De Laatste Ronde MOLLENARD 22e Jaar, Nr 11 Prijs 0.75 fr. Vrijdag 4 juli 1941 NIEUWS NOTARIEEL - AANKONDIGINGSWEEKBLAD VOOR HET ARRONDISSEMENT VPER Uitgever DUMORTIER, 34, Boterstraat Tel. 500 Y P E R STAD YPER Volgorde voor de Vleeschverdeeling B E V OORRADINGSDIENST Telling der voorraden van de nieuwe Velobanden WINTERHULP - IEPER Stedelijke Muziekacademie van Yper BEIAARDGONCERT Op Zondag 6 Juli 1941 STAD YPER ZWEMKOM FLORA SPEELT Schoonheidsgevoel IN OUD YPER HET YPERSCHE ABONNEMENTSPRIJS Voor Belgiëéén jaar zes maanden Men kan inschrijven in alle Belgische Postkantoren 36.00 fr. 18.00 fr. TARIEF van AANKONDIGINGEN op aanvraag aan de Drukkerij Dumortier 34, Boterstraat, Yper Tel. 500 Postch. 46.173 - H. R. Yper 220 Op &e vleeschverdeeling van heden Vrijdag 4 Juli was het rantsoen bepaald op 104 grammen vleesch tegen afgifte van 4 zegels. Op VRIJDAG 11 JULI geschiedt de vleeschver deeling in volgende orde Reeks 2Verdeelingskaarten Nrs 4001 tot 6500 van 14 tot 15 uur Reeks 3Verdeelingskaarten Nrs 6501 tot 9500 van 15 tot 16 uur Reeks 4 Verdeelingskaarten Nrs 9501 tot 12500 van 16 tot 17 uur Reeks 5Verdeelingskaarten Nrs 12501 tot 15500 van 17 tot 18 uur Reeks 6Verdeelingskaarten Nrs 15501 tot 18300 van 18 tot 19 uur Reeks 1 Verdeelingskaarten NrS 1 tot 4000 van 19 tot 20 uur Alleen de Vleeschzegels beneden nummer 10 worden aanstaande week aangenomen. OpgeletMen wordt vriendelijk verzocht pas geld mede te brengen. De klein- en groothandelaars, invoerders en fabri kanten van rubberfietsbanden (rijwielherstellers en monteerders inbegrepen), zijn ertoe gehouden binnen de 15 dagen te rekenen vanaf 1 Juli 1941, de voorraden nieuwe fietsbanden, die zij in hun bezit hadden op 18-6-41. aan te geven bij den Centralen Dienst voor Statistiek, 68. Koninklijke straat te Brussel. Deze aan gifte moet gedaan worden in dubbel exemplaar op for mulier» dat te verkrijgen is ten bureele van den Bevoor- radingsdienst, Dixmudestraat, 22. Juli-Collecte door de Oudstrijders 1914-1918 en 1940 op Zondag 6 Juli 1941. De nood is groot, en zoo U niet helpt, wordt hij voor de minderbedeelden nog grooter. Zelfs nu in vollen zomer Daarom stelt ook U Zondag EEN DAAD OPENBARE PRIJSKAMPEN IN DEN STADSSCHOUWBURG Maandag 7 Juli, om 2 uur 's namiddags Blaasin strumenten. Dinsdag 8 Juli, om 10 uur 's morgens en 1 j uur 's na middags Snaarinstrumenten. Woensdag 9 Juli, om 10 u. 's morgens en 1 1 uur 's namiddags Klavier. Donderdag 10 Juli, om 2 uur 's namiddags Zang. OM 12 URE 1. Praeludium Staf Nees 2. a) Lied zonder woorden Nr 2, op 19 F. Mendelssohn k) Wiegelied W. A. Mozart 3. Twee volksliederen a) Zeg kwezelken, Oud-Vlaamsch Lied. b) Klein Moederken Jef Rheinhardt 4. Fuga Matthias Van den Gheyn Gedurende het grcot verlof (13 Juli tot 31 Oogst 1941), zal de Zwemkom voorbehouden zijn 1. Voor de Schoolgaande Jongens den Maandag, Woensdag en Vrijdag, van 10 tot 11 ure. 2. Voor de Schoolgaande Meisjesden Dinsdag en Donderdag, van 10 tot 11 ure. Ingang: 0,50 fr. Yper, den 1 Juli 1941. De Burgemeester, J. Vanderghote. Naar een Betere Levensopvatting. Door middel van de hoogere zinnen, gezicht en gehoor, kunnen wij de onderscheiding maken schoon en niet-schoon. Doch dikwijls zal de een iets schoons noemen, waaraan de ander die be