2 Comité voor Tessenderloo WINTERHULP - KRONIEK WINTERHULP - IEPER BERICHT AAN DE ONDERSTEUNDEN onverdeeld op vestigen. Bij deze aanschouwing zullen vrtj die zintuigen gebruiken, die ons best helpen en daarbij bedaard nadenken. We weten üboers bij ondervinding, dat onze zintuigen ons minder diepe en blijvende indrukken geven, als talrijke en verscheidene voorwerpen onze aan dacht tegelijkertijd gaande maken. Bezoek maar eens een tentoonstelling waar honderden schil- i betijen te zien zijn oi een kabinet van natuur- i lijke historie, waar ontelbare geraamten staan opgesteld en vele mineralen liggen opgestapeld. Ai wat ge weet bij het heengaan, bepaalt zich dan doorgaans tot zeer weinig en deze wijze van aanschouwing verrijkt ook maar bitter weinig uw kennis. Wie zich op de wetenschap toelegt, moet zich dus vroegtijdig gewennen aan nauw keurige opmerkzaamheid. Waar het gaat om de kennis van vele en veischeidene voorwerpen, moet eerst afgezon derd en dan met veel orde en bezadigheid te werk gegaan worden. Zonder bezadigheid kun nen wij niet nadenken. Zonder nadenken kun- i nen wij den tot kennis vereischt wordenden indruk onmogelijk ontvangen en behouden. Ver- stiooiing en onverschilligheid moeten ten allen pr;jze worden buiten gevochten. Wij laten hier een voorbeeld volgen van scherpe opmerkzaamheid gepaard aan naden ken, dat tevens bewijst hoe verre men het hier mede brengen kan als men iets achterhalen wil. Toen op zekeren dag een Indiaan in zijn hut teiugkeerue, ontdekte hij, dat dieven zijn wild braad gestolen hadden, dat hij in de lucht te dioogen had gehangen. Hij onderzocht met de grootste nauwkeurigheid en in de minste bijzon- 1 derheden de plaats waar het gebeurd was. Hij 1 kwam weldra tot de overtuiging, dat het slechts één dief was te oordeelen naar het spoor, dat hij ontdekt had en dat hij zonder tijd te verliezen, volgde. Hij had reeds een heel eind wegs afgelegd, toen hij plotseling een groep menschen ontwaar de. Toen hij naderbij gekomen was, vroeg hij hun te willen zeggen, of zij niet een oud man netje gezien hadden met een kort geweer en begeleid van een kleinen hond met kort afgekap- ten staart. Toen ze bevestigend antwoorden, verklaarde hij, dat het een dief was, die zijn wildbraad gestolen had. Op hunne vraag, hoe hij dit wist, mits hij den dief nooit gezien had, antwoordde hij: Dat de dief klein is, maak ik hieruit op, dat hij steenen opgestapeld heeft om bij het vleesch te geraken, als ik het gemakkelijk zonder op mijne teenen te staan, kon ophangen. Dat het ecz oud mannetje moet zijn, besluit ik uit de korte stapjes, die ik als zijn spoor volgde. Het moet tevens een blanke geweest zijn. mits de indrukken zijner teenen buitenwaarts staan, wat bij een Indiaan nooit het geval is. Zijn snaphaan moet kort geweest zijn: dat heb ik ontdekt uit het geschaafde aan den bast van den boom, waartegen hij het geweer aangeleund heeft. De hond was ook maar klein, dat zie ik aan de achtergelaten sporen en een nagelaten indruksel op de plaats, waar hij zat. geeft mij duidelijk tc kennen, dat hii een afoekaotoi staart had. Zoo verre bracht het een wilde Indiaan, die een dief zocht te vangen. Denkt gij niet, dat diezelfde opmerkzaamheid u ook te stade zal komen, als gij iets wilt achterhalen, dat gij vol komen kunt te weten geraken door aanschou wing met nadenken gepaard? o KEN OPROEP TOT DE MAATSCHAPPIJEN VAN DE STAD. Het comité tot hulpverleening aan de slachtoffers van Tessenderloo heeft zich tot nog toe in een bui tengewone belangstelling vanwege de Iepersche be volking mogen verheugen. Deze belangstelling heeft zich reeds op verscheidene manieren geuit, o.m. bij onze jeugd ter gelegenheid van de schoolcollecte, bij private personen door een persoonlijke storting en door hun bijdrage in de straatcollecte. Deze laatste dagen nog door het bijwonen van het kunstconcert en den bonten avond. Enkele vereenigingen van de stad hebben ook spontaan hun steun gegeven aan het comité door een bijdrage te storten uit hun kas. Het comité is daarom zoo vrij de vereenigingen te vragen ook zoo'n gebaar te doen voor deze goede zaak. Het comité vraagt het onmogelijke