0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Prijs 0.75 fr.
NIEUWS NOTARIEEL - 6. A A N KO N D I G I N G S W E E K B L A D
VOOR HET ARRONDISSEMENT YPER
Uitgever
DUMORTIER, 34. Boterstraat
Tel. 500 YPER
BEVOORRADINCSDIENST
Hoe de Oosterlingen
de Waarheid zien
STAD IEPER BERICHT
Ik.
0
0
0
B
0
0
0
1
0
0
0
VOETBAL
R. O. Harelbcke
23' Jaar, Nr 20
Vrijdag 4 September 1942
HET YPERSCHE
ABONNEMENTSPRIJS
vmr ttrlgiréén jaar
zes maanden
♦Ion kan inschrijven
in alle Belgische Postkantoren
36.00 fr.
18.00 fr.
TARIEF van AANKONDIGINGEN
op aanvraag aan de Drukkerij Dumortier
34, Boterstraat, Yper
Tel. 500 Postch. 46.173 - H. R. Yper 220
STAI) 1KPKR
Werden aangeduid om Duitsche zegels te aanvaarden
voor suiker Desquiens Emtel, Vandepeereboomplaats, 17.
voor boter Lemay Kinders, Rijselstraat. 74.
Daar deze kleinhandelaars een speciale reserve ontvangen
hebben om de leden van de Duitsche Wehrmacht te bedienen,
is het aan de andere kleinhandelaars varboden nog Duitsche
zegels te aanvaarden.
Er wordt tar kennis gebracht van de belanghebbenden dat
de speciale zegels Nr 3 voor boter kunnen verbruikt worden
bij al de kleinhandelaars, welke over een vergunning tot den
verkoop van boter beschikken.
Het ia aan de winkeliers slechts in ZEER uitzonderlijke
gevallen toegelaten zich aan te bieden met rantsoeneerings-
kaarten van personen die van winkel wenschen te varanderen.
De personen dienen zich persoonlijk te wenden tot het bu
reel van den bevoorradingsdienst elke maand vanaf den
eersten tot en met den vijfden.
Verdeeling van bereide Vleeschwaren
Tot aanvulling van de rantsoeneeringstabel geldig voer de
periode 30 Augustus tot 28 September 1942. zullen de zegals
Nr 9 dienen tot het bekomen van bereide vleeschwaren.
leder zegel Nr 9 zal recht geven op 30 gram gekookte
vleeschworst Deze produkten zullen te koop gesteld worden
door de beenhouwers, spekslagers, penserijwinkeis. en han
delaars uitsluitend belast met den verkoop van vleeschwaren,
van ai da gem ponten van het land.
Winterhulp - leper
Vischbedeeling
In de lokalen van Winterhulp zal een bedeeling van visch
in pekel plaats hebben waarop alle ingezetenen van stad
recht hebben.
Rantsoen naar willekeur 0,5 kgr. af I kgr.
Pasgeld 10 fr. per kgr.
Vischkaart en noodige verpakking medebrengen
UURREGELING
Maandag 7 September
van 9 tot 10 uur beginletters A tot en met C
van 10 tot II uur D tot en met Dem
van It tot II,30 uur Dem tot en met Dx
van 14 tot 15 uur E tot en met I
van 15 tot 16 uur J tat en met M
van 16 tot 16 30 uur N tot en met Q
Dinsdag 8 September
van 9 tot 10 uur Beginletters R tot en met U
van 10 tot 11 uur V tot en met Vanx
van 11 tot 11,30 uur Ve tot en met Vx
van 14 tot 15 uur W tot en met Z
Bereiding De visch kan, in den toestand waarin men
hem ontvangt 4 tot 5 dagen bewaren in een heel koele plaats.
