IEPERSCH KRONIEKSKE STAD IEPER BELASTING OP DE MOTOREN (20 fr. per Kilowatt) HANDBOOGSCHIETINCEN 2 HET YPERSCHE 21 - 8 - 1942 ■M8ENTIK EN VORM. In onze bijdrage van vorige week hebben we vol doende aangetoond dat de mensch een sociaal wezen ia, hoe de drang naar contact en vereeniging met andere menachen en menschengroepen zich onweer staanbaar uitwerkt en hoe hieruit de moderne be schaving in al haar vormen is gegroeid. Deze vormen kunnen we thans soms conventionalisme noemen, we kunnen ze als volledig nutteloos en zelfs schadelijk voor ons geluk noemen, we kunnen er bereid tot afbreken tegenover staan, en ze zelfs beschimpen. Maar dat gebeurt slechts als we den achtergrond ervan uit het oog verliezen, als we den draad ervan niet vervolgen die door de geschiedenis leidt en in het maatschappelijke van ons wezen wortelt. Zie, afbreken la soms goed zoolang het niet de essentie raakt, doch wel den vorm. In dit geval ligt het in de lijn van zijn ontwikkeling, is het voor den zooveelsten keer een omdraaien, een vernieuwing, het komen van een minder tot een beter, en deze voortdurende her nieuwingsprocessen vormen de geschiedenis van elke ontwikkeling. Men kan bij voorbeeld ten strijde trek ken tegen de krotwoningen. Er was misschien een tijd dat wat we thans als krotwoning bestempelen, als een menschwaardige woning werd beschouwd. Nu bestaat er veel beter. We kennen de prachtige villa's en de gerieflijke werkmanswoningen met groote kamers, breede vensters, en een tuintje er- rond. Dat zijn de huizen van dezen tfld. De andere behooren tot een verleden, tot een minder beschaaf den tfld en die moeten weg. Dat behoort tot den strijd om den vorm. Maar beweren dat een huis te conven tioneel is en dat de menschen het nu eens moeten gedaan maken met in huizen te wonen, neen dat raakt de essentie en daarvoor moet ge den draad van den menscheljjken woningbouw uit de geschie denis trekken en daarmede den wortel: hetgeen ons zegt dat we moeten in een huis wonen en dat is een stuk van onze natuur. De vogels bouwen een nest, sommige dieren graven een hol. Wij menschen bou wen een huis. AFBREKEN EN OPBOUWEN. Het gaat niet steeds alles over boord te willen werpen. Dat is kleingeestigheid die ziekelijk kan wor den. Omdat de schil van een banaan bitter is, wordt ze niet heelemaal weggeworpen. Verstandige men schen kunnen onderscheiden. Distinguo zegt de filosoof. We vinden nochtans menschen die ver van filosoof zijn. Eenmaal hebben we ingezien dat er iets verkeerds in een zaak was, dat er een wantoestand heerschte en dan trekken ze er op af om alles stuk te slaan, om alles weg te werpen, én het bittere én het zoete. Het hoeft dan nooit verwondering te baren dat zulke afbrekers nimmer iets werkelijk zoets zul len vinden. Want waar iets verworpen wordt, moet tets anders in de plaats komen. En vergeten we niet dat waar er iets in de plaats komt, het beter moet zijn dan het voorgaande. Anders is het de moeite niet van af te breken, want ook dat vraagt werk en energie en... ongelukken. Wanneer men maar iets in de plaats stelt dat even goed is, heeft men veel ver loren bij het afbreken. Maar nu is het kenmerkende van een afbreker juist zijn negatinisme. Een afbreker stelt niets in de plaats. Hij zou niet weten wat, daar aan denkt hij niet, dat heeft hij nooit kalm berede neerd. Dat is werk voor... de opbouwers, maar in elk geval het zijne niet. E, n wanneer de anderen iets nieuws in de plaats zullep gezet hebben, zal hij weeral mistevreden zijn, want ook daar zal iets hem niet aanstaan en weeral zal hij het zoete met het bittere vergoeden. Ten slotte kan men met een afbre ker niets aanvangen. Hij is een passiefpost in de maatschappij, een die naar nul streeft, naar een vol ledige vernietiging van