Prijs 0.75 fr.
NIEUWS NOTARIEEL - 6. AANKONOIGINGSWEEKBLAD
VOOR HET ARRONDISSEMENT YPER
Uitgever
DUMORTiER. 34. Boterstmar
Tel. 500 YPER
West - Vlaanderen's
stedelijke
en
Wat de kennis der Waarheid
in den weg staat
C. Yper A.
19 tegen
\Y. S. Houthulst
23° Jaar, Nr 19
Vrijdag 28 Oogst 1942
HET YPERSCHE
ABONNEMENTSPRIJS
V intr Mclgie één jaar36.00 fr.
zes maanden 18.00 fr.
Vlen kan inschrijven
ia alle Belgische Postkantoren
TARIEF van AANKONDIGINGEN
op aanvraag aan de Drukkerij Dumortier
34, Boterstraat, Yper
Tel. 500 Postch. 46.173 - H. R. Yper 220
STAD IEPER
BEVOORRADINGSDIENST
Aardappelzegels
De aardappelkaarten zullen nog worden uitgereikt tusicben
1 en 5 September telkens van 9 tot 12 uur en van 14 tot
15 uur.
Bericht aan de Werkgevers
De werkgevars worden verzocht de inventarissen der bij
zondere zegels voor de periode van 19 Juli tot 31 Augustus
1942 In te dienen op het Hureel van den Bevoorradingsdienst,
vanaf 1 tot en met 5 september 1942. Tegen de werkgevers
die de inventarissen na dezen datum zouden indienen, zal
proces verbaal opgemaakt worden.
Verdeeling van Schlamm
Sommige leveranciers en verbruikers verklaren op een ver
keerde wijze het uitvoeringsbesluit van den 27 jnli 1942
(Staatsblad van 1 Augustus 1942) dat den verkoop in het
klein van sommige huisbrandstoffen regelt. De belangheb
benden worden er opmerkzaam op gemaakt dat bet rantsoen
schlamm of schlammbriketten, hetwelk in beginsel op 90 kg.
vastgesteld is, volgens de bawoerdingen zelf van bovenbe
doeld besluit op 75 kg mag verminderd worden, dui 15 kg.
minder bedragen mag. Hijgevolg moet de afwijking enkel en
alleen naar onder begrepen worden, zulks wegens het ge
wichtsverlies dat de schlamm ondergaat tijdens de behande
ling en het vervoer van den voortbrenger naar den verbruiker.
STA1) IEPER
Kunsttentoonstelling
Kultuurdagen
De kultuurdienst van West-Vlaanderen deelt mede
dat de tentoonstelling der West-Vlaamsche kunste
naars, welke in alle steden van West-Vlaanderen
rondreist, van 30 Augustus tot 6 September 1942 te
leper zal zijn in de lokalen van de Beroepsschool,
Meenenstraat. De tentoonstelling zal door het publiek
kunnen bezocht worden alle dagen van 10 tot 12.30
uur en van 15 tot 18 uur.
Deze kunsttentoonstelling gaat gepaard met het
houden alhier van de stedelijke kultuurdagen. Hier
door wordt nagestreefd dat ons volk, door het leeren
kennen en waardeeren van zijn eigen kunstenaars en
eigen kunstschoonheden, zich dieper bewust zou voe
len van zijn eigen kultureele waarde. De kunstten
toonstelling biedt tevens de gelegenheid aan de kunst
minnende bevolking hare sympathie te betoonen aan
onze West-Vlaamsche kunstenaars en ze in deze
moeilijke tijden te helpen.
PROGRAMMA
Zondag 30 Oogst:
Van 10 tot 10.30 uur: Beiaardeoncert.
Te 10.30 u. in de feestzaal van het stadhuis: opening
van de stedelijke kultuurdagen. Uitvoering van ka
mermuziek. Inleidingswoord van den heer Buckinx,
Voorzitter van het inrichtingscomité der stedelijke
kultuurdagen. Toespraak van den heer Burgemeester
A. Notebaert. Feestrede door E. H. Lambrechts, pro
vinciaal leider der kuituurdiensten.