De visch, die men voor een maaltijd wil gebruiken, bereidt
men op volgender wijze
4 uur voor den maaltijd wasschen en 2 uur laten wee^en
in water reinigen en daarna 2 uur laten weeken in een
mengsel van azijn en water, waarbij men enkele ajulnscbijf-
jea gevoegd heeft (het weeken moet geschieden in een heel
koele plaats
Bedeeling van Pastei
Op Woensdag, 9 September, zal een bedeeling van pastei
plaats hebben, waarop enkel de door Winterhulp onder
steunde gezinnen recht hebben. Het rantsoen per persoon
kan nog niet bepaald worden men brenge voor alle zeker
heid 1 zegel Nr 9 en 3 zegels Nr 10 per rechthebbende mede.
Verpakking en Wintarhulpkaart medebrengen
Kolen
Enkele gezinnen, die hun kolentickettcN ontvangen hebben
voor de perioden Juni-Jull en Augustus, hebben tot nu toe
de kolen bij den verdeeler niet afgehaald. Hun aandacht
wordt er op gevestigd dat deze ticketten na 15 September
geen waarde meer zullen hebben.
Er wordt ter kennis gebracht der Bevolking dat de
Stadsontvangerij overgebracht is Korte Torhoutstraat,
Nummer 37
leper, den 1 September 1942.
De Secretaris. De Burgemeester en Schepenen,
A. Versailles. A. Notebaert.
I4TAD IEPER
West - Vlaanderen's Kunsttentoonstelling
en stedelijke Kultuurdagen
Zondag 6 September: Beiaarddas.
Te 11 uur: Beiaardconcert door den heer Rycke-
lynck, stads beiaardier.
Te 15 uur in de feestzaal van het stadhuis: De heer
Kenaat Mae», leider der Tooneelkamer van «Leie
land zal lezing houden uit eigen werk. De heer StaI
Noes, stads beiaardier van Mechelen, geeft een voor
dracht over beiaardkunst.
Te 16 uur: Belaardconoert gegeven door twee leer
lingen van Staf Nees.
Te 20 uur: Beiaardconoert gegeven door
Staf Nee», stadsbeiaardier te Mechelen.
Zl« Programma's der Beiaardconcerten ep blz. 2
Tot hiertoe hebben wij gehandeld over de logische
of redeneerkundige waarheid, zoo genoemd, omdat
de logica zich hierin bij de wet van het denkvermo
gen, als bij het grondbeginsel van alle redeneering,
bepaalt. Bij de waarheid in het algemeen hebben wij
slechts haar kenmerk te zoeken, en dit bestaat in
overeenstemming. Dit kenmerk vinden wij steeds, in
welken zin het woord waarheid ook genomen worde.
Bij wijze van afleiding geven wij heden een azia-
tisch verhaal, dat ons de typische zienswijze der
Oosterlingen weergeeft.
Een Fakir bewandelde een veldweg en tuurde
bijwijlen stijf en strak naar het puntje van zijn neus.
Eensklaps stampte hij met den voet op den grond:
«Waarachtig, riep hij uit, de grond klinkt hier hol!
Er ligt wellicht een schat; indien ik hem vind, wordt
j ik een man van aanzien. De Fakir krabbelde den
i grond weg en ontdekte een onderaardschen gang. De
vermoeiende arbeid had echter zijn geduld en krach
ten uitgeput. Het is maar een afgesloten put, mom
pelde hij, al mijn arbeid is verloren Misnoegd wen
telde hij een steen weg en blikte in de diepte. Doch
plotseling trad een druipnatte, verkleunde en naakte
vrouw te voorschijn. Onthutst zag de Fakir toe. Hare
schoonheid verblufte hem zoozeer, dat hij vergat hare
schamelheid te bedekken.
O Gij, die de dochters van Brahma in schoonheid
verre overtreft, zeg me wie ge zjjt, en waarom ge
huist in dezen put!
Op dezen kreet van verrassing antwoordde de ver
schijning: Ik ben de WAARHEID
De Fakir verbleekte "en sloeg hol over bol op de
vlucht. Het huis van den Fakir stond voor de Waar
heid niet open.
De maagd, aldus verlaten, kuierde vreedzaam naar
de stad. Haar voorkomen baarde minder opzien in
Indië dan in andere min gezegende luchtstreken.
Dichters, kooplieden, sultanes en gesnedenen ont
moetten haar onderweg.
