DOKTER ARTHUR DOCHY TEN CRAVE GEDRAGEN
IjEog
KL
H
Ë1
si
ffgt
tr«
Leest en verspreidt
HET YPERSCH NIEUWS
STERILAC
van Lactano's Zuivelfabrieken
is aan te bevelen Het
De compensatievergoedingen
voor de gebrekkigen
en verminkten
ONS NIEUW FEUILLETON
STAN VAN KAMPEN
Leest elke week
HET YPERSCH NIEUWS»
1:
■«Si
fcArr
re>s.
-»n1 B
I
Uv I ir
#-a4-5
i HET YPERSCH VIETTVSBLz- 4 3-12-1949
|an
"L.
EXiet
Hen|
■■eh
r«ro
lot,
i,
V<
t
.c
1
F^7
iojpp
r k v
»o"
iè
|Di
pla
der.
er. c
tê
lil
|tc
»u
I w
a
I
1 S
t
ovc
i v
II PF
S
1
s
kil
8
|e
I
O
pil
4W£ 1
lor
I i
**g
I 1
1
Ie» t
Een geliefde stadsfiguur is niet meer
Op Vrijdag 25 November overleed al
hier dokter Arthur Dochy. aan de gevol
gen van een ongelukkige vaL
Alhoewel hij in Mei van toekomend
jaar 80 jaar zou worden, genoot de alom-
beminde dokter van een goede gezond
heid en daarom ook komt dit plots ver
scheiden zo onverwacht en zo pijnlijk.
Dokter Dochy was ere-luitenant ge
neesheer van het Stedelijk brandweer
korps en lid van de Kerkfabriek van
Sint Maartens
De begrafenis had plaats in Sint Maar
tenkathedraal Woensdag l.L te 10 30 u.
Talrijke geneesheren, vrienden en beken
den van de dokter, alsmede zovelen die
gedurende een lang werkzaam leven van
zijn zorgen hadden mogen genieten, had
den er aan gehouden de afgestorvene
eer. laatste hulde te brengen.
Op het stedelijk kerkhof hield Dr Louis
Ronse. namens de dokters van het hos
pitaal. volgende toespraak
In naam van de dokters van het Hos
pitaal der stad Yper kom ik een laatste
hulde brengen aan ome ambtgenoot. Heer
Arthur DOCHY.
De hulde die wij, in innig plichtbesef,
vandaag aan de verdiensten van onze
vroegere medewerker volbrengen, lag reeds
geruim- tijd in de bedoeling van velen
van ons allen.
Lang en vruchtbaar was de loopbaan
van dokter Arthur Dochy. Zij was gelijk
aan een forsige boom met steeds hernieuw
de wasdom die rijkelijk zijn vruchten gaf.
ieder vau ons ermee begiftigde en nu daar
ligt geveld door het lot.
Geneesheer gedurende drie en vijftig
jaar. bewonderen wij deze onversaagde
werkdadigheidbij iedere roep van de
noodlijdenden is hij op de bres om hulp
te geven, 't zij bij dage, 't zij bij nachte
Geneesheer van deze uitverkorene soort
dit zijn kunst gereed heeft, niet voor de
promotie maar voor de nood. Die zichzelf
geen ruste gunt vóór hij aan de mens die
lijdt, teruggeschonken heeft, het hoogste
stoffelijke goed. de welvarende gezondheid.
Aa i de gave van toewijdsvolle en schran
dergeneeskunst paarde de aflijvige de ga
ve van een uitstekende burgersdeugd. De
Commissie van hygiëne van de stad waar
van hij deel van maakte, wist zijn wijze
raad in te winnen die steeds gekenmerkt
was met de stempel van het gezond ver
stand.
■Verder nog, gedurende meer dan veertig
jaar. spaarde hij nooit zijn tijd om als
geneesheer ons stedelijk brandweerkorps
ter zijde te staan nu eens als luitenant
tijdens de oefeningen, dan eens. als 't er
op aankwam dit ander onheil te bestrij
den. het brandonheil dat als een veelkop
pigslang de huizen van onze medebur
gers bedreigde.
In wel en wee stond hij zijn stadsge
noten ter zijde. Wanneer de eerste wereld
oorlog de inwoners van Yper heinde en
verre verstrooide, hoe gelukkig waren de
Belgische vluchtelingen te Rouen in Frank
rijk wanneer Dokter Dochy hun nood
kwam lenigen bij dag en bij nacht en
dit gedurende hun vijfjarig ballingschap.
