22e Jaar, Nr 16 Prijs 0.75 tr. Vrijdag 8 Augustus 1941 NIEUWS NOTARIEEL - 6. AANKONDIGINGSWEEKBLAD VOOR HET ARRONDISSEMENT YkER Uitgever DUMORTIER, 34, Boterstraat Tel. 500 Y P E R Toestanden in de Sovjetunie HET WAARHEIDSGEVOEL Hef- vleesch opnieuw in de Beenhouwerijen verkocht HET YPERSCHE ABONNEMENTSPRIJS Voor Belgiëéén jaar36.00 fr. zes maanden18.00 fr. Men kan inschrijven in alle Belgische Postkantoren TARIEF van AANKONDIGINGEN op aanvraag aan de Drukkerij Dumortier 34, Boterstraat, Yper Tel. 500 Postch. 46.173 - H. R. Yper 220 Daar 15 Oogst (O. L. V. Hemelvaart) op een Vrijdag valt, en ons blad dienvolgens a. s. week Donderdag avond zal verschij nen, worden onze medewerkers alsmede de heeren notarissen verzocht a. s. week hun bijdragen of aankondigingen één dag vroe ger in te sturen Post- en Radiowezen Het heet dat de Sovjetunie aan het hoofd van de kultuurstaten marsjeert. Laat ons dan haar eigen pers doen spreken in zake Post- en Radiowezen/ Hier volgen een paar uittreksels uit de Is- westija Op het hoofdkantoor van Chabarowsk bleven 32.000 telegrammen en brieven liggen, wegens onvoldoende adresseeringZich een telefoon aanschaffen voor persoonlijk gebruik is een on mogelijke zaak in Moskou». Uit de Pravda Het duurt 10 tot 15 minu ten eer het bureau uw telefonische oproeping beantwoordt. In 1937 zijn wij nog verplicht het telefoonboek van 1934 te bezigen Als het zoo gaat in Moskou kan men zich een gedachte vormen van de toestanden in de pro- vihcie. In het radiowezen gaat het al niet beter. De mogelijkheid is zoo goed als uitgesloten een eigen toestel te bezitten. Men blijft aangewezen op de radiocentrales. Erbarmelijke verhoudingen in het woonwezen Hoe gaat het met den stedenbouw? Schieten in -de unie de steden niet als paddestoelen uit den grond Worden geen voorbeeldige arbeiderswo- ning-kompleksen gebouwd Laat ons liever bij de Sovjetpers te rade gaan. Zoo schrijft de Pravda Den geheelen zomer ontbreekt het te Odessa aan water. Met het licht gaat het al evenmin...». Iswestija De stad Jewpatotia wordt op schandelijke wijze verwaarloosd. Er is geen wa terleiding. De stad gaat ten onder in drek en modder, 's Avonds heerscht Egyptische duister nis Pravda Het meerendeel der huizen in Moskou heeft een centrale verwarming. En daar de architekten de kelders vergeten hebben, moe ten de bewoners het brandhout en de kolen on der hun bed of in de toiletkamers bergen Industriewezen. Het doel van het tweede vijfjarenplan was de sovjetindustrie met 60 te doen stijgen. En de sovjets gingen er prat op dat zij dank zij dat plan met hun industrieproductie de eerste plaats in Europa en de tweede plaats in de wereld had den veroverd. Aan de basis van de zware industrie ligt, zoo als bekend, de steenkoolproductie. Welnu, in de eerste 9 maanden van 1937 bracht het Donezbek- ken 9 millioen ton kolen te weinig op. Als oorzaak geven de sovjets de arbeiders fluctuatie aan, dit is het voortdurend weg. en toevloeien van arbeiders. Zoo kwamen in elf maanden van 1936 in de kolenschachten van het Donezgebied 231.000 arbeiders toe maar 210.000 trokken er van door Voor ons West-Europeeërs zijn zulke toestan den effenaf ongelooflijk. In de Molotow-auto-fabrieken gingen er in een jaar 12.000 arbeiders van door. Als hoofdreden wordt het gebrek aan woningen aangegeven. Ook de kwaliteit van de geleverde auto's en landbouwmachinen is beneden alles. Avenjen aan tractors zijn een normaal iets, duizenden