Allerheiligen CHRYSANTHEMEN P. Boudein-Deltom be 2 Bericht aan de Kolenkleinhandelaars Commissariaat van Wederopbouw Bericht voor de Veehouders en Landbouwers LICHTDEMPINC STAD YPER Waarde Medeburgers, Een jaar Winterhulpwerk voorbij Capucienenstraat, 10 - YPER Benoeming van Schepenen IEPERSCH KRONIEKSKE HET YPERSCHE 17 -10 -1941 Shakespeare en Larochefoucauld waren men- schenkenners in dien zin. Toch is het mogelijk, dat menschen van dat slag, in de praktijk optredende dikwijls mistasten en door den eerste den beste bedrogen worden. Zoo waren er schrijvers, die hunne lezers ver baasden door hun diepen blik in de menschelijke ziel en die geregeld de personen in hunne onmid dellijke nabijheid totaal verkeerd beoordeelden. Verwarren wij om die reden geen mensch- kunde met menschenkennis Menschkundige is hij, die het menschelijk hart met al zijn verzuchtingen en wetten kent, menschenkenner is hij, die den levenden mensch snel kan doorgronden. Menschkunde is theorie, menschenkennis is praktijk. Hoe verwerven wij menschkunde In het algemeen komt men slechts aan eenige kunde door voorlichting en ervaring. Beide moe ten ons ook helpen aan menschkunde. Natuurlijk alleen de groote menschkundigen zullen ons kunnen voorlichten. Lees dus Shake speare. Onnoodig andere namen te noemen. Ieder heeft de zijne. Doch lees om Godsnaam niet om de intrigue, gelijk de meeste menschen, die een boek lezen cn hiervan de bijzonderste bladzijden overslaan om maar gauw den afloop te kennen. Zoo lezen meestal de jongeren, maar ouder ge worden. zijn het juist die overgeslagen bladzij den, die de aandacht trekken omdat zij de in wendige levensgeschiedenis van den mensch blootleggen. De ervaring blijft bij dit alles de voornaamste bron van menschkunde. Het gaat echter niet zonder moeilijkheden den levenden mensch te kennen, want zijn gemoed is een gesloten boek. Wij zouden reeds veel kennis opdoen, was het ons gegeven slechts in het hart van één enkelen mensch binnen te dringen. Wie een enkele plant goed bestudeert, dringt daardoor reeds in het leven der planten in. Welnu één mensch is er altijd, wiens gemoed voor u open ligtgijzelf. De motieven van onze eigene woorden en da den kennen wij, kunnen wij althans kennen zelfkennis is dus de weg naar menschkunde. Zij leert ons welk groot aandeel de omstandig heden hebben aan de menschelijke deugd dat drift en oploopendheid door zachtheid en groot moedigheid worden neergelegd dat vertrouwen het goede naar boven drijft en dat wantrouwen den mensch slecht maaktdat het goede in den mensch op te zoeken voorwaarde is om hem te behoudendat wij den mensch voor ons eerst moeten gewonnen hebben, willen wij iets kun nen doen voor zijn bekeering. De Kolenkleinhandelaars worden vriendelijk verzocht nota te willen nemen, dat de formulie ren bijlage II, voorzien bij het Besluit van 27 September 1941, en dienende tot de bevoorrading der bureelen, werkhuizen, magazijnen en spijs huizen, te hunner beschikking zijn, ten bureele der Bedrijfsgroepeering Kolenkleinhandel, El- verdinghestraat, 7, te IEPER, en voor de streek van Poperinghe, bij den Heer Lionel BOLLEN- GIER, Casselstraat, 73, POPERINGHE. De verbruikers, die onder bovengemelde cate gorieën vallen, worden dus verzocht zich bij hun nen gewonen leverancier te wenden, tot het be komen der noodige formulieren. Het Provinciaal Commissariaat van Wederop bouw laat weten dat Ir. Dehem voortaan slechts den 1° en 3" Dinsdag der maand zitdagen zal hou den te leper, stadhuis, bureel Nr 9, in plaats van alle Dinsdagen zooals voorheen. Ingevolge artikel III der verordening over het ge bruik van de broodgranen van den oogst 1941, (Bel gisch Staatsblad Bldz. 1017) is het verboden broodgra nen voor het voederen van vee te gebruiken. Granen die niet meer tot het vervaardigen van brood- meel kunnen gebezigd worden, mogen dan eerst tot voe der gebruikt worden, wanneer eene toelating van de Hoofdgroe pee ring Granen en Veevoeders verstrekt is geweest. De aanvragen, om vrij over zekere graanhoeveelhe- den voor het voederen van vee te beschikken moeten naar de Hoofdgroe peering voor Granen en Veevoeders, Warandeberg, 4, te Brussel gericht worden. Bij ieder aanvraag moet een monster (staal) van 500 gr. graan, uit de partij, gevoegd worden. Te gelijker tijd moet de aangifte gedaan worden van de hoeveelheden waarvoor de vrijgave bewerkstelligd wordt De Burgemeester. J. Vanderghote. L. B. {AFDEELING IEPEBi He n laatste waarschuwing ontvangen voor onvol- 'nde lichtdemping Ved. Bergh man. Minneplein. 