Leon GRILLET
Kalender der Vlamingen
Levering van paarden
Telling van den paardenstapel
VERORDENING BETREFFENDE
DE LUCHTBESCHERMING
TREKKINGEN
Lotenleening 1941
NIEUWE STAATSLEENINC
Uitgifte van 3 i Schatkistcertificaten
19, Meenenstraat, Yper Tel. 144.
HET YPERSCHE 5-6-1942
10
PLANTIN (Vervolgt
Nadat h;j van den Paus en den Koning van Spanje het
üxiopoUe gekregen had vcor de brevieren (15681 en
de missalen (1570) zond hij In den loop van 6 jaren
meer dan 52 000 dergelijke werken naar Spanje en Italië.
Plantin heeft gansch zijn leven te kampen gehad met
croote moeilijkheden, eerst en vooral met zijn werk
lieden. Naast die moeilijkheden kwamen er nog erger
van flnancieelen aard Plantin moest op last van den
koning 50.000 gulden uitgeven voor liturgische werken
en 56 000 gulden voor koorboeken, en van dat alles
kwam jaren lang niets in zijn kas terug Daar moeten
nt bijgevoegd worden de groote verliezen veroorzaakt
door de Spaansche furie en de andere politieke gebeur
tenissen dezer beroerlijke tijden en toch heeft hij ze
allen kunnen overwinnen
Wat betreft de intellectueele leiding der drukkerij,
deze was een centrum van waar, echt wetenschappe-
II. ke. vooruitstrevende werken die over de heele wereld
werden verzonden.
Plantin's drukkerij heeft men wel eens een Academie
genoemd, en stellig was deze vergelijking niet overdre
ven daar Plantin in omgang was met de grootste ge
leerden van zijn tijd. onder anderen met den theoloog
Arias Montanus, den geograaf Abraham Ortelius den
wiskunstenaar Simon Stevin. den Kardinaal Barinius.
den vermaarden Justus Lipsius, den numismaat Hubert
Goltzlus en zooveel anderen.
Plantin omringde zich ook met de vermaardste proef
lezers en een even schitterende groep kunstenaars, en
zijn uitgaven werden weldra geroemd om hun nauwge
zette. foutenlooze weergave van den tekst. Hij bereikte
de volmaaktheid in alle richtingen.
4) ZIJN WERK.
Vóór Plantin waren er te Antwerpen reeds een hon
derdtal verschillende Bijbel-uitgaven verschenen, maar
geen van hen heeft de beteekenls van deze van Plantin.
Den beroemden drukker komt de eer toe van een der
eersten Hebreeuwsche Bijbels in de Nederlanden ge
drukt te hebben-
Het indrukwekkendste monument, dat Plantin voor
zijn eigen roem en dien van de Antwerpsche drukkunst
oprichtte, is de t Biblia regia of Antwerpsche Poly-
glotta De groeiende behoeften om de verscheidene
oudste Bijbelteksten met elkander te vergelijken en de
groote zeldzaamheid van deze werken deden er Philips
II toe besluiten een nieuwe Polyglotte te laten maken.
Hij koos daartoe Arias Montanus als wetenschappe
lijk en theologisch leider en Plantin als drukker Zij
werd ter perse gelegd in 1568 en voltooid in 1572.
De Antwerpsche typographic kan geen mooiere wer
ken over volk- en landbeschrijving aanwijzen dan Plan
tin's Descrittioni di tutti i Poesi Bassiof Plantin's
Magnifique et sumptueuse pompe funèbre de Charles
VNiets overtref4 te Antwerpen Vesalius" Anatomie,
door Plantin uitgegeven met platen en met de sierlijke
titelprent geteekend door Lambert van Noort. Al even
eenlg zijn Plantin's gedrukte woordenboeken, zijn ver
zameling Bijbelplaten, zijn Ordonantie provinsionnael
ons Heeren des Conincx opt stuck van Munte en zijn
Onghevalueerde munte
De bewonderenswaardige verzameling, die Plantin ons
heeft nagelaten in zijn Huis op de Vrfjdagsche Markt te
Antwerpen, nu tot Plantijnmuseum ingericht, laat ons
toe het leven in zijn werkplaatsen en ook in die zijner
collega's te volgen tot in ai ae bijzonderheden.