En de tweede wereldoorlog komt terug,
en n i ook weet hij als hoofdgeneesheer
van het militair hospitaal van het Rood
i Kruis nr 27, in onze stad onze Belgische
j soldaten met steeds nieuwe iever ten dien-
I ste te staan.
Maar t is in hoedanigheid van dokter
in ons stedelijk Hospitaal, als mijn mede-
1 -erker in de chirurgicale dienst aldaar,
dat dokter Dochy de volle maat zal weten
te geven van zijn onvermoeibare werk-
geest en zijn nooit uitgeputte opofferings
zin. Gedurende tien jaar heeft hij op ieder
ogenblik ten dienste gestaan van de hon
derden slachtoffers ran het rondgestrooide
oorlogstuig dat toen onze verwoeste ge
westen onveilig maakte. Dank zijn voort
durende medewerking, zijn genegenheid
tot de ongelukkigen. was het mogelijk de
genezing van al deze slachtoffers tot een
goed einde te brengen. Begaafd met een
onverwoestbare werkkracht, bezield door
een zeer hoge opvatting van de beroeps
plicht heeft hij tradities in dit hospi
taal gesticht die aan deze stad nieuwe luis
ter komen bijzetten. Na het heroïsche tijd
perk van de geneeskunde in de verwoeste
gewesten besloot hij. als goede vader, de
toorts van zijn roeping te overhandigen
aan zijn zoon. dokter André Dochy. die
wist in ere te houden de ouderlijke gaven
•■an werkzaamheid en opoffering. De dienst
der gestichten van de Openbare liefdadig
heid der stad, der wezen en ouderen van
dagen, bleef de afgestorvene nog ettelijke
jaren plichtsgetrouw waarnemen. Tot op
het einde van zijn lange loopbaan hield
hij de geneeskunde hoog in faam en ere.
Doer zijn afscheiden verliest de stad een
markant burger zijn zieken, een genees
heer vol opoffering en het hospitaal en
zijn collega's een ambtgenoot vol loyauteit
en liefde.
Met aandoening buigen wij ons voor
deze loopbaan. Zij is voor ons een aan
sporing tot werkzaamheid en zelfopoffe
ring en wij verstaan maar al te wel hoe
zijn huisgenoten door dit afsterven met
om.eggelijke droefheid geslagen zijn.
Aan V. zijn rouwende kinderen, aan u
is de taak gegeven zijn voorbeelden van
ambtsgetrouwheid en burgerdeugd voort
te zetten en aan de geëerde naam van Do
chy voorts zijn spanne van luister te ver
lenen.
Achtbare echtgenote, achtbare familie,
wij delen uw droefheid in zijn afsterven.
Maar God zal gedenken hoe deze goed-
hertige mens al zijn stonden bereid was
de noodlijdenden ter hulp te staan. Hij
zal hem het loon niet onthouden dat Hij
in de Bergrede beloofde aan de goedhar
tige dienaar. Daarom zeggen wij hem met
U geen hopeloos vaarwel maar een har
telijk tot wederziens, daar waar alle goe
de wil en alle goede werken betaald wor
den met de onvergankelijkste der vergoe
dingen.
Beste. Hooggeachte. Dierbare Collega.
Vaarwel
Dokter Franz Daelemans nam daarna
in naam van het Ypers geneeskundig
syndikaat het woord
Geachte Confrater,
Het is met een pijnlijk gevoel, en met
een bittere smaak in de mond dat ik hier.
in de naam van het Ypers Geneeskundig
Syndikaat, U toespreek en begroet, met de
titel, de eretitel, waarmede geneesheren,
die elkander achten en waarderen, elkan
der benoemen.
Geachte Confrater, dit is de laatste maal
dat voor U deze titel gebruikt wordt. Dat
grieft mij te meer daar ik met U 25 jaren
zij aan zij in het beroep stond, en ik u
gedurende die 25 jaren heb leren kennen
en waarderen, ten 1, als geneesheer, ten
2) als confrater en lid ran het Genees
kundig Syndikaat leper.
Als geneesheer mag ik hier uitspreken
dj verering die ik had voor uw kennis,
uw langdurige ondervinding, uw kalm ge
moed en uw opoffering. Nooit mag ik zelf
vergeten de goede, gouden raad die ik ont
ving in netelige gevallen, in het begin
mijner loopbaan.
2) Uw syndikaal leven is een voorbeeld
geweest voor ons allen. Trou wheid en
loyauteit zijn de twee bijzonderste ken
schetsen die u kenmerkten als lid van
onze vereniging.
