DOKTER ARTHUR DOCHY TEN CRAVE GEDRAGEN IjEog KL H Ë1 si ffgt tr« Leest en verspreidt HET YPERSCH NIEUWS STERILAC van Lactano's Zuivelfabrieken is aan te bevelen Het De compensatievergoedingen voor de gebrekkigen en verminkten ONS NIEUW FEUILLETON STAN VAN KAMPEN Leest elke week HET YPERSCH NIEUWS» 1: ■«Si fcArr re>s. -»n1 B I Uv I ir #-a4-5 i HET YPERSCH VIETTVSBLz- 4 3-12-1949 |an "L. EXiet Hen| ■■eh r«ro lot, i, V< t .c 1 F^7 iojpp r k v »o" iè |Di pla der. er. c tê lil |tc »u I w a I 1 S t ovc i v II PF S 1 s kil 8 |e I O pil 4W£ 1 lor I i **g I 1 1 Ie» t Een geliefde stadsfiguur is niet meer Op Vrijdag 25 November overleed al hier dokter Arthur Dochy. aan de gevol gen van een ongelukkige vaL Alhoewel hij in Mei van toekomend jaar 80 jaar zou worden, genoot de alom- beminde dokter van een goede gezond heid en daarom ook komt dit plots ver scheiden zo onverwacht en zo pijnlijk. Dokter Dochy was ere-luitenant ge neesheer van het Stedelijk brandweer korps en lid van de Kerkfabriek van Sint Maartens De begrafenis had plaats in Sint Maar tenkathedraal Woensdag l.L te 10 30 u. Talrijke geneesheren, vrienden en beken den van de dokter, alsmede zovelen die gedurende een lang werkzaam leven van zijn zorgen hadden mogen genieten, had den er aan gehouden de afgestorvene eer. laatste hulde te brengen. Op het stedelijk kerkhof hield Dr Louis Ronse. namens de dokters van het hos pitaal. volgende toespraak In naam van de dokters van het Hos pitaal der stad Yper kom ik een laatste hulde brengen aan ome ambtgenoot. Heer Arthur DOCHY. De hulde die wij, in innig plichtbesef, vandaag aan de verdiensten van onze vroegere medewerker volbrengen, lag reeds geruim- tijd in de bedoeling van velen van ons allen. Lang en vruchtbaar was de loopbaan van dokter Arthur Dochy. Zij was gelijk aan een forsige boom met steeds hernieuw de wasdom die rijkelijk zijn vruchten gaf. ieder vau ons ermee begiftigde en nu daar ligt geveld door het lot. Geneesheer gedurende drie en vijftig jaar. bewonderen wij deze onversaagde werkdadigheidbij iedere roep van de noodlijdenden is hij op de bres om hulp te geven, 't zij bij dage, 't zij bij nachte Geneesheer van deze uitverkorene soort dit zijn kunst gereed heeft, niet voor de promotie maar voor de nood. Die zichzelf geen ruste gunt vóór hij aan de mens die lijdt, teruggeschonken heeft, het hoogste stoffelijke goed. de welvarende gezondheid. Aa i de gave van toewijdsvolle en schran dergeneeskunst paarde de aflijvige de ga ve van een uitstekende burgersdeugd. De Commissie van hygiëne van de stad waar van hij deel van maakte, wist zijn wijze raad in te winnen die steeds gekenmerkt was met de stempel van het gezond ver stand. ■Verder nog, gedurende meer dan veertig jaar. spaarde hij nooit zijn tijd om als geneesheer ons stedelijk brandweerkorps ter zijde te staan nu eens als luitenant tijdens de oefeningen, dan eens. als 't er op aankwam dit ander onheil te bestrij den. het brandonheil dat als een veelkop pigslang de huizen van onze medebur gers bedreigde. In wel en wee stond hij zijn stadsge noten ter zijde. Wanneer de eerste wereld oorlog de inwoners van Yper heinde en verre verstrooide, hoe gelukkig waren de Belgische vluchtelingen te Rouen in Frank rijk wanneer Dokter Dochy hun nood kwam lenigen bij dag en bij nacht en dit gedurende hun vijfjarig ballingschap. En de tweede wereldoorlog komt terug, en n i ook weet hij als hoofdgeneesheer van het militair hospitaal van het Rood i Kruis nr 27, in onze stad onze Belgische j soldaten met steeds nieuwe iever ten dien- I ste te staan. Maar t is in hoedanigheid van dokter in ons stedelijk Hospitaal, als mijn mede- 1 -erker in de