Voor Tessenderloo
IEPERSCH KRONIEKSKE
M U ZIEKK R ON IE K
Het Jongeren Trio
2
huis van een zieken vriend te gaan. omdat ze
vreesde door dezelfde ziekte, ofschoon niet be
smettelijk, aangetast te' worden. Toen ze toeval
lig vernam, dat hare dienstbode dit toch eens
heimelijk gedaan had, werkte dit zoozeer op hare
verbeelding, dat zij den volgenden dag dezelfde
ziekte kreeg en later daarvan stierf.
De verbeelding moet daarom aan de lieer-
schappij der rede onderworpen blijven en be
teugeld worden door het bevorderen eener
bedaarde gemoedsstemming of door afleiding.
Van al de zielsvermogens staat zij in het nauw
ste verband met ons temperament. Aandoenlijke
gestellen en jonge menschen, wier lichaamsge
stel nog geen behoorlijke vastheid verkregen
heeft, zijn ten zeerste blootgesteld, omdat hunne
opgevangen indrukken te levendig en te diep
inslaan. Velen kunnen het aan de hand der
ervaring bevestigen, hoe de indrukken hunner
verbeeldingskracht, in de prille jeugd ontvan
gen, hen tot in den ouderdom zijn bijgebleven.
De Fransche schrijver Rousseau schreef de on
weerstaanbare neiging zijner verbeelding tot al
wat romanesk was, alleen toe aan het veelvuldig
romanlezen. waaraan hij het wolvjndeel zijner
jeugd had besteed.
Het komt er op aan bij onze ontwikkeling
aiies wat waar, goed, schoon en plichtmatig is,
te doen vergezeld gaan door de aanlokkelijkste
en aangenaamste voorstellingen der verbeelding
en ons niet te verlustigen mét denkbeelden van
ondeugd. Bij de jonge lieden zal dit ten goede
of ten kwade voor altoos beslissen.
Er is geen wetenschap, geen bedrijf, geen
stand in de maatschappij, waarin de verbeelding
niet kan medewerken tot een heilzaam doel.
feder raadplege zijn aanleg en zijn bestem
ming.
Dichters, beeldhouwers en schilders kweeken
hunne scheppende verbeeldingskracht aan om
de meest afgetrokken begrippen te verzinnelij
ken en de denkbeelden van schoonheid, deugd
en ondeugd door aandoenlijke beelden voor te
stellen. De verholen werking der geheimste na
tuurkrachten zal met hare hulp den natuurkun
dige worden blootgelegd. Met en door haar
zullen de beoefenaars der wis-, meet en bouw
kunde zich de juiste afmetingen vairhetgeen zij
in de ruimte bepalen willen, zichtbaar voor den
geest brengen, gelijk ook de scheikundigen zich
beter de oplossing en vereeniging der fijnste
bcstanddeelen zullen voorstellen. Den wijsgee-
rigen beoefenaar der geschiedenis wordt het
mcgelijk den geheelen omvang der gebeurtenis
sen door eeuwen en menschengeslachten heen,
met oorzaken en uitkomsten onder 't oog te
brengen.
Er valt dus geen oogenblik te twijfelen aan
den gewichtigen rol van dit zielsvermogen én
voor de uitbreiding zijner kennissen én voor de
betrachting van al wat goed en schoon is.
Te Gent, in den Minardschouwburg, meer dan
35.000 beziekers voor de DICKSON REVUE
V» .li «vviKBUIS
HET KUNSTCONCERT.
Zondag laatst had het kunstconcert van het Jonge
ren Trio plaats in den Stadsschouwburg. Een uitgele
zen publiek was aanwezig en de kunstminnaars hebben
van de schoonheid der muziekreuzen EtegLhoven. Mo-
za t. Schubert enz. genoten. De artisten verdienen den
grootsten lof eep bijzonder artikeltje wordt aan het
concert nog op een andere plaats in dit blad gewi'd
Namens het Comité dankte de h. R. Buckinx in gepaste
woorden. Een schoon feestje dat daarenboven nog een
waardeerbaar saldo over zal laten. Een bijzonderen
dank aan Mejuffer Dethoor, die haar eereloon afstond
voor het Comité
DE STUDENTEN OOK AAN DE EER.
