DE KORTRIjKSCHE
VERZEKERING
WGTGN/eWAPPELli
2
werd andermaal bewezen door bet uitgeven van
Vlaamsche en buitenlandache keurboeken. De ver
koopsprijs van bun schattige gepubliceerde werken
met het geprezen formaat en de leesbare karakter,
bleef onder de 20 frank.
lEPÊRSCH KftONIEKSKE
Rood - Kruis Afdeeling leper
Nieuwe stadsontvanger benoemd te leper
Benoeming van
Adjunct - Politiecommissaris te leper
Dagelijksche Groenselmarkt
LET OP
Gij die roerende of onroerende
goederen bezit.
BRAND - LEVEN
- ONGEVALLEN -
Bijkantoor IEPER, Patersstraat, Nr 8.
Omer ROBYN - TEMPERMAN.
Beroepsvereeniging
der Meesters Lood- en Zinkwerkers
van het Arrondissement leper
HET YPERSCHE 18-9-1942
De jong gestichte uitgeverij Pro Arte vestigde
eveneens de aandacht op zich met enkele goedkoope
en sierlijk uitgegeven boeken. (Vervolgt)
In ons vorig praatje met den lezer hadden we het
dus over den laster. We eindigden met erop te wjjzen
dat dit hatelijk gebruik recht tegen de naastenliefde
ingaat en dat het meestal in de jaloerschheid wortelt.
Jaloerschheid is inderdaad zoo'n soort hoofdzonde
en het verwondert ons dat de Kerk ze niet als achtste
ledemaat b(j het monster heeft gevoegd dat we thans
als zevenkoppig kennen. Temeer dat zeven nu heet
een heilig getal te zjjn en dus de zonden en gebreken
nu juist niet per zeven zouden moeten gegroepeerd
staan.
Maar we zullen nu in geen ander vaarwater gaan
en bljjven dus bij de jaloerschheid, hoewel we niet
gaarne over dien etter spreken en liever hadden
verteld van de laatste bloemen die met een melan-
cholischen glimlach in onze tuinen talmen en de
zilveren voile die de nakende Herfst over ons mooie
Vlaamsche landschap werpt.
Te weenen met die weent.
Dat wordt nog al betracht.
Maar minder dan men meent
Te lachen met die lacht,
zegt Van Meurs. Inderdaad komt u een ongeluk over,
dan vindt ge aanstonds een heele groep menschen
om u te beklagen minder om u te troosten. Men
denkt dikwijls dat het vrienden zijn en men is ge
neigd ze dankbaar te wezen, want in het wee doet
het goed iemand bjj zich te hebben die meêtreurt.
Maar pas op! Zoo dikwijls zijn het er die wat al te
veel leedvermaak hebben. Ze zjjn er inwendig bljj
om dat het u slechter gaat dan hen of minstens dat
het hun beter gaat dan u.
KOND DEN KOFFIEPOT.
O. als het u slecht gaat, benijden ze u niet meer,
dan moogt ge houden wat ge hebt. Maar zijt ge
gelukkig, gaat het u wel, dam is dat te veel, dat
kunnen ze niet verkroppen en de tongen komen los.
Het is verdacht als iemand wat welstand kent, van
waar zou hjj dat geld wel vandaan gehaald hebben?
Zoo dikwijls is het er gekomen met noesten arbeid
in stilte waarvan niemand weet. Het gaat degenen
die het slechts leven altjjd bestDat heeft hij
niet verdiendDaar zal wel eens iets uitbre
ken Zoo zijn de zinnen die in stilte van mond tot
mond de ronde doen. Zoo martelt de laster in de
jaloerschheid. Zoo wordt er gepraat b(j den koffiepot!
Ware het niet dat ik ongraag goede dingen ver-
wensch, die koffiepot zou al lang mijn slachtoffer
geweest zjjn. Het moet wel zjjn dat de koffie of thee
maar een voorwendsel uitmaakt, want nu er geene
meer te vinden is, wordt er... ersatz opgeschon
ken. Doch de conversaties zijn echte, pure en... aan
gebrande... laster! Om je lippen van af te likken,
Marie, 't Beste huis in heel den omtrek. Ge moet
daar eens gaan, ge zult wat hooren
'k Vraag mjj dikwijls af wat er in sommige van
die las terwinkeltjes, waar de bel niet aan de deur
hangt, maar binnen de opening van de debatten aan
kondigt, wel mag besproken worden.
Sommigen doen dat zeer ongegeneerd. Het gaat
zooals in 't theater: doek om 2 of 3 uur den Zondag
namiddag. De dames en heeren zijn stipt op uur. Roo-
ken is niet verboden. Installeert u maar. Elk heeft
een zetel, ze zitten in halven cirkel. We gaan begin
nen hé, dames en heeren. Het gordijn gaat open. Het
tooneel stelt voor (of liever is)een straat van leper.