niet: zelfs een minieme bijdrage zal in dank, namens 'de geteister- den, aanvaard worden. Wij weten dat de Iepersche vereenigingen nooit geaarzeld hebben te steunen in zulke gevallen en daarom heeft het comité vertrou wen in hen. Alle bijdragen kunnen zooalp steeds gestort wor den op de postrekening nr. 159576 van den secretaris penningmeester van het comité, h. R. Buckinx. Bij voorbaat, dank! NON EEN KLEINE INSPANNING voor de 20.000 fr. Indien er nog enkele honderden franks bjj het comité binnenkomen zfln de 20 000 fr. bereikt! Let wel: netto, na aftrek van alle kosten voor het inrich ten van de feesten. Wie zou er niet medehelpen om dit ronde cijfer te bereiken? HET YPEKSCHE 26 - 6 - 1942 IEPERSCH KRONIEKSKE BLOEMEN. De bloemen zijn stilaan weer onder ons versche nen! Het ging gansch discreet. Op zekeren dag, bij het doortrekken van een tuin, waar we dikwijls door moeten, zagen we plots dat er verandering was ge komen. Kleine witte bloempjes lachten ons toe van tusschen de blèren. Het was zoo'n aangename ver rassing. Daar was de schoonheid opnieuw en de belofte van de vruchten. We roken de teedere geuren die ze verspreidden en we ademden diep om et ten volle van te genieten. We jubelden inwendig de bloemen zijn er weer De bloemen die ons schoon heid en hoop brengen, die ons troosten en 't leven verlichten. Nu konden we de zware wintergedachten afleggen en met licht gemoed door de paden gaan. Het leven schijnt ons niet lastig meer, want de bloe men komen het sieren. Het wonder is geschied. Ui' de dorre takken, die enkele maanden geleden nog naakt in den wind stonden te sidderen, zijn de blade ren en de licht gekleurde broze bloemen gesproten. Het leven was niet vergaan. Taai had het den winter doorstaan en zijn tijd afgewacht, tot het plots, geroe pen door de milde zon, is doorgebroken. Zoo zal elk volk, dat wil leven, ook de hardste beproevingen doorstaan en openbloeien zoodra de tyuen milder zijn. Bloemen, lieve bloemen, ge geeft ons vertrouwen in de toekomst van ons volk. Volk, scnoor u tegen den rampspoed die over u is geko men. Ge zult het overleven. Hoe hard de tijd ook zij, het leven, dat diep in u ligt, zal doorbreken en in den komenden vredezomer zult ge openbloeien! BLOEMEN EN VROUWEN. Niets gaat beter samen dan bloemen en vrouwen. Deze affiniteit voelt de vrouw zelf aan, want meer dan een man houdt ze van bloemen. Komen in de huiskamer bloemen op de tafel, dan is dat gewoonlijk het werk van de vrouw. Bij een huwelijk draagt de jonge vrouw bloemen. Geeft men een geschenk aan een vrouw, dan zijn het meestal bloemen. Men voelt het aan, dat past best. De kleederen der vrouwen zijn dikwijls uit met bloemen bedrukte stof vervaar digd en dan zijn ze 't schoonst. Een bloemenruikertje op haar corsage staat een vrouw wonderwel. Een vrouw hoort bij de bloemen. Alleen zjj weet ze met streelende vingers te plukken, ze met smaak tot een tuil te vereenigen en ze te schikken. De bloemen zijn teer als de vrouw. Ze bezitten een eenvoudige schoonheid als zij. Vrouwen zijn bloemen. Een echte vrouw brengt vreugde waar ze verschijnt. Een stille, zoete vreugd die we gevoelen door haar mildheid. Waar alleen mannen zijn, verharden de karakters. Ze worden ruw en hoekig, dikwijls barsch. De vrouw is er noodig. Zij brengt zachtheid en harmonie. Zij troost, schenkt ons levensvreugde en doet ons hopen in de toekomst... als de bloem. MINNEN EN VROUWEN. Men kan niet spreken van de vrouw zonder de man er in tusschen te brengen. Omdat de vrouw nu eenmaal voortdurend rekening houdt met het stand punt van den man tegenover haar, en... omdat de man nu eens niet kan verdragen dat over vrouwen gesproken wordt, zonder dat hij daar zijn zeg over doet en... omdat de man er nu al van meet af aan in tusschen gebracht wordt, vermits uw dienaar een man is, Geachte Lezer, en eindelijk nog omdat slechts de man goed over een vrouw kan spreken. Men kan nooit goed zijn eigen soort beoordeelen. Men be schouwt iemand het best als men tegenover hem staat. Dus is er onder mijn onzichtbaar publiek reeds gebrom, protest, misschien ook gehuil en gefluit en daarentegen ook goedkeuring en misschien applaus