De studenten van het Bisschoppelijk College zijn wij
onzen dank verschuldigd. Te Lar.gemark hielden zij een
openluchtfeest ten voordeele van de slachtoffers van
Tessenderloo met het bat'g saldo van 400 fr.. dat aan
ons comité werd overhandigd. Een prachtig initiatief,
door de studenten zelf eenomen en uitgevoerd. Proficiat
Welke studentenvereerilging of school doet iets in dien
aard -t»r.
20 000 FRANK
Zullen wij de ronde som van 20000 fr. bereiken
Wij meenen dat zulks mogelijk Is. Wel te verstaan in
dien iedereen die nog niets gegeven heeft ook eens zijn
jonst laat blijken Af en toe ontvangt het comité neg een
storting Er ontbreken nog een paar du'zend f-ank en
dan is de som bereiktLiefhebbers van mooi spel. komt
naar den Bonten Avond. Zaterdag e. k. en we zijn zeker
dat het u en ook ons plezier zal doen
WAT NOG KOMEN MOET
EEN BONTE AVOND.
Het Dickson-Gezelschapricht Zaterdag avond te-
19-30 uur een benten avond in ten voordeele van Tes
senderloo. Ve'e liefhebbers zi n van meening dat het
Gezelschap den Zaterdag hetzelfde speelt als den Zon
dag Het programma van 's Zate dags is heelemaal ver
schillend van de revue, welke 's Zondags doorgaat. Dat
het een schoon spel zal zijn, weet iedereen die de groep
reeds zag optreden en daa- het voor rekening van ens
comté is moet zulks iedereen aanzetten om Zaterdag
naar den stadsschouwbu g te komen. Geen a yterblij-
vers 1 Kaarten van 5 fr. af tot 20 fr. In Caic «Asirid»
HET YPERSCHE 19 -6-1942
SCHOOLTIJD REKENING.
Het gebeurt, als men met de schoolgaande jeugd
in betrekking komt, dat mqn weer hoort spreken
van Paaschverlof, groot verlof, examens, enz... en
dat doet ons weer plotseling als in een andere wereld
oniwaken. Een wereld waarin we vroeger leefden,
die de onze was, waar we ons leven op hadden gere
geld, en die ineens, zoo ver van ons verwijderd is.
Het schooljaar was vroeger onze tijdrekening. Het
begon gewoonlijk half September. En dan hadden
we een trimester, dat beteekende voor ons wat we
in bokstermen een ronde zouden noemen. Daar
tusschenin kregen we nog een halte om even uit te
blazen en die het trimester in tweeën moest deelen.
Die twee helften nu waren onze maanden Dat
was de eenheid die ten grondslag lag aan het school
jaar, want de maanden van het burgerlijk kalender
hadden voor ons weinig te beteekenen, vermits we
niets moesten ontvangen noch uitgeven. Maandloon,
huur en rekeningen dat waren speculaties die we
aan onze ouders overlieten en die hoogstens eens te
berde kwamen in de saaie oefeningen van ons boek
van Rekenkunde. Maar wat kon ons dat deren Daar
wordt immers ook met miljoenen gegoocheld, waar
van we nooit iets te zien krijgen. Na elk trimester
kwam een rustpoos, een half-tjjd als ge wilt. Dat kon
ons rekenen in halve en heele trimesters niet ver
storen. Die rustpoos was maar een gaatje tusschen
twee deelen, even normaal als de ruimte tusschen
twee spoorrails.
Alleen het groot verlof was van beteekenis. We
beschouwden het als een hors d'ceuvre, iets dat met
het schooljaar niets te maken had, een afwachtings-
periode, tot het nieuwe jaar weer zou zeggen: Kom
aan. we gaan aan den slag
DE RUSTPOOS.
