Schrijfmachines Machines a Ecrire ALFRED DEKEYSER 4 Federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper Verzorgde Herstellingen Benoodigheden YPER YPRES Réparations soignées Accessoires Herstellingen van fijnmekaniek. Reparations de mécanique de précision. Verslag der Vergadering van 8 September 1940. De vergadering wordt korts na 15 u. geopend onder het voorzitterschap van den Heer Arthur Butaye, advokaat, aan het bureel omringd door de Heeren J. Vanderghote, volksvertegenwoordi ger en burgemeester van Yper, H. Delobel, ad vokaat. en L. Vandevoorde, bestuurder der Coö peratieve voor Oorlogsschade Yper en de Om streken De Heer Voorzitter verwelkomt de aanwezigen en bedankt de afgevaardigden van de gemeenten van het arrondissement volgens de gedane naamafroeping zijn ze ten getale van 21 die den oproep der Federatie, tot de Heeren burge meesters gericht om de vergadering van heden te willen bijwonen, hebben beantwoord. Voor het oogenblik bestaat er nog geen wet op de oorlogsschade voortspruitende uit den tegen- woordigen oorlog, zoodat er dienaangaande dus nog niets bepaalds geregeld noch vastgesteld is en wij nog niet weten waaraan ons te houden. Het voornaamste punt is thans te weten hoe de ge- teisterden hunne aangiften van oorlogsschade moeten opmaken, opdat er dan later geen betwis tingen meer over zouden mogelijk zijn. Binnen een of twee jaar zal veel van de huidig geleden schade maar moeilijk kunnen bewezen worden, en daarom is het noodig nu reeds iets te doen om die schade zoo spoedig mogelijk vast te stellen of te doen bestatigen op een wijze die nadien niet meer kan in twijfel getrokken worden. Met dit doel moet er in iedere gemeente een vereen iging van geteisterden tot stand komen. De geteisterden moeten er dikwijls bijeenkomen, ten einde die kwestie te bespreken en onderling de volgens hen meest practische en doeltreffende werkwijze te overleggen. Vervolgens zouden die verschillige suggesties door de afgevaardigden der lokale vereenigingen hier op de vergadering der Federatie voorgedragen worden, en zoodoende ware het mogelijk, na vergelijking en onderzoek, het beste gedacht uit te kiezen en het ter verwe zenlijking aan de bevoegde overheid voor te stel len. Opdat de Federatie, waarvan de stichting het voörwerp van het eerste punt der dagorde van deze vergadering uitmaakt, nuttig werk kunne verrichten, is het dus onontbeerlijk in iedere ge meente van het arrondissement een plaatselijke bond van geteisterden te stichten. Hoe meer ge meenten bij haar aangesloten zijn, hoe grooter ook haar invloed zijn zal en hoe beter zij de be langen van alle geteisterden zal kunnen behar tigen. Ten behoeve der aanwezige afgevaardigden van de enkele franschtalige gemeenten van het ar rondissement Yper, herhaalt de Heer Voorzitter zijne uiteenzetting in 't fransch, en vraagt vervol gens zoo er reeds gemeenten zijn die een plaat selijke vereeniging van geteisterden gesticht heb ben. Daar niemand op deze vraag antwoordt, dringt de Heer Voorzitter bij de aanwezige gemeente afgevaardigden aan om zulks zonder verderen uitstel te willen doen. Tegen aanstaande maand zou er in iedere gemeente reeds een vereeniging van geteisterden moeten bestaan. De Heer Hector Vermeulen, van Yper, zegt dat de Heer Commissaris-Generaal Verwilghen vóór de radio een uiteenzetting over de kwestie der oorlogsschade gegeven heeft en stelt voor hem den tekst zijner radiorede in mededeeling te vra gen. Deze week verscheen ook in de pers een me dedeeling volgens dewelke het herstel der ge teisterde gebouwen, waarvan de schade minder dan 10.000 fr. bedraagt, vóór 12 September 1940 moet aangevangen worden. Men zou aan den Heer Verwilghen moeten vragen den gestelden termijn wat te verdagen. Nog een paar andere aanwezigen vragen uitleg over dit persbericht waarin er spraak is van voor schotten te verleenen door de Nationale Maat schappij voor Krediet aan de Nijverheid voor het herstel van de geteisterde nijverheids, en han delsinstellingen waarvan het kadastraal inko men hooger is dan 10.000 fr., en door het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet voor het her stel van alle andere onroerende goederen. De Heer senator >Iiss ia en doet opmerken dat het verkeerd is te denken dat de sommen, die men volgens bedoeld persbericht bekomen kan, voorschotten zijn op afkorting der verschuldigde oorlogsschadevergoeding. Niets is minder