De Arme Edelman Het leven van Winston Churchill 12 ONS MENCELWERK Nr 17 - i|J< II ■">b '«3T»'V door HENDRIK CONSCIENCE (Vervolg) Zij wilde heengaan, doch de heer hief het hoofd op, en, zijne tranen bedwingende; sprak hij, diep ontroerd Ik op u verstoord zijn, vrouw Jans, omdat uw liefdegevoel voor de arme Lenora zich uitstort O, neen, mijn hart zegent u integendeelZij doen mij goed, de tranen, die gij uit mijne oogen rukt; want, vrouw, ik lijd schrikkelijk en ben ongeluk kig het leven wordt mij een last, en, wilde de barmhartige God mij van de aarde roepen, ik stierve met blijdschap... Alle hoop om haar op aarde nog te zien, vergaat in mijnen boezem misschien wacht Lenora mij daarboven in den hemel...» Ach, mijnheer, mijnheer, wat zegt gij daar riep de pachteresse met benauwdheid. Dat kan niet zijn Gij treurt, vrouw, gij stort somwijlen eenen traan over haar,ging de heer voort, zonder op hare uitroeping acht te slaan, maar begrijpt gij dan niet, hoe mijne ziel van rouw en smart ver kwijnen moet Hoe geen enkel oogenblik in mijn leven voorbijgaat, zonder dat nieuwe pijn mij het hart verscheurt Eilaas, maanden lang als de hoogste gunst van God afgesmeekt hebben, haar te mogen wederzien; alle hinderpalen overwin nen. haar mijne bruid mogen noemen, haar ge lukkig mogen maken, van blijdschap en onge duld zinneloos worden, met bliksemsnelheid naar het vaderland ijlen... en, voor alle belooning. voor allen troost, de schrikkelijkste eenzaamheid vin den Weten, dat zij arm is en misschien van schaamte en gebrek bezwijkt, weten, dat mijne welbeminde, mijne edele Lenora rampzalig is... en haar niet kunnen opheffen uit de vernedering; de dagen haars lijdens in maehtelooze wanhoop moeten optellen en ach, zelfs niet zeker zijn, dat de smart haar nog niet heeft gedood!»... Eene wijl der diepste stilte volgde op deze droeve verzuchtingde pachteresse stond met, het hoofd gebogen en was diep ontroerd. Na eenige oogenblikken zeide zij op troostenden toon Ach, mijnheer, ik begrijp uw bitter lijden welmaar toch, waarom wanhopen. Wie weet, of er niet onverwachts eene tijding van onze jonk vrouw komen zal God is toch goed. Hij zal onze gebeden verhooren... En dan zal de blijdschap harer terugkomst ons al het verdriet doen ver geten. Mocht uw vooruitzicht zich verwezenlijken, vrouw het is nu reeds zeven maanden, dat zij vertrokken zijn reeds drie maanden, dat hon derden personen last hebben om naar hen te ver nemen dat in alle steden pogingen worden aan gewend om hen te ontdekken en nog geen enkel bericht, niet het minste teeken, dat zij nog op aarde zijn. Mijne rede zegt mij ook, dat ik niet wanhopen magmaar mijn onverduldig, mijn bloedend hart dweept met het ongeluk en roept, dat ik haar verloren heb voor altijd, voor eeuwig (Vervolg) CHURCHILL SPEELT OP EEN ANDERE KAART De wegen tot de parlementaire loopbaan staan voor hem open 'zijn vader die sinds jaren conservatief afge vaardigde is bij het Lagerhuis, heeft goede relaties. Winston heeft, dank zij zijn vader contact genomen met leidende personaliteiten der regeering en der con servatieve partij. In zijn gedenkschriften verklaart hij verder, dat reeds toen hij kadet was te Sandhurst, hij kennis maakte met de politici tijdens de soirée's bij Lord Rothschild. Het terrein was dus waarschijnlijk goed voorbereid. In 1899 ter gelegenheid van een partieele verkiezing, boekt hij een veelbelovende kandidatuur... maar valt er evenwel nog door. Eerst na zijn terugkeer van den Zuid-Afrikaanschen Boerenoorlog en nadat hij de ge schiedenis zijner vlucht uit het Boerenkamp tot een nationale sensatie heeft aangedikt, slaagt hij er in met 200 stemmen den liberalen tegenkandidaat te verslaan en zoodoende een zetel in het Lagerhuis te veroveren. Zijn eerbied voor de kiezers is niet zeer groot. Ten overstaan