chirurgicale dienst aldaar, dat dokter Dochy de volle maat zal weten te geven van zijn onvermoeibare werk- geest en zijn nooit uitgeputte opofferings zin. Gedurende tien jaar heeft hij op ieder ogenblik ten dienste gestaan van de hon derden slachtoffers ran het rondgestrooide oorlogstuig dat toen onze verwoeste ge westen onveilig maakte. Dank zijn voort durende medewerking, zijn genegenheid tot de ongelukkigen. was het mogelijk de genezing van al deze slachtoffers tot een goed einde te brengen. Begaafd met een onverwoestbare werkkracht, bezield door een zeer hoge opvatting van de beroeps plicht heeft hij tradities in dit hospi taal gesticht die aan deze stad nieuwe luis ter komen bijzetten. Na het heroïsche tijd perk van de geneeskunde in de verwoeste gewesten besloot hij. als goede vader, de toorts van zijn roeping te overhandigen aan zijn zoon. dokter André Dochy. die wist in ere te houden de ouderlijke gaven •■an werkzaamheid en opoffering. De dienst der gestichten van de Openbare liefdadig heid der stad, der wezen en ouderen van dagen, bleef de afgestorvene nog ettelijke jaren plichtsgetrouw waarnemen. Tot op het einde van zijn lange loopbaan hield hij de geneeskunde hoog in faam en ere. Doer zijn afscheiden verliest de stad een markant burger zijn zieken, een genees heer vol opoffering en het hospitaal en zijn collega's een ambtgenoot vol loyauteit en liefde. Met aandoening buigen wij ons voor deze loopbaan. Zij is voor ons een aan sporing tot werkzaamheid en zelfopoffe ring en wij verstaan maar al te wel hoe zijn huisgenoten door dit afsterven met om.eggelijke droefheid geslagen zijn. Aan V. zijn rouwende kinderen, aan u is de taak gegeven zijn voorbeelden van ambtsgetrouwheid en burgerdeugd voort te zetten en aan de geëerde naam van Do chy voorts zijn spanne van luister te ver lenen. Achtbare echtgenote, achtbare familie, wij delen uw droefheid in zijn afsterven. Maar God zal gedenken hoe deze goed- hertige mens al zijn stonden bereid was de noodlijdenden ter hulp te staan. Hij zal hem het loon niet onthouden dat Hij in de Bergrede beloofde aan de goedhar tige dienaar. Daarom zeggen wij hem met U geen hopeloos vaarwel maar een har telijk tot wederziens, daar waar alle goe de wil en alle goede werken betaald wor den met de onvergankelijkste der vergoe dingen. Beste. Hooggeachte. Dierbare Collega. Vaarwel Dokter Franz Daelemans nam daarna in naam van het Ypers geneeskundig syndikaat het woord Geachte Confrater, Het is met een pijnlijk gevoel, en met een bittere smaak in de mond dat ik hier. in de naam van het Ypers Geneeskundig Syndikaat, U toespreek en begroet, met de titel, de eretitel, waarmede geneesheren, die elkander achten en waarderen, elkan der benoemen. Geachte Confrater, dit is de laatste maal dat voor U deze titel gebruikt wordt. Dat grieft mij te meer daar ik met U 25 jaren zij aan zij in het beroep stond, en ik u gedurende die 25 jaren heb leren kennen en waarderen, ten 1, als geneesheer, ten 2) als confrater en lid ran het Genees kundig Syndikaat leper. Als geneesheer mag ik hier uitspreken dj verering die ik had voor uw kennis, uw langdurige ondervinding, uw kalm ge moed en uw opoffering. Nooit mag ik zelf vergeten de goede, gouden raad die ik ont ving in netelige gevallen, in het begin mijner loopbaan. 