wekt Kracht
TWEELINGZUSTERS
POLITIECOMMISSARIS MAERTENS OVERLEDEN
Stedelijke
Middelbare Nijverheidsschool
BIJ DE VUURKRUISEN
PAMELA WYNNE
HET VPERSCH NIEUWS»
BU. 4
8-9-1951
Zaterdag II bereikte ons het droevige
nieuws dat de h. Politiecommissaris Leo
pold Maertens in de voormiddag plots
overleden was. Alhoewel we wisten dat hij
sinds geruime ti.d lijdend was. kwam
dit schielijk heengaan ons pijnlijk tref
fen. want de h. Maertens was slechts 57
jaar en getuigde nog steeds van een on
verdroten werkkracht-
HEER LEOPOLD MAERTENS
Politiecommissaris der stad leper
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie
Oudstri jder-Vuurkruiser 1914-18
Ridder in de Kroonorde
en in de orde van Leopold II
Vereerd met het Oorlogskruis met Palm,
de Herinnerings- en Overwinningsmedaille
Hij had zich Zaterdagmorgen wat onwel
gevoeld en begaf zich daarom omstreeks
10 uur naar het O. L. Vrouwhospitaal om
er verzorgd te worden- Zij toestand verer
gerde echter zienderogen, zodat de EE
Zusters het geraadzaam achtten een pries
ter bij te roepen en de familie te verwit
tigen. Na de laatste HH. Sacramenten ont
vangen te hebben, gaf de h. Maertens de
geest.
DE BEGRAFENIS
Woensdag 11. had onder grote volkstoe
loop de begrafenisplechtigheid plaats. Te
9-30 uur werd het stoffelijk overschot ge
licht aan het O L- Vrouwhospitaal, waar
na de lijkstoet zich naar de St- Maartens- i
kathedraal begaf, waar te 10 uur een
plechtige lijkdienst opgedragen werd.
Voorop stapten de vlaggen der Vader
landse groeperingen aangesloten bij het
Verstandhoudingscomité der Oudstrijders
en Geli.kgesielden. vervolgens de volledi
ge politieafdeling van de stad en een de
legatie van politiemannen van Zuidvlaan-
deren. Daarop volgden de veldwachters
van de streek, alsmede een afvaardiging
van de Ieperse rijkswacht en brandweer.
Talrijke bloemengarven werden vóór de
lijkkoets gedragen die omringd was door
de hh Smet. politiecommissaris van Kort-
rijkCoel. politiecommissaris van Menen
Vandenbroucke. politiecommissaris van
Wevelgem en adjunct-commissaris Goe-
maere. De lijkkist was bedekt met de
Belgische driekleur.
Achter de familie stapten o. a. op. de
hh. Burgemeester VanderghoteSchepe
nen Dehem. Muiier en Robyn Stadssecre
taris A. VersaillesSenator Missiaen. ge
meenteraadsleden Witdouck. Seys. Rou-
seré en Pattyn. alsmede de meeste poli
tiecommissarissen en adjuncten van gans
de provincie. We bemerkten eveneens op
de begrafenis de aanwezigheid van de hh.
Carre, procureur des Konings. Lefebvre.
Verfaillie en Ghestem. rechters.
De lijkdienst werd door talrijke gelo
vigen bijgewoond, waarna de rouwstoet
zich naar het stedelijk kerkhof begaf.
Bij het open graf hield de h. burge
meester Vanderghote volgende toespraak
De Dood heeft de heer Politiecommissa
ris Leopold Maertens uit ons midden weg
gemaaid.
De Stad, het politiepersoneel, het Stads
bestuur hebben in zijn persoon een voor
naam stadsgenoot, een goede dienaar, een
goede meester en een voortreffelijk ambte
naar verloren.
De heer Leopold Maertens had. als mi-
litiaan van de klas 1914, gans de oorlog
1914-18 medegemaakt. Op 15 Mei 1920 trad
hij als adjunct commissaris in dienst van
stad. Hij werd politiecommissaris te Wer-
vik in 1923 en in 1936 in dezelfde hoeda
nigheid benoemd te Yper. Gedurende deze
lange tijdspanne heeft hij steeds met on
verdroten vlijt en stiptheid zijn zeer ge
wichtig ambt waargenomen.