4. Barbez. Nijverheidstraat. 4 Debreyer L.. St Niklaas straat. HET KADER. Ik heb het genoegen U te laten weten dat het BIJZONDER POLITIEUUR ingevoerd voor onze stadsgenooten van min den 21 jaar, bij bevel van de Kreiskommandantur van Yper d.d. 11 Sep tember 1941, \anaf heden niet meer in voege is. Te dezer gelegenheid dring ik andermaal aan opdat gij U steeds met de grootste omzichtigheid zoudt onthouden van alle daden en gebaren die voor de Bezettende Overheid een beleedigend of vijandig karakter zouden hebben. Herinnert U dat de herhaling van dergelijke daden gansch de bevolking blootstelt aan strafmaatregelen die zonder eenig nut den zeer zwaren last van den oorlogstoestand verergeren. Yper, den 14 October 1941. De Burgemeester, J. Vanderghote. EEN PRACHTIG BILAN Nu er ruim een jaar voorbij is sedert de Winterhulp werking in onze stad aanving, past het dat we een oogenblik stilstaan bij de resultaten sedertdien geboekt. En deze zijn schitterend als men het werk overschouwt, maar en dit moet ons uit de pen niet steeds ver heugend als men overdenkt dat nog altijd velen niets gedaan hebben om deze werking te steunen. Uit de tabellen die hier volgen zal men zioh het best een gedachte kunnen vormen van al het werk dat reeds werd geleverd. Vooral moet onze aandacht gaan naar een paar punten, .die de moeite waard zijn. nl. de soep- bedeeling en de melkbedeeling, Voor meer dan een totale som van 228 duizend Fr. werd er voor deze twee posten in den loop van het jaar uitgegeven Is dit niet een verheugend resultaat Toch zijn er ook schaduw- punten Is het niet spijtig dat gedurende een gansch jaar de inzamelingen en giften slechts een som van 34 duizend Fr. hebben opgebracht, en dat daar tegen over de provinciale commissie een toelage heeft moeten verleenen van meer dan 130 duizend Fr.! Velen hebben zich in den loop van het werkjaar voor Winterhulp verdienstelijk gemaakt. Al wie iets deed weze hiervoor hartelijk bedankt, namens al de nood lijdenden in de eerste plaats en namens het Winter hulpcomité in de tweede plaats. Iemand moeten we hier toch vernoemenDat zijn namelijk de zoo ge dienstige en ijverige kloosterzusters van het Nazareth, die dag in dag uit hebben gewerkt om steeds op tijd te komen met hunne soep. Dat zij vooral veler dank ver dienen hoeft geen betoog. En nu we het tweede jaar begonnen zijn, drukken we den wensch uit in de hoop dat het niet bij deze wenschen zal blijven dat dit jaar, en vooral in dezen winter die zich zoo onbarmhartig aanmeldt, veel zal gegeven worden, meer nog dan verleden jaar, opdat de goede faam van onze stad moge gehandhaafd blijven, opdat men later moge zeggen dat de Ieperlingen in deze benarde tijden hun plicht hebben gedaan, hun vol len plicht tegenover hun eigen volk. Dat zijn de innige wenschen waarmede wij vandaag deze korte beschou wingen besluiten Verslag over den Geldelijken toestand van Winterhulp op 30 September 1941. UITGAVEN INKOMSTEN Soepbedeeling 98.577.95 Verkoop soep 40584.50 Melkbedeeling 129.800.60 Verkoop melk 41.266.00 Aankoop kolen 27.200.30 Verkoop kolen 11.824.50 Materiaal 35.993 15 Omhalingen 14-284.34 Algem, onkosten 8.000.00 Alg. onkosten 944.00 Kleederen 11.436.50 Kenteekens 1.705.00 Geneesmiddelen 135.00 Toelagen Prov. Bloempjes 532.00 Commissie 133.000.00 Terugbet. aange- Giften 20.214.55 slagen waren 29.352.90 Verkoop aangesla- Schoenen 300.00 gen waren 83.256.09 Landbouwalaam 8.902.50 Feesten 17.200.68 Pacht lokaal 2.500.00 Verkoop eieren 710.50 Aankoop plant- Magazijn 647.35 aardappelen 10.094.50 Verkoop plant- le