Iedereen herinnert zich nochtans genoeg dat het
niet als iets onbelangrijks werd beschouwd. Het
scueen veeleer als een doel. Het doel van den langen
wedloop die het schooljaar was en waar we zoo vlug
mogelijk moesten geraken om er zoo lang mogeljjk
te blijven.
Van dat doel droomden de leerlingen dikwjjls, als
dc les wat al te vervelend werd. En de leeraar, die
zich den air gaf daar allemaal boven te staan,
verdachten we toch er evenzeer naar te verlangen
a's wijzelf. Zou het kunnen zijn dat een mensch niet
verlangt naar wat gerustheid, naar wat vrijheid,
□aar de gelegenheid eens te kunnen doen wat hij wil
Het groot verlof, dat was het beloofde land. Daar
praatten we dan te zamen met veel enthousiasme
over. Binst de vacantie zouden we dit en dat
doen. Uitstapjes per fiets en te voet, zwempartijtjes,
te zamen gaan spelen en nog veel meer dingen die
nu uit onze gedachten zijn verdwenen, maar die toen
voor de hand lagen, waarnaar we nooit moesten
zoeken, en waarvoor dit groot verlof nog veel te kort
was.
En alles vloog zoo vlug voorbij, veel te vlug naar
onzen wensch. Het einde was er zoo spoedig en dat
zagen we onvermijdelijk op ons afkomen. We durf
den dat einde niet recht in 't gelaat zien, dat was
ons te pijnlijk, maar zijdelings weg zagen we het
dichterbij komen, tot opnieuw de boekentasschen
of de valiezen werden gevuld.
OPNIEUW BINNEN.
Het valies, het symbool der internen ofte pen-
8ionnaires in goed Vlaamsch. Voor hen beteekende
het einde van 't groot verlof al heel wat Anders dan
voor externen. Het was het afscheid van ouders,
familie en vrienden voor een gansch trimester. Op
nieuw de donkere slaapzalen, de speelplaatsen en de
dikwijls hooge muren. Telkens was het dan een uur
van ontroering als dat valies gevuld werd met al de
be.ioodigheden en wanneer, voor de laatste maal,
hel maal in moeders keuken genomen werd.
Maar dan kwam ook het blijde weerzien van de
vrienden en kameraden, waarmede men het grootste
gedeelte van het jaar doorbrengt. Dan waren er ook
de nieuwelingen, de groentjes waaronder dikwijls
vroegere speelkameraden uit uw stad of dorp waren,
en die ge moest bekend maken met de gewoonten
van het Instituut. Men deed hen zoo gauw mogelijk
het nare gevoel afschudden een nieuwete zijn
en het verdriet van de pas voorbije scheiding ver
geten.
Bij wie van onze lezers, die het meegemaakt heb
ben, roept dat geen diepe indrukken te boven, uit
dien misschien reeds lang vervlogen tijd? Zooveel
menschen van alle kanten leerden we toen kennen.
Dc eenen kwamen van ver, de anderen van dicht en
wie van ver kwam scheen ons natuurlijk het interes
santst.
RARF, KWASTEN.
Zoo waren eens in de school die lk vroeger bezocht,
Nederlanders, Amerikanen, Mexicanen en Dultschers.
Rare kwasten waren daar natuurlijk onder. De
Mexicanen hebben er steeds het meest sensatie ge
wekt. Eens waren er twaalf toegekomen die heel
eenvoudig als pakjes waren verzonden. Ze droegen
eik een trui en daarop stond het adres van het
instituut waarvoor ze bestemd waren, met naam van
stad en het land erbij. De kapitein van het schip,
waarmede ze reisden, moest dan maar zorgen dat
die recommandés ter bestemming kwamen. Hun
Zuidersch bloed hadden ze natuurlijk niet thuisgc-
laten en dat gaf al dikwijls aanleiding tot een ge
vecht in regel, ofwel onderling, of met de Belgen,
Nederlanders, Engelschen, Dultschers afzonderlijk of
als verbondenen gegroepeerd. Een wereldje In 't
klein was 't. Ongelukkig genoeg waren die kerels
het vlugst In 't hanteeren der messen en daarin
moesten de beschaafdere volkeren het onderspit
delven. Dat lijken natuurlijk schoone vertelseltjes,
maar ik kan u verzekeren dat ze echt gebeurden.
