PLAMTÉN
ROYAL AMER
De wollige bloedluis
De maximumprijs van Suikerbiet-enpulp
rt
Vereenigde Hofbouwliefhebbers
Prijzen der Veevoeders
De reglementeering van den yerkoop
van tabak
DU MORTIER BLOMME
IJHllllUllll"
Eriosoma (Schizoneura) lanigera Hausm
De bloedluis, door eenieder gevreesd om de groote
schade die ze aan de appelboomen berokkent, zou
door niemand beweend woidén moest ze eens voor goed
uit tuin en boomgaard verdwijnen.
Alhoewel de insekten geen rood bloed hebben, bui
ten deze die zich te goed doen aan menschenbloed zoo
als vlooien, luizen of muggen, bekomt men toch bij
't verpletteren van bloedluizen een roodbruinen smeer
boel die er bloedig uitziet.
Het schijnt dat zij haar naam van bloedluis daaraan
te danken heeft.
In enkele werken over insektenleer wordt ze ook
nog beschreven onder de benaming van wolluis
omdat de rug en het lichaamseinde met een dichten
wolligen dons bedekt zijn.
Van wclluis en bloedluis heeft men wollige
bloedluis gemaakt zooals haar echte naam bij ons en
in Nederland luidt.
In de engelsche taalgebieden noemt men ze wegens
hare witte wol «American blight in Frankrijk is
het puceron lanigère of kortweg «le blanc en in
Duitschland blutlaus
De wollige bloedluis behoort in de insektenorde tot
de klas der wolluizen
Historie. De wollige bloedluis werd voor de eerste
maal in Europa opgemerkt op het einde der XVHI"
eeuw. Zij werd uit Amerika met enkele nieuwe appel
boomvariëteiten ingevoerd. Wij lazen overlaatst in een
bijzonder tuinbouwblad, dat de bloedluizen uit Ame
rika naar Europa met de vruchten overkwamen, ver
scholen in de dicht gesloten kroontjes cf overgebleven
kelkbladeren der appelen.
Beide vooruitzettingen zijn aanneembaar op het eer
ste zicht, nochtans schijnt de tweede zienswijze ons
wat bij het haar getrokken. Immers nemen wij aan
dat er wel bloedluizen toevallig in de kronen der ap
pels kunnen voorkomen dan toch worden deze appe
len nog niet op onze boomen tentoongesteld, maar wel
in de uitstalramen der fruitwinkels.
En in de veronderstelling dat de vruchten niet voor
de keuken of tafelgebruik maar voor de voortplanting
bestemd zijn, wie zal er heele appels uitzaaien We
gelooven toch wel dat de appels opengesneden worden
om de kernen er uit te verwijderen en dat het deze
zijn en niet de appels die uitgezaaid worden.
Nu om het even hoe ze tot ons kwam. ze is er en ze
werd tot op den dag van heden ongelukkiglijk nog niet
doeltreffend bestreden.
De bloedluis verbreidde zich bij haren inval in Eu
ropa weinig of niet de schade werd, zooals het altijd
gebeurt bij den aanvang van eene kwaal, niet opge
merkt door de kweekers of de liefhebbers.
De bloedluiskoloniën konden in stilte langzaam maar
zeker voortwoekeren, en zoo komt het dat ze van af
1821, datum waarop M. Lesson ze ontdekte te Roche-
fort (Frankrijk), zich in groote massa vermenigvul
digden.
De schrikkelijke verwoestingen door de bloedluis in
de boomgaarden verwekt, werden het eerst zichtbaar in
Frankrijk rond de jaren 1880. Van uit Frankrijk ver
breidde zich de plaag in Duitschland en van Duitsch
land kwam ze bij ons.
Nu vindt men ze zoowat overal, van af Canada tot
Chili en zelfs in Zuid-Afrika, Indië. Australië en Japan.
China alleen schijnt er nog min of meer door ge
spaard te blijven.
In Amerika wordt de bloedluis niet alleen op den
appelaar maar ook op den olm en de meidoorn aange
troffen. Het schijnt zelfs meer dan waarschijnlijk vol
gens de allerbelangrijkste studie van M. Baker in
The- wolly apple aphis U. S. Dep. agric. of secret,
rep. dat de meidoorn als hare bakermat mag aanzien
worden, en dat het van daar uit is dat ze zich over- de
boomgaarden verspeid heeft om er hare verwoestingen
aan te richten.