opgegaan. Best dat ik geen redenaar ben die voor een zaal spreek, anders waren de mannen er wellicht reeds elkaar in de haren gevlogen om him standpunt in dit voor hen zoo interessante en veel omstreden onderwerp te verdedigen. Want ik heb gevaarlijke dingen gezegd. Zoo bijvoorbeeld dat de vrouw er noodig is. Alhoewel het feitelijk een axioma zou moe ten zijn, vindt men altijd mannen die beweren dat ze een vrouw best kunnen missen. Ge moet weten: sommige mannen zijn wat hoovaardig. Ze beweren gaarne dat ze niemand noodig hebben. Maar al dik wijls gebeurt het dat zij het zjjn die ze nog meest van al noodig hebben. DE JONGGEZELLEN EN DE VROUWEN. Een schakeering in die soort zijn die welke bewe ren altijd jong te zullen blijven. Merk eerst en vooral op dat, op het oogenblik dat ze het beweren, er reeds een vrouw is die hun kousen, stopt, kleeren wascht, eten bereidt dikwijls, enz., hetzij dat een moeder of een meid of gelijk wie het doet. Maar ook de gene genheid van de vrouw kunnen ze niet missen. Carica- turisten en al de menschen die zoo'n slechte gewoonte hebben te gekscheren, met hun medeburgers, hebben het jonggezellenonderwerp voldoende behandeld. Ai die geschiedenissen hebben dit gemeen: dat na veel onaangenaamheden de verstokte jonggezel zich moet gewonnen geven en... trouwt. Wie zag de film 'Paradijs der Jonggezellen Heinz Rühmann en zijn twee vrienden hebben de geschiedenis van zoo'n jouggezellenbelofte met verdienste geïllustreerd. 'n Soldaat zonder loetse es 'n soepe zonder zaatheette een mobilisatierevue te Gent. Dit gezegd over die uitzonderlijk verstokte jonggezellen. En alle uitzonderingen blinken. We ge- looven echter wel dat de overgroote meerderheid der getrouwde mannen vrouwtje lief niet zouden wil len missen.Ze bekennen eerlijk voor zichzelf dat ze absoluut onmisbaar is en ze vragen zich af wat er wel zou geworden van hen, moesten ze vrouwtje lief niet meer hebben. Het ware een catastroof en daarom omringen ze haar met de meeste zorg... ook een onderwerp van caricaturisten. VROUWEN EN SCHOONHEID. We hebben ook gesproken van eenvoudige schoon heid Dat is onze mannelijke lezers zeker niet onge merkt voorbijgegaan. Er zijn hoofdknikken geweest. Het veel besproken vraagstuk van de wang- en lip- per.beschildering komt er bij te berde. Hier ook zijn twee kampen: voor en tegen. Ik zal maar rechtaf zeggen dat een vrouw, die weikelflk schoon is, geen gebruik moet maken van kunstmatige middels. Dat zegt het gezond verstand. Iu c Athalle zegt menpour réparer des ans les irreparables outrages Het vers is beroemd gewor den sedert het als zwaard werd gebruikt door de vijanden der beschildering. Het is dus een feit dat het maar gebruikt wordt door... wie het noodig heeft. Niets staat beter dan I. .1 ,,l I II111 1 natuurlijke schoonheid. Maar waarom zou iemand, die het noodig heeft, het niet aanwenden daar waar de natuur tekort schiet. Als de kunstmatige midde len met bescheidenheid aangewend worden, brengen ze toch een beetje schoonheid waar er misschien anders heelemaal geen zou zijn. En heeren kritiekers, vergeet niet dat die moeite en bekommernis maar bestaat om u te believen en uw goedkeuring weg te dragen. Laten we dus de vrouwen hun schoonheid verzor gen zooals het haar belieft.' Hebben ze een natuurlijke schoonheid,' heel goed. Kunnen ze dat gemis door wat kleur aanvullen en misstaat het niet, zooveel te beter. Maar overdrijven ze zoodat het haar leelijk staat, wel dan missen ze haar doel en ze zullen het zelf eerst ondervinden. DE VROUW EN DE BAAS. Vrouwen zijn listig. Ze worden soms met slangen vergeleken. Maar dat is boosaardig. Toch weten som mige wel haar hooger bevestigde onmisbaarheid uit te baten om heelemaal de baas te worden... over den nian. Dat is nog een onderwerp van carricaturisten. Een ervan lanceerde de volgende mop: Wie heeft u hier toegelaten te visschen? Wie? Wat een domme vraag. Mijn vrouw natuurlijk! Jaja er zijn van die lieve vrouwtjes die eerst hun man de schotels laten wasschen en de bedden op maken vooraleer ze naar hun stamcafé mogen. En dan gaan ze daar dikwijls aan 't stoefen: Als ik aan mijn vrouw dit zeg... en Ik