naming ontzegt. De meeningen zijn ook op dat gebied vaak verdeeld. Er zijn echter schoonheidswetten, die de voor waarden bepalen waaraan iets moet voldoen om schoon te kunnen worden genoemd. Hierbij komt nog een andere maatstaf wat in den loop der tijden de bewondering is blijven wekken en niet opgehouden heeft als schoon door te gaan in de schatting van vele elkander opvol gende geslachten. Het schoonheidsgevoel is vatbaar voor ontwik keling. Vergelijk eens het uwe met dat van een ander. Maakt ge bijvoorbeeld een wandeling met een kunstschilder. Weldra zult ge ondervinden, dat die man in één en hetzelfde landschap nog al wat meer zaken ontdek# dan gij zelf. Om maar te ge wagen van luchtperspectief zal hij u zeker nieuwe dingen leeren. Doet gij diezelfde wandeling met een hovenier of een kruidkundige, dan zullen zij beide uwe aandacht trekken op bijzonderheden in de na tuur, die tot op den dag van heden voor u ver borgen waren. Ervaring van dien aard doet gij op in het gezel schap van bouwkundigen en dichters, die elk op hunne manier u nieuwe horizonten zullen doen ontdekken. Moest ge met deze menschen uwe wandelingen vermenigvuldigen, dan lijdt het geen twijfel, dat gij na zekeren tijd uw gevoel voor het schoone aanzienlijk in omvang en diepte zoudt vermeer derd hebben. Mits wij aldus dit gevoel kunnen bevorderen, is het de plicht der opvoeders te zor gen dat het ontwikkeld worde bij de jeugd, want het zou onverantwoordelijk zijn een gave, die cle mensch bezit, te laten sluimeren. Een mensch moet aesthetisch gevormd worden om zijn omgang uit te kunnen strekken tot groo- ten kring. Hij moet bovendien nuttig zijn voor de maat schappij. Hoe strenger hij zijn plicht vervult, hoe nuttiger hij zich maakt. Doch hij leeft niet alleen voor het nuttige. Ook het schoone heeft zijn rechten. Hij geeft uiting aan dit gevoel, wanneer hij zelf productief kunstenaar is. De schoone kunsten herleiden zich tot zes, voor elk der hoogere zinnen driebouw-, beeldhouw en schilderkunst voor het oogmuziek, dicht kunst en welsprekendheid voor het oor. Van deze zes worden schilder, of teekenkunst en muziek het meest beoefend buiten dé gewone opleiding tot beroepskunstenaar. Teekenen dient aan iedereen, van het armste tot het rijkste kind onderwezen. Jammer genoeg worden deze lessen niet met den noodigen ernst opgevat. Hand en oog worden er door ontwikkeld en daarom moet de natuurlijke aandrift van het kind tot teekenen geleid en aangemoedigd wor den. Waarom zou men de teekenlessen in de toe komst niet onder de vakken schikken, waarin de leerling een voldoend cijfer moet behaald hebben om tot een hoogere klas te kunnen overgaan Door ieder, niemand uitgezonderd, moest ook de muziek worden beoefend. Ziedaar eene tweede kui»st, die onze aandacht verdient. We laten het bespelen der verschillende muziekinstrumenten ter zijde, om enkele woorden te zeggen over het instrument, dat de natuur ons schonk de stem. Ieder kind, van het armste tot het rijkste, moet én teekenen, én zingen leeren. En aan dat leeren zingen, moet het leeren spreken voorafgaan. Het zal misschien opzien baren, als wij schrij ven het goed spreken is niet alleen van aesthe- tische, maar ook van hygiënische beteekenis. Er kunnen ziekten der stemorganen