De dichters dachtten: «Wat mager schepsel!»,
de kooplieden: «Zij ziet er erg onnoozel uit!», de
sultanes: Wat is zij onbeschaamd! de gesnedenen:
Wat is zij naar!
Maar niemand deed iets voor haar kommerlijken
toestand.
Een wellustig hoveling ging ook voorbij. Getroffen
door haar zachte, blanke huid, noodigde hrj haar uit
plaats te nemen in zijn draagbaar.
Nauwelijks was zij gezeten of de gemalin van den
Keizer, die toevallig op een kameel voorbijreed, trok
haar aandacht: «Zie eens, riep zij, wat krommen
neus de sultane heeft!
De hoveling sidderde bij den uitroep, die voor hem
de schrikkelijkste gevolgen kon hebben, want de wet
verbood op doodstraf goed of kwaad te spreken over
den neus der sultane. Vol woede sleurde hij de Waar-1
heid uit zijn draagstoel en smakte haar op den weg.
Ik was wel gek, vloekte hij, mij met zulke gevaar
lijke klapekster op te schepen
De Waarheid vervolgde bedaard haar weg en na
derde de stadspoort. Zij kwam nog een man tegen,
die op een dagbladschrijver geleek. Ze vroeg hem
of hij geen plaats kon aanwijzen om te overnachten.
De man haastte zich zijn eigen huis aan te bieden,
in den waan, dat* deze ontmoeting een voorbode van
geluk was. Hij had namelijk het plan opgevat de
inwoners zijner stad dagelijks te prijzen in een cou
rant en hoopte, dat het zaakje geld zou doen regenen.
Het overgroot getal inteekenaars en de bijval der
eerste nummers voorspelden den besten uitslag.
De reizigster stuurde echter de zaken van den
armen man deerlijk in de war. Hij had ternauwer
nood tijd om zijn dagblad op te stellen. De Waarheid
zag hem werken zonder één woord te spreken, doch
naderhand wischte zij het geschrevene weer uit met
het noodlottig gevolg, dat de courant twee dagen
achterwege bleef. De vizier, die de voornaamste aan
deelhouder en medestichter van het vennootschap
was, ontbood den uitgever en stond toe, dat hrj zich
verdedigde, doch eerst na hem vijftig stokslagen
toegediend te hebben. De welsprekendheid van den
gazetschrijver verbitterde hem echter dermate, dat
hij den roekelooze wegzond met honderd stokslagen
bovendien.
Dit onverwacht bijvoegsel bracht heel wat op
spraak teweeg, want de vizier ging door voor een
rechtvaardig man. Hij zou waarschijnlijk ook zoo
niet gehandeld hebben, had hij het niet gedaan, om,
tijdens de strafuitvoering, de Waarheid in het ge
niep te kunnen oplichten.
De vizier was blij, omdat hjj alleen nu de Waarheid
bezat. Hij hoopte er partij van te trekken tegen zijn
vijanden. Ongelukkiglijk berichtte hem de Keizer,
dat hij nog denzelfden dag een bezoek zou brengen.
De Waarheid bracht hem nu in de grootste ver-
j legenheid. Hij moest het ergste vreezen als zijn
Opperheer de verscholene ontdekte. Daarom besloot
i hij, dat zij om wille van het algemeen welzijn, ter
i dood zou worden gebracht.
B V.
£=J2= 1=11=11=11=1 El BB
E=H=H=H—11=11=11
B. Seizoen 1942-43
Zondag 6 September 194S
om 14.30 uur
op het Ypersch Stadium, Augustijnenstraat
C. Yper A.
tegen
Ingang 4 fr. - Tribune 1 fr. opleg
Vier emirs kwamen in stilte, plaatsten het slacht
offer zeer beleefdelijk tusschen twee geborduurde en
sterk welriekende kussens in zijde en versmoorden
haar met de grootste omzichtigheid. Zij wierpen
daarna het lijk in een verafgelegen hoek van den tuin
des viziers.
