WETCN/CHAPPELÜ
Naamdagen.
Zon. Opgang Ondergang
Maan. Opgang Ondergang
Maanstanden.
TREKKINGEN
Lotenleening 1932
Trekkingen in de maand October 1941
HET YPERSCHE 3 -10 -1941
PARACELSUS (Slot).
Paracelsus verkondigde met kracht het nut van
het experimentIk kan u niet krachtig genoeg
aanbevelen vooral toch niet de proefondervin
delijke methode te verwerpen, maar deze, voor
zoover uwe vermogens dit toelaten, steeds te ge
bruiken, zonder eenig vooroordeel
Hij verwijt de doctoren alleen in de boeken te
putten en voor waarheid aan te nemen iets wat
ze nooit waargenomen hebben, ja zelfs zaken die
in strijd zijn met wat waargenomen wordt
Denkt ge, omdat ge Galenus, Avicenna, e. a.
bestudeerd hebt, dat §e alles weet Datgene wat
ze hebben geschreven, hebben ze van anderen
gehoord, zonder het te beproeven. Hun schrijve
rij zal de proef niet doorstaan
Daar hij van experimenteeren hield, begrijpt
men allicht dat hij zich ook met alchemie (de
■chemie kortweg bestond toen nog niet), bezig
hield. Paracelsus meende, dat een medicus, wilde
hij iets bereiken, alchemie moest kennen. Hij was
alzoo de grondlegger der iatrochemie (iatroarts):
Ik prijs de chemische artsen, want zij loopen
niet rond in satijn en fluweel, maar zij arbeiden
dag en nacht geduldig voor hunne ovens
Verder zegt hij n°g ware doel van de al
chemie is niet het maken van goud, maar het be
reiden van geneesmiddelen Velen hebben hier
aan gehoor gegeven en het zoeken naar goud
werd gestaakt om een nieuw zoeken te beginnen,
naar medicijnen om het lijden der menschheid
te verzachten. Hiermede besloot Paracelsus op
hoopvolle wijze een tijdperk van dolzinnige al
chemie, die goud uit mest had willen maken.
Had Paracelsus zich dan gansch van de macht
der oude alchemie bevrijd Neen, absoluut niet,
want in het geheim (hij,heeft het slechts op het
-eind van zijn leven willen bekennen) heeft Para-
celsus gezocht naar den Steen der Wijzen en
naar den Levenselixirmaar dit vermindert
zijn beteekenis voor de geneeskunde en de che
mie toch niet, want naast dit beuzelwerk staat
zijn krachtig vernieuwingswerk.
Rudolf Thiel, in zijn werk Groote Strijders
tegen Ziekte en Dood (uitgave Leopold - Den
Haag), laat zich als volgt uit over dezen wonder
lijken man.
Met zijn fanatieken ijver tegen de boeken
wijsheid der hoogescholen, met zijn geweldige ge.
neeskundige stelsels heeft hij niets bereikt, dan
dat de volgende generaties volgens zijn voorbeeld
nieuwe theorieën beproefden en daarbij de grond
beginselen van de moderne scheikunde vonden
En dat is veel
De grootheid van dezen man is met onzen
maatstaf niet te meten, men kan die niet eens in
het kader van zijn tijd begrijpen Zonder twijfel
klonken voor zijn tijdgenooten de natuur de
kracht en de ervaring (ook het woordje
«proef» of «experiment») ongehoord en ket-
tersch maar met den eigenlijken inhoud van
zijn denken, met zijn religieuze wereldbeschou
wing heeft hij haar diepste gevoélens en ver
moedens aangeraakt».
Paracelsus was niet alleen een geneeskunste
naar van den eersten rang en een alchemist, hij
was tevens een mystieker, een zelf-gevormden
docter in de wijsbegeerte en godgeleerdheid. Het
geheele stoffelijke mechanisme werd volgens
hem beheerscht door geesten, die weer uitvloei
sels zijn van den Algeest God. Thiel zegt hier
over
Hij kon niet zat worden van gelijkenissen,
(1) Microcosmos, heet de mensch als «de kleine we
reld tegenover den macrocosmos, het heelal als de
groote wereldDeze tegenstelling kwam bij de na-
tuurphllosofen vooral in gebruik met Paracelsus, die
leerde, dat het heelal (de geestelijke samenhang van
alle leven) slechts door den mensch, de mensch slechts
door het heelal te kennen is.
(2) In de geniaalste schepping van de Duitsche lite
ratuur Goethe's Faustzijn de hoofdtrekken van
drie wonderbare magiërs tevens geleerde doctoren
ende magistersverwerktFaust, Agrippa en Paia-
celsus. Alle drie leefden ze in hetzelfde tijdstip, waren
van Duitschen bloede en hun leer vertoont ongeveer
hetzelfde wonderlijk mengsel van magie en wetenschap.
Het lijdt geen twijfel dat, indien de magische gedeelten
vooral geput zijn uit de volksboeken van Doctor Faust,
de geestelijke en wijsgeerige ondergrond vooral terug
slaat op de leer van Paracelsus.'