Volgens een verslag van M. Marchal, bestuurder van
den entomologischen dienst in Frankrijk, verschenen
in de Annales des épiphyties de France T. V. 1918,
zou de wolluis der olmen niet dezelfde zijn als deze
van de appelaars, en zou de olm zooals ook M. Holl-
rung in zijn werk Die Mittel zur Bekampfung der
Pflanzenkrankheiten beweert, niet meer als tusschen-
waardplant mogen beschouwd worden.
We geven om wille der belangrijkheid het verslag
hierna weer.
Ik heb, zegt M. Marchal, in 1916 en 1917 de lange
serie proefnemingen voortgezet die vroeger begonnen
werden, ten einde meer klaarheid te krijgen in de na
tuurlijke historie of levensleer der wolluis Schizo
neura lanigera Dank aan speciale tuigen en kweek-
methoden kwam ik er toe de voor den winter gelegde
bloedluiseieren laten uit te broeden. Uit de eieren
kwamen kleine bloedluizen die binst hun eerste levens
stadium heelemaal van de gewone bloedluizen ver
schillen ze bezitten niet de groepen was voortbren
gende klieren op den rug, en hebben twee vingervor-
mige aanhangsels, in plaats van een enkel, aan het
laatste lid van het eerste paar pooten. Deze morpholo-
gische of uitwendige vormverschillen toonen klaar-,
blijkend aan, dat deze bloedluizen, stichters van nieuwe
koloniën, eene rol te vervullen hebben die totaal ver
schilt van deze der gewone bloedluizen die men binst
den zomer op de boomen aantreft.
Deze zienswijze schijnt op 't eerste zicht een ver
sterkend argument voor de amerikaansche gedachte,
waarbij de wolluis binst haren volledigen levenscyclus
zou uitwijken naar een anderen boom dan de appelaar.
Volgens amerikaansche geleerden zouden de eieren
der bloedluizen, bij regelmatige ontwikkeling gelegd
worden op den olm Ulmus americana en zouden
er uit die eieren na den winter bloedluizen komen, die
aan de jonge scheuten van den olm rozet vormige gal
len verwekken door het ineenschrompelen der blade
ren.
De menigvuldige proeven die ik gedaan heb, zegt M.
Marchal, met behulp van M. Vuillet in de allergun
stigste omstandigheden cp gebied van vochtigheid en
warmtegraad om de bloedluizen uit de bloedluizen-
eieren over te zetten op olmen «Ulmus americana en
Ulmus campestris bleven zonder uitslag. Dit stemt
verder ook ten volle in met het feit dat olmen «Ulmus
americana tusschen met bloedluis bezette appelaars
geplant, vrij blijven.
De levenscyclus der bloedluizen verschilt dus totaal
in Amerika en in Europa.»
Dit feit is niet van belang ontbloot bij het opmaken
van een bestrijdingsplan der bloedluis, want maar al te
dikwijls hebben wij de oogen gericht op uitheemsche
overzeesche zoekers en het is hieraan te wijten dat
wij nu en dan mislukkingen oploopen bij het bestrij
den van ziekten en schadelijke insekten.
Vooraleer eene serie der bestrijdingsformulen of
methoden op te sommen, waaruit wij zullen trachten
nuttige gevolgtrekkingen af te leiden voor de bestrij
ding, schijnt het ons noodwendig de bijzondere levens
leer der bloedluis nader te doen kennen, want veel te
veel punten zijp te weinig of hoegenaamd niet gekend
door de kweekers om ze op doeltreffende wijze te kun
nen bestrijden.
Algemeen uitzicht van besmette boomen. De ver
breiding der bloedluizen is vrij algemeen, zelfs de
boomgaarden langs de kusten en der koude hooglanden
die in den beginne gespaard bleven, zijn er nu mede
besmet. In sommige plaatsen insgelijks is de besmet
ting zoo erg, dat men vreest aan de teelt van de appel
boomen ten slotte te moeten verzaken. Sommige va
riëteiten hebben meer te lijden dan andere, enkele zelfs
worden er totaal voor verlaten.
Flcralia in zijn nummer van 20 Maart 1925 gaf als
weinig vatbaar op Present van Engeland, Bismarck,
Jacques Lebel, Transparente de Croncels, Bramley's
Seedling, Groninger Kroon, Zoete Ermgaard, Roode
tulp, Calville St-Sauveur, Peasgood's Nonsuch, M. Glad
stone, Fischers Erstling, Signe Tillisch en als zeer vat
baar Goud Reinet. Yellow transparent, Codlin Kes
wick, Brabantsche Belle fleur, Vlaamsche zoete, Zoete
Veen, The Queen, Lord Grosvenor, Cox's Pomona, Win
ter Calville, Geldersche Belle fleur, Engelsche Winter
Gold Pearmain...