Te 15 uur in den Stadsschouwburg: opvoering van
Koning Oidipusdoor den Koninklijken Neder-
landschen Schouwburg van Gent.
Te 20 uur: Beiaardeoncert door den heer Rycke-
lyaek, stads beiaardier.
1. Prelude J- Van Hoof
2. Twee oud-vlaamsche liederen:
a) 's Avonds als ik slapen ga
b) Naar Oostlandt willen wij rijden
3. Eerste fantasia Peter Benoit
4. a) Das zerbrochene ringlein Fr. Glilck
b) Der lindebaum Fr. Schubert
Offerlied L. Von Beethoven
a) Menuet A. J. Degroot
b) Menuet in G L. Van Beethoven
6. a) Uit Samson et Dalila
Mon cceur s'ouvre A ta voix C. Saint Saëns
b) Ma poupée chérie Déodat de Severac
7. Vlaamsche dans O. Van Dunne.
Maandag 31 Oogst:
Te 19.30 uur in de feestzaal van het stadhuis: Uit
voering van kamermuziek. Voordracht door Prof. R.
lm Roosbroek over de geschiedenis van de stad
lvper.
Donderdag1 3 September:
ie 19.30 uur in de feestzaal van het stadhuis: Uit
voering van kamermuziek. Voordracht door Prof. Ir.
Moo Leura over architectuur.
Zondag 6 September: Beiaarddag.
Te 11 uur: Beiaardconcert door den heer Rycke-
^Kk, stads beiaardier.
TC 15 uur in de feestzaal van het stadhuis: De heer
Senaat Mae», leider der Tooneelkamer van Leie-
kmd s. zal lezing houden uit eigen werk. De heer Staf
stadsbeiaardier van Mechelen, geeft een voor
dracht over beiaardkunst.
Te 16 uur: Beiaardeoncert gegeven door twee leer
lingen van Staf Nees.
TC 20 uur: Beiaardeoncert gegeven door Meertar
Nees, stadsbeiaardier te Mechelen.
Wg kunnen tot de kennis der waarheid geraken
langs verschillende wegen en op verschillende wijzen.
Nu is het niet van belang ontbloot de beletselen te
kennen en wat wij doen kunnen om de struikelblok
ken weg te nemen.
Een vijand onzer rede is vaak onze hartstocht.
Onze jeugdige lezers gelieven vooral op deze waar
schuwing te ietten.
Hoe kan onze hartstocht ons geheel en al mislei
den en ons beletten de waarheid te zien?
Ziehier hoe een schrijver de zaak verduidelijkt. De
hartstocht verwrikt het oogpunt, waaruit het voor
werp bezien, en alleen recht bezien kan worden.
Wanneer het oogpunt verwrikt is, dan is het ook
voor ditmaal met de rechte kennis gedaan.
Wanneer gij de ster X wilt beschouwen en uwen
verrekijker op deze ster gericht houdt maar een
vriend heimelijk uw verrekijker komt verdraaien en
dien op ster Z richt, dan zult gij voorzeker ster Z
zien en niet ster x als gij de dwaling niet tijdig
ontdekt. Het is niet de verrekijker die de schuld is
van uw dwaling en ook niet uw oog of ook het sterre-
beeld niet, maar wel uw vriend, die het instrument
verdraaide. De vriend, die ons het meest den kijker
verwrikt is onze hartstocht.
Hij vertoont zich aan ons onder verschillende ge
daanten, te weten, begeerlijkheid, eigenliefde en ver
beelding.
De begeerlijkheid is onze rede het meest vijandig,
omdat zij het meest met onze zinnelijkheid in ver
band staat. Wij houden voor waar wat wij wenschen
en dat dikwijls zonder onze rede in het minst te
raadplegen. De hersenschimmige verwachting, die uit
dat begeeren voortspruit, doet alle verstandige be
rekening der waarschijnlijkheid ophouden. Hoe komt
het dat er zoovelen ten onder zijn gegaan door dob
belspel, loterijen en speculatiën van allerlei aard?
Waren het geen begeerlijkheid en winzucht, die ze
in het verderf stortten? Wie deze ondeugden ook
maar in het klein toegeeft, onderdrukt zijn rede en
maakt ze onvatbaar voor het besef der waarheid.