ontstaan door eene verkeerde uitspraak, die slechts door een betere wijze van spreken en door rust kunnen genezen. De beste en de kortste weg is dan goed te leeren spreken en niet ziek te worden. Het is een verblijdend teeken, dat reeds in vele onzer onderwijsgestichten speciale lessen van uitspraak gegeven worden, doch veeleer voor het Fransch, dan als de Vlamingen van de zee tot de Maas nog altijd voortgaan hunne moedertaal te radbraken. Onze taal weze beschaafd. Men lette erop. dat het leerprogramma van staatswege voor onze scholen uitgeschreven, uitgevoerd worde. Het teekenonderwijs van den eenen kant, een algemeen ernstig spreek- en zangonderwijs van den anderen kant, zijn twee gewichtige volksbe langen. Door de oefening van oor en oog zullen wij het gevoel voor wat schoon is. ontwikkelen. Om dat doel te bereiken, moeten wij dikwijls de voortbrengselen van de natuur en van de kunst genieten. Wie zich veel met de natuur bezig houdt, weet er iets van af- Gaan wij met de kinderen in de natuur, en zij zullen haar liefkrijgen. Als wij hun de gelegenheid geven zelf plantjes te kweeken, zullen zij dezer ontwikkeling van nabij volgen en oog en hart zal voor de schoonheid der natuur opengaan. Hoe weinigen oog en oor hebben voor het schoone, bewijst het karig bezoek van musea en symphonieconcerten. Men is niet in staat de schoonheid van een doek te genieten. Men beluistert een jazzband, maar een lied van Schumann klinkt vervelend. Men heeft niet leeren genieten. In huis en school werd daarvoor bitter weinig gedaan. Men heeft niet leeren vergelijken. Daarom dringt zich ook geen oordeel op. Als men de jongeren eens vele kunstwerken leerde vergelijkenschilderijen, toonstukken, beelden, gebouwen... dan zouden ze ook graden van schoonheid ontdekken en zich afvragen, wat de kunstenaar heeft moeten doorleven, vóór hij afscheid nam van zijn scheppingswerk. Wie deze twee middelen te baat neemt, leert ge nieten. Van lieverlede zal zich dan het oog en het oor oefenen. Waar we vroeger doof en blind waren, zullen we heerlijkheden ontdekken en uitroepen Hoe is het mogelijk, ik heb temidden van zooveel schoons geleefd, en ik heb het niet geweten We moeten echter iets meer doen, dan onze oogen openen. We moeten ons ook wat moeite geven. Een uitstapje ondernemen en doelloos rondzwerven levert niets op. Laat ons liever op voorhand eenige studie maken van hetgene we gaan zien. Met behulp van zichtkaarten, gidsen, reisbeschrijvingen kunnen we ons inwijden. Zoo doende staan we niet verlegen voor het origineele als we kennis maken met kunstschatten. Alles komt er op aan te weten, of men genieten kan en wil. Maak er om 's Hemelswil geene geldzaak van er is machtig veel schoons te genieten kosteloos en overal. Men moest dagelijks, zegt Goethe, een klein lied hooren, een goed gedicht lezen, een schoone schilderij bekijken... en is het mogelijk, ook eenige verstandige woorden spreken Geven we dan zelf het voorbeeld en adelen we onze vrije uren door het schoone. Dat de goede smaak heersche in onze woning, in onze kleeding. Leeren we iets van de wetten der kleurscha- keering. Het gemis aan harmonie bederft meer dan men denkt Herinneren we ons, dat de goede smaak een-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 1