al het bestaande en hij zelf is minder dan nul. DE VOORZIENE ONVOLMAAKTHID. Daar is immers gewoonlijk een kafje in het koren. Niets is volmaakt, overal hapert er iets. Dat komt nu eenmaal uit de menschelijke onvolmaaktheid en daaraan zijn we reeds lang gewoon. Met onvolmaakt heden houden we altijd rekening in zooverre dat we steeds iets voorzien of uitvinden om aan deze onvol maaktheid op een dan nog steeds onvolmaakte ma nier te verhelpen. En zoo krijgen we dan wel iets dat min of meer perfect is. Geen enkele instelling of onderneming is volmaakt, geen enkele vereeniging, geen enkele organisatie. In een vereeniging tracht men met de reglementen alles te voorzien dat zou kunnen voorvallen. Maar ze zijn niet volledig. Hij die ze opstelde heeft voor zien dat er zich gevallen konden voordoen die hij niet kon voorzien en daarom stelt hij een artikel op waarin hij zegt dat in de betwiste gevallen de be stuursraad zal beslissen. In een fabriek zouden de machienen alle producten volledig moeten verwerken, zonder dat er iets over blijft of verloren gaat... indien ze volmaakt waren. Maar ze zijn het niet. Daarom worden er toestellen opgesteld die opvangen wat anders zou verloren gaan en het terug naar de machine voeren. Ook in onze maatschappij is het zoo. In het wet boek staan toch genoeg artikelen en zooveel regle menten zijn er bij gemaakt opdat iedereen zou weten wat hij moet doen en laten. Nu zijn er toch nog menschen die zich daarnaar niet immer schikken. Daarom werd voorzien wat in dit geval gebeurt: er zijn rechtbanken, politie, gendarmerie ingesteld en de straffen werden nauwkeurig bepaald. Maar ook werd gelukkig de positieve kant niet verwaarloosd: er bestaan belooningen voor wie goed zijn plicht doet en benoemingen en bevorderingen houden ermee rekening. HOOGER OP. Nu willen we geenszins zeggen dat we ons bij de bestaande onvolmaaktheden en wantoestanden moe- ten neerleggen. Het ware te eenvoudig om te zeggen och kom, volmaaktheid bestaat nieten daarmeé te laten voortduren wat verkeerd is. Dat is de handel en leefwijze van die welke moe van 't leven zijn, die alle fut en Jeugd en geestdrift verloren hebben. Ook daarmede gaan we ten onder omdat we blijven staan. Het leven evolueert. Het leven blijft niet staan. Er komen dagelijks nieuwe zaken en toestanden, Juist doordat er nieuwe menschen komen en die blijven niet met de handen In den schoot zitten. Dat brengt nieuwe mogelijkheden mede. Maar ook mogelijkheden tot verwarring. Ze moeten geregeld worden. In het reeds vroeger bestaande moet verbete- >men. We moeten streven naar het volmaakte, naar het ideaal. Gelukkig zijn er nog menschen die dit werkelijk doen. Ze bevorderen daardoor het geluk van anderen en maken er in de eerste plaats zichzelf gelukkig mede. Dat zijn de werkers, de wroeters die hun heele leven niets anders doen dan aan de anderen denken. Aan hen is het te danken dat de wereld sedert haar bestaan zooveel schooner en interessanter is geworden. Over hen wordt met dankbaarheid en vereering gesproken. Velen ervan zjjn voor ons on sterfelijk geworden. DE KUNST VAN GELUKKIG TE ZIJN. Nu zijn er natuurlijk weer menschen te vinden die zullen gaan vertellen dat, met al dien vooruitgang, ons geluk niet vergroot is. Doch het is een eeuwige waarheid dat de mensch zijn geluk niet kent. Hij ziet altijd wat zou kunnen zijn, en niet wat zou kun nen niet zjjn of wat eens niet was. Hij stelt zich nooit tevreden met het bereikte, doch wil verder. De mensch wil altijd verlangen. Zoolang hij het niet heeft, hecht hjj er groote waarde aan; maar eens dat hjj het veroverd heeft, vergeet hjj het en gaat weer hunkeren naar wat in zijn bereik niet ligt. Het is een groote gave te kunnen waardeeren wat men be zit. Die menschen