Plantin zonder de volmaakte techniek, noch het sober
artistiek uitzicht van zijn boeken te verwaarloozen, was
steeds bekommerd om de wetenschappelijke waarde van
hun inhoud. Zoo heeft hij de menschelijke kennis op
menig gebied helpen verrijken.
Plantin stierf in 1589, vier jaren na de inneming der
stad door Alexander Farnèse. Zoo was de groote drukker
op het eind van zijn leven nog getuige van het feit. dat
voor de verdere lotgevallen van de stad zulke noodlot
tige gevolgen had.
Te Astene stierf op 5 Juni 1925 de schilder Emiel Claus.
Hij schilderde landschappen met prachtige kleur- en
lichtschakeeringen.
De beeldhouwer Jozef Lambeaux stierf den 6 Juni
1908 te Brussel. Hij vervaardigde o. m. de bronzen fi
guur van Conscience in zittende houding vóór de stads
bibliotheek en de Brabofontein vóór het stadhuis te
Antwerpen
Op 8 Juni 1799 werd te Waasten de kunstschilder Eug-
Jos. Verbroeckhoven geborenhij overleed op 82-jari-
gen ouderdom te Brussel.
De beeldhouwer Juliaan Dillens weid denzelfden dag
in 1849 te Antwerpen geboren. Hij verbleef een tijd in
Italië en overleed einde 1904 bij Brussel. Hij was een
echt Vlaamsch realist, maar die tevens trachtte naar
stijl en daarom veel verwantschap heeft met den fijn
krachtigen Donatello. Zijn hoofdwerken zijnHet
Raadselen De Gerechtigheid
Op 10 Juni 1854 werd Guido Gezelle tot priester ge
wijd
De schilder Hendrik de Braekeleer kwam op 11 Juni
1840 ter wereld Geen heeft, als hij. de poëzie gevat van
de oude interieurs, van de stille kamer-vertrekken waar
de mensch één is met de omringende voorwerpen en
de levenlooze dingen een eigen leven krijgen.
De voorzitter van de Hoofd groepeering Vee. Vleesch
en Bijproducten en zijn afgevaardigden zijn er toe ge
machtigd de verplichte levering van paarden voor te
schrijven aan alwie er in zijn bezit heeft, hetzij als eige
naar hetzij onder een anderen titel.
Het Staatsblad van 31 Mei 1942 publiceert een besluit
van het minriterie van Landbouw en Voedselvoorziening
in dato 29 Mei 1942. waarbij een doorloopende telling
van den paardenstapel yvordt ingesteld.
o
Het Verordeningsblad van den militairen bevelheb
ber in België en Noord-Frankrijk. 77' uitgave. Nr 1.
maakt melding van volgende bepalingen betreffende de
luchtbescherming welke vanaf 1 Juni in werking zijn
getreden:
I. VERDUISTERING
1. Algemeene bepalingen
11Moeten verduisterd worden alle openingen, welke
licht kunnen doorlaten, zooals vensters, deuren, dak
ramen, glazen daken, glazen muren en openingen van
gebouwen en rijtuigen, waardoor kunstlicht naar buiten
kan doordringen.
(2) Ten aanzien van de verduistering in bedrijven
kunnen de plaatselijke bevoegde overheidsdiensten,
daarbij rekening houdende met de bijzondere omstan
digheden van ieder bedrijf, bijzondere voorschriften uit
vaardigen en aanwijzingen geven.
13) Voor de verduistering is verantwoordelijk de be-
schikkingsgerechtigde. in geval van twijfel de eigenaar
dus voor woningen de bewoner, voor gemeenschappe
lijk gebruikte deelen van huizen (trappen, liften, por
talen enz.) de huiseigenaar.
(4) Bovendien is de luchtbeschermingsleider 9)
onderscheidenlijk de leider van de fabrieksbescherming
10) voor zoover het houden van toezicht tot zijn taak
behoort, mede verantwoordelijk. Hij moet er zich voort
durend van vergewissen, dat de verduisteringsinrich
tingen in bruikbaren toestand verkeeren en regelmatig
gebruikt worden
(5) De verduisteringskosten vallen ten laste van den
overeenkomstig lid 3 verantwoordelijken persoon, tenzij
bij wettelijke voorschriften of afgesloten overeenkomsten
een andere regeling mocht getroffen zijn.