Daar passeeren gij en ik en iedereen die, na een week
binnenzitten, van de goeie lucht wil profiteeren.
SCHOUWSPEL EN BESPREKING.
En daar hebben we nummer één. Wat dunkt u,
dames en heeren, niet te mager of te vet? Ha, een
beetje te vet. Ja maar, ze zitten er dik in, weet je.
Die koopen wel in den woeker. Ten andere, de zoon
doet niets anders van 's morgens tot 's avonds. Hij
heeft eigenlijk nooit gedeugd. Op school vloog hij
bijna buiten en ja nu doet hij dat. Ja, ja, 't is nu
een tijd voor slecht volk. Ge ziet wel dat ze geld
hebben, hé. Kijkt een keer, Madame draagt een
nieuwe fourrure. En 't is een nieuwe weet ge, want
'k zie ze dikwijls en dat heeft ze nooit gedragen,
ook voor den oorlog niet. Ten andere, van waar zou
den ze 't geld gehaald hebben vroeger. Ze hadden
nog geen nagel... (enz., bekende uitdrukking). En
wat beslag! Kijk een keer naar dien baron sans sou,
met zijn buikje vooruit, en een gouden bril. Hoe dat
hjj nog geen monocle draagt, 't Zou hem beter pas
sen.
Maar daar is iets interessanter: een jong koppel.
Bin, janverdorie, wat gaan we nogal zien! (In
derdaad. Madame, ge zit er toch maar om te lojken,
de namiddag is lang en ge zjjt toch zoo aandachtig!)
Die vrijen nu ook al! Ze komen pas uit de wlege.
Ik durf je gladaf zeggen dat dat meisje nog geen
achttien jaar oud is. Ze heeft met ons Ldesje in
dezelfde klas gezeten.(Jawel, Mevrouwtje, maar
uw schamel Liesje was vier jaar ten achter doordat
het abnormaal is. Zeker, nu bemerkt ge plots dat
uw radde tong uw verstand te vlug was, nu wordt
ge plots hoogrood. Maar kom, 't is niets, de andere
tongen rjjden voort, en letten nog minder op uw
dwaasheden dan op de hunneEn wat doet die
jongen 'k Weet ik toch niet wat hij doet
t Plafond van de markt written zeker?» «Ze
peinzen al van te trouwen en ze weten niet van wat
hout pijlen maken. Och Heere, ze zouden beter nog
een beetje aan den biberon zuigen
NIETS GEZIEN.
Madameke, het is avond als ik u ontmoet. Ge komt
van uw vergaderingske terug. Uw tong ligt stil in
uw mond te beven van vermoeidheid. Ge sleept uw
voeten, die ge vandaag niet gebruikt hebt om in de
natuur te wandelen en de pracht van Gods
te bezien. Ge zweet 't Is warm hé, Madame?
't was toch zoo gezellig! Ge hebt de stad ge-
ge, het volk. Neen, Madame, ge hebt
noch van het volk, noch van uw volk.
kat beklad.
noeder niet gezien, die met haar man
I» voorbijgegaan Ge hebt niet gezien
reugdevol handje In handje voorop
liepen, en hoe uit hun oogjes het leven sprankelde,
het geluk er te zjjn, en zoo'n moeder te hebben. Ge
hebt niet gezien hoe kraaknet de bloesjes waren en
hoe zuiver dit blanke kraagje dat erop lag. Ge hebt
niet gezien hoe de moeder haar reine oogen over
haar nestje liet wandelen, die oogen die misschien
gisteravond laat nog scheel zagen op het vele werk.
Ge hebt alleen gespot van fiere Madame waar
ze zich recht hield en mocht recht houden, hoog bo
ven velen en boven u. Ge hebt dien man niet gezien
die zjjn arm vast omsloot rond dien van zjjn vrouw.
De fierheid en de vreugde de rots en de stut van
al dit geluk te zjjn, dat alles mogeljjk gemaakt te
hebben, lag te diep in zjjn oogen opdat gjj het met
uw aftakelende blikken zoudt bemerkt hebben.
MADAMEKE,
ge hebt die twee jonge menschen niet gezien. Het is
u ontgaan dat ze zóó gelukkig waren met mekaar,
en ge hebt de flitsing van hun oogen niet opgevan
gen. Ge hebt niet waargenomen hoe hoopvol ze hun
schoone toekomst instaren en hoe vol verlangen ze
zijn. Hun levenslust, hun jonge kracht, hun over
moed is u ongemerkt voorbijgegaan. Ge hebt niet
gezien hoe hun lichte stap, die gelijkmatig hun vreug
de scandeert, hen kommerloos door 't leven voert.
