23* Jaar, Nr 14
Prijs 0.75 fr.
Vrijdag 24 Juli 1942
NIEUWS NOTARIEEL - 6. AANKONDIGINGSWEEKBLAD
'VOOR HET ARRONDISSEMENT VPER
Uitgever
DUMORTIER, 34, Boterstraat
Tel. 500 Y P E R
STAD YPER
BEVOORRADINGSDIENST
Aardappelkaarten
Eierbedeeling
Bericht aan de werkgevers
WINTERHULP - IEPER
Aan alle Landbouwers
▼an het Arrondissement leper
Vermoeden en Gissing
BEKANNTMACHUNG
BEKENDMAKING
HET YPERSCHE
A BONNEMENTSPRIJS
w m,t België één jaar36.00 Ir.
zes maanden18.00 fr.
Men kan inschrijven
ui alle Belgische Postkantoren
TARIEF van AANKONDIGINGEN
op aanvraag aan de Drukkerij Dumortier
34, Boterstraat, Yper
Tel. 500 Postch. 46.173 H. R. Yper 220
«.I ii Uil
Uitreiking der Rant«oeneering*zegel*
De uitreiking der rantsoeneeringszegels voor de
periode van 31 Juli tot en met 29 Augustus 1942 zal
geschieden volgens de nummers der rantsoenkaar-
ten, telkens van 8 uur 30 tot 11 uur 45 en van
14 tot 17 uur. De Zaterdag slechts van 8 uur 30 tot
11 uur 30.
Zaterdag 25 Juli:
's Morgens voor de rantsoenkaarten genummerd
van 411000 tot en met 413499.
Maandag 27 Juli:
'a Morgens voor de rantsoenkaarten genummerd
van 413500 tot en met 415499.
's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd
van 415500 tot en met 416999.
Dinsdag 28 Juli:
's Morgens voor de rantsoenkaarten genummerd
van 417000 tot en met 418999.
's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd
van 419000 tot en met 420599.
Woensdag 29 Juli:
's Morgens voor de rantsoenkaarten genummerd
van 420600 tot en met 422799.
's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd
van 422800 tot en met 424399.
Donderdag 30 Juli:
's Morgens voor de rantsoenkaarten genummerd
van 424400 tot en met 426499.
's Namiddags voor de rantsoenkaarten genummerd
van 426500 tot en met 428500.
De personen die hun zegels niet op den vastgestel-
éen dag komen afhalen, kunnen deze sléchts beko
men op Vrijdag 31 Juli 1942, van 9 tot 12 uur en
van 14 tot 15 uur.
OPMERKINGEN:
1* Men wordt vriendelijk doch dringend verzocht
het afhalen der zegels de rantsoenkaarten te
rangschikken per nummer.
2» De identiteitskaart zal streng geëischt worden.
3* De rantsoenkaarten niet voorzien van de stem
pels der kleinhandelaars, zullen geweigerd worden.
De aardappelkaarten voor het tijdperk van 31 Juli
tst en met 29 Augustus zullen worden afgeleverd,
•p vertoon der rantsoenkaarten, samen met de rant-
aseaeeringszegels voor bovenvermelde periode.
Er wordt ter kennis gebracht van de belanghebbenden, dat,
zoolang het mogelijk is, op vertoon der melkkaart aan de
Usderea van 3 tot 6 jaar (dus deze welke 16 melkzegels per
■aaad bekomen t wekelijks ÉÉN El kan bekomen worden bij
de volgende kleinhandelaars
SUFFIS JUL1EN, Korte Meerschstraat, 19
VANDENBROUCKE JOSEPH, De Haernestraat, 14.
•e werkgevers worden ervan verwittigd dat, wanneer hun
isvestarissen voor bijzondere deelzegeis 1, 3 en 10, niet in
gebracht zijn binnen de zeven dagen volgend op den verval
dag der zegels, zonder verdere verwittiging een proces-verbaal
zal opgemaakt worden.