Communiebe- aardappelen 11.624.50 deeling 3.693.00 Vitaminen 3.002.00 Citroenen 205.45 366.518.40 Zeep 654.75 Leverpastei 2.458.75 Chocolade 1.277,00 384 859.96 Op 30 September was er dus een overschot van 18.341.56 frank; deze som is echter reeds voor een groot ge deelte in de nieuwe werking opgeslorpt, zoodat het in cassa zich tot een zeer geringe som herleidt. Uitgedeelde hoeveelheden sedert het begin der werking tot op 1 September 1941. Kolen 205 Ton Chocolade 10.256 Stuks Melk 66.472 Liter Mandarijntjes 2.400 Stuks Schoolsoep 170.000 Liter Toffees 1.200 Stuks Volkssoep 20.410 Liter Vleeschdoozen 340 Pond Alg. Volkssoep 360 Liter Pudding-powder 750 Pakj Vitaminen 17.000 Caps. Eieren 1.584 Stuks Levertraan 39 Liter Kaas 17 Kilos Sojabeschuit. 35.000 Stuks GROOTE EN PRACHTIGE KEUS VAN WITTE EN GEKLEURDE TER BLOEMISTERIJ Bij besluit verschenen in het Staatsblad van 10 Octo ber werden tot schepen benoemd te Merkem, de Heer Geldof A. Hooglede, de Heer Amery L. Staden. de Heer Van Eeckhoutte M. Hou- tem, de Heer Dendooven P. 't WORDT KOUD. 't Weer is dus eindelijk eens ernstig geworden we zijn in October en het is koud. Dat is normaal en zoo moet het zijn. De menschen hadden al dikwijls eens naar het vroolijke gezicht van moeder zon gekeken om te zien of ze die zottigheid zou volhouden. Maar een ik weet niet welke mandataris van Ons Heer mis schien was het Sinte Pieter zelf heeft haar eens goed op de vingers getikt en nu is ze weer in de rechte baan gekomen. Die kleine menschjes daar beneden zouden wat te veel plezier gehad hebben, ware het maar zo mer gebleven gansch den herfst en den winter door. Daar moest toch eens een eind aan gemaakt worden. En zoo is de koude gekomen, als een onzichtbare fluide die mollig op de aarde valt, zich uitspreidt en spoedig de gansche bol omvat en blijft aankleven. De aarde zal haar niet meer kunnen afschudden, want haar eigen koude vriest er haar des te harder aan. Al leen de zon zal redding brengen wanneer ze in het voorjaar de aarde ter hulp zal snellen om dit ijzige juk, dat op haar schouders kleeft, los te dooien. Maar nu slaapt ze, en geen middel om haar wakker te schud den. Ze is te moe. INKEER. We zijn aan ons lot overgelaten en we zullen er ons in moeten schikken. Nu zullen we terug naar huis gaan. We hebben een ganschen zomer in de natuur gedarteld. We hebben aan de schoonheid van de bloemen gezo gen, en de vleezige gratie van de bladeren gestreeld. We hebben de fiere harde boomstammen betast en hun rijzige koppen bewonderd. We hebben het lispellied van koren en riet beluisterd en er woorden van dankbaar heid op gedicht. De vogeltjes hebben we zien spelen en vluchten en we hebben hun vluggen vlederslag langs ons voelen gaan. We hebben de frissche groente van het gras geroken en er ons in neergevleid. Forsch en kantig hebben we de lage boerderijen langs den weg zien staan. We hebben de jonge veulens vrij en zwie rig in de wei zien draven en de domme koeien met hun ruige tongen het gras zien wegscheren. Langs de einde- looze, strakke blanke banen zijn we in lichte kleedij springend en dansend hand in hand gegaan. Het was het terug naar de natuur Maar de koude doet ons rillen. Ieder van ons denkt eraan dat we een thuis hebben, waar het warm en gezellig kan zijn. Het is de weg terug de thuiskomst en de inkeer. SIMPEL WEZEN. De mensch is een simpel wezen Vier muren en een dak zijn voldoende om hem gelukkig te maken. Hij zal «ïit thuis gezelligheid geven: er een vuurtje aanste ken, een boekenrek plaatsen, en zich in een zetel koes teren. Hij vraagt niet veel. Hij hecht zijn hart aan een voudige dingen. Daarin zal hij zijn winterslaap door brengen. Over hem mag de wereld' waaien. Als zijn dak maar op de vier muren blijft staan. Met wat te New- York of .te Tokio gebeurt, bekommert hij zich maar wei nig. Ternauwernood zal hij eens vluchtig de bladzijden van zijn dagblad overschouwen om te peilen of de vrede nog niet in aantocht is. Want dat belangt hem aan in zijn persoon. De vrede, dat beteekent de rust. de welvaart en... zijn maag. Dat