Ge hebt hun blik niet ontmoet, want die gaat te ver
vooruit en voor hen zjjt ge nog geen schaduw. Ge
weet niet eens wat het leven voor hen beteekent, ge
kunt het niet begrijpen.
Nu is het avond, Madame, en ge gaat voor de
rest van uw dag u vervelen op een manier die ge
zelf nog niet weet. Ge hebt niets opgevangen van
den schoonen dag die voorbij is en nu ook ziet ge
niet hoe de uitgebloede zon zich in de purpere watte
wolken neervleit, hoe haar laatste stralen rond de
torens van de stad, die herauten van de cultuur van
uw volk, spelen. Uw leven is nutteloos en verloren
geweest.
Ware het nu niet het oogenblik om te spreken met
die eene waarmede ge over schoone dingen zoudt
kunnen spreken, uw man die naast u gaat en met
bitterheid moet bedenken dat ge toch maar een vul
gair schepsel zijt, dat ge al de verwachtingen, die
hjj in u gesteld had, hebt bedrogen? Zoudt ge nu
niet de herinnering kunnen oproepen aan die dagen
toen ge, zooals die twee ginds, beiden zoo hoopvol
het leven ingingt?
Maar uw leven is een mislukking geweest. Omdat
ge er niets van begrepen hebt, omdat ge niet gedurfd
hebt, omdat er heldhaftigheid toe noodig was, en ge
versaagd hebt. Dat ziet ge wel in en daarom zijt ge
thans bitter en lastert die welke rechtuit leven en
gelukkig zijn.
Madameke, ik merk dat het tijd wordt en *k ben
wel verwonderd hoe ik mij zoo lang met u ophield.
Ik heb interessantere dingen te doen dan met u te
praten. Vaarwel, Madame, 'k heb medelijden met u!
Fernand DE BRUYN.
De ambulanciersters en de ambulanciers die een
uitnoodiging gekregen hebben om dienst te nemen in
het hospitaal, worden vriendelijk verzocht zich daar
aan te bieden. Wie om bijzondere reden belet is wordt
gevraagd het bureel van het Roode Kruis in het
stadhuis alhier te verwittigen.
Naar wij vernemen werd de Heer Honoré Gillioen,
bureeloverste van het stadssecretariaat, tot ontvan
ger van stad benoemd in vervanging van den Heer
Emile Dezegher, die als dusdanig zijn ontslag gaf.
Hel Schepencollege, bij beslissing van 29 Juni 1942, heeft
den Heer Em. CUVEL1E toegelaten den eeretitel van zijn
ambt van gemeenteontvanger te dragen.
Deze beslissing werd door de Bestendige Afveerdiging
goedgekeurd den 28 - 8 1942.
In het Staatsblad van 16 September verscheen een
besluit waarbij de Heer P. A. A. Van Acker tot
adjunct-poliUecommissaris te leper benoemd wordt.
De oude groenten- en fruitleurders van leper be
richten ons dat zij besloten hebben te beginnen van
Maandag aanstaande, 21 September, dagelijks vanaf
8 u. 's morgens, behalve den Zondag, met hunne
versche groenten en zeer schoon fruit op de markt
te staan, in de puinen der HaUe, nevens de Donker
poort, waar ze alles aan de wettelijke en officieele
prijzen zullen verkoopen.
Zij hopen dat deze nieuwe regeling alle inwoners
van leper stad en omliggende zal bevredigen en
vooral dat zij het genoegen zullen hebben al hunne
vroegere klanten, welke zij thans aan huis niet meer
kunnen bedienen, daar regelmatig op de markt te
ontmoeten.
Het is U zeker bekend hoe de prijs van om het
even welke soort goederen gestegen is, zoowel
van gebouwen als andere soorten goed.
Hebt U dan ook eens aan uwe verzekering ge
dacht Is de dekking wel groot genoeg Zoo nie'1,
vraagt eens inlichtingen in vertrouwen bij de
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N. V.
HOOFD - OPZIENER
W(j hebben de eer U ter kennis te brengea dat
door een schrjjven van 21 Mei 1942, het commissa
riaat van Prijzen en Loonen een afwijking heeft toe
gestaan in het aanpassen van de loonen, aan de
Meesters Lood- en Zinkwerkers van ons arrondisse
ment.
Aan de bevolking van ons arrondissement berich
ten wi) dat vanaf 15 September 1942 het nieuwe
loonbarema in voege zal gebracht worden.
Het Bestuur.
Pierre Curie de ontdekker van het Radium
1. JEUGD EN STUDIE.
Pierre Curie, de ontdekker van het radium in sa
menwerking met zijn vrouw, de wereldberoemde
Mevr. Curie (Maria Sklodowska), werd op 15 Mei
1859 te Parijs geboren, waar zijn vader, Dr. Curie,
werkzaam was in de laboratoria van het Museum.