Bericht aan de Ondersteunden
Op Maandag 27 Juli zal er een bedetling van visck plaats
bebben waarop alle ondersteunden recht hebben
Van 9 tot 10 nur Beginletters A tot en met D.
E L
M S
T V
W Z
Vaa 10 tot 11 nur
Van 11 tot 12 unr
Van 14 tot 15 unr
Van 15 tot 16 nur
Rantsoen per persoon van bet gezin I5S gram.
Gepast geld 2 frank.
ZeM voor de verpakkiog zorgen I
LANDBOUWERS,
•e Heer Ir. Schoorens, leider van den PRODUCTIESLAG,
spreekt voor U op Zaterdag 25 Joli, te 10 unr, in dtn
Stadsschouwburg te leper. Alle vooruitstrevende landbou
wers worden verwacht.
Arr. Secretaris der N.L.V.C.
Onze toenadering tot de waarschijnlijkheid of tot
de waarheid kan niet altijd steunen op eene bereke
ning, die uit de zaak zelf ontleend is, omdat dit dik
wijls uit den aard der zaak zelf niet mogelijk is. Wil
men te weten komen welk nummer het eerst bij een
trekking zal uitkomen, dan kan ons geene berekening
hierbij helpen; het eenige wat men doen kan, is wil
lekeurig een uitkomst opnoemen of raden. Maar ik
kan ook een zaak, die ik niet weet, voor waarschijn
lijk houden op grond eener buiten mrj bestaande
objectieve waarheid, waarmede deze zaak in een min
of meer noodzakelijk verband staat. In zulk geval
vermoeden wij. Hebben wij bij het verlaten onzer
woning eenig geld op tafel laten liggen en missen
wij ervan een gedeelte bij onze terugkomst, dan kan
de gedachte in ons opkomen, dat een onzer huisbe
dienden het ontbrekende geld gestolen heeft. Wij
kunnen zeggen, dat wij zulks vermoeden. Doch als
dit vermoeden op geen anderen grond steunt, dan
omdat zulks verleden week ook bij onzen buurman
gebeurd is, dan is dit vermoeden willekeurig en
ongegrond, want de redenen, die wij opgeven, staan
volstrekt niet in eenig noodzakelijk verband met de
zaak, welke ik voor waarschijnlijk houd. Wat anderen
gebeurt, moet ons daarom niet gebeuren: zulk wille
keurig verdenken kan aanleiding geven tot de groot
ste verongelijkingen. Weten wij daarentegen in het
onderhavig geval, dat niemand buiten den verdach
ten persoon op onze kamer geweest is, of verdachten
wij dezen reeds vroeger van oneerlijkheid en geven
zijn spraak, zijn houding, oogopslag of andere om
standigheden daartoe aanleiding, dan heeft ons ver
moeden objectief een grond, welke met de zaak in
verband staat. Uit iemands gelaatstrekken of hou
ding kan ik vermoeden, dat hij mij een goede of
kwade tijding brengt. Ik kan het vermoeden opvat
ten, dat mijn reis aangenaam of onaangenaam zijn
zal, naargelang de gesteltenis van het weder of de
vroolijkheid mijner reisgenooten. Doch zoodra ik ver
moed, dat het weder ongunstig zal zijn, omdat zulks
mij nog al dikwijls gebeurt en dat de een of andere
ramp mij zal overkomen, zoo steunt die gedachte
alleen op de mogelijkheid en mist zij de hoedanig
heid van gegrond te zijn. Hiertoe behoort eveneens
het voorgevoel, dat nimmer een redelijken grond
heeft en daarom juist van gegrond vermoeden is
te onderscheiden. Het voorgevoel is slechts het kind
onzer verbeeldingskracht, dat al te dikwijls geen
anderen oorsprong kent dan onze bijzondere ziels-
of lichaamsgesteltenis, die van een mogelijkheid een
waarschijnlijkheid of een waarheid doen maken. In
der Krelskommandantur Roeselare.