(3) Navolgers: Onder de navolgers van Paracelsus
noemen we Libavius, Agricola, Glauber en den Brus
selaar Van Helmont die het koolzuur ontdekte en den
naam gas in de wetenschap invoerde.
om te verklaren, dat de mensch met recht ge
noemd wordt een microcosmos (1), want de ma
crocosmos leeft in hem En hij dreef zijn aard-
schen trots zoo ver, dat hij juichen kon: De
mensch is meer dan het gesternte en hij regeert
zijn astrum en is gezet als een god over zijn in
wendig firmament
Wie waagt het een dergelijke kennis, een der
gelijk gevoel nog eenmaal te kennen en te voe
len Wie zou willen beweren, dat hij de wereld
beschouwing van een Paracelsus opnieuw bele
ven kan Zelf de dichter, die den geest van Pa
racelsus in de oude volkslegenden van dokter
Faust in zich opgenomen heeft, vermocht slechts
in groote lijnen te schetsen, wat voor Paracelsus
de allerreëelste realiteit geweest is(2)
Paracelsus liet talrijke geschriften na, die na
zijn dood, door zijn trouwe navolgers (3) werden
uitgegeven (hij zelf heeft nooit de gelegenheid
gehad, daar dit steeds door zijn vijanden belet
werd). Hierin komen naast fraaie en doeltreffen
de proeven en gedachten ook dwaze theorieën
voor Deze werken zijn in het Duitsch gesteld en
alzoo is Paracelsus voor de Duitsche literatuur
ook belangrijk, omdat hij de eerste geleerde was
van zijn tijd, die het waagde zijn moedertaal in
plaats van het Latijn te gebruiken.
Ter herinnering van zijn 400° sterfdag, zullen
zijn boeken in een nieuwe oplaag verschijnen en
wel in veertien banden met 8200 bladzijden.
van 5 tot 11 October 1941.
Zondag 5 OctoberRemigius, Flavia, Placidus.
Maandag 6 OctoberBruno.
Dinsdag 7 OctoberH. Rozenkrans, August, Marcus,
Sergius, Marcellus.
Woensdag 8 OctoberBrigitta. Pelagia, Amor.
Donderdag 9 OctoberGhislenus, Dionysius, Eleuthe-
rius.
Vrijdag 10 October: Franciscus van Borgia.
Zaterdag 11 October: Moederschap H. Maagd Maria,
Gummarus.
Zondag 5 October 7 u. 48 19 u. 13
Maandag 6 October 7 u. 50 19 u. 11
Dinsdag 7 October 7 u. 51 19 u. 09
Woensdag 8 October 7 u. 53 19 u, 07
Donderdag 9 October 7 u. 55 19 u. 05
Vrijdag 10 October 7 u. 56 19 u. 02
Zaterdag 11 October 7 u. 58 19 u. 00
Zondag 5 October 19 u. 30 7 u. 39
Maandag 6 October 19 u. 55 8 u. 43
Dinsdag 7 October 20 u. 22 9 u. 45
Woensdag 8 October 20 u. 52 10 u. 46
Donderdag 9 October 21 u. 25 11 u. 45
Vrijdag 10 October 22 u, 03 12 u. 42
Zaterdag 11 October 22 u. 47 13 u. 35
Volle maan 5 October, te 10 u. 32.
Laatste kwartier13 October, te 14 u. 52.
Nieuwe maan: 20 October, te 16 u. 20.
Eerste kwartier27 October, te 7 u. 4.
115' Trekking op 25 September 1941
Een lot van 500,000 fr. is toegekend aan de serie
170,397.
20 loten van 25,000 fr, zijn toegekend aan de volgen
de series
112,499 121,269 125,424 127,450 134546
139,898 143,094 147,543 161,719 162,404
163,493 182,313 192,476 206,484 207,865
241,501 274,488 277,047 290,208 296,025
Gedurende deze maand zullen volgende trekkingen
plaats hebben
Zaterdag 4. Gemeentekrediet 1938 met een lot van
100.000 frank.
Lotenleening 3 J t. h. 1938 met een lot van 250.000
frank.
Woensdag 8. Brussel-Zeehaven 1897, met een lot
van 5.000 frank.
Vrijdag 10. Verwoeste Gewesten 1922, met een lot
van 250.000 frank.
Antwerpen 1887, met een lot van 10.000 frank.
Gent 1896, met een lot van 10.000 frank.
Woensdag 15. Luik 1905, met een lot van 15.000 fr.
Zaterdag 18. Lotenleening 1933, met een lot van
1 miljoen frank.
Maandag 20. Verwoeste Gewesten 1923, met een
lot van 100.000 frank,
Luik 1897, met een lot van 100.000 frank.
Dinsdag 21. Congo 1888, met een lot van 10.000 fr.
Zaterdag 25. Lotenleening 1932, met een lot van
250.000 frank.
gewapend met rieken, gaffels, zeisen en ouder-
wetsche geweren tegen een goed uitgerust leger.
De boeren of brigandszooals de Franschen
hen noemdep, moesten het onderspit delven, te
meer daar zij geen hulp kregen van de stedelin
gen en van het buitenland. De boerenkrijg duur
de 48 dagen en de laatste slag werd geleverd te
Hasselt.