van de 14 kiescampagnes, die hij in zijn leven meemaakte, verklaart hij vrijmoedig het is tcch treurig indien men nagaat, dat ik 14 maanden van het korte leven heb moeten gebruiken om leeg stroo te dorschen Hij heeft evenmin eerbied voor het parlement, waar van hij lid is geworden. In plaats van zijn zetel in het Lagerhuis te bekleeden, maakt hij gedurende de eerste zittingsperiode van het Lagerhuis een reisje in Amerika en houdt sensationeele voordrachten over zijn avon turen tijdens den Boerenoorlog. Op deze wijze verdient hij een klein vermogen. Tot zijn groote ergernis denkt de conservatieve par tij er niet aan den ongeduldigen Winston een post in de regeering aan te bieden. Wanneer het hem eindelijk duidelijk wordt, dat nog gedurende jaren zijn uitzich ten beperkt zijn en hij zich tevreden zal moeten stel len met het plaatsje van afgevaardigde in het Lager huis op de achterste bank, wordt hij oproerig, gaat in de oppositie en frondeert bijzonder tegen den leider der toenmalige conservatieven. Jozef Chamberlain, vader van den lateren minister-president Wanneer dan het HET YPERSCHE 28 - 2 1911 Hij stond op en meende het Katalpa-bosch tg verlaten, om zich van de pachteresse te verwij deren doch eensklaps hief hij verwonderd de oogen op en zeide, terwijl hij met den vinger naai de baan wees Luister Hoort gij niets Het is een dravend paard,antwoordde de pachteresse, zonder te begrijpen, waarom dit ge rucht zoo machtig op haren meester werkte. Arme zinnenzuchtte de heer met eenen lijdenden glimlach. «Wat geeft mij inderdaad een voorbijdravend paard Zie, zie, het komt de dreef ingeloopen riep de pachteresse met klimmende ontsteltenis. «God. die bode brengt zeker eene tijdingMocht het eene gelukkige zijn Inderdaad, de ruiter reed in vollen draf onder de poort door en hield zijn paard staan, zoo haast hij den heer en de pachteresse tot zich zag ko men gesneld. Hij steeg af en trok eenen brief uit zijne borst en reikte hem den heer over, zeg gende Mijnheer De Necker, ik kom van wege den heer notaris, die mij gelast heeft in éénen adem te rijden om u eenen brief te brengen. Na deze woorden trok hij zijn paard, dat rookte van het zweet, naar den stal voort. Met bevende handen scheurde mijnheer De Necker het zegel van het gesloten papier, terwijl de pachteresse, lachend van hoop en met openge spalkte oogen, op zijne bewegingen staarde. Bij de lezing der eerste regelen verbleekte mijnheer De Necker ijselijk naarmate hij vor derde, begon hij als een riet in al zijne leden te sidderen, totdat eindelijk een lach van ver dwaaldheid op zijn aangezicht verscheen, en hij met de handen in de hoogte uitriep Dank. o God zij is mij wedergegeven. Mijnheer, mijnheer,riep de pachteresse, is het goed nieuws «Ja, verblijdt, verheugt u allen! Lenora"leeft, ik weet waar zij is Ik ga haar halenant woordde mijnheer De Necker, half zinneloos van geluk, terwijl hij naar zijne woning liep en al zijn knechts bij hunne namen tot zich riep, en met groote haast hun zeide Gauw, de reiskoets, de Engelsche paarden mijne maal, mijn mantel. IJlt, vliegt En zelf aan den arbeid helpende, droeg hij ve lerlei reisvoorwerpen in het rijtuig, dat men uit zijne bergplaats had gehaald. De paarden werden ingespannenen ofschoon zij, als ongeduldige leeuwen, met de voeten in de aarde krabden en hun gebit van drift schenen te willen vermorze len, toch werd hun de zweep wreedelijk op de lenden gelegd. Alsof het rijtuig door den wind was gevoerd, vloog het pijlsnel onder de poort door, en joeg welhaast het stof der Antwerpsche- baan in dikke wolken hemelwaarts. XI. Wij insgelijks gaan, in den geest, op reis naar de Fransche stad Nancy, om naar mijnheer Van Vlierbeke en zijne dochter te zoeken. Daar gekomen, doorkruisen wij menige nauwe straat der zoogenoemde oude stad, en blijven