In der letzten Zeit haben sich die Brande in den
Arrondissements Ypern, Roeselare und Tielt bedenk-
lich vermehrt. Eis verbrannten hierbei erhebliche
Stroh- und Flachsvorrate. In der Nacht vom 12. auf
13. Juli 1942 wurde allein im südlichen Teil des
Arrondissements Roeselare in 5 verschiedenen
Flachsfabriken Feuer angelegt. Nach den getroffenen
Feststellungen handelt es sich in der Mehrzahl der
Falie um Sabotageakte. Da es bei der Hinterhal-
tigkeit nachtlicher Brandstiftungen nicht immer
gelingt, die Tater zu ermitteln, mussten Massnahmen
gegen die Bevölkerungskreise angeordnet werden,
von denen nach ihrer seitherigen Einstellung eine
Mitschuld oder Sympathisierung mit den Tatern
angenommen werden muss. Auf meine Anordnung
hin wurden deshalb zunachst 10 Kommunisten fest-
genommen, ferner 100 Rundfunkapparate und 100
Fahrrader beschlagnahmt.
Absicht der Saboteure ist es, durch ihre bald hier,
bald dort durchgefiihrten nachtlichen Brandstiftun
gen unruhe in die Bevölkerung hineinzutragen. Davon
abgesehen, gehen durch die Brande erhebliche Ver-
mögenswerte verloren. Da die hauptberuflichen
Sicherheitsorgane Gendarmerie und Polizei zur
Ueberwachung nicht ausreichen, werden die Biirger-
meister der Gemeinden meines Kommandanturbe-
reiches hiermit erneut angewiesen, durch Einsatz
ausreichender ziviler Bewachungskrëfte alles zu tun,
um nachtliche Brandstiftungen künftig unmöglich zu
machen.
Gleichzeitig fordere ich die gesamte Bevölkerung
in ihrem eigenen Interesse auf, die Polizei und Gen
darmerie unverziiglich über alles zu unterrichten,
was zur Feststellung der Saboteure fixhren kann.
Dem verbrecherischen Treiben einiger weniger Ter
roristen muss unter allen Umstanden ein Ende
bereitet werden.
Sollten die Brandstiftungen nicht aufhören, werden
weitere verhaftungen erfolgen, gleichzeitig wird die
Polizei- und Sperrstunde vorverlegt.
Roeselare, den 20 Juli 1942.
HEUSON,
Hauptman und Kreiskommandant.
enkele gevallen, dat het voorgevoel bevestigd wordt,
haalt men dit voortdurend aan, terwijl duizenden
andere bewijzen van zijn nietigheid worden dood
gezwegen.
Het is van zeer groot belting, dat we letten op de
gegrondheid onzer vermoedens en er nooit onge
gronde opvatten. Ook hier kunnen hartstocht en voor
oordeel een sterken invloed op ons uitoefenen. Onge
gronde vermoedens of ijdele voorgevoelens kunnen
meer dan eens het geluk van ons leven storen, zoo
dat wij ons met een hoop verblijden, die naderhand
bitter teleurgesteld wordt. Zij kunnen ons ook met
een vrees vervullen, die ons voor alle genot onvat
baar maakt. Wij dringen ons de mogelijkheden wille
keurig als waarheden op. Moesten wij hiervan echter
de gronden of redenen opgeven, zouden we niet wei
nig beschaamd staan. Is dit waar voor ons zelf, dan
geldt dit evenveel voor anderen en dienen wij vooral
op onze hoede te zijn bij beschuldigingen. Waar de
weg hiertoe gebaand wordt berekene men nauwkeu
rig zijn vermoeden, want de goede naam, het geluk
of het leven van onzen medemensch staan hier op
het spel. Men gedenke steeds het spreekwoord:
Schijn bedriegten men ga slechts met de meest
nauwgezette omzichtigheid te werk.
Over enkele jaren vond men langs den weg van
zeker dorp het lijk van een vermoorden jongeling.