machinen geraken niet ter bestemming. Specia e reparatiefabrieken moesten opgericht uot en. Het ging er echter niet beter op toe Het Stachonow-systeem dat de laatste jaren ingevoerd werd heeft deze toestanden nog slech ter gemaakt. Naar een Betere Levensopvatting. Het levensgeluk der menschen ligt voor een groot deel in het begrijpen der dingen, in het aanschouwen van de waarheid. Pijnlijk is de toestand van iemand, die te mid den van moeilijkheden tot geen zekerheid en tot geene beslissing kan geraken. Vermoeidheid en verdriet overvallen hem, die plotseling omslaan in een gevoel van blijdschap, wanneer de twijfel valt en hij de zekerheid opdoet van zijne zaak. Zoo verblijdt de waarheid den mensch, onver schillig op welk gebied hij haar gevonden heeft. Maar een mensch heeft met de werkelijkheid niet altijd vrede. Een juiste voorstelling van deze stemt niet altijd overeen met zijn wenschen. Dan geeft hij van haar een verkeerde voorstel ling en liegt. Wie zulks doet, mist karakter, want de waarheidsliefde is hiervan het eerste ken merk. Een mensch kan diep gezonken zijn, doch zijn toestand is niet hopeloos, zoolang hij nog waar heid spreektde waarheid houdt hem boven. Wie liegt, is niet meer waard geacht te wor den. Alle andere deugden worden waardeloos gemaakt door die eene fout. Niemand meene inmiddels, dat liegen alleen bestaat in het spreken van onwaarheid. Het is zeer goed mogelijk, dat iemand nog nooit eene onwaarheid over de lippen liet komen en toch zelf een leugen is van kop tot teen. Zeer bedenkelijk is het gebrek aan waarheids liefde. Gelijk het gevoel voor het schoone, zoo moet ook het kind zijn gevoel voor waarheid ont. wikkelen en verfijnen. De taak der opvoeding is hier even moeilijk als gewichtig. Zijn er niet vele ouders, die zich in verlegen heid bevinden en niet weten wat doen, wanneer zij hunne kinderen op leugens betrappen Een opvoeder, die zijn taak ernstig opvat, zoekt de oorzaak van de leugen op en tracht te verne men, hoe in elk afzonderlijk geval dient gehan deld. Sommigen zullen misschien verrassend opkij ken als we verklaren, dat liegen vaak een ziek teverschijnsel is. De gekende Fransche psychia ter Bourdin vestigt de aandacht op het feit, dat het liegen soms een soort van moreel delirium is, waarbij de arts dikwijls met zijn eigene kunst verlegen wordt en ten laatste voor dit, als voor andere vreemde raadsels, de armen slap laat hangen Zoo leidt ook eene te levendige verbeeldings kracht tot het spreken van onwaarheid. Ziet men geen jeugdige kinderen allerlei verdichtsels en vertellingen samenstellen, waarvan niets of slechts een gedeelte waar is Somtijds is de zucht om eenen of anderen hartstocht bot te vieren hiervan de oorzaak. Zoo bezondigen zich ook velen aan de waarheid uit traagheid ze ver zinnen alle soort van uitvluchten om den arbeid te ontgaan. De vrees doet ook leugen ontstaan. Het kind moet alles krijgen van zijn ouders voedsel, klee ding, vermaken. Alles hangt af van de manier waarop het zijn belangen bepleit en van het idee van zijn eigen toestand. Tegenover zijn ouders, zijn onderwijzers is het de mindere, de zwakkere. Het is niet zeer sterk om zware straffen te dra gen en durft niet altijd den gevraagden dienst of arbeid weigeren. Het vindt dan maar één pad om te ontkomende leugen. Zoo brengen wij, zonder het te weten, het kind tot onwaarheid, m. a. wij bederven zijn gevoel voor waarheid. Wij geven helaas! maar al te dikwijls het