2) Uw syndikaal leven is een voorbeeld geweest voor ons allen. Trou wheid en loyauteit zijn de twee bijzonderste ken schetsen die u kenmerkten als lid van onze vereniging. Vijftig jaar lang zijt ge trouw geweest aan de geneeskundige vereniging, vijftig iaar lang hebt gij loyaal gestaan tegen over de confraters van het geneeskundig syndikaat. Als lid hebt gij immer de ge trouwheid. de loyauteit en de solidariteit moet ik er aan toevoegen, als hoge ver diensten gehad. Het is dan ook geen won der geweest dat wegens die algemeen er kende verdiensten, U uitgeroepen geweest zijt om het voorzitterschap van het Ypers Geneeskundig Syndikaat waar te nemen. Ten andere, het geneeskundig beroep en u zelf. waart met de tijd aaneen en ineen vergroeid geworden. En in dat geneeskun dig beroep telden alleen in uw ogen, uw hart en uw ziel, hetgeen edel en hetgeen groot en groots was. Vondel schreef een boek over c altaargeheimenissenIk ben overtuigd dat na uw lange en schone loop baan. een boek in uw ziel omsloten was van Geneeskundige beroepsgeheimenis sen De liefde tot het beroep was een uitdrukking daarvan. En op de vooravond van uw overlijden, wanneer ik u de laat ste maal bezocht, ben ik overtuigd dat het soort geestdrift die u nog bezielde, mij wilde betekenen dat uw ideaal niet tegenstaande ouderdom, ziekte, lijden, dat uw ideaal van confraterniteit, trouwheid, loyauteit, opoffering, liefde, maar kon ver dwijnen met het verdwijnen van het leven zelf. met het ombladen van het laatste blad van het boek der beroepsgeheime nissen. Dit weze een troost aan de achtbare fa milie, aan wie ik, in naam van het Ypers Geneeskundig Syndikaat, mijn innige en diepe deelneming in de rouw betuig. Dit weze bijzonder een licht, een hoop. een leven, aan mijn vriend en confrater André Dochy. zoon van de diepbetreurde. Het Geneeskundig Syndikaat arrondisse ment leper, verliest het trouwste lid dat het ooit bezat. Voor ons allen zal hij het voorbeeld blijven van een sereen, kalm. offervaardig, wetenschappelijk, waardevol geneesheer. Ik dank de afgestorvene voor zijn voor beeld en in naam van het Ypers Ge neeskundig Syndikaat zeg ik Vaarwel en voeg er bij voor de laatste maal Ge achte Confrater Aan de diepbeproefde Mevr. ATthur Dochy. en kinderen, biedt Het Ypersch Nieuwszijn innigste blijken van deel neming aan. verbruik is zeer economisch (2483/ nnirn mm>i Naar aanleiding van een tussenkomst van de heer Volksvertegenwoordiger HU. Lahaye bij de heer Behogne. minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, in ver band met de beslissing de compensatie vergoeding van de gebrekkigen af te schaffen en te vervangen door een ver hoging der sociale toelagen, aan zekere categorieën toegekend ontving de heer Lahaye thans volgend schrijven: Mijnheer de Volksvertegenwoordiger, Bij uw schrijven van 18 November jl-, hebt U mijn aandacht gevestigd op een dagorde uitgaande van de afdeling Ieper- Poperinge van de onpartijdige Bond der Gebrekkigen en Verminkten van Arbeid en Vrede. Ik heb de eer uw aandacht te vestigen op de omstandigheden die door de Minis terraad in acht werden genomen bij het treffen der beslissing die er toe strekt de compensatievergoedingen te vervangen door een aangepaste verhoging der sociale toe lagen die aan sommige categorieën van personen werden toegekend. Het zal wel overbodig zijn te wijzen op de menigvuldige verwikkelingen die voort vloeiden uit het thans in voege zijnde systeem, noch uit te weiden over de op portuniteit van de voorgenomen maatregel die terzake een ontegensprekelijke vereen voudiging zal invoeren. Ik wil er evenwel aan herinneren dat de gebrekkigen begunstigd met de tegemoet koming bij de wet van 10 Juni 1937 voor zien, krachtens het besluit van 28 Mei 1948 (Staatsbl. van 1 Juni 1948) de com pensatievergoeding slechts kunnen beko men op voorwaarde dat zij niet door een werk- of bediendencontract gebonden zijn, niet op verplichte wijze bij de Nationale Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aange sloten zijn... noch uit welken