heb dat gezegd Maar de vrienden weten het dikwijls zeer goed hoe hei gaat en Meneer Pantoffelheld verschaft hun veel plezier. Hij is de held van de moppen die ze elkaar vertellen. Eigenaardig toch hoe een man ertoe kan komen zijn vrouw te vreezen en in den hoek geduwd wordt. Die doen niet veel eer aan het zoo klassiek genoemde sterke geslacht Romain De Koninck, de ons reeds goed bekende revueschrijver, heeft in Valsche zegels in omloop en Valsch geld in omloop deze kluchtige situatie aangewend voor zijn succésrevues. De laatste werd Zondag in onze stad met bijval opgevoerd. Laat ons hopen dat, wanneer hij nogmaals een revue schrijft, hij een nieuwe origineele kant van de verhouding tusschen man en vrouw zal weten te typeeren. Fernaftd DE BRUYN. GROOTE PROVINCIALE TOMBOLA VOOR WINTERHULP. Verleden week verscheen reeds in dit blad een officieele mededeeling over de groote tombola inge richt door het Provinciaal Comité van Winterhulp met vermelding van de interessante kunstprijzen die hiervoor werden beschikbaar gesteld. Deze week werden overal ten huize door de studenten van het college loten aangeboden; iedereen kreeg dus gele genheid er te koopen. Wie echter nog van de over blijvende loten begeert te koopen, kan zich hiervoor bevragen bij het secretariaat van Winterhulp, St-Ja- cobsstraat, 16, alhier. SUCCES BAART SUCCES! Onze oproep tot de scholen om bij gelegenheid iets in te richten voor Winterhulp is goddank, niet ijdel geweest. Na het prachtig resultaat van een feestje in de H. Familie, waarover we destijds onzen dank uitspraken in deze kolommen, moeten we thans het succe3 begroeten waarmede de Eerwaarde Dames van het Gesticht De Rousbrugge Dames een tom bola ten gunste van Winterhulp onder hun leerlingen hebben georganiseerd. Op Vrijdag 19 Juni laatstleden had dit feestje plaats, waarop verscheidene leden van het W. H. Comité aanwezig waren: de h. J. Van der Ghote, voorzitter van Winterhulp, alsmede de hh. G. Mahieu, M. Van Wassenhove en J. H. Boone. Het financieel resultaat mag werkelijk schitterend hccten: 3000 fr. komt Winterhulp ten goede. Profi ciat voor de Rousbrugge DamesNamens het Comité en de begunstigden van Winterhulp een har- teiijken dank aan de Z. Eerwaarde Dame Priorin en de E. Dames! EEri FANv-V-f AiK BIJ DE LAMOTJES Iedereen kent de Lamotjes te leper en de Eerw. Zusters zullen niet kwaad zijn wanneer wij vandaag het flinke gesticht van de Zusters van Maria met zijn echten volksnaam aanduiden. In déze school heeft nu een dezer dagen en wel Zondag, Maandag en Dinsdag een fancy-fair plaats ten voordeele van de arme kinderen en van Winter hulp. Eiken dag van 3 uur namiddag af is de ker mis open en de toegang is kosteloos. Op de boven gemelde dagen worden allerlei voorwerpen verkocht en op den laatsten dag een groote tombola. Daarbij een verkoop per Amerikaansch opbod van... maar dat zeggen we nog niet! Wij waren in de gelegenheid de voorwerpen die zullen verkocht worden, te bezichtigen en we moeten bekennen dat het een mooie hoop en van goede keus is. Er zijn nuttige voorwerpen (kleedjes, tafellakens, enz.) maar ook kunstvoorwerpen, zoodat iedereen zijn gading zal vinden. Daarom zetten wfl al onze lezers aan op een dier dagen eventjes tot in de Rijselstraat aan te loöpen en de fancy-fair te bezoeken. Hrj zal bri ziln terug keer stellig zeggen: 't was wel! en tevreden naar huis gaan. en, wat meer is, misschien een goed werk gedaan hebben. A'le ondersteunden. zonder onders'h ld ven categorie, worden verzorht od Dond-rd»g 2 J"li 10 pumen der kiee- de-kaart, per lid van het gezin, op het secrelaria t tinnen te brengen. Wie de punten niet op den vastvsteiden da'nm inbrengt, zal ni t kunnen genieten van de kleederbederilng die in Sep tember a. s. zal aanvangen. Winterhulpkaart medebrengen o BEDEELING van VISCH Op Maandag 29 Juni zal er een ran'soen »|srh van 250 gram oer persoon bedeeld worden aa-1 de ondersteunden boven de *0 Jaar Winrerhnlpk «art en ident'uitskaarl mede brengen Gepast geld m debrengen 1 fr per rantsoen. Voor verpakking zorgen Begin der bedeeling te 9 uur.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1942 | | pagina 2