slechte voorbeeld. In tram of trein wordt de ouderdom van het kind te laag opgegeven om een paar franks uit te sparen, maar men bedenkt niet, dat men zoo- Ingevolge de nieuwe onderrichtingen zal de verkoop van vleesch voortaan opnieuw in de beenhouwerijen geschieden, in plaats van op de Halle. Er wordt op gewezen dat deze week alleen de vleeschzegels van nummer 1 tot 9 mogen aange nomen worden. -i>in>i»in>iwnnnnpipinnwnnn»in»uiir doende het karakter van zijn kind bederft en al de schatten der aarde zijn dat niet waard. Meent ge, dat de kinderen niet bemerken, dat vader iets verbergt voor moeder of omgekeerd Hoe wilt ge, dat zij niet opgroeien tot leugenaars Er zijn meerdere gevallen van dien aard in het huishouden aan een bezoeker doet men aan melden, dat men afwezig is en enkele oogenblik- ken later berispt men voor onwaarheid een kind, dat ten volle op de hoogte is van onze doenwijze. Hoe dikwijls geven wij niet toe aan de zwak heid meer en beter te willen schijnen, dan we werkelijk zijn. We letten evenmin op de draagwijdte van onze woorden. We laten ons uit in sterke en overdre ven bewoordingen en zouden wel zweren, waar dit ongepast is. De waarheid is uit haar eigen machtig genoeg en onze krachtwoorden doen haar meer schade dan goed. We missen eveneens de noodige teederheid bij de opvoeding der kleinen. Kinderen behoeven ons niet te vreezen. Integendeel hunne individua. liteit moet zich onbezorgd kunnen ontplooien. Liever dan het kind te brengen tot onwaarheid door onverstandige gestrengheid moet het kind weten, dat we zijn vrienden zijn, enkel bekom merd om zijn welzijn, dat we bereid zijn eiken misslag te vergeven en eiken geestelijken nood te lenigen. Onze hand moet vast maar niet ge streng zijn. Het uitspreken van slechte beginselen kan ten laatste zeer noodlottig werken op den gemoeds toestand van het kind. Wat al onvoorzichtigheden worden er dagelijks niet uitgekraamd in tegen woordigheid der kinderen We vergeten, dat zij behooren tot den kring onzer toehoorders en dat zij aandachtig luisteren naar onze spreuken. Me nig woord, dat soms onbedacht en half uit scherts door ons wordt uitgesproken, wordt voor hen een levensregel, en het zal moeite kosten om dat ge zaaide onkruid later uit te wortelen. Vermijden we dus met de grootste zorg alle valsche en dub belzinnige maximen, als ieder is oneerlijk in eigen nering in de commerce» is het toegelaten te liegen men moet niet al te eerlijk zijn, enz. Zulke grondstellingen moesten zij ons eerder hooren bekampen en afkeuren Onze kinderen moeten onderwezen en opge voed worden. Merk goed het onderscheid tusschen deze twee werkwoorden. Onderwijzen is den leerling de waarheid lee- ren zoeken. Kan hij dit, dan wordt hij van zelf vervuld van liefde voor de waarheid, dan wordt hij op gevoed. Het onderwijs moet in den leerling het gevoel voor de waarheid ontwikkelen. Een goed onder wijzer zal, zooveel hij kan, den leerling de waar heid zelf laten vinden. Bij de blijdschap, die de waarheid wekt, zal zich dan ook de blijdschap van het verhoogd zelfgevoel voegen. Wij ontwikkelen het gevoel van waarheid bij het kind nogmaals door ons voorbeeld. Als onze mond slechts eenvoudige woorden spreekt, die hunne bevestiging vinden in de daad... als in onze gezinnen heerschen orde, matigheid, een voud, dan gaan voor die machten de leugens op de vlucht. Wij moeten ten slotte de onwaarheid in het

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 1