ein delijk voor eenen geringen schoenmakerswinkel staan. Hier is het, dat wij zijn moeten. tijdperk der nieuwe kiescampagne weder aanbreekt en hij tot de overtuiging komt. dat de volgende maal de liberalen de regeering zullen vormen, doet hij een stap, welke ongemeen veel opzien baarde, hij loopt namelijk tot de andere partij over. De karakteristieke achter grond van dezen stap werd destijds zoo ongewoon be oordeeld, dat de geheele conservatieve partij met haar 250 afgevaardigden de zaal verliet, toen Churchill als afgevaardigde van de liberale partij, voor de eerste maal het woord voerde. Dit overloopen wierp evenwel vruchten af. In het jaar 1905 namen de liberalen de regeering in handen en benoemen Churchill uit dankbaarheid tot onder staatssecretaris bij het ministerie van koloniën. Van zijn bedrijvigheid aldaar is hoofdzakelijk volgend ge zegde overgebleven, dat 'hij tot lof van den Zuid-Afri- kaanschen Boerenoorlog voor het Lagerhuis uitsprak Door ons voorbeeld zullen groote rijken er toe aan gezet werden voorwaarts te gaan, beschenen door de heldere stralen van de zon van dit grootmoedig mooi tijdperk Deze officieele uitlating van Churchill, ten overstaan van den Zuid-Afrikaanschen Boerenoorlog, verdient he den in een bijzonder licht te worden geplaatst en ge voegd te worden bij de frivole huichelarijen, waarmede Churchill thans de zoogenaamde kleine volkeren be groet. HET KLEURENSPEL VAN EEN CAMELEON DE RUWHEID VAN EEN DUIVEL Nu Winston Spencer Churchill een nieuwe partij aan kleeft, vindt hij het raadzaam ook een ander politiek tintje aan te nemen. Als afgevaardigde van de conser vatieve partij heeft hij zijn bewondering geuit voor «de eenige honderden gezinnendie Engeland sinds vele geslachten regeeren en de natie op de hoogste sport der maatschappelijke ladder hebben gebracht en met sym pathie heeft hij de opvatting van oude legerofficieren over de waarde van den godsdienst voor de lagere klassen gedeeld. Het is niet mogelijk hun op deze we reld een goed bestaan te verzekeren. Maar zij zullen zich tevreden stellen; met de gedachte, dat hen na dit leven een beter wacht. Nu als afgevaardigde der liberale partij verdraait hij zijn woorden: Wij willen een regeering, die meer denkt aan hen, die in de diepste schacht eener mijn arbeiden dan aan "jjtCaat door den winkel, klimt de trap op... hoo- ger nogOntsluit nu de kleine deur. Het ziet er hier slechts armoedig uit, ofschoon alles zindelijk en zuiver is. Do gordijnen van dit kleine bed zijn sneeuwwithet gescheurde ka cheltje is met potlood glimmend gestreken dér vloer is, naar de Vlaamsche wijze, met zand be strooid.,. Voor het open venster staan madelieven en vlo- letten onder de zon te bloeien. Daar nevens hangt eene vogelkooi, waarin een goudvink opgesloten zit. Hoe stil is het in dit kamerken Geen zucht breekt zijne rustige eenzaamheid. En nochtans, bij het open venster zit eene jonge maagd maar zij is zoo druk bezig aan het naaien van eenig nieuw linnen, dat geene andere beweging dan het snelle over en weder gaan dgr rechterhand in haar te bespeuren is. De kleeding der jonge arbeidster is uiterst ne derig evenwel, zij is met zooveel smaak opge schikt, alles is zoo rein en zoo zwierig aan haar, dat een walm van frischheid en van levens vreugde haar schijnt te omvatten. Arme Lenora, dit is dus het lot, dat u voorbe stemd wasUwe hooge afkomst verbergen onder de dakpannen eener werkmanswoning, verre van uwen geboortegrond eene schuilplaats zoeken te gen spot en kleinachting, arbeiden zonder opzien, worstelen tegen nood en gebrek, gebukt gaan on der kommer en schaamte, en bloeden uit uw hart door de ongeneesbare wonde der vernedering en- der wanhoop Gewis heeft de ellende reeds den gelen toon der derving op uw gelaat gespreid het verdriet heeft uwe ziel verslenst .en uwe oogen den fonkelen den glans ontroofd. Stervende bloeme, door het stille lijden verknaagd Ah, God dank, het is niet zooHet heldenbloed., dat u door de aderen vliet, heeft u sterk gemaakt tegen het lot. Schooner nog dan te voren is uw engelachtig wezen. Heeft het leven in eene enge- ruimte de bruine tint van uw wangen gevaagd,, des te zoeter is de teedere toon uws gelaats, des te blanker is uw edel voorhoofd, des te frisscher de rozekleur op uwe donzige wangen. Nog glins tert uw zwarte oogappel, vol vuur en leven, onder de lange wimpers nog is uw fijne mond bekoor lijk en omgeven met den zoeten maagdelijken lach Misschien berust nog in uw hart een rijke schat van moed en van hoop misschien zweeft nog immer een dierbaar beeld voor uw gezicht. Het is dus aan de bron der herinnering, dat gij de krach ten put om zegepralend tegen den rampspoed te strijden Ziet, een droom grijpt de maagd aan. Zij houdt de handen stil en arbeidt niet meer. Met het hoofd over haar werk gebogen, schijnt zij ten gronde te blikken hare ziel is weg naar andere streken en vlot onbewust op den stroom der zoete- mijmerij. Zij legt het linnen op den stoel en richt zich- langzaam op. Bij het venster ziet zij eene wijl hare ootmoedige bloemkens aan, plukt eene ma delieve, ontbladert ze in vergetelheid en stuurt dan haar oog in de verte, naar eenen wilden kas tanjeboom, die van tusschen de daken der huizen zijne kruin verheft. ('t Vervolgt). de koersschommelingen der Londensche fondsenbeurs... indien de reactionnaire partij zegeviert, dan weten wiy heel goed wat ons te wachten staatnamelijk een po litiek van de kliek der Groot-Financie, corruptie der- binnenlandsche politiek, agressie naar buiten uit. ten einde de corruptie te omsluieren, inflatie der levens middelen, goedkoope arbeid voor de millionnairs. Vijf en dertig jaar zijn sindsdien voorbijgegaan. De toestanden zijn dezelfde gebleven, maar Churchill is voorzitter der Reactionnaire Partij geworden. In deze hoedanigheid verkondigt hij- thans de ko mende sociale omwenteling waarvoor hij reeds dertig jaar tijd heeft gehad. Reeds destijds beschouwde Churchill zijn woorden als leeg stroo, daar hij tijdens de kiescampagnes ver plicht was. soortgelijke verklaringen af te leggen. Hij vergat snel en gemakkelijk die arme arbeiders, die verplicht waren in de diepste schacht van een mijn te werken en wijdde zich uitsluitend aan zijn eigen car rière Hij werd minister van handel en in 1910 minister -van binnenlandscne zaken. Als minister van binnen- landsche zaken kan hij opnieuw zijn bloeddorst vol doen Hij is hoofd der politie geworden en vastbeslo ten met deze troepen een binnenlandschen oorlog te voeren. En hij treedt op als scherprechter bij alle sta kingen. Wanneer hij er in slaagt een staking te doen uitbreken, zendt hij zijn politietroepen en hoopt aldus op gemakkelijke wijze lauweren te oogsten. Wanneer in 1911 een staking der spoorwegarbeiders uitbreekt, roept hij zelfs de hulp in der regelmatige troepen en er bestaat een foto uit dezen tijd, die hem toont met hoogen hoed tijdens een straatgevecht. Zijn groote hoop was destijds een algemeene staking en als zijn ministercollega John Burns hem in die dagen een bezoek brengt, vindt hij Churchill over militaire kaar ten gebogen. Winston stelde hem vol 'geestdrift de vraag Nu, wat denkt U van mijn militaire maatre gelen Burns antwoordde, terwijl hij snel de kamer verliet«Ik denk, dat U een herbergtwist voor een om wenteling neemt». Een Lord Cecil verstrekt in het La gerhuis zijn beroemd geworden verklaring«In de moderne geschiedenis heeft geen enkel minister in zoo'n korten tijd zoovele misdaden tegen de vrijheid en de-, rechtvaardigheid bedreven als Winston Churchill Belgapress('t Vervolgt).

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 12