Ter verheerlijking van dezen ongelijken strijd
werden monumenten opgericht te Diest, Hasselt
en Overmeire.
BOIELDIEU
Frangois Adrien Boieldieu werd in 1775 te Rou-
aan geboren. Hij was een der beminnelijkste en
meest geliefde Fransche opera-componisten van
zijn tijd.
Zijn vader was secretaris van de aartsbisschop
pelijke kanselarij te Rouaan en zoo werd de
jonge Frangois koorknaap aan de hoofdkerk en
genoot er van den organist muziekonderwijs.
Zijn eerste opera La fille Coupable werd op
gevoerd toen Boieldieu slechts 18 jaar oud was
en hij bekwam succes, alsook met zijn volgend
werk. Boieldieu besloot alsdan naar Parijs te rei
zen om aldaar zijn keluk te gaan beproeven. Hij
leerde er de muzikale autoriteiten van zijn tijd
kennen, doch ontving geen verder onderwijs meer
Een zijner beste werken werd in 1880 opgevoerd
Le Calife de Bagdad Een paar jaar later trad
hij in den echt, doch hierin vond hij het geluk
niet. Reeds een jaar na zijn huwelijk ondernam
hij een reis naar St Petersburg (Leningrad), waar
hij hofcomponist werd en talrijke opera's liet op
voeren. In 1810 keerde hij naar de «Ville lu-
mière terug en bracht er kort daarop Jean de
Paris op het tooneel. Hij werd leeraar aan het
Conservatorium, componeerde Le petit Chape
ron rougeen het welbekende La Dame
blanche(1825). In ditzelfde jaar stierf zijn
vrouw en een jaar later hertrouwde hij met de
bekende zangeres Phillio.
Toen in 1829 zijn opera Les deux Nuits
slechts een mager succes behaalde trok hij zich
terug.
Hij overleed op zijn landgoed Jarcy bij Parijs
op 8 October 1834.
JAN SLEECKX
De Vlaamsche letterkundige Jan Sleeckx werd
te Antwerpen geboren op 2 Februari 1818. Jan
groeide op als een echten Antwerpschen volksjon.
gen en werd notarisklerk. Hij verzamelde oude
volksverhalen in Kronyke der straten van
Antwerpen die hij op 25-jarigen ouderdom liet
uitgeven.
Na een tijdje bij het onderwijs werkzaam ge
weest te zijn, stichtte hij in 1844 te Brussel het
eerste Vlaamsche dagblad en gaf hij gedurende
drie jaar het letterkundig tijdschrift De Vlaam
sche Stem uit.
In 1861 volgde hij Jan van Beers op als leeraar
in het Nederlandsch aan de Rijksnormaalschool
te Lier en in 1879 werd hij tot hoofdinspecteur
bij het lager onderwijs benoemd.
Als schrijver legde hij zich toe op het nauw
keurig uitbeelden van door hem waargenomen
personen en toestanden. Realistisch zijn dan ook
zijn Volksverhalenen de bundels vertellin
gen In alle standen Ontmoetingen Op
't Eksterlaar Tybaerts en C'rHet erfdeel
en andere verhalen en zijn romans In 't schip,
perskwartier De plannen van Peerjan Later
schreef hij ook historische romans, o. a. Hille-
gonde Vesalius in Spanje Sleeckx heeft ook
heel wat tooneelstukken geschreven, waarvan er
een, Grétry werd bekroond.
Hij overleed te Luik op 13 October 1901.
BOERENKRIJG
Van 1792 af vielen de Fransche legers ons land
binnen, doch zij werden in 1793 te Neerwinden
door de Oostenrijkers verslagen. Zij keerden
evenwel terug in 1794 en de Fransche generaal
Jourdan versloeg te Fleurus de Oostenrijkers
onder Saksen-Coburg Het land werd leeggeplun
derd, de kunstschatten naar Parijs gevoerd, vele
priesters verbannen of gedood. Op 28 September
1795 werd ons land bij Frankrijk ingelijfd en de
bloedwet afgekondigd die de Vlaamsche jongens
verplichtte in het Fransche leger dienst te doen.
In 1796 werden alle godsdienstoefeningen in de
kerken verboden. Het jaar daarop werden alle
staatsbedienden verplicht den eed van getrouw
heid aan de republiek en aan de grondwet van
het jaar III af te leggen en haat tegen het ko
ningschap te zweren. De weigeraars werden naar
de galeien verbannen, voor zoover ze zich niet
schuilhielden. Vooral de conscriptie had de maat
doen volloopen en wekte hevig verzet op het
platteland In het land van Waas werden door
jongelieden de vrijheidsboomen omvergehaald
en de registers van den burgerlijken stand, noo-
dig voor het opmaken van de lichtingen, ver
nield. Het eerste treffen tusschen de sans-culot-
ten en de boeren geschiedde te St Pauwels bij
St Niklaas, op 3 October 1798. Dit was het begin
van den Boerenkrijg. De beweging breidde zich
uit over heel Vlaanderen en ook in Luxemburg.
De boeren streden met den moed der wanhoop,
(Zie rooraan vorige kolom).