Reeds bij het eerste onderzoek bleek het, dat de jonge
man 's avonds te voren met andere kennissen in
een herberg was geweest en aldaar met spelen het
geld afgewonnen had van zijn metgezellen. Laat in
den nacht, was hij met een der medespelers, die aan
hem verloren had, naar huis gegaan. Ge moet weten,
dat ze niet ver van elkaar woonden. Daar het lijk
van den vermoorde tusschen de beide woningen ont
dekt werd en men bij navraag ondervonden had, dat
beiden om twee uur waren vertrokken, als de over
blijvende slechts om vier uur van den morgen was
thuis gekomen, viel een gegrond vermoeden op dezen
laatsten, dat hij den moora bedreven had. Het duurde
niet lang of hg werd in hechtenis genomen en streng
ondervraagd. Doch hij bleef bij alles kalm en be
daard, wat het opgevatte vermoeden wel niet ver
sterkte maar toch ook niets ontnam aan deszelfs
gegrondheid. Het proces duurde in afwachting van
bekentenissen en nadere bewijzen een tijd lang, tot
het gerecht op zekeren dag door een naamloozen
brief aanwijzing ontving van de ware daders, waarop
nooit iemand te voren het minste vermoeden zou
gehad hebben. Deze werden terstond gevat en onder
gingen een rechtvaardige straf, nadat hun schuld
tot in de minste bijzonderheden was bewezen. De
waarheid logenstrafte alzoo naderhand een gp grond
vermoeden, dat een onschuldigen jongeling in de
(Zie vervolg 2e blz.)
der Krelskomraandantur Roeselare
In den laatsten tijd zijn de branden in de arron
dissementen Ieperen, Roeselare en Tielt talrijker ge
worden. Er zijn hierbij aanzienlijke stroo- en vlas-
voorraden verbrand. In de nacht van 12 op 13 Juli
werden alleen in het zuidelijk gedeelte van het arron
dissement Roeselare in 5 verschillende vlasfabrieken
branden gesticht. Volgens de getroffen opsporingen
werd in het meerendeel dezer gevallen vastgesteld
dat de oorzaak dezer branden te vinden was in
sabotagedaden. Het heimelijk en geniepig karakter
waarmede deze brandstichtingen gepaard gaan in
acht nemend, kan het niet altijd lukken de daders
aan te houden. Er moesten dus maatregelen genomen
worden, welke tegen zulke kringen van de bevolking
gericht zijn, van die men, gezien hunne tot nu toe
getoonde houding, eene medeschuld of sympathie
met de daders veronderstellen moet. Ik heb bevel
gegeven voor het eerst 10 kommunisten aan te hou
den, alsmede 100 radio-apparaten en 100 rijwielen in
beslag te nemen.
Het doel der Saboteurs is, door hun nu eens hier
dan eens daar nachtelijk gepleegde brandstichtingen
onrust bij de bevolking te wekken. Bovendien gaan
door zulke branden aanzienlijke waarden verloren.
De hoofdzakelijk met de bekamping van saboteurs
gelaste zekerheidsdiensten de rijkswacht en politie
zijn voor de bewaking niet voldoende. De burge
meesters der gemeenten van het gebied van mijne
Kommandantur worden hiermede nogeens gelast,
door inzet van voldoende burgerlijke wachtposten
alles te doen, om brandstichtingen gedurende de
nacht in de toekomst onmogelijk te maken.
Tegelijkertijd roep ik de geheele bevolking in haar
eigen belang op, de politie en rijkswacht onmiddellijk
van alles te onderrichten, wat aanleiding tot de ver
eenzelviging der saboteurs zou kunnen geven. Aan
het misdadig bedrijf van eenige weinige terroristen
moet beslist een einde gesteld worden.
Mocht er geen einde aan de brandstichtingen
komen, zullen nog meer aanhoudingen het gevolg
er van zijn. Tevens zou het politie- en sluitingsuur
vroeger bepaald worden.
HEUSON, Hauptman und Kreiskommandant.