§2. Gebruikmaking van donkerblauw licht in ruimten
(1) In onderstaande gevallen mag voor de verlichting
van ruimten alleen gebruik gemaakt worden van don
kerblauw licht
1. voor verkeersruimten met rechtstreeksche buiten
uitgangen (portalen, voorhallen, huisingangen, tocht-
portieken, vestibules, lichtsluizen. enz voorts voor bin
nenplaatsen (b.v. in postkantoren), waarin ook na het
invallen van de duisternis gewerkt wordt.
2 voor trappenhuizen, waarvan de vensters niet licht
dicht kunnen worden afgeschermd, en voor liften in
zoodanige trappenhuizen
3. voor de binnenverlichting van rijtuigen (trams,
omnibussen en motorrijtuigen) en, behoudens de be
paling van lid 2, van spoorwagens
4. voor wachtzalen, telefooncellen en perrons.
(2) Binnenruimten, wier vensters en deuren, hoewel
lichtdicht afgeschermd af en toe moeten worden ge
opend terwijl een zwak licht brandt (b.v. ruimten van
ziekeninrichtingen)moeten naast de gewone verlichting
van blauw licht voorzien zijn, hetwelk telkens vóór dat
men vensters of buitendeuren opent, in de plaats van de
gewone verlichting dient te worden ingeschakeld. Deze
regeling kan namelijk ook in spoorwagens worden ge
troffen In dit geval moeten in ieder coupé aanplak-
brieven worden aangebracht om de reizigers er op te
wijzen, dat zij verplicht zijn de voorschriften inzake
verlichting na te leven en om tezelfdertijd hun aandacht
op de strafbepalingen van de verordening betreffende de
luchtbescherming te vestigen.
3. Lichtbronnen in open lucht
(1) In open lucht zijn lichtbronnen alleen in onder
staande gevallen toegelaten
A. Onder gebruikmaking van donkerblauw licht
1. voor de straatverlichting in haar geheel
2. voor de verlichting van verkeersseinen en voor
lichtbronnen ter beveiliging van het verkeer (verkeers-
en waarschuwingsseinen, schildpadvormige verkeers-
lichtseinen op den rijweg, tram- en omnibushaltezuilen,
vluchtheuvels, verlichting van bouwwerken en van ge
vaarlijke plaatsen
3. voor de kenteekens, riohtingspijlen en nummer
platen van trams, omnibussen, stadtrams en buurtspoor
wegen
4 voor hand- en zaklampen
5. voor verlichte aanwijzingsborden wier afmetingen
150 op 0.30 meter niet mogen overschrijden, en wel
a) om winkels aan te wijzen, tot bij het sluiten,
b) om hotels, spijs- en drankhuizen aan te wijzen,
tot bij het uur van sluiting,
c) om theaters en kino's aan te wijzen, tot 15 minu
ten na het begin der laatste opvoering.
B. Zonder gebruikmaking van donkerblauw licht,
bij helder weder, doch behoorlijk afgeschermd.
1 Bij de spoorwegen voor de seinlichten, de barreel-
verlichting van overwegen, de koplichten van lokomo-
tieven en de achtertreinliehten
2. voor de selnverlichting van het straatverkeer (ver
keersseinen)
3. bij dringende werken in open lucht
4 voor de borden ter aanwijzing in den voorgeschre
ven vorm van openbare luchtbeschermingsinrichtingen
(openbare schuilplaatsen, hulpposten en leidende dierv-
sten van de luchtbescherming)
5 voor de straatrijtulgen. met inachtneming van de
voorschriften onder §4.
(2) Lichtbronnen, welke niet voor de veiligheid van
het verkeer dienen, moeten derwijze worden afge
schermd, dat zij op 100 meter afstand niet meer duide
lijk waar te nemen vallen.