Vijftig jaar lang zijt ge trouw geweest
aan de geneeskundige vereniging, vijftig
iaar lang hebt gij loyaal gestaan tegen
over de confraters van het geneeskundig
syndikaat. Als lid hebt gij immer de ge
trouwheid. de loyauteit en de solidariteit
moet ik er aan toevoegen, als hoge ver
diensten gehad. Het is dan ook geen won
der geweest dat wegens die algemeen er
kende verdiensten, U uitgeroepen geweest
zijt om het voorzitterschap van het Ypers
Geneeskundig Syndikaat waar te nemen.
Ten andere, het geneeskundig beroep en
u zelf. waart met de tijd aaneen en ineen
vergroeid geworden. En in dat geneeskun
dig beroep telden alleen in uw ogen, uw
hart en uw ziel, hetgeen edel en hetgeen
groot en groots was. Vondel schreef een
boek over c altaargeheimenissenIk ben
overtuigd dat na uw lange en schone loop
baan. een boek in uw ziel omsloten was
van Geneeskundige beroepsgeheimenis
sen De liefde tot het beroep was een
uitdrukking daarvan. En op de vooravond
van uw overlijden, wanneer ik u de laat
ste maal bezocht, ben ik overtuigd dat
het soort geestdrift die u nog bezielde,
mij wilde betekenen dat uw ideaal niet
tegenstaande ouderdom, ziekte, lijden, dat
uw ideaal van confraterniteit, trouwheid,
loyauteit, opoffering, liefde, maar kon ver
dwijnen met het verdwijnen van het leven
zelf. met het ombladen van het laatste
blad van het boek der beroepsgeheime
nissen.
Dit weze een troost aan de achtbare fa
milie, aan wie ik, in naam van het Ypers
Geneeskundig Syndikaat, mijn innige en
diepe deelneming in de rouw betuig.
Dit weze bijzonder een licht, een hoop.
een leven, aan mijn vriend en confrater
André Dochy. zoon van de diepbetreurde.
Het Geneeskundig Syndikaat arrondisse
ment leper, verliest het trouwste lid dat
het ooit bezat.
Voor ons allen zal hij het voorbeeld
blijven van een sereen, kalm. offervaardig,
wetenschappelijk, waardevol geneesheer.
Ik dank de afgestorvene voor zijn voor
beeld en in naam van het Ypers Ge
neeskundig Syndikaat zeg ik Vaarwel
en voeg er bij voor de laatste maal Ge
achte Confrater
Aan de diepbeproefde Mevr. ATthur
Dochy. en kinderen, biedt Het Ypersch
Nieuwszijn innigste blijken van deel
neming aan.
verbruik is zeer economisch
(2483/
nnirn mm>i
Naar aanleiding van een tussenkomst
van de heer Volksvertegenwoordiger HU.
Lahaye bij de heer Behogne. minister
van Arbeid en Sociale Voorzorg, in ver
band met de beslissing de compensatie
vergoeding van de gebrekkigen af te
schaffen en te vervangen door een ver
hoging der sociale toelagen, aan zekere
categorieën toegekend ontving de heer
Lahaye thans volgend schrijven:
Mijnheer de Volksvertegenwoordiger,
Bij uw schrijven van 18 November jl-,
hebt U mijn aandacht gevestigd op een
dagorde uitgaande van de afdeling Ieper-
Poperinge van de onpartijdige Bond der
Gebrekkigen en Verminkten van Arbeid en
Vrede.
Ik heb de eer uw aandacht te vestigen
op de omstandigheden die door de Minis
terraad in acht werden genomen bij het
treffen der beslissing die er toe strekt de
compensatievergoedingen te vervangen door
een aangepaste verhoging der sociale toe
lagen die aan sommige categorieën van
personen werden toegekend.
Het zal wel overbodig zijn te wijzen op
de menigvuldige verwikkelingen die voort
vloeiden uit het thans in voege zijnde
systeem, noch uit te weiden over de op
portuniteit van de voorgenomen maatregel
die terzake een ontegensprekelijke vereen
voudiging zal invoeren.
Ik wil er evenwel aan herinneren dat de
gebrekkigen begunstigd met de tegemoet
koming bij de wet van 10 Juni 1937 voor
zien, krachtens het besluit van 28 Mei
1948 (Staatsbl. van 1 Juni 1948) de com
pensatievergoeding slechts kunnen beko
men op voorwaarde dat zij niet door een
werk- of bediendencontract gebonden zijn,
niet op verplichte wijze bij de Nationale
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aange
sloten zijn... noch uit welken anderen
hoofde ook compensatievergoeding genieten.