waar, want de gelden die men thans voor het herstellen der beschadigde gebouwen verkrijgen kan, zijn noch min noch meer een leening waarvan het kapitaal samen met de interesten zal moeten te rugbetaald worden. Als waarborg voor de terug betaling neemt de geldverschietende maatschap pij een hypotheek op de goederen van den ont- leener en deze hypotheek heeft dan nog den voor rang op alle andere van vroeger op zelfde goe deren bestaande hypotheken. Voor wat het op maken der oorlogsschade betreft, moet de aan gifte door de geteisterden zelf gedaan worden, doch het zou, volgens den Heer Missiaen, goed zijn de aangiften van de geteisterden door den burgemeester te doen wettigen. De Heer Vanderghote, burgemeester van Yper, gaat hiermede t'akkoord, doch verklaart dat de wettiging alleen de echtheid van de beschrijving der schade en niet de waarde ervan zou mogen bevestigen. Aangaande het besluit, dat in het Staatsblad verschenen is, zegt hij dat dit besluit een onderscheid maakt tusschen de schade aan de gebouwen toebehoorende aan de gemeenten en de schade door den oorlog veroorzaakt aan de private eigendommen. De schade aan de onroe rende goederen van provinciën en gemeenten valt, volgens voornoemd besluit, ten laste van den Staat en is dus op bepaalde wijze geregeld. Voor de private onroerende goederen echter wordt er nog geen regeling voorzien. .Men maakt hiervoor weliswaar nog een onderscheid tusschen de schade aan de nijverheidsinrichtingen en deze aan de eigendommen van bijzonderen, doch voor beide worden voorloopig nog alleen leeningen op hypotheek toegestaan, en deze kwestie schijnt den achtbaren spreker nog niet geheel zuiver. Op de vraag welke de taak van de plaatselijke vereenigingen van geteisterden is, antwoordt de Heer Voorzitter dat deze thans zouden moeten bespreken hoe de kwestie der oorlogsschade het best geregeld ware. Indien wij hier de zaak niet trachten vooruit te helpen, zal er van Brussel ook niet veel te verwachten zijn. Over twintig jaar bevonden wij ons in denzelfden toestand. Toen wist men ook niet wat noch hoe gedaan en een jaar lang zijn wij van gemeente tot gemeente getrokken om er de menschen te helpen een bond te stichten. De Heer Vanderghote is van oordeel dat er; benevens de kwestie der leeningen voor schade aan private onroerende goederen, kwestie die nog niet heel klaar is en soms onaangename verras singen voor de ontleeners zou kunnen voorbehou den, alhoewel de te betalen interest uiterst laag bepaald wordt, namelijk 2 nog een ander gevaar bestaat. Thans immers is er overal een weinig schade, het is geen verwoesting zooals wij die hier zagen na den oorlog 1914-1918. Buiten de huizen die ingestort of uitgebrand zijn, is de aangerichte schade over 't algemeen maar weinig zichtbaar langs buiten en velen, die de streek slechts vluchtig doortrekken, denken dat zij van den oorlog weinig of niet geleden heeft, te meer dat veel eigenaars thans de allernoodzakelijkste herstellingen hebben laten uitvoeren of de schade reeds voorloopig herstelden. Om te vermijden dat men later zou kunnen beweren dat de reeds ge dane herstellingswerken geen betrek hebben op oorlogsschade, ware het mogelijks goed thans de rekeningen voor de kleine schade door den bur gemeester te doen wettigen. De Heer Delobel vindt dat zulks een goede voorzorg ware. De rekeningen echter zouden al de uitgevoerde werken omstandig moeten aan geven, ofwel zou er ten minste een omstandige beschrijving der werken bij de rekening dienen gevoegd te worden. Ook moeten de rekeningen thans nog niet ingediend worden en de geteister den zullen best handelen met die zorgvuldig te bewaren om later als bewijsstuk te kunnen die nen. Uit een bespreking, waaraan meerdere aanwe SPECIALIST - MEKANIEKER MÉCANICIEN - SPECIALISTE Waterkasteelstraat - 54 rue du Chateau d'Eau HUIS VAN VERTROUWEN MAISON DE CONFIANCE zigen deelnemen, blijkt dat, vooral voor sommige' gevallen, het uiterst dringend is iets te doen. Veel personen, wier huis erg beschadigd werd, beschik ken over de noodige geldmiddelen niet om het te herstellen, zelfs niet om het alleen maar bewoon baar te maken. Moest er hen nu een leening kun nen toegestaan worden met de zekerheid dat deze later door de oorlogsschade zal terugbetaald wor den, dan zouden deze menschen niets beters vra gen dan de werken aanstonds te beginnen om hunnen eigendom dezen winter voor verdere be schadiging te