Natuurlijk was het verboden messen te bezitten, doch
dat bleek men de Mexicanen niet te kunnen afleeren
en welke maatregelen ook getroffen werden, ze ble
ven altijd even goed bewapend
De Amerikanen lieten zich natuurlijk ook den
baard niet afdoen In de rare streken. Er waren nogal
veel protestanten bij- en daar de school katholiek
was, moesten ze de godsdienstige oefeningen en de
lessen bijwonen zooals iedereen. Dit komt overigens
veel voor in Amerlkaansche en Engelschc scholen.
Denk nu niet dat ze daar totaal hun broek aan
vaagden. Hot Is meermaals voorgekomen dat de
pr^testantsche leerlingen de eerste waren ln de exa
mens van godsdienst en daarom waren het nog niet
altijd bekeerlingen. Het ging natuurlijk om de pun
ten! C i\ i 3 i IA I ÏJi.
Ook in de kapel gedroegen ze zich altijd voorbeel
dig, al baden ze niet. Zoo kende ik een protestant-
schen Noord-Amerikaan die 's morgens gedurende
de mis in een zakwoordenboek zat te kijken... om de
gelijkenis te houden met de missaals der katholieken!
WERELDBURGERS.
Het spreekt van zelf dat die jongens niet elk jaar
naar hun vaderland terug trokken. Meestal gingen
ze gedurende het verlof hun tijd doorbrengen aan zee
of in één of ander vacantieoord. Sommigen bleven
vijf, anderen tien en zelfs vijftien jaar. Eens hun
studies voleind,' bezochten ze dan dikwijls de univer
siteit van Leuven en als vijf-en-twintigjarige man
gingen ze terug naar hun geboorteland, om er, ge
wapend met de wetenschap die ze in het oude we
relddeel hadden opgedaan, met de kennis over de
verscheidene Europeesche landen, voorzien van rela
ties in al die landen, een zaak over te nemen of te
beginnen op Amerikaansch formaat.
Wij, die het met moeite een maand lang konden
uithouden zonder naar huis te gaan, stonden in be
wondering voor die kerels die hun groot land nog
te klein vonden. Zij beschouwden de wereld als hun
land en met het reizen door gansch de wereld, met
dc contactname met personen van alle rassen en
meeningen, werden ze wereldburgers met hemels-
breede gedachten. Ik moet bekennen dat ik altijd van
zulke menschen heb gehouden. De kleingeestigheid
hëb ik steeds verafschuwd. Misschien wordt men zoo.
als men in zulke milieu's heeft geleerd. Het is een
feit dat het milieu altijd een grooten invloed heeft op
den mensch. Kijk eens hoe enggeestig de menschen
op het platteland, in de dorpen en in kleine steden
zijn. Hoe breeder milieu iemand heeft, hoe breeder
de gedachten zijn.
Welke les kunnen wij, Ieperlingen, daaruit trekken,
die zoo gaarne van achter de gordijntjes loeren om
te zien wat een ander doet en zoo vlug iemand be
kladden omdat hij niet van ons gedacht is of per
sonen van verscheidene opinies onder zijn vrienden
teit.
HOOP.
Als lk soms opnieuw naar school ga en die oude
banken bezie, denk ik aan al die jongens die daar
eens op gezeten hebben. Mrjn generatie is er ook
geweest. Andere hebben reeds haar plaats ingeno
men. Van heinde en verre kwamen ze met in him
hart een stukje van hun land. Hier en daar hebben
ze, als de leeraar hun niet in het oog had, wat in
die banken met een mes gegrift. Hier staat «Rule
Britannia daar Deutschland über alles op een
ander Italia of Evive Emanial rege Nu zijn
zc ver weg. Alleen Vlaamsche jongens bezoeken nog
dc school. De meeste die er eens waren dragen het
uniform, zwalpen op zee, vliegen in de lucht of staan
aan de afweerkanons... tegen elkaar. Maar als men
weet dat diezelfde mannen als jongens naast elkaar
op dezelfde banken onder de leiding van eenzelfden
leeraar een Vlaamsche boerenzoon dikwijls naar
dezelfde lessen luisterden, wel dan komen nog
scooone gedachten door uw hoofd, vermengd mis
schien met een beetje melancholie. Gedachten van
vrede vooral: dat de haat, die naar men zegt ze
voor mekaar dragen, wel niet zoo diep wortelt en
dat daaronder nog de oude band van kameraad-
scbappelijkheid steekt, die ons doet hopen dat op
een zekeren dag dat alles vergeten zal worden en de
handen weder in elkaar zullen geslagen worden om
een nieuwe wereld op te bouwen.