Het was dus logisch met deze voorwaar
den rekening te houden ten overstaan van
de personen die, hoewel zij met de gebrek-
kigen-tegemoetkomlng begunstigd zijn, de
compensatievergoeding in hun bezoldiging
of op eender welke andere wijze ontvangen.
Het is op grond van deze beweegredenen
dat de beslissing werd genpmen de tege
moetkoming der gebrekkigen slechts te ver
hogen ten voordele der betrokkenen wier
invaliditeit minstens 65 bereiktbe
neden deze grens, inderdaad, mag er ver
moed worden dat bedoelde personen nog
over een voldoende geschiktheid beschik
ken om een bezoldiging te ontvangen.
Er mag dus worden aangenomen dat,
voor de overgrote meerderheid der gebrek
kigen, het nieuwe stelsel geen verminde
ring van hun bestaansmiddelen zal voor
gevolg hebben.
Met gans bijzondere hoogachting,
De Minister,
(get.) O. BEHOGNE.
BASKET - BALL
Prom. leper - Ocstende B. q
le htÖt:
2e helft,
e'iduitsjj,.
Tegen de gewoonte in begon --
der eerste ploegen Zondag laats,11'
terwijl de reserven het ditmaal i
opnamen.
Een klein misverstand met d
We hebben het echter lievet
wijze waarop de Ieperlingen d
Zondagen telkens hun wedstrijd
hebben. Het slordige spel van het
begin heeft afgedaan en plaat»
voor een kloek-geordend geheel
Herseaux en beide Oostendse e;ti
hebben kunnen ondervinden w
hebben de Ieperlingen hieruit «2^
profijt mogen oogsten doch het m 14
minste vernoemd worden dat de
plaats in de rangschikking niet
hun laatste prestaties beantwoordt
het stilaan een zekerheid aan t
is dat ze op een eerbare plaats in h*®*®5
klassement zullen prijken. r-ï
Het is bekend dat de Ieperse
spelers eerder langzaam onder do<*n,lei
men, evenzeer alsdat de ploegen 1
reeks thans weten dat diezelfde leL^
gen voortaan meer en meer te vrezen^
Dat wisten ook Ronse en Oudenas
die in bevordering Oostvlaanderen
den en niet het minst Kortrijk u-,
geluk kende naar Eerste Afdeling 5
gen verhuizen. Slechts naar het eind»'
konden ze hier einde-verleden selzoe*
het Esplanadeplein de bovenhand
(26-32)
Ieder speler is er bij rood-wit wtt-i
merkelijk op vooruitgegaan en het o-L
linge vertrouwen heeft zich hierultsT
ker dan ooit zien verschijnen om ein.T
een werkelijke en degelijke zone te o,
tot stand komen.
Dit is juist het verheugend feit der
ste wedstrijden, want het bracht xr-
vreugde mee toen de zone zo onbarmhT
tig gehekeld moest in de eerste bljdr»
van dit seizoen. Laten we hopen dat'
onderlinge speel-vertrouwen moge bei
den en versterkt worden tijdens d/,
mende kompetitiedagen. Er kan nog fe
wat verandering komen in de puntental»
en wie zal het beweren dat leper een nc
dere is tegenover de Oostende's, Herseaui
en zelfs bij Moeskroen We komen 1
trouwens ten gepasten tijde op terug
De eerstvolgende wedstrijd gaat teg»
Dynamo Brugge, op 11 Dec. aldaar te 5
twisten. Tot nog toe een onbekende pin
voor de onzen. Een kalm maar nietten,
kordaat begin zal er ons een grote
zijn.
Res. Prom. leper - Oostende
le helft: i(.
2e helttIJ
einduitslag: 33
Het was lang niet nodig dat af en
een speler van de eerste ploeg hier i
plaats kwam innemen, want sinds Ie;
met reserven opkwam werden deze U_
sten nog niet van de ereplaats gebrac:
Vele ploegen zelfs Kortrljk kunne
hierop niet bogen, en het hoeft niet vr
zwegen dat ze een stevige en onmisb.-
steun uitmaken voor het eerste rif
telkens wanneer dit optreedt.
Na een kalme wedstrijd wonnen ze 1
weer zeer verdiend.