behoeden, doch zoo zij zelf gehou den zijn de geleende som terug te betalen, dan zijn ze in de onmogelijkheid van het thans vast gestelde stelsel te genieten. Er moet dus iets an ders gevonden worden om in die enkele bijzon dere gevallen dringend te voorzien. Misschien zouden er nu reeds voorschotten kunnen gegeven worden op afkorting der later te betalen schade vergoeding, of mogelijks zou de bestaande wet op de oorlogsschade van 1914-1918 eenvoudig kun nen verlengd en ook voor de regeling der nieuwe oorlogsschade kunnen toegepast worden. Voor wat betreft het in de pers verschenen bericht, aangaande de verplichting voor de geteisterden het herstel der schade aan de gebouwen vóór den 12 September aan te vangen, heeft dit geen offi cieel karakter en behelst het geen de minste bin dende voorwaarde. Ten andere, vooraleer de voor het uitvoeren der herstellingswerken noodige lee ning aangevraagd en toegestaan worde, zou de vastgestelde datum van 12 September reeds ver streken zijn. Men moet zich dus aan dezen datum niet houden. De Heer Voorzitter meldt dat hij, van zoodra hij kennis kreeg van dit bericht, dien aangaande aan den Heer Verwilghen voor nade ren uitleg geschreven heeft. Op een vraag van den Heer H. Vermeulen aan gaande de huizen gebouwd met leeningen van Eigen Heerd antwoordt de Heer Delobel dat die maatschappij besloten heeft, met toelating der Spaarkas, de noodige gelden ter beschikking harer leden te stellen om hen toe te laten aan stonds hunne beschadigde huizen te herstellen. Eigen Heerdwerd gemachtigd het deel der wettelijke reserve, dat boven de 5% gaat, voor het herstellen der oorlogsschade te gebruiken. Dit is echter alleen voor de leden van Eigen Heerd en dan nog uitsluitend voor de leden die nog niet gansch opbetaald hebben. Wat hen toegestaan wordt, is geen leening. Eigen Heerd neemt het risico der oorlogsschade op zich, zij verschiet het geld aan de leden voor 't herstellen der huizen, en zoo er later schadevergoeding betaald wordt, zal de maatschappij dan deze sommen zelf ontvangen in terugbetaling van hetgeen zij vroeger reeds uitgaf. De Heer Missiaen, bestatigende dat niemand nog in staat is de geteisterden op bepaalde wijze in te lichten over hetgeen hen te doen staat, stelt voor. een afvaardiging van een drietal personen aan te duiden en een onderhoud met den Heer Commissaris-Generaal Verwilghen aan te vragen, ten einde met hem te bespreken en zoo mogelijk vast te stellen wat er kan en moet gedaan wor den. Immers, wanneer zulks niet op voorhand be paald is, dan zal er in een arrondissement op die wijze en in een ander arrondissement op een andere wijze te werk gegaan worden, zoodanig dat, wanneer het oogenblik der regeling daar zal zijn, er veel gevaar bestaat dat al het werk groo- tendeels zal moeten herbegonnen worden. De Fe deratie der Geteisterden van het arrondissement Yper, die vroeger steeds alles heeft gedaan wat ze kon ten bate der geteisterden, is nu dan ook, dank de opgedane ondervinding, goed geplaatst om die kwestie te bespreken met den Heer Ver wilghen die, van zijn kant, ook reeds met de kwestie der oorlogsschade vertrouwd is, gezien hij hier te Yper langen tijd als Koninklijke Hoog- commissaris voor den heropbouw der streek ge zorgd heeft. Dit voorstel wordt na een korte bespreking een parig bijgetreden en de Heeren Missiaen. H. Ver meulen en Delobel worden aangeduid om van de afvaardiging deel uit te maken. Op de vergadering van aanstaande maand zal er dan verslag over dit onderhoud met den Heer Verwilghen gegeven worden en zoo mogelijk zelfs zal dit verslag nog vroeger in Het Yper- sche verschijnen. De Heer Voorzitter vernieuwt zijn oproep tot de aanwezige afgevaardigden om in elke gemeen te een vereeniging van geteisterden te stichten. Hij is overtuigd dat men alleen op die wijze tot een uitslag zal geraken. Hoofdzaak is voor het oogenblik de geledene schade zo.o nauwkeurig mogelijk te doen bestatigen. Iedereen kent wel op zijn gemeente een bevoegd persoon, een tim merman, een metser, enz. die de schatting doen kan, want het is hoegenaamd niet vereischt daar voor groote kosten te doen en een deurwaarder of bouwkundige met de schatting te gelasten. De Heer Voorzitter hoopt aanstaande maand te ver nemen dat er in iedere gemeente een bond van geteisterden is gesticht geworden. Het tweede punt der dagorde betreft de benoe-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 4