Volgens een verslag van het pomologisch kongres te
Luik in 1922 worden als niet vatbaar beschouwd in
BelgiëSterre Reinette. Keulemans en Transparente
de Croncels en als weinig vatbaar Borovitsky, Gra-
venstein, Belle Dubois, Marie-Jozef d'Othée, Dubbele
Brabantsche Belle fleur.
Dr Stellwaag geeft als niet vatbaar op in het tijd
schrift Obst und Gemüsebau Ontario, Croncels
transparent, Grosvenor, Jac Lebel, Witte tafelappel,
enz. C. Cosmiel spreekt de lijst van Dr Stellwaag tegen;
volgens hem bestaat er een oneindig groot verschil tus
schen de verschillende variëteiten op gebied der vat
baarheid volgens dat ze cp Doucin of Paradys werden
gegriffeld. De variëteiten op Paradys worden in 't al
gemeen het minst bevallen, terwijl deze op wildelin-
gen erg te lijden hebben.
Wij denken dat niet alleen de onderstam maar ook
de tusschenstam hier eene groote rol kan spelen. Als
totaal vrij staan overal bekend de amerikaansche
Northern spij en de australische Majotin.
Waarom zouden onze boomkweekers ze niet eens be
proeven als tusschengriffeling
Veel is er op dit gebied nog te zoeken, maar toch
reeds zijn er treffende uitslagen b.v. Schindler bewees
door herhaalde griffelingen dat Cox orange en Bos-
koop's Schoone vrij blijven op paradijs en besmet zijn
op wildeling, terwijl Klarapfel op doucin gezond en
op wildeling besmet is.
De besmetting grijpt bijzonderljk spalierboomen en
de plantingen aan die in beschutte hovingen staan.
Slecht onderhouden of niet gesnoeide boomen lijden
ook veel meer dan andere licht en lucht kunnen im
mers niet in de kronen van dergelijke boomen binnen
dringen, en het is een gekend feit dat de bloedluizen de
zonnestralen in de lucht of windtrok schuwen.
Men kan de bloedluizen op de boomen zeer gemak
kelijk waarnemen doordat ze, zooals reeds hooger ge
zegd werd, op hunnen rug en aan hun lichaamsuiteinde
een blauwachtig-wit dons dragen, en in min of meer
groote groepen of koloniën bijeenzitten. De wollige
dons bestaat uit een boschje washaartjes welke door
de klieren die men op den rug der bloedluizen vindt
uitgezweet wordén.
Op afstand gezien lijken de bloedluiskoloniën witte
massa's, deze bestaan uit afgestroopte huidjes en an
dere afvalstoffen die met de haartjes der bloedluizen
verwarren en samen een uitstekende beschutting vor
men tegen koude, vochtigheid en natuurlijke vijanden.
Bij hoogstammen bemerkt men altijd heel gemak
kelijk de eigenaardige bloedluiskoloniën. doordat de
bloedluizen uit voorzichtigheid altijd op de naar den
bodem gekeerde zijde van takken, twijgen en scheuten
zitten. Men moet dus enkel de boomen van onder be
zien om de koloniën op te speuren.
Op laagstaande boomen, neerliggende snoeren, en
jonge wildelingen moet men ze steeds van den zonne-
kant weg opzoeken, overal schijnen ze licht en droogte
te vreezen.
Bij besluit van 18 October 1940 werd door het mi
nisterie van landbouw en voedselvoorziening en het
kommissariaat voor prijzen en loonen, de maximum
prijs der versche suikerbietenpulp, aan anderen als
aan bietenteelers verkocht, vastgesteld op 70 frank per
1.000 kilogram af fabriek, met inbegrip van alle com
missieloon.
De maximumprijs bedraagt, af fabriek, 65 frank per
1.000 kilogram suikerbieten, aan den bietenteeler, bo
ven het l?ij contract vastgelegde quantum gelevérd.
MAATSCHAPPIJ DE OUDE
van het Arrondissement Yper
Landbouw, Bijen, Neerhof
Gesticht in 1894
Lokaal In de TrompetGroote Markt, Yper.
Verslag der algemeene vergadering
van 6 Oktober 1940.