De groote mannen verbeeldden zich toen, dat de
Waarheid dood was. De vrije lucht wekte echter
nieuwe levenskrachten en liet haar toe met de duis
ternis te ontsnappen. Ze vluchtte in de uitgestrekte
bibliotheek, waar de Braminen, sinds vijf duizend
jaar, de vruchten der menschelijke wijsheid ophoop
ten. Bevend van de koude ontstak ze in de leeszaal
een vuurtje met de losse bladen van een handschrift.
Die onvoorzichtigheid stak den brand in het gansche
gebouw. Zij zelf vond slechts den tijd om met eenige
boekdeeltjes te ontkomen.
De bibliotheek verbrandde en de bibliothecarissen
eveneens.
De Keizer woonde de ramp bij en kon niet nalaten
met een heimelijk genoegen op te merken: «Zulk
prachtig vuurwerk is een echt buitenkansje! Zijn
woorden waren oprecht, want sinds jaar en dag
maakten de boeken de naijver der Indische Keizers
gaande.
Het natuurlijk gevolg was, dat de vizier de ont
snapte Waarheid vogelvrij verklaarde. Van den eer
sten ochtend stond de proclamatie deswege op alle
hoeken der straten aangeplakt. Deze voortvarend
heid moet niemand verwonderen, want in alle kan
selarijen der wereld liggen bij voorraad bevelschrif
ten tegen de Waarheid gereed.
De ongelukkige vluchtelinge bereikte brj het krie
ken van den dag een net huisje buiten de stadswallen.
Het was de woning van den wijsgeer Bidpaij. Zij trad
zonder aarzelen binnen, zeide wie ze was, en vroeg
een schuilplaats.
Uwe vrijmoedigheid behaagt me, antwoordde de
wijze. Weet echter, dat niets u redden zal, in geval
gij herkend wordt. Daarom volg mij Zij klommen
daarop naar de bovenste verdieping en gingen een
vertrek binnen vol laden, tafels en kasten gevuld
met huiden van allerlei dieren, basten van planten
en bekleedsels van alle slag van wezens. Klaarblij
kelijk was dit het kabinet van een fabelschrijver.
Nadat Bidpaij alles getoond en verklaard had, sprak
hijDewijl gij u niet kunt verbergen noch weet te
zwijgen, zoo moet men u, voorzichtigheidshalve, ver
mommen. Ik kan u, naar verkiezing, in een der
wezens veranderen, die gij hier ziet, en die oogen-
blikkeljjk op mijn bevel herleven. Gij zult onder deze
nieuwe gedaante kunnen spreken, en zelfs den vizier
zult gij zijn misdaden kunnen gaan verwijten.
De Waarheid vond het voorstel voortreffelijk. Zij
bezielde het genie van haar bevrijder: een groot
licht verspreidde zich over geheel Indostan. De vizier
werd afgezet, en Bidpaij in zijn plaats verheven. Hij
bereikte in deze betrekking, te midden van de zege
ningen des volks, een hoogen ouderdom.
Zijn uitstekend geluk lokte een menigte navolgers,
die met de uitwerkselen der leerzame fabel en de
erfenis van Bidpaij wilden deelen; maar de Waar
heid, die hunne bedoelingen doorgrondde, ging voort
zich te verbergen in de werken der wijzen en liet de
anderen aan de buitensporigheden hunner verbeelding
over.
Zoo kwam het, dat de fabeldichters twee groepen
vormden: de grootsprekers en de humoristen.
De grootsprekers willen kost wat kost heerschen.
Ze lokken het volk bijeen en schreeuwen luidkeels:
Slaven van Brahma, gelooft of gaat ten onder,
want wij alleen oordeelen en wat wij zeggen is de
waarheid!»
De humoristen verzoeken de voorbijgangers zon
der veel gebaar even te willen toeluisteren:
Indien gij gaarne uw hart eens ophaalt, zeggen
ze, lach dan een poosje met ons. Hetgeen we gaan
vertellen is niet uit den booze: het is maar een
fabel. Edoch, ons vroolijk verhaal zal de waarheid
in uw hart uitstorten. Lach gemoedelijk meê, en
maak middelerwijl het voornemen u te beteren.