beteekent dat de drei gende storm boven zijn dak wegdrijft. Naar den vrede snakt hij met al de vezels van zijn gemoed. Maar bij gebrek aan dat zal hij met den betrekkelijken vrede, waarin hij vertoeft, genoegen nemen en het niet aan zijn hart laten komen. In de gezelligheid van den huiskrfng geniet hij van den winterslaap. De mensch is een simpel wezen... INDIEN ALLE MENSCHEN ELKAAR DE HANDEN REIKTEN ...zou de wereld veel mooier zijn. En het ware toch zoo eenvoudig dat te doen. Indien Katrien niet kwaad ware op Margriet omdat ze met Charel vrijt. En indien meneer Peperhol niet leelijk keek naar meneer Zoete- koek, omdat hij honderd frank meer opstrijkt dan hem. En indien madame Jannekat de deur niet toedeed als madame Notekraker van over de straat de hare open doet, omdat zij een schooner huis heeft. En indien Mamezel Kletskous niet vertelde van de jonge dochter Hertefretter dat ze aan geen lief geraakt omdat ze te leelijk is... Indien alle menschen elkaar de handen reikten, zou er vrede zijn in de harten, zou er weldra vrede zijn in de wereld, Die vrede ligt in ons. Die vrede hangt van ons af. En er zijn menschen die mopperen tegen God omdat er geen vrede is, terwijl God ons alles in de handen gaf om in vrede te kunnen leven. Maar dan zouden we alle egoïsme en gezeur over kleine dingen en verbittering moeten buiten werpen. We zouden misschien minder van dit en minder van dat hebben, maar in ruil zouden we vrede in ons hartje hebben en gelukkig zijn. Indien alle menschen elkaar de handen reikten, zou het een blijde rondedans worden. DAG BROER Maar de menschen zijn nog niet eens vriendelijk te gen wie ze niet kennen. Het is bekend dat op den bui ten de menschen elkaar goeden dag zeggen, zelfs als ze mekaar nooit ontmoet hebben. Op zichzelf is dat alvast reeds sympathiek. Maar wanneer men dan ziet hoe droogjes dien goeden dag is geworden en hoe hij afgesleten is tot een formaliteit als een andere, tot een gebruik waaraan ze nog met een heel dun draadje, dat gereed staat om te springen, vastgehecht zijn. dan is men ontgoocheld. Er zit geen hartelijkheid meer in. Niet meer dat gedacht Gij zijt een mensch en ik ben er ook een dag broer In stad is dat heelemaal vervallen. Het is waar dat men eigenlijk niet anders meer zou moeten doen. Maar er zijn toch zooveel gelegenheden om een evenmensch eens een vriendelijk woordje toe te zwaaien, eens te zeggen Dag brofer of dag zuster En we houden allemaal eens van een vriendelijk woordje. We kennen winkels die een goed part van hun klanten te danken hebben aan de vriendelijkheid van hun bestellers of be- sfcelsters. Hoe aangenaam is het niet bij vrienden of kennissen ontvangen te worden met een glimlach en voorkomend heid, waar de vreugde uit de oogen straalt en waar ge op elk gezicht leest Dag broer Het is een kleinigheid en... 't doet plezier. JONGENS. Wanneer het u gebeurt in vollen speeltijd eens over de speelplaats van een school te gaan. dan wordt ge melancholisch of... ge zijt nooit klein geweest. De hon derden kinderoogen staren u verwonderd aan als een indringer als iemand dat daar. niet thuis hoort. En nochtans. God weet hoe ge er thuis gehoord hebt. Nu zijt ge een groote heer met een hoed en een jas en ge haast u instinctmatig om er weg te komen, door dat ge voelt dat ge er eigenlijk niet meer op uw plaats zijt. Maar eens joeldet en stoeidet ge daar ook, met uw schort open, dikwijls gescheurd en met knoopen af en zeker en vast als het geen Maandagmorgen was vuil. Want alle jongens zijn gelijk. Ge liept u in 't zweet, juist maar voor het spel, om te winnen. Ge kondt u druk maken voor een nietsnul en ge meendet 't waar achtig zeer ernstig. Wanneer er gebeld werd en ge in rang stondt, waart ge rood als een vuurbol en de dis cussies konden nog aanslepen tot zelfs ln de klas. In dien tijd konden we vooral lachen. Wanneer er een groote heer over de speelplaats kwam. vroegen we ons af wat die daar wel te maken had Nu zijn we die groote heer... Fernand De Bruyn.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 2