Fernand DE BRUYN.
Drie kunstenaars één zielder Schoonheid ziel. on
bevlekt. stralend van frischheid. van gratie en adel,
dat is het Jongeren Trio
Terwijl ons oor de bekoorlijkheid van harmonische
en rhythmische klanken ondergaat, kijken onze blikken
met verwondering naar de harmonie en het rhythme
van de gebaren en, om ons hart er mee te tooien, pluk
ken zij den droom die openbloeit in het oog dier jonge
artisten
Of zij het Trio in ré klemvan Mozart vertolken,
of het Trio ln ré groot van Beethoven, steeds komt
men onder den indruk dat de onzichtbare maatstok van
den toondichter zelf hen leidt, zoo homogeen en rijke
lijk genuanceerd is er de uitvoering van.
Dank zij hen strijkt de bezielende vlam van Mozart,
nu eens zacht en streelend, eenvoudig en zangerig, dan
weer schetterend en ontroerend langs u. komt nader en
overmant u ofwël het zoo ingewikkelde gemoed van
een Beethoven legt zich open en laat den vloed van de
meest verscheidene gevoelens in u overloopen van dé
heldhaftigheid tot de melancholie over den humor heen.
Wat in het bijzonder de aantrekkelijkheid van dit
Trio verhoogt, is zonder tegenspraak de bescheiden
heid van deze jonge kunstenaars, die nochtans een
zekere aanmatigende houding zouden mogen aannemen.
Maar hoe hebben ze gelijkHun volmaakt talent vol
staat Inderdaad om hen met een eerekroon te behangen.
Op geen enkele kunstmatige manier zouden zij er in
slagen dien glans van. glorie schitterender te maken.
Elk hunner bezit een onfeilbare techniek en een gave
van vertolking, eigen aan sterke personaliteiten.
Wij hebben het gemak en de zuiverheid gewaardeerd
waarmede de violiste. Mejuffer De Bruyn, de «Sonate
in ré groot» van Haendel en de «Romance in fa groot»
van Beethoven heeft uitgevoerd.
De celliste, onze stadSgenoote Mejuffer Dethoor, heeft
ons eens te meer verrukt. Bij iedere uitvoering d e ze
ons aanbiedt, overtreft ze zich zelf en daarom hebben
wij. na het beluisteren van het eerste deel van het
«Conce-to» van Dvorak en de «Elegie» van Fauré,
belde meesterlijk vertolkt, aan den criticus gedacht,
welke dürfde te schrijven dat haar spel niet krachtig
genoeg was
Wat de pianist, de heer Hengelmolen. betreft, hij heeft
ons bewezen dat hij het klavier volledig beheersebt en
dat hij er de gelukkigste effecten mee bekomt. Van den
eenen kant vertolk'e hij Chopin's Fantasie in ré groot
in krachtvollen stijl, in zijn minste détails, terwijl hij
van den anderen kant de aandoenlijke droomerij. met
weemoed doorsprankeld, van Schubert's Impromptu
in la bémol groot» wist te suggereer en.
Verder was deze artist de zeer bescheiden bege'eider
van Mejuffe s De Bruyn en Dethoor.
Een muzleknamiddag. in het teeken der zuivere kunst
gehouden, en die in gouden létters in het dagboek van
het artistieke leven onzer stad zal worden opgeschreven.
G.