anderen hoofde ook compensatievergoeding genieten. Het was dus logisch met deze voorwaar den rekening te houden ten overstaan van de personen die, hoewel zij met de gebrek- kigen-tegemoetkomlng begunstigd zijn, de compensatievergoeding in hun bezoldiging of op eender welke andere wijze ontvangen. Het is op grond van deze beweegredenen dat de beslissing werd genpmen de tege moetkoming der gebrekkigen slechts te ver hogen ten voordele der betrokkenen wier invaliditeit minstens 65 bereiktbe neden deze grens, inderdaad, mag er ver moed worden dat bedoelde personen nog over een voldoende geschiktheid beschik ken om een bezoldiging te ontvangen. Er mag dus worden aangenomen dat, voor de overgrote meerderheid der gebrek kigen, het nieuwe stelsel geen verminde ring van hun bestaansmiddelen zal voor gevolg hebben. Met gans bijzondere hoogachting, De Minister, (get.) O. BEHOGNE. BASKET - BALL Prom. leper - Ocstende B. q le htÖt: 2e helft, e'iduitsjj,. Tegen de gewoonte in begon -- der eerste ploegen Zondag laats,11' terwijl de reserven het ditmaal i opnamen. Een klein misverstand met d We hebben het echter lievet wijze waarop de Ieperlingen d Zondagen telkens hun wedstrijd hebben. Het slordige spel van het begin heeft afgedaan en plaat» voor een kloek-geordend geheel Herseaux en beide Oostendse e;ti hebben kunnen ondervinden w hebben de Ieperlingen hieruit «2^ profijt mogen oogsten doch het m 14 minste vernoemd worden dat de plaats in de rangschikking niet hun laatste prestaties beantwoordt het stilaan een zekerheid aan t is dat ze op een eerbare plaats in h*®*®5 klassement zullen prijken. r-ï Het is bekend dat de Ieperse spelers eerder langzaam onder do<*n,lei men, evenzeer alsdat de ploegen 1 reeks thans weten dat diezelfde leL^ gen voortaan meer en meer te vrezen^ Dat wisten ook Ronse en Oudenas die in bevordering Oostvlaanderen den en niet het minst Kortrijk u-, geluk kende naar Eerste Afdeling 5 gen verhuizen. Slechts naar het eind»' konden ze hier einde-verleden selzoe* het Esplanadeplein de bovenhand (26-32) Ieder speler is er bij rood-wit wtt-i merkelijk op vooruitgegaan en het o-L linge vertrouwen heeft zich hierultsT ker dan ooit zien verschijnen om ein.T een werkelijke en degelijke zone te o, tot stand komen. Dit is juist het verheugend feit der ste wedstrijden, want het bracht xr- vreugde mee toen de zone zo onbarmhT tig gehekeld moest in de eerste bljdr» van dit seizoen. Laten we hopen dat' onderlinge speel-vertrouwen moge bei den en versterkt worden tijdens d/, mende kompetitiedagen. Er kan nog fe wat verandering komen in de puntental» en wie zal het beweren dat leper een nc dere is tegenover de Oostende's, Herseaui en zelfs bij Moeskroen We komen 1 trouwens ten gepasten tijde op terug De eerstvolgende wedstrijd gaat teg» Dynamo Brugge, op 11 Dec. aldaar te 5 twisten. Tot nog toe een onbekende pin voor de onzen. Een kalm maar nietten, kordaat begin zal er ons een grote zijn. Res. Prom. leper - Oostende le helft: i(. 2e helttIJ einduitslag: 33 Het was lang niet nodig dat af en een speler van de eerste ploeg hier i plaats kwam innemen, want sinds Ie; met reserven opkwam werden deze U_ sten nog niet van de ereplaats gebrac: Vele ploegen zelfs Kortrljk kunne hierop niet bogen, en het hoeft niet vr zwegen dat ze een stevige en onmisb.