De algemeene vergadering wordt te 14 u. 30
geopend, onder het Voorzitterschap van Mijn
heer Vanbeselaere. De schrijfster geeft lezing
van het verslag der vergadering van 1 Septem
ber j, 1. Dit verslag wordt zonder opmerkingen
goedgekeurd.
Aanbrengsten. Worden als juryleden aan
geduid MM. Duthoo H., Vasseur R. en Behae-
ghel.
M. Vanbeselaere behaalt 3 p.M. Sinnaeve J.
3 p. M. Lamps 3 p.; M. Vermoere 4 p.; M. Four-
nier 2 p.; M. Woussen J. 4 p.; M. Wydock G. 3
punten M. Deruyter 1 punt M. Buseyne 5 p.
M. Lecluyse 4 punten.
De Heer voorzitter bedankt de leden voor
hunne tegenwoordigheid en hunne aanbrengsten,
en sluit de vergadering om 16 uur.
Op Zondag 3 November, om 14 u. 30
ALGEMEENE VERGADERING
DAGORDE
1) Lezing van het verslag.
2) Mededeeling.
3) Aanvaarden van nieuwe leden.
4) Voordracht.
5) Beoordeeling der aanbrengsten.
6) Prijsloterij.
De Schrijfster, De Voorzitter.
M. Coutrez. V. Vanbeselaere.
Maximum verkoopprijs der Gemengde Voeders.
De Nat. Landbouw en Voedingscorporatie deelt
mede
De Nationale Landbouw en Voedingscorporatie,
hoofdgroepeering Graangewassen en Veevoeders
acht het noodzakelijk voigende besluiten aan de land
bouwers in herinnering te brengen.
Sinds het verbod nog enkelvoudige veevoeders op
de markt te brengen, en de verplichting voor de fabri
kanten van samengestelde voeders, een voorgeschre
ven samenstelling te volgen, zijn. ook voor de gemengde
voeders de maxima verkoopprijzen vastgelegd als volgt:
Formule A samengesteld voeder voor melkkoeien
20/4 138 Fr. Kg.
Formule B samengesteld voeder voor varkens tot
60 Kg. 12/3 152 Fr. Kg.
Formule C samengesteld voeder voor varkens bo
ven 60 Kg. 10/3 146 Fr. Kg.
Formule D samengesteld voeder voor kalveren,
17/3 162 Fr. Kg.
Formule E samengesteld voeder voor hennen,
15/4 155 Fr. Kg.
Deze prijzen mogen slechts verhoogd worden, met
1. Overdrachttaks 3,5
2. Werkelijke vervoerkosten
3. Met de normale winst. Deze mag in geen geval
hooger zijn dan 7 Fr. per 100 Kg., welke ook het aantal
tusschenpersonen is, tusschen den fabrikant en den
laatsten verkooper.
De bewezen misbruiken kunnen aan de Nationale
Landbouw- en Voedingscorporatie, Brialmontstraat, 23,
Brussel, medegedeeld worden.
Het Staatsblad van 18 October kondigt af
Artikel 1. Het is aan de houders van ruwe inland -
sche tabakken, herkomstig van vroegere oogsten dan
dezen van 1940. verboden over dezen te beschikken
zonder vooraf daartoe gemachtigd te zijn door de
Warencentrale der tabaksnijverheid.
Art. 2. Er wordt overgegaan tot de telling van
ruwe inlandsche tabakken behoorende tot vroegere
oogsten dan dezen van 1940.
Art. 3. Worden verplicht de aangifte te doen. alle
natuurlijke of rechtspersonen, die om 't even in welke
hoedanigheid, meer dan 30 kilogram van dezen tabak
in voorraad hebben.
Art. 4. De aangifte dient gestuurd uiterlijk op
1 November 1940, aan de Warencentrale der tabaks
nijverheid, 54, Koloniënstraat, te Brussel.
Art. 5. De aangifte der voorraden moet vermelden:
a) den naam en het adres van den aangever
b) den naam en het adres van de eigenaars der
waren, ingeval de aangever ze, voor rekening van der
den. in bezit heeft
c) de hoeveelheid van ieder product, alsmede de op
slagplaats.
Art. 6. De inbreuken op de bepalingen van dit be-
sluit zullen gestraft worden overeenkomstig artikel 13
van het besluit van 2 September 1940, houdende het
organiek statuut der warencentralen.
Exposition Internationale de la Boisson
Bruxelles 1937
Diplome d'excellence
La plus haute récompense.
VINS ET LIQUEURS
BRUXELLES-LAEKEN Téléphone26.10.84
AGENTS DEMANDES