeester. Het is noodig dat er maatregelen getroffen worden om wat orde te brengen in den warboel waaronder onzen handeldrijvenden en neringdoenden middenstand lijdt. Als ik zeg dat reeds vóór en onder den oorlog de toe stand uiterst benard was, dan verklap ik geen geheim. En dit zal niet verbeteren, gezien de vraag naar be lasting er nu reeds is. Twee punten zouden moeten veranderen ten eerste, de hulp aan de behoeftigen, die opgelost is op de goede manier voor den behoeftige zelf, is het op een minder goede manier voor den stiel doener. Het stelsel van het verstrekken van voedsel in plaats van geld wat ik volledig beaam is zeer goed, doch de aankoop der grondstoffen gebeurt zoo dat hij een schadepost voor onze eigen neringdoeners en een winst voor vreemde handelaars uitmaakt. Voor de levering van groensels en vleesch bijvoorbeeld, moet het mogelijk zijn dat ze door onze handelaars zelf ge daan worde. Nu worden de zeven of acht tienden ge leverd door vreemdelingen aan prijzen die misschien beneden de mogelijkheden onzer eigen beenhouwers of groenseliers zijn. Er moet hiervoor een uitkomst gevon den worden en ik vraag dat het vraagstuk ernstig on der oogen zou genomen worden.Een nieuwe regeling zou mogelijks kunnen gevonden worden door het aan leggen eener lijst van de betrokken stieldoeners of leveranciers van de grondstoffen noodig voor die eet malen. Die lijst zou eveneens het aantal der steuntrek- kenden moeten vermelden en zoo ware het mogelijk de bestellingen te doen bij die neringdoeners in verhou ding met het aantal steungenietenden die zij eertijds on der hun klanten telden. Dit is een suggestie van mij en ik geef ze voor wat ze waard is. Dit ware een kleine geldwinning voor de ingezetenen in plaats van winst uitsluitend voor vreemdelingen. Een tweede zaak is de kwestie der kolen. M. Vanderghote. Gelief dit in geheime zitting te bespreken. M. Leuridan. Ik zal aan geene persoonlijkheden doen. M. Vanderghote. Goed, maar ik heb iets te zeggen dat niet in het openbaar mag gekend zijn. M. Leuridan. In geheime zitting zal ik die zaak bondig bespreken, maar dit abces moet uitgesneden worden. Dit stelsel van monopolium is onverdedigbaar. Indien gij u tegen mijne uiteenzetting moest verzetten, dan zal ik mij driftig maken. M. Michiel. Het eerste punt door den Heer Leuri dan aangehaald stond ook op mijn briefje vermeld. De kwestie der eetmalen zou ook nog op een ander en misschien gemakkelijker manier kunnen opgelost wor den. Een ander voorstel ware ten titel van proef het geld in handen te geven der steuntrekkenden zelf, die dan alzoo bij de winkeliers van stad hunne aankoopen zouden kunnen doen. M. Vanderghote. Sedert het laatste ministerieel besluit is het verboden verplichte rantsoenen uit te deelen. Ik betreur zulks, want de ondervinding heeft ons geleerd hoe, wanneer het geld zelf in handen der behoeftigen gegeven wordt, in sommige gevallen vrouw en kinders te kort hebben. Een feit was dat de Com missie van Openbaren Onderstand te veel rantsoenen aan de steungenietende families opdrong, zoodat som mige families te veel eten en te weinig steun ontvingen. Ik heb zulks bij de Commissie van Openbaren Onder stand aangeklaagd en over enkele dagen is men t'ak koord gekomen voor sommige families eenige rantsoe nen af te schaffen, zoodat zij in een breeder mate van steun zouden genieten. Voor een gezin van vijf perso nen zullen er maar drie verplichte rantsoenen zijn en voor een gezin van vier personen nog slechts twee rantsoenen. Dit maakt dat de steun in natura en in geld dus elk op de helft gebracht wordt, wat aan de families toelaten zal nog het een of ander bij te koopen. Het voorstel van den Heer Leuridan is thans niet meer van actualiteit, gezien het stelsel van den steun in natura afgeschaft is. De Commissie van Openbaren Onder stand zal voortaan nog alleen rantsoenen uitdeelen aan deze die het verlangen. Het is heel lastig voor den uit bater de verdeeling der eetmalen zoo te schikken om de aankoopen bij de neringdoeners hier in stad te doen. De prijs der eetmalen is zoo nauw uitgerekend dat hij verplicht is zijn aankoopen in het groot te doen, en het is daaraan te danken dat de prijs zoo laag kon gesteld worden. Het eetmaal begrijpt soep. vleesch, aardappe len. M. Michiel. En boonen ook. M. Vanderghote. Dit alles voor 2 fr. 50. Dit is toch niet overdreven en niemand anders zou het voor dien prijs kunnen doen. Ik denk dat de nieuwe maatregel, die de verdeeling voorziet van den steun in natura en van de hulp in geld, allen voldoening zal geven en ook de kleine handelaars zal bevredigen. M. Leuridan. Uw antwoord voldoet niet ten volle, namelijk op het punt dat er toch prijsnavraag zou moe ten geschieden bij de stedelijke beenhouwers en win keliers en hen ook de kans geboden worden sommige artikelen voor die eetmalen te leveren.' Het moet mo- MMOTPMIPIPiriPlMmmWMPII - --

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 6