- steun uitmaken voor het eerste rif telkens wanneer dit optreedt. Na een kalme wedstrijd wonnen ze 1 weer zeer verdiend. JACSTOS Hebt u het al schoongemaakt Jawel, commissaris JammerBrengt u ons er eens heen Het was een groot, hoog, sterk ge tralied venster, waar de concierge hen naartoe bracht. Peacetown on derzocht alles nauwkeurig, sppnnin- gen, ruiten, kozijnen en tralies. Maar hij scheen niet zeer bevredigd. Had u maar niet zo 'n plichts getrouwe concierge, mijnheer Wood- ley zei hij tot de ingespannen toe ziende directeur, hij heeft jammer genoeg, het beste spoor zo grondig uitgewist, als slechts een ijverig vak man doen kan. Onze taak is hier voorlopig beëindigd. Ik neem aan, Chef, dat Dr Woodley morgen het een en ander over de doodsoorzaak ▼an de heer Pradly kan vernemen Zeker wel, mijnheer Woodley, wij zullen u morgen berichten zei Ry der, terwijl hij afscheid nam. Toen de heren naar buiten traden Dr Woodley liep nog steeds zonder boord rond, terwijl hij er bleek en opge wonden uitzag was het reeds ne gen uur. Groepjes employé's en ar beiders stonden werkloos op het ruime voorplein en fluisterden nieuwsgierig. Het voorval had de ronde reeds gedaan. Op het ogenblik, dat de politiemen sen zich naar hun wagen wilden be geven, kwam met razende vaart een elegante grijze sportwagen het ter rein op. Duncker riep Woodley, toen de wagen voor de ingang stilhield en Duncker er uit sprong. Is het waar. mijnheer Woodley riep hij reeds van uit de verte. Ja Duncker, het is waar. Uw vriend, onze beste Pradly, is dood Houdt u flink Peacetown wendde zich tot de rennerU was een vriend van de overledene, mijnheer «Ja...» Duncker was doodsbleek van opwinding. «Dan mag ik U wel verzoeken indien u de slag intussen enigszins te boven gekomen bent ons enige inlichtingen te verstrekken over de gewoonten van uw overleden vriend. Zeker, natuurlijk stamelde de nog steeds door aandoening overman de Duncker. Dr Woodley nam hem DOOR ONUITGEGEVEN ROMAN UIT DE AUTOWERELD onder de arm en leidde hem voor zichtig weg. III EVELYNE Een diepblauwe lentehemel straalt boven de in rustige zonneglans lig gende Middellandse Zee. Te midden van de geur en de lieflijk zachte kleuren van ontelbare bloemen ligt tegen de steile kust Bordichera. Om de rotsen aan het strand speelt een licht schuimende branding. De lucht is doorzichtig en het oog reikt tot ver in de omtrek. Aan beide zijden van de stad steken de landtongen in zee uit en van af de hoge rotsen groe ten diepgroene heesters en felwitte huizen. Als coulissen liggen de heu vels achter elkaar in steeds bleker wordend blauw en in de richting van Menton en Pto. Maurizio verwazen zij in de lichtende Riviera-hemel. Door de zachte, warme wind slechts langzaam voortgedreven, stuurde een slank zeiljacht op de rustige baai aan. waar, in de meest beschutte hoek tussen de bomen van een groot park, halverwege de helling, een sneeuw witte villa lag. Op het dek van het jacht lag, lui uitgestrekt, een jonge vrouw met blauwe ogen en licht blond haar in badpak. Voor haar zat een zwartharige, bruingebrande jon gen. nonchalant gekleed in een sport hemd met opgestroopte mouwen. Een andere jonge Italiaan leunde te gen de mast en staarde verveeld over de baai. Op het eerste gezicht zag men, dat de beide jongens broers waren. Plotseling richtte de jongste zich op en staarde, met de hand boven de ogen. naar de witte villa. Signorita, de witte vlag is ge hesen, zei hij, terwijl hij zich om draaide. De jonge vrouw richtte zich op. Groot en slank stond zij in de scha duw van het zeil en de zachte ron dingen van haar lichaam tekenden zich fel af tegen het wit van het even gespannen linnen. Turend keek zij naar het huis, waarboven op het platte dak een kleine, witte vlek zichtbaar was. Deze kleine vlek, in werkelijkheid een vlag van bijna zes meter in het vierkant, was het teken, dat Evelyne Woodley, de eigenares van de witte villa, verzocht werd thuis te komen, als er iets gewichtigs, dat haar aanwezigheid noodzakelijk maakte, voorgevallen