JACSTOS
Hebt u het al schoongemaakt
Jawel, commissaris
JammerBrengt u ons er eens
heen
Het was een groot, hoog, sterk ge
tralied venster, waar de concierge
hen naartoe bracht. Peacetown on
derzocht alles nauwkeurig, sppnnin-
gen, ruiten, kozijnen en tralies. Maar
hij scheen niet zeer bevredigd.
Had u maar niet zo 'n plichts
getrouwe concierge, mijnheer Wood-
ley zei hij tot de ingespannen toe
ziende directeur, hij heeft jammer
genoeg, het beste spoor zo grondig
uitgewist, als slechts een ijverig vak
man doen kan. Onze taak is hier
voorlopig beëindigd. Ik neem aan,
Chef, dat Dr Woodley morgen het
een en ander over de doodsoorzaak
▼an de heer Pradly kan vernemen
Zeker wel, mijnheer Woodley, wij
zullen u morgen berichten zei Ry
der, terwijl hij afscheid nam. Toen
de heren naar buiten traden Dr
Woodley liep nog steeds zonder boord
rond, terwijl hij er bleek en opge
wonden uitzag was het reeds ne
gen uur. Groepjes employé's en ar
beiders stonden werkloos op het
ruime voorplein en fluisterden
nieuwsgierig. Het voorval had de
ronde reeds gedaan.
Op het ogenblik, dat de politiemen
sen zich naar hun wagen wilden be
geven, kwam met razende vaart een
elegante grijze sportwagen het ter
rein op.
Duncker riep Woodley, toen de
wagen voor de ingang stilhield en
Duncker er uit sprong.
Is het waar. mijnheer Woodley
riep hij reeds van uit de verte.
Ja Duncker, het is waar. Uw
vriend, onze beste Pradly, is dood
Houdt u flink
Peacetown wendde zich tot de
rennerU was een vriend van de
overledene, mijnheer
«Ja...» Duncker was doodsbleek
van opwinding.
«Dan mag ik U wel verzoeken
indien u de slag intussen enigszins
te boven gekomen bent ons enige
inlichtingen te verstrekken over de
gewoonten van uw overleden vriend.
Zeker, natuurlijk stamelde de
nog steeds door aandoening overman
de Duncker. Dr Woodley nam hem
DOOR
ONUITGEGEVEN ROMAN UIT DE AUTOWERELD
onder de arm en leidde hem voor
zichtig weg.
III
EVELYNE
Een diepblauwe lentehemel straalt
boven de in rustige zonneglans lig
gende Middellandse Zee. Te midden
van de geur en de lieflijk zachte
kleuren van ontelbare bloemen ligt
tegen de steile kust Bordichera. Om
de rotsen aan het strand speelt een
licht schuimende branding. De lucht
is doorzichtig en het oog reikt tot
ver in de omtrek. Aan beide zijden
van de stad steken de landtongen in
zee uit en van af de hoge rotsen groe
ten diepgroene heesters en felwitte
huizen. Als coulissen liggen de heu
vels achter elkaar in steeds bleker
wordend blauw en in de richting van
Menton en Pto. Maurizio verwazen
zij in de lichtende Riviera-hemel.
Door de zachte, warme wind slechts
langzaam voortgedreven, stuurde een
slank zeiljacht op de rustige baai aan.
waar, in de meest beschutte hoek
tussen de bomen van een groot park,
halverwege de helling, een sneeuw
witte villa lag. Op het dek van het
jacht lag, lui uitgestrekt, een jonge
vrouw met blauwe ogen en licht
blond haar in badpak. Voor haar zat
een zwartharige, bruingebrande jon
gen. nonchalant gekleed in een sport
hemd met opgestroopte mouwen.
Een andere jonge Italiaan leunde te
gen de mast en staarde verveeld over
de baai. Op het eerste gezicht zag
men, dat de beide jongens broers
waren.
Plotseling richtte de jongste zich
op en staarde, met de hand boven
de ogen. naar de witte villa.
Signorita, de witte vlag is ge
hesen, zei hij, terwijl hij zich om
draaide.
De jonge vrouw richtte zich op.
Groot en slank stond zij in de scha
duw van het zeil en de zachte ron
dingen van haar lichaam tekenden
zich fel af tegen het wit van het even
gespannen linnen. Turend keek zij
naar het huis, waarboven op het
platte dak een kleine, witte vlek
zichtbaar was. Deze kleine vlek, in
werkelijkheid een vlag van bijna zes
meter in het vierkant, was het teken,
dat Evelyne Woodley, de eigenares
van de witte villa, verzocht werd
thuis te komen, als er iets gewichtigs,
dat haar aanwezigheid noodzakelijk
maakte, voorgevallen was. Evelyne
wendde zich tot de oudste jongen.
