ERVARINGSKUNST Prijs 0.75 fr. Vrijdag 26 Juni 1942 23e Jaar Nr 10 NIEUWS NOTARIEEL - AANKONDI VOOR HET ARRONDISSEME v <>»>r Belgiëéén jaar36.00 Ir. STAD YPER BEVOORRADINCSDIENST Stad Yper Tot het bestrjjden van den COLORADOKEVER Z WKMKOM Uitgever DUMORTIER, 34, Boterstraat Tel. 500 YPER GINGSWEEKBL AD NT YPER -VOETBAL- FINAAL VAN HET WESTLAND Zondag 28 Juni, te 15 uur WHITE STAR - S. K. ZILLEBEKE Zondag 5 Juli, te Poperinge B S POPERINGE - W S. 1EPER YPERSCHE A BON N KMKNTSPRIJS zes maanden18.00 fr. Men kan Inschrijven in alle Belgische Postkantoren I) tTBEIKING DEK RANTSOENEERINGSZEGKXS. De uitreiking der rantsoeneeringszegels voor de periode van 1 Juli tot en met 30 Juli 1942 zal ge schieden volgens de nummers der rantsoenkaarten, telkens van 8 uur 30 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur. De Zaterdag slechts van 8 uur 30 tot 12 uur. Zaterdag 27 Juni: 's morgens voor de rantsoen- kaarten genummerd van 418600 tot en met 420599. Maandag 29 Juni: 's morgens voor de rantsoen- kaarten genummerd van 420600 tot en met 422799. 's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd van 422800 tot en met 424399. Dinsdag 30 Juni: 's morgens voor de rantsoen kaarten genummerd van 424400 tot en met 426499. 3 Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd van 426500 tot en met 428500. De personen die hun zegels niet op den vastgestel- den dag komen afhalen kunnen deze slechts bekomen op Woensdag 1 Juli 1942, van 9 tot 12 uur en van 14 tot 15 uur. OPMERKINGEN: lo Men wordt vriendelijk doch dringend verzocht by het afhalen der zegels de rantsoenkaarten te mugschikken per nummer. 2« De rantsoenkaarten niet voorzien van de stem pels der kleinhandelaars zullen geweigerd worden. 3» Bij het afhalen der zegels zal de identiteitskaart streng geëischt worden. ZEEPKAARTEN. De zeepkaarten A en B zullen worden uitgereikt samen met de rantsoeneeringszegels voor de maand Juli, op vertoon der rantsoenkaarten en der strooken der vervallen zeepkaarten. De zeepkaarten C (Bijzondere kaarten voor kin deren beneden de 8 jaar, dokters, verpleegsters enz.) zullen worden afgeleverd vanaf Donderdag 9 Juli tot en met Dinsdag 14 Juli 1942, telkens van 9 tot 12 uui en van 14 tot 15 uur. 's Zaterdags van 9 tot 12 u. AARDAPPELKAARTEN. De aardappelkaarten voor de maand Juli zullen worden uitgereikt, op vertoon der rantsoenkaarten, volgens de nummers der ravitailleeringskaarten, tel kens van 9 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur. Vrjjdag 3 Juli: 's morgens voor de rantsoenkaarten genummerd van 411000 tot en met 413499. 's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd van 413500 tot en met 415999. Zaterdag 4 Juli: 's morgens voor de rantsoen kaarten genummerd van 416000 tot en met 418499. Maandag 6 Juli: 's morgens voor de rantsoen kaarten genummerd van 418500 tot en met 421999. 's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd van 422000 tot en met 424499. Dinsdag 7 Juli's morgens voor de rantsoenkaarten genummerd van 424500 tot en met 426999. 