Menigeen heeft zijn ongeluk bewerkt door alleen
naar de stem der begeerlijkheid te luisteren. Hoe-
velen hebben hun beroep slecht gekozen, een ver
keerd ambt nagejaagd, huwelijksverbintenissen en
ook andere met lichtzinnigheid aangegaan, wanneer
de rede hunne besluiten en keuzen diende te wijzigen.
Een andere hoofdbron van dwaling is onze eigen
liefde.
Ze doet ons ja en neen zeggen op onze besluiten
en overleggingen, niet omdat ze waar zijn, maar
omdat ze van ons eigen persoontje komen. Het is
dan geen gezond verstand of geen rede, die ons doet
oordeelen, maar wel ons eigen ik.
Noemen we vooreerst de beslissingszucht, die
vooral voor jonge menschen hoogst gevaarlijk is. Men
beslist met overijling, zonder onderzoek over zaken,
die met recht aan twijfel onderhevig geacht worden.
Niets misstaat zoozeer de onervaren jeugd, die steeds
bescheiden dient op te treden inzonderheid in het
oordeelen.
Hiertegenover staat twijfelzucht.
Twijfelen is voor den verstandigen zoeker een mid
del om de waarheid te ontdekken. Doch hg, die het
twijfelen tot het doel zijner overdenkingen maakt en
twijfelt, omdat hij twijfelen wil, zal de waarheid niet
vinden. Meestal is dat ook maar een gevolg van
eigenliefde, want in plaats met de overige menschen
eenvoudig weg toe te geven en te gelooven, wil hij
zich liever over de klaarblijkelgkste dingen suf den
ken en bedenkingen en twijfels opstapelen, om zich
te doen gelden. Zulke menschen deden goed het woord
van den Apostel Jacobus te overdenken: «Die twij
felt, is gelijk een baar der zee, die door den wind
ginds en herwaarts wordt gedreven.
De zucht tot tegenspraak grenst aan dezen harts
tocht. Hij doet ons neen zeggen alleen omdat anderen
ja zeggen en omgekeerd. Dat is onedel, onverstandig
en hatelijk.
Tegenspraak kan hoogstnuttig zijn, zelfs bij alge
meen erkende waarheden, als ze niet tegen het alge
meen gezond menschenverstand aandruischt; ze kan
zelfs noodzakelijk zijn, waar het een eenig middel is
om heerechende dwalingen en verkeerdheden aan
het licht te brengen, doch de zucht tot tegenspraak
heeft deze bedoeling evenmin als de twijfelzucht.
OPENINGSPLECHTIGHEID
WHITE STAR-TERREIN
gelegea nruggesteenweg (Kulfvanrl)
Om 3 uar
Blue Star Poperinge E. Boezinge
Oa 5 uur
White Star leper F. C. Comines
Inkomprijs 5 fr. Kinderen 2 fr.
Alle Voetballiefhebber** daarheen
bebbeibeibeibbeibbebb
VOETBAL
0 Zondag 30 Oog*** Q
om 15 uur
g op het Ypersch Stadium, Augustijnenstraat [I]
g Ingang 4 fr. - Tribune 1 fr. opleg
EH=lt=][=]EU=lF=l[=lE]E]E)I=]EiBElEIE]
Hij, die slaaf is van dezen hartstocht, wil tegen
spreken om te spreken. Het is hier niet om de
waarheid te doen, maar wel om zijn gevoelen op te
dringen. Zoo iemand neemt doorgaans zijn toevlucht
tot veroordeelingen en machtspreuken, die juist zijn
ware bedoeling verraden, omdat hij het klaarblijke-
lijkste zelfs niet wil toegeven.
Vandaar komt men gemakkelijk tot redeloos dwee-
pen. Menigmaal was dit de klip waarop vele geleer
den met hun stelsels schipbreuk leden. Een dweeper
noemen wg iemand, die zijn geliefkoosd denkbeeld
zoozeer tot zijn afgod maakt, dat hg er totaal door
beheerscht wordt en zijn ongerijmde toepassingen
zelfs niet meer ziet. Een rede-dweeper dweept met
het denkbeeld, dat zijn veratand hem genoegzaam is,
om alles te weten. Aan zijn afgod offert hij de waar
heid zelve op. Deze hartstocht is daarom zeer gevaar
lijk, want hg verleidt dengene, die het ijverigst is
in het onderzoek naar de waarheid.