was. Evelyne wendde zich tot de oudste jongen. Antonio, we kunnen toch onmo gelijk sneller varen Met geen mogelijkheid, Signorita, de wind wordt steeds zwakker Hoelang hebben we nog nodig De Italiaan antwoordde schouder ophalend Een half uur, als de wind zo blijft Evelyne ging weer tegenover An tonio zitten. Het liet haar eigenlijk koud, of ze snel of langzaam voor uitkwamen. Zij kon zich niets heer lijkers denken, dan met deze twee filosofen der luiheid, Martino en An tonio over de wijde, blauwe water vlakte te zeilen. Ondanks haar jonge jaren en een leger van aanbidders, was Evelyne reeds blasé en wars van alle cultuur. Daarom was zij naar Bordichera ge gaan, waar de beide jongens haar villa en het park verzorgden. Dat deed zij steeds, als in Engeland het mistige, kille voorjaar met natte sneeuw en ijskoude regens over het land kwam en het einde van een doorgedanst en doorgeflirt wintersei zoen aankondigde. Dromerig keek zij langs de Italiaan naar de eeuwig onrustige golvende lijnen van het water. Dit land is veel te mooi voor een luilak, Antonio. Als bij ons in het Noorden alles met vuil en nattigheid bedekt is, bloeien bij jullie de vio- liers. «God heeft het goed gemeend met dit land, toen hij het ons gaf, Sig norita antwoordde de knaap glim lachend, «wie dit land bezit, moet het leven begrijpen. «Werken is een vloek zegt de bijbel, die ik als ge lovig Christen vereer, al heb ik hem nooit gelezen. Werk is een edelman onwaardig en elk Italiaan is een edel man de meesten zelfs van ge boorte. Er zijn nergens zoveel na tuurlijke nakomelingen van adellijke personen als in Italië. Ik geloof, dat elke Italiaan v blauw bloed in zijn aderen heeft. Waarom zouden we werken, als onze bodem alles schenkt wat we nodig hebben Het is goed, dat U Engelsen dit land niet beheerst. U zoudt uw nij verheid er op loslaten en de smook van uw schoorstenen zou de geur van onze bloemen verstikken. Zoals de voorzienigheid het geschikt heeft is het goed.» Waar haai je die ideeën vandaan, Antonio? Voor zover ik weet. lees EVeW D00it b°ek?» vroeg Nooit. Signorita Daarvoor heeft hij het lezen toch te slecht geleerc riep Martino van af de mast. «Mi- wie niet werkt, moet denken en men zoveel denkt, komt men tot i lerlei interessante gedachten. We ken maakt dom, daar het het denkt- verhindert Ook een standpuntlachte Ev lyne, maar misschien heb je nk eens helemaal ongelijk Ik heb gelijk, Italië heeft geüp want wie in Engeland iets gepm- teerd heeft, komt bij ons, omdat weet, dat men in Engeland a!lee; werken kan, doch bij ons kan leven Dan heb je ons toch nodig. kom je niet zo dikwijls naar ons toe als wij naar jullie «Wij hebben U nodig. De were, heeft U nodig, want U werkt vo. de wereld. Maar wij zijn ook voc u onontbeerlijk, want wat is werkt zonder levensgenot en dat vine u in zijn meest volkomen gedaan-' slechts bij ons. Er zijn slechts tv* cultuurlanden op aarde, uw land er het onze. Alle andere hebben de cu* tuur van ons gestolenantwoord Antonio. Trots keek hij Evelyne aan. Ek" lachte. .J Goed Antonio. Ik ben tevred® ook al ben ik het er niet geheel eens. Maar laten wij op dit prind nu maar vrede sluiten. Na een half uur de vrind intussen nog meer afgenomen kwamen zij aan de landingsp-Y aan. Aan de oever wachtte Eve kamermeisje Giulia. Een telegram uit Londen, rita Geef eens hier t&m Met nieuwsgierige haast Evelyne het telegram en la-_® zo spoedig mogelijk terug. De lyne komt deze week klaar, Met een zachte kreet van v verrassing liep ze over het de gemetselde trappen van de op. Giulia en de beide Italianen ken haar lachend na. (Vervolg

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1949 | | pagina 4