's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd van 427000 tot en met 428499. Ingevolge de onderrichtingen in verband met de bestrijding van de COLORADOKEVER en ten einde deze plaag zoo mogelijk te voorkomen wordt er ten zeerste aangeraden voorkomende besproeiingen met lood- of kalkarseniaat uit te voeren op de aardappelvelden, ten minste twee maal met een tusschenperiode van minstens 14 dagen. In geval de aanwezigheid van de COLORA DOKEVER wordt vastgesteld op een aardap pelveld, is de uitbater verplicht onmiddellijk ervan kennis te geven ten Stadhuize (Secreta riaat, Bureel 5) waar alle inlichtingen tot het bestrijden van den KOLORADOKEVER zul- len gegeven worden. Yper, den 19 Juni 1942. De Burgemeester, A. NOTEBAERT. STAD YPER De Zwemkom zal bij uitzondering en tot nader bericht toegankelijk zijn van 7 uur tot 21 uur, zonder onderbreking. Yper, den 24.Juni 1942 De Pureemeester, A. Notebaert. o Onze zinnelijke gewaarwordingen verzekeren at waarheid van al wat ons omgeeft. Wij hou den iets voor waarheid op grond van uitwendige ervaring. De lichamelijke werktuigen van ons onschatbaar kenvermogen moeten dus naar waarde geschat, geoefend en ontwikkeld wor den. Het lichaam zelf, dat den omgang der ziel met de zichtbare wereld onderhoudt, moet als een heiligdom geëerbiedigd worden. Kunnen wij den Schepper genoeg danken voor het gezond lichaam en de gezonde zintuigen, waarover wij beschikken? Zoo wij deernis hebben mpt hen, die van dat onwaardeerbaar kleinood verstoken zi/n, hebben wij van den anderen kant veel te leeren van menig sukkelaar, die een zwak lichaam omdraagt of het gemis van een of meer zintuigen te betreuren heeft. De gezonde rede en de oprechte belangstelling in kennis en waar heid heeft dit gemis meer dan eens op een schit terende wijze vergoed. Wie baldadig en zonder nadenken zijn gezondheid verwoest, vernielt eveneens moedwillig de middelen, waardoor hij zijn redelijken aanleg moest en kon ontwikkelen. Wie niet gelijk wil zijn aan het redelooze vee, moet den wellust en de overdaad vlieden en ook dat ander zedelijk gevoel aanhooren, dat zegt: Streef naar waarheid, opdat gij zoudt kennen eer gij wilt en handelt. Alles wat de zinnen ontspant, verslapt en ontzenuwt, moet met de grootste zorg vermeden worden. Wat treurig schouwspel biedt het beeld van de wellustelingen, de krachteloozen en uit- geleefden! De. oogen zinken hun diep in het hoofd, de glans hunner blikken verdooft, hun gezichtsvermogen verstompt. Treurig en onvast dwaalt hun blik, zwaarmoedig sleepen zij het zieke lichaam achterna en verdrietig morrend slenteren zij rond. Gewichtige waarschuwing voor hen, wien de levendigheid en vastheid hun ner zinnelijke werktuigen nog dierbaar is en die gespaard willen blijven van geestelijke zelfver giftiging en zelfmoord. Wij moeten derhalve onze gezondheid in stand houden en den verderfelijken invloed der hartstochten van ons afweren, want al de ver mogens onzer ziel staan in het nauwste verband met het werktuigelijk samenstel van ons lichaam. Dit is echter niet voldoende. Onze zintuigen moeten ook gestadig geoefend worden. De oefe ning alleen sterkt het waarnemingsvermogen der zinnen en breidt den kring der zinnelijke erva ring uit, waardoor de gevoeligheid der zinnen zich kan verfijnen. Deze oefening weze doelmatig en zoo inge richt, dat zij onze zintuigen niet verstompt of afslijt, maar ze scherpt en ontwikkelt. Alle over drijving is ook hier schadelijk. Al te zwakke aandoeningen zijn ontoereikend, al te sterke be- nadeelen. In de zon staren verblindt, geweldig geraas verdooft. De middelmaat der aandoening is de beste. De trapsgewijze overgang van zwakke tot sterke aandoeningen is het beste middel om het vermogen der zintuigen van lieverlede tot de hoogstmogelijke volkomenheid te brengen. Langdurige inspanning vermoeit en is even gevaarlijk als ontijdig gebruik van kunstwapens. Het spreekt van zelf, dat het gebruik van ver klein- of vergrootglazen aanleiding kan geven