De ouders van Pierre waren verstandige doch zeer
eenvoudige lieden. Het eerste onderwijs werd hem
tehuis gegeven, eerst door zijn moeder, een kleine
zeer levendige vrouw maar zwak van gestel, vervol
gens door zijn vader, een zeer levendig, werkzaam
en onafhankelijk man, en tenslotte door zijn drie
jaar ouderen broer Jacques.
Pierre was een droomerige jongen en kon niet lang
zijn volle aandacht wijden aan de hem gegeven les
sen, alzoo werd hem een zekere traagheid van geest
geweten en zoo dacht hij ook over zichzelf.
Graag wandelde hij door de vrije natuur en deze
uitstappen ontwikkelden zijn aangeboren smaak voor
de natuurwetenschappen.
Op veertienjarigen leeftijd kreeg hij een bijzonder
leeraar in de wiskunde en de knaap vorderde zeer
snel in dit vak zoodat hij zeer jong nog een aanvang
kon maken met zijn studieën in de Sorbonne.
Hij was slechts 18 jaar toen hij reeds tot licenciaat
in de natuurkundige wetenschappen werd bevorderd.
Zijn knappe geest (de zoogezegde traagheid was
maar schijn gebleken) viel bij zijn professoren op en
onmiddellijk na zijn examen werd hij tot preparator
aangeduid. Zijn geldeljjken toestand dwong hem min
of meer dezen post te aanvaarden want beter ware
het geweest dat hij zijn studiën had kunnen voort
zetten.
2. EERSTE WERK.
Zijn eerste arbeid had betrekking op het meten
van de warmte opwekkende golflengten door middel
van een geheel nieuwe methode.
Vervolgens ondernam hij, in samenwerking met
zijn broer Jacques, die eveneens preparator was, uit
gebreide studiën en belangrijke proefnemingen op
kristalkundig gebied; zoo ontdekten zij een nieuw
verschijnsel, de prëzoelectriciteit en een practisch
resultaat, het prëzoelectrisch kwarts, dat wordt ge
bruikt om met absolute juistheid zeer kleine hoeveel
heden electriciteit te meten, alsook zwakke electri-
sche stroomen. De Franschman Langevin heeft een
andere nuttige aanwending van de prëzoelectrsiche
eigenschap gevonden, waarover we verteld hebben in
de bijdrage over onhoorbaar geluid (Ypersche van
8-5-1942). We zullen hier alleen de resultaten her
halen: het vaststellen van den afstand van een onder-
zeevarende duikboot, het bepalen der diepte van den
zeebodem, enz.
In 1883 moesten de twee broeders van elkaar schei
den daar Jacques als privaatdocent in de mineralogie
te Montpellier was benoemd en Pierre tot leider van
de wetenschappelijke werkzaamheden aan de school
voor natuurkunde en industrieele scheikunde te Parijs
werd aangesteld.
Voor het werk dat de gebroeders Curie hadden
verricht en waarvan we hier slechts een miniem deel
hebben vermeld werd hun later den Plantéprijs toe
gekend.
Vele jaren is Pierre Curie werkzaam geweest aan
hoogervermelde school en heel breed had hij het er
niet. Het ontbrak hen aan een persoonlijk laborato
rium en geld om de hooge kosten van zekere proef
nemingen te dekken bezat hjj niet. Niettegenstaande
deze moeilijke omstandigheden gelukte het hem heel
wat voort te brengen en na jarenlange proefnemin
gen aangelande de magnetische eigenschappen der
lichamen op verschillende temperaturen werd dit
werk in 1895 als doctoraatthesis aangeboden. Hij
werd gepromoveerd en de faam van zijn wetenschap
verspreidde zich door geheel Frankrijk en ook ln
het buitenland. Hoe kwam het dan toch dat zulk een
begaafd en bekwaam man niet spoediger boogerop
geraakte, enkel en alleen omdat hij alle machtige
Invloeden negeerde en de onafhankelijkheid van zijn
karakter hem belette verbetering van positie te vra
gen, niettegenstaande hij deze dringend noodig had,
want zijn Inkomsten waren niet veel hooger dan deze
van een eenvoudig werkman.
De bekende natuurkundige Mascart, hoogleeraar
aan het College de France, die de waarde van Curie
ten volle begreep, ontfermde zich eindelijk over hem
en drong bij het bestuur der school aan op de oprich
ting van een nieuwen leerstoel in de natuurkunde.
Dat voorstel vond ingang en de vijf-en-dertigjarige
Pierre Curie werd tot hoogleeraar benoemd, benoe
ming die door al degenen die het voorrecht hadden
hem, zjjn begaafdheden en zjjn werk te kennen, van
harte toegejuicht werd.