Hier kunnen wij twee hartstochten bijeenvoegen,
die zich op dezelfde wijze vertoonen: eigenwijsheid
en geleerdheiddweeperij.
De eigenwijze of bestweter meent bij elk nieuw
onderzoek of betoog der waarheid, dat hij het beter
weet, niet omdat hg in staat is daarvan onmiddellijk
bewijzen te leveren, maar omdat zijn vertroeteld ik
niet dulden kan, dat een ander hem onderricht. Hij
wil slechts door zijn eigen wijsheid en wetenschap
onderricht en terecht gewezen worden. Hierdoor
toont hg juist, dat het aandeel wijsheid en wetenschap,
dat hij meent te bezitten, in vergelijking van zijn
eigenwaan en aanmatiging, onnoembaar gering is.
Hij inderdaad, die waarlijk wijs en ervaren is, laat
geen gelegenheid voorbijgaan om zijn kennis te ver
meerderen.
Onze eigenliefde doet nog een anderen hartstocht
ontstaan, die doorgaans met de meeste overige ge
paard gaat: de zucht om vol te houden en gelijk te
hebben.
Niemand zal twijfelen, dat wij bezield met de
beste inzichten om de waarheid op te sporen, van
den weg kunnen afdwalen. Niets is dus natuurlijker,
dan dat wg ons door een verstandige en welgegronde
tegenspraak laten overtuigen. Doch ons eigen Ik
staat hier weerom in den weg. Wij willen het een
maal gestelde en voor waarheid aangenomene niet
terugnemen. We schamen ons, verkeerdelijk helaas!
om onze dwaling te erkennen, en wij willen, tegen
de klaarste bewijzen in, volhouden en gelijk hebben,
niet omdat onze oprechte waarheidszin dit voorhoudt,
maar omdat wij ons gevoelen eenmaal zoo hebben
vastgesteld, en daarvan geen vingerbreed willen
afwijken. We mogen aan dezen hartstocht, zooals we
meermaals onze ondeugden en verkeerdheden zoeken
te vergoelijken en te bewimpelen, den naam en den
schijn van een deugd geven; we mogen hem stand
vastigheid of volharding noemen in plaats van stijf
hoofdigheid, hij is en blijft een trek van onze eigen
liefde, die onze zwakheid aan de kaak stelt en ons
een doek voor de oogen bindt.
De verbeelding is ten slotte een derde hoofdbron
van dwaling. De verbeelding is een heilzaam ziels
vermogen, maar we kunnen het misbruiken. Het
heilzame bestaat niet daarin, dat wij het bezitten,
maar dat wij er een goed gebruik van maken. Wan
neer wij onze verbeeldingskracht niet dienstbaar ma
ken aan de geregelde werkzaamheid onzer denkver
mogens, maken wij haar tot een afgod, waaraan wi)
zuiveren waarheidszin, gezond verstand en redenee
ring opofferen, met het gevolg, dat wg ons rede
totaal laten beheerschen en wg gevaar loopen tot
volslagen zinneloosheid over te slaan. Bij het be
schouwen en overdenken van die waarheden, welke
alleen of door onze rede, of door onze ervaring, of
door ons geloof moeten worden beslist, zorge men geen
voedsel aan zgn verbeeldingskracht te geven want.
zij is verleidelijk en voert ons tot verbijstering. Zoo
lang het op waarheid aankomt, vergenoege men zich
met te zien en te hooren, waar gezien en gehoord
kan worden men redeneere daar waar de rede
ons licht kan geven en men geloove eenvoudig en
bescheiden daar, waar het geloof van ons wordt
gevorderd. Wie zijn verbeeldingskracht te hulp roept,
vóórdat hij de waarheid kan aannemen, doet een
eersten stap tot dweeperij en stelt zich een beletsel
in plaats van een hulpmiddel op den weg naar de
waarheid.