tot vermindering van gezichtsscherpte en onvat baar kan maken voor goede waarnemingen met het bloote oog. Van onze dagelijksche aanschouwingen en van de indruksels, die onze ziel daardoor ont vangt, hangt de ontwikkeling af van ons gevoel voor het schoone en het ware. Geheel onze vor ming berust op de indrukken, die goed en kwaad- op ons hart en verstand maken. Daarom zijn de slechte gezelschappen zoo nadeelig voor de TARIEF van AANKONDIGINGEN op aanvraag aan de Drukkerij Dumortu i 34, Boterstraat, Yper Tel. 500 Postch. 46.173 H. K. Yper il'O K B V B. 1941-1942 o op het Ypersch Stadium lnkomprijs 2 fr. WIE GAAT MEE jeugd, want ze bederven beide door den gesta- digen omgang en maken onvatbaar voor goede verkeering. Wij mogen ook geen gelegenheid verzuimen om die kundigheden op te doen, die ons met den waren aard van alles, wat onder de aan schouwing valt, kan bekend maken. Zonder deze kennis zijn wij natuurlijk aan tal van dwa lingen blootgesteld. Ten gevolge van onkunde hebben ons voor ouders vele buitensporigheden geloofd en ze moesten er meer dan eens de rampzalige gevol gen van ondervinden. De oudste natuuronder zoekers aanzagen de aarde als een vlakte die door den hemel was overkoepeld. Dat was hunne ervaring, maar ze was een dwaling. Er zijn vol keren geweest, die meenden, dat de landen en zeeën vervuld waren met gedrochten, die nooit bestaan hebben. In donder en bliksem, in zons- en maanverduisteringen, orkanen en overstroo mingen zagen zij voorteekenen van rampen en straffen van God. Het was slechts onkunde, die hen deed besluiten tot deze ongerijmdheden. Hun- bijgeloof moet worden toegeschreven aan verkeerde besluiten en gevolgtrekkingen. Vele dwalingen zijn aldus voortgesproten uit onkun de-omtrent de meest gewone verschijnselen der natuur. Toen op het einde der zestiende eeuw, de töchtgenooten van Heemskerk de zon veer tien dagen vroeger aan de kim zagen opduiken, dan dit volgens een nauwkeurige berekening kon plaats hebben, verloren er velen hun ver trouwen in deze berekeningen. Hun nakomelin gen, die later de uitwerkselen der straalbuiging zouden leeren kennen, moesten dat vertrouwen herstellen. In de oude tijden gebeurde het wel meer, dat dwaallichten voor spoken of geesten gehouden werden en zekere lichtverschijnselen voor vlie gende draken. Die verschijnselen bestaan heden nog. Vanwaar kwam de dwaling? Vanwaar an- deis dan van de onkunde van hen, die uit de ervaring geheel verkeerde gevolgtrekkingen heb ben afgeleid. Als wij dus niet dwalen, hebben wij dit enkel te danken aan de vorderingen, die de wetenschap sindsdien gemaakt heeft. Aan deze vorderingen is het te wijten, dat wij beter, duidelijker en met de waarheid meer strookende begrippen kunnen vormen. Mogen wij dan ver zuimen die kundigheden aan te werven, die ons beveiligen tegen dwaling, bedrog en bijgeloof? Hebben wij er geen belang bij, om datgene, dat wij zien of hooren, te leeren kennen zooals het is? Mogen wij deze kennis veronachtzamen of van de hand wijzen? Is het niet moedwillig onzen redelijken aanleg verwaarloozen en de hand los laten, waarmede de Schepper ons tot het aan schouwen zijner heerlijkheid geleidt? Zijt dan opmerkzaam bij de aanschouwing der voorwerpen, die uwe aandacht waardig zijn en die uwe kennis kunnen vermeerderen en vol maken. Die opmerkzaamheid eischt van ons, dat wij het voorwerp onzer aanschouwing afscheiden van alle andere voorwerpen en er onze aandacht

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1942 | | pagina 1