zijn echt gelukkig. Doch ik her haal het: een rem aan den vooruitgang mag het niet worden. Dit is er nog iets bij: tevreden zijn met wat men heeft, maar toch vooruitstreven. Niet gemakkelijk! Die menschen die hun geluk niet kunnen waar deeren, zouden eens de gelegenheid moeten hebben voor een paar jaar te leven in een toestand zooais die vóór duizend jaar bestond: in den tijd dat pijni ging als straf werd toegepast en het godsoordeel het gangbare rechterlijke procédé was, in den tijd dat fiets, noch trein, noch auto, noch vliegtuig beston den, dat de kasteelheeren het volk verdrukten, of in den tijd dat bjj oorlog vrouwen en kinderen evengoed stierven als de mannen. Of nog wat verder: dat het als een misdaad beschouwd werd christen te zijn en dat de salvenhandel hoogtij vierde. Of ze zouden er 's nachts moeten van droomenZe zouden binst den dag wel leeren gelukkig zijn. Femand DE BRUYN. Vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen in zittingen van 9 Februari 194! en van 8 Juni 1942. Art 1 Cr wordt ten behoeve der Gemeente leper voor het Dienstjaar 1942, onder de benedenvexmelde voorwaarden, een belasting van 20 Fr. per kilowatt ge heven op de motoren, ongeacht de vloeistof waarmede zij worden voortbewogen Art. 2. De belasting wordt gevestigd op de na te noemen grondslagen omvat de inrichting van belanghebbende slechts EEN motor dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot het plaatsen van den motor verleend of akte van die plaatsing gegeven wordt. bl omvat de inrichting van belanghebbende verschil lende motoren dan wordt de belastbare kracht vast gesteld door de krachten opgegeven in het besluit, waar bij vergunning tot het plaatsen van de motoren ver leend of akte van die plaatsing gegeven wordt, op te tellen en deze som te voorzien van een simultaanfactoor, veranderd volgens het aantal motoren. Deze factor, gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met 30 motoren, met 1/100 van de eenheid per bijkomenden motor verminderd en blijft daarna onveranderd en ge lijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer De kracht der hydraulische toestellen wordt vastge steld in overleg tusschen belanghebbende en het Col lege van Burgemeester en Schepenen Het staat belang hebbende vrij. in geval van oneenigheid een tegenex- pertise uit te lokken. Art. 3. Zijn belastingsvrij 1) De motoren die gansch het jaar stilliggen Het stil liggen voor een duur gelijk aan of grooter dan een maand geeft aanleiding tot een belastingsvermindering in verhouding tot het aantal maanden, gedurende de welke de toestellen hebben stilgelegen Ingeval de belastingsvermindering wegens gedeeltelijk stilliggen, wordt de kracht van den motor voorzien van de simultaanfactor. die op de inrichting van belang hebbende toegepast is. Geen belastingsvermindering kan aan belanghebbende verleend worden, tenzij op per post aangeteekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten waarbij hij aan het Gemeentebestuur door het eene den datum van het stilliggen, en door het andere, den datum der we- deringangstelling van den motor bekendmaakt. Voor de berekening der belastingsvermindering gaat de motorafstelling eerst in na de ontvangst van het eerste bericht 2) De op wielen of op ander soortgelijk toestel be vestigde motor, behalve wanneer hij wegens een lang- durigen dienst tezelfder plaatse, door de gebruikbe- stemming als vast mag aangezien worden 3) De motor van een verdraagbaar toestel 4) De motor tot het drijven van een electrischen gene rator. voor het gedeelte zijner kracht overeenstemmende met deze van den generator; 5) De persluchtmotor De motorkracht gebruikt voor watermalingstoe stellen om het even van waar het water voortkomt, zoo mede deze voor ventilatie- en