(3) In geval van luchtalarm moeten al de lichten, met
uitzondering van deze, welke in het belang van de
openbare veiligheid branden, onmiddellijk worden uit
gedoofd
4. Verlichting van straatrijtuigen
Motorrijtuigen en aanhangwagens
a) Koplichten
(1) Indien motorrijtuigen niet met afdekbare kop
lichten of lichtschermen zijn uitgerust, moeten de hoofd-
kopliOhten op zoodanige wijze (b.v. door middel van
kapjes of door zwartmaking van het voorruitje) licht
dicht afgeschermd worden, dat enkel nog een horizon
tale gleuf van 5-8 centimeter lang en 1 centimeter breed
In het midden van het voorruitje licht doorlaat. De
kapjes moeten zoodanig gemaakt zijn, dat de voorge
schreven afmetingen der gleuven tengevolge van ver
schuivingen of inscheuren niet kunnen veranderen (b.v.
door een vaste lijst om de gleuf heen aan te brengen).
Alle andere schijnwerpers (mistlichten, bochtlichten,
lichtspreiders, richtlijnen, schijnwerpers voor het achter
uit rijden en dergelijke) moeten onbruikbaar worden
gemaakt, door er de gloeilampen uit te verwijderen.
(2) Voor motorrijwielen (motorfietsen met trap
pers. die ten hoogste 30 kilometer per uur kunnen afleg
gen. volstaat het de koplichten af te schermen, zooals
dat voor rijwiellampen overeenkomstig onderstaand cij
fer 3 dient te geschieden.
b) Zijlichten, open lampen van huurrijtuigen, kentee
kens voor het medevoeren van aanhangers, achterlich
ten
De lichtschijn van de zijlichten, van de open lampen
van huurrijtuigen en van kenteekens voor het mede
voeren van aanhangers, evenals van de achterlichten
moet op passende wijze (b. v. door kleuren van de gloei
lampen, door beschilderen van de glazen cylinders of
van de voorruitjes, door het inleggen van kunststof
plaatjes of van ander zwak doorschijnend materiaal)
zoodanig worden getemperd, dat de lichtbron na het in
vallen van de duisternis bij klaar weder tot op 200 me
ter afstand nog zichtbaar en op 500 meter afstand niet
meer zichtbaar is. De kleur van het betreffende licht
mag niet wezenlijk veranderd worden De open lichte»
van voertuigen mogen niet meer dan 5 watt sterk zij»
Het l'ichtvlak van de kenteekens voor het medevoere»
van aanhangwagens mag niet verkleind worden Het
achterlicht blijft rood van kleur.
c l Aehterkenteekens
Voor de verlichting van de aehterkenteekens moet
blauw licht gebruikt worden. De aehterkenteekens moé
ten na het invallen van de duisternis bij klaar weder
onder een gezichtshoek van ongeveer 90" voor een nor
maal oog op ten minste 10 meter afstand nog duidelijk
leesbaar zijn. wanneer de letterteekens 75 millimeter
hoog zijn, op ten minste 6 meter afstand wanneer de
letterteekens 45 millimeter hoog zijn. op ten minste 5
meter afstand, wanneer de letterteekens 35 millimeter
hoog zijn Deze lichtteekens kunnen blauw gemaakt
worden door de gloeilampen blauw te verven, door de
glazen cylinders of voorruitjes blauw te maken of door
het inleggen van blauwe kunststofplaatjes of dergelijke.
De lichtteekens mogen echter niet blauw geverfd wor
den. wanneer daardoor, ingevolge het tegelijkertijd
branden van het roode achterlicht en de kenteeken-
lichten. de lichtsterkte van het roode achterlicht al te
zeer zou verminderen.
d) Richtingsaanwijzer
De lichtsterkte van de richtingsaanwijzers moet op
passende wijze (b. v. door de gloeilamp te verven) zoo
danig worden getemperd dat daaruit geen nadeelige ge
volgen voor het veilige besturen van het rijtuig kunne»
voortvloeien. De richtingsaanwijzers moeten echter na
het invallen van de duisternis bij klaar weder tot op 158
meter afstand zichtbaar zijn De kleur van het lichtvlak
mag geen wezenlijke verandering ondergaan.