Antonio, we kunnen toch onmo
gelijk sneller varen
Met geen mogelijkheid, Signorita,
de wind wordt steeds zwakker
Hoelang hebben we nog nodig
De Italiaan antwoordde schouder
ophalend
Een half uur, als de wind zo
blijft
Evelyne ging weer tegenover An
tonio zitten. Het liet haar eigenlijk
koud, of ze snel of langzaam voor
uitkwamen. Zij kon zich niets heer
lijkers denken, dan met deze twee
filosofen der luiheid, Martino en An
tonio over de wijde, blauwe water
vlakte te zeilen.
Ondanks haar jonge jaren en een
leger van aanbidders, was Evelyne
reeds blasé en wars van alle cultuur.
Daarom was zij naar Bordichera ge
gaan, waar de beide jongens haar
villa en het park verzorgden. Dat
deed zij steeds, als in Engeland het
mistige, kille voorjaar met natte
sneeuw en ijskoude regens over het
land kwam en het einde van een
doorgedanst en doorgeflirt wintersei
zoen aankondigde.
Dromerig keek zij langs de Italiaan
naar de eeuwig onrustige golvende
lijnen van het water.
Dit land is veel te mooi voor een
luilak, Antonio. Als bij ons in het
Noorden alles met vuil en nattigheid
bedekt is, bloeien bij jullie de vio-
liers.
«God heeft het goed gemeend met
dit land, toen hij het ons gaf, Sig
norita antwoordde de knaap glim
lachend, «wie dit land bezit, moet
het leven begrijpen. «Werken is een
vloek zegt de bijbel, die ik als ge
lovig Christen vereer, al heb ik hem
nooit gelezen. Werk is een edelman
onwaardig en elk Italiaan is een edel
man de meesten zelfs van ge
boorte. Er zijn nergens zoveel na
tuurlijke nakomelingen van adellijke
personen als in Italië. Ik geloof, dat
elke Italiaan v blauw bloed in zijn
aderen heeft. Waarom zouden we
werken, als onze bodem alles
schenkt wat we nodig hebben
Het is goed, dat U Engelsen dit
land niet beheerst. U zoudt uw nij
verheid er op loslaten en de smook
van uw schoorstenen zou de geur
van onze bloemen verstikken. Zoals
de voorzienigheid het geschikt heeft
is het goed.»
Waar haai je die ideeën vandaan,
Antonio? Voor zover ik weet. lees
EVeW D00it b°ek?» vroeg
Nooit. Signorita Daarvoor heeft
hij het lezen toch te slecht geleerc
riep Martino van af de mast. «Mi-
wie niet werkt, moet denken en
men zoveel denkt, komt men tot i
lerlei interessante gedachten. We
ken maakt dom, daar het het denkt-
verhindert
Ook een standpuntlachte Ev
lyne, maar misschien heb je nk
eens helemaal ongelijk
Ik heb gelijk, Italië heeft geüp
want wie in Engeland iets gepm-
teerd heeft, komt bij ons, omdat
weet, dat men in Engeland a!lee;
werken kan, doch bij ons kan leven
Dan heb je ons toch nodig.
kom je niet zo dikwijls naar ons toe
als wij naar jullie
«Wij hebben U nodig. De were,
heeft U nodig, want U werkt vo.
de wereld. Maar wij zijn ook voc
u onontbeerlijk, want wat is werkt
zonder levensgenot en dat vine
u in zijn meest volkomen gedaan-'
slechts bij ons. Er zijn slechts tv*
cultuurlanden op aarde, uw land er
het onze. Alle andere hebben de cu*
tuur van ons gestolenantwoord
Antonio.
Trots keek hij Evelyne aan. Ek"
lachte. .J
Goed Antonio. Ik ben tevred®
ook al ben ik het er niet geheel
eens. Maar laten wij op dit prind
nu maar vrede sluiten.
Na een half uur de vrind
intussen nog meer afgenomen
kwamen zij aan de landingsp-Y
aan. Aan de oever wachtte Eve
kamermeisje Giulia.
Een telegram uit Londen,
rita
Geef eens hier t&m
Met nieuwsgierige haast
Evelyne het telegram en la-_®
zo spoedig mogelijk terug. De
lyne komt deze week klaar,
Met een zachte kreet van v
verrassing liep ze over het
de gemetselde trappen van de
op. Giulia en de beide Italianen
ken haar lachend na.
(Vervolg