verllchtingstoestellen 7) De reserve-motor, dit is deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor den normalen gang der fabriek en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voör zoo ver zijn tewerkstelling niet ten gevolge heeft dat de productie der betrokken inrichtingen verhoogd wordt 8) De wisselmotor, dit is deze die uitsluitend be stemd is voor hetzelfde werk als een andere, welken hij tijdelijk moet vervangen De reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend wor den om tezelfder tijd te werken als deze die normaal gebruikt worden gedurende den noodigen tijd om de voortzetting der productie te verzekeren. Art 4. Levert een onlangs geplaatste motor niet da delijk het normaal rendement op omdat de daarmee te drijven installaties onvolledig zijn. dan wordt de niet gebruikte kracht uitgedrukt in kilowatt aangezien als reserve-kracht, in zooverre zij 20 der in het ver- gunningsbesluit opgegeven kracht overtreft Deze kracht wordt voorzien van den simultaancoëffi- cient die op inrichting van belanghebbende is toegepast. In zulk geval is de aangegeven Kw. slechts geldig voor drie maanden en moet de aangifte om het kwartaal vernieuwd worden zoolang deze uitzonderingstoestand duurt. Voor de toepassing van voorgaande alinea wordt onder c onlangs geplaatste motorenverstaan, deze met uitzondering van alle andere waarvan de tewerkstel ling dateert van het voorgaande of van het voorlaatste jaar In de speciale gevallen mogen deze termijnen ver ruimd worden Art 5 De motoren die van de belasting zijn vrij gesteld wegens stilligging gedurende het gansche jaar. zoomede deze. welke bij toepassing van de bepalingen van 2°. 3°. 4". 5°. 6° en 8° van artikel 3 vrijgesteld, ka men niet in aanmerking om den simultaanfactor van be langhebbende^ Installatie te bepalen Art. 6 Wanneer de fabricagemachines ter oorzaak van een ongeval, niet meer mochten in staat zijn om meer dan 80 van de door een belastingplichtigen mo tor geleverde kracht te verbruiken, wordt de nijveraar slechts belast op de verbruikte kracht van den motor, uitgedrukt in kilowatt, op voorwaarde dat de gedeelte lijke activiteit minstens drie maanden dure en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden ge bruikt wordt- Belanghebbende kan geen belastingvermindering be komen. tenzij op per post aangeteekende of tegen ont vangbewijs afgegeven berichten, waarbij hij aan het gemeentebestuur door het eene. den datum van het on geval. en door het andere, den datum der wederingang- stelling aangeeft Voor de berekening der belastingver mindering gaat de motorafstelling eerst in na de ont vangst van het eerste bericht. Hij moet bovendien, op verzoek van het gemeente bestuur alle stukken, overleggen waardoor de waar achtigheid zijner verklaringen kan nagegaan wonden Het buitengebruik stellen van een motor wegens on geval, moet binnen acht dagen aan het gemeentebe stuur genotifieerd worden, op straffe van ontzetting uit het recht op belastingvermindering ALGEMEENE BEPALINGEN Art. 7 De telling der belastbare elementen wor'dt gedaan door de beambten van het gemeentebestuur Deze ontvangen van belanghebbenden eene geschreven en geformuleerde aangifte gelijk aan het model door het gemeentebestuur voorgeschreven. Art 8 De exploitant is er toe gehouden de even- tueele veranderingen of verplaatsingen, welke zijn in stallatie in den loop van het jaar mochten ondergaan hebben, aan het Gemeentebestuur bekend te maken Art 9 Ieder overtreder van onderhavige verorde ning. hij hebbe aangegeven, niet aangegeven of valsch aangegeven, wordt gestraft met eene boete gelijk aan het dubbel van dit recht. De beboeting ontslaat niet van de betaling der belas ting Art 10 Het kohier der belasting wordt opgemaakt door het