e) Stoplichten
De stoplichten moeten op passende wijze (b.v door
zwartmaking van het voorruitje) lichtdicht worden af
geschermd, zoodat enkel nog een horizontale gleuf van
ten hoogste 1 centimeter breed ter hoogte van de gloei
lamp, het licht laat doorschijnen. De stoplichten blij
ven rood van kleur
RIJWIELEN
a) Rijwieilampen
Rijwiellampen moeten zoodanig lichtdicht afgeschermd
zijn, dat enkel nog een horizontale gleuf van ongeveer
1 centimeter breed in het midden aan het voorruitje
den lichtschijn doorlaat. Zij moeten voorts door pas
sende toestellen naar boven zoodanig afgeschermd wor
den. dat het licht slechts op de rijbaan schijnt. De licht
schijn moet na het invallen van de duisternis bij klaar
weder tot op 200 meter afstand nog zichtbaar en mag
van op 500 meter niet meer zichtbaar zijn
b) Achterlichten
Electrische achterlichten behoeven niet verduisterd
te worden, indien zij met een gloeilampje van te»
hoogste 6 volt/0.04 A. toegerust zijn. Indien de achter
lampjes een grootere lichtsterkte hebben, moet de licht
schijn op passende wijze (b.v. door kleuren der gloei
lamp of door beschilderen van het voorruitje) zoodanig
getemperd worden, dat de lichtbron na het invallen der
duisternis bij klaar weder tot op 200 meter afstand nog
zichtbaar en van op 500 meter afstand niet meer zicht
baar is. De kleur van het betreffende licht mag geen
wezenlijke verandering ondergaan.
VOERTUIGEN EN HANDWAGENS
De lichtschijn van lampen, welke aan de voorzijde
en aan de achterzijde voertuigen en handwagens her
kenbaar maken, moet op passende wijze (b.v door be
schilderen van de glazen cylinders of van de voorruitjes)
zoodanig worden getemperd, dat de lichtbronnen na het
invallen der duisternis bij klaar weder tot op 200 meter
afstand nog zichtbaar en van op 500 meter afstand niet
meer zichtbaar zijn. De kleur van het betreffende licht
mag geen wezenlijke verandering ondergaan.
LADINGEN
De roode lampen, welke er toe dienen, naar achtere»
uitstekende ladingen herkenbaar te maken, moeten ver
duisterd worden zooals onder cijfer 4 is aangeduid.
Voor den Militairen Bevelhebber
in België en Noord-Frankrijk.
De Chef van het Militair Berixtur.
3e Trekking van 1 Juni 1942
Het lot van 2 miljoen frank is gewonnen door serie
163 886.
De twee loten van 1 miljoen frank zijn gewonnen door
de series 163726 246860.
De vijf loten van 500.000 frank zijn gewonnen door de
series 120472 197402 271282 338481 339239.
De 15 loten van 100 000 frank zijn gewonnen door de
series: 116292; 117284; 134638; 135235; 140717; 143019;
146869 160894 176802 179246 202332 218654 221067
240609 246892.
De 60 loten van 50.000 frank zijn gewonnen door de
series
101351
103048
106150
112298
117072
118492
123427
127592
140721
146272
151600
152229
152524
154675
155362
159160
160428
165117
170826
174292
179750
181301
181648
190223
191827
196615
201021
202342
202506
203067
205347
208013
215156
218411
218547
222500
228869
230506
241293
244484
246343
253310
255804
257662
257844
266812
271179
272420
277323
288886
289158
298859
310338
318325
318703
320158
332964
339712
340877
341202
OP 5, 10 OF 15 JAAR.
Deze obligaties, uitgegeven aan pari, zijn terug
betaalbaar
Na 5 jaar, met een Premie van 10 frank
op een kapitaal van 1000 fr.
Na 10 jaar, met een Premie van 70 frank
op een kapitaal van 1000 fr.
Na 15 jaar, met een Premie van 150 frank
op een kapitaal van 1000 fr.
De inschrijvingen mogen ook naamloos geschie
den.
Voor verdere inlichtingen, wendt U in volle
vertrouwen, tot den Heer
Wisselagent - Correspondent
bij de Beurs van Brussel