College van Burgemeester en Schepenen uit voerbaar verklaard door de Deputatie van den provin cialen raad, overeenkomstig artikel 137 der gemeente wet Wat de inrichtingen betreft, die werken op 1 Januari van het jaar dat zijn naam geeft aan het belasrtingsjaar. daarvoor wordt een voorloopig belastingkohier opge maakt volgens de gegevens, die tot grondslag gediend hebben aan den aanslag voor het voorgaande jaar De aldus bepaalde toestand wordt des voorkomend herzien bij een definitief kohier, op te maken op het einde van het jaar. wanneer de gemeente in bezit is van de vol ledige gegevens, omtrent den aanslag op het jaar van dienst, waarop de belasting betrekking heeft. Art 11. De kohieren worden ingevorderd door den gemeente-ontvanger, volgens de regelen gesteld voor de inning der rechtstreeksche belastingen ten behoeve van den Staat. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door be middeling van den Gemeente-Ontvanger, de waarschu wingsbiljetten. vermeldende de sommen, waarvoor zij zijn aangeslagen. Zij moeten het bedrag ervan betalen binnen de twee maanden te rekenen van den datum waarop voornoem de waarschuwingsbiljetten werden afgegeven (zitt. van 8 Juni 1942) Art 12. De reclamaties, waartoe bewuste belasting mocht kunnen aanleiding geven, worden binnen drie maanden, te rekenen van den datum waarop het waar schuwingsuittreksel uit het kohier werd afgegeven, aas de Bestendige Deputatie gericht. De reclamant moet niet bewijzen dat hij de belasting betaald heeft. Wat de materieele missingen betreft, zooals herhalin gen van t zelfde, rekenfouten, enz de belastingschul digen mogen de verbetering ervan vragen zoolang de deputatie de gemeenterekening van het jaar van dienst, waarop de belasting betrekking heeft niet aangezuiverd en goedgekeurd heeft. Art. 13. De overtredingen van onderhavige verorde ningen worden vastgesteld door de ambtenaars aange wezen bij het Koninklijk besluit van 30 Augustus 1920. artikel 60, Hoofdstuk I, aangevuld door dat van 13 Juni 1921 en door deze vermeld in artikel 14 der wet van 15 Juli 1871. De processen-verbaal worden geviseerd en genoti fieerd overeenkomstig het bepaalde van paragraaf 2. artikel 1 der wet van 28 December 1912. Art. 14. De Gemeenteraad mag den overtreders toelaten een minnelijke schikking voor te stellen, on verminderd de betaling der belasting. Om aangenomen te worden moet de aanvraag voor minnelijke schikking ten gemeentesecretariaat inkomen Binnen acht dagen na den wezenlijken datum van het proces-verbaal. Eens dit tijdsbestek voorbij, is ze niet meer ontvankelijk. Art 15. De overtredingen worden gebracht voor de rechtbanken van politie of van correctioneele poli tie. volgens den aard van het geval. Art. 16. De boeten worden ingevorderd door den gemeente-ontvanger. Zij komen voor een derde toe aan de agenten die de overtredingen hebben vastgesteld, voor een derde aan de armen der gemeente en voor het overige aan de gemeente zelf. Onderhavige verordening wordt onderworpen aan de goedkeuring der hoogere bevoegde overheid. Gedaan in zitting van den 9 Februari 1942. De Secretaris. De Burgemeester-Voorzitter, (get) G- Versailles. (get.) J. Vanderghote- Voor gelijkvormig uittreksel Bij bevel De Secrete ris. De Burgemeester en Schepenen. A. Versailles. A. Notebaert STAANDE PERS ZONDAG 23 OOGST 1942 Om 15 uurVOORMEZEELE Oppervogel 150 frank Twee zijdvogels, elk 75 fr.; Twee kallen, elk 35 fr.; Kleine vogels 20 fr en boven de 80 schutters aan 25 fr Inleg 25 fr. Om 3 uur: KILLEM (bij Billiaert Ch.) Oppervogel 200 fr Inleg 25 fr. MAANDAG 24 OOGST 1942 Om 3 uurKILLEMOppervogel 400 fr. Inleg 50 frank. ZONDAG 30 OOGST 1942 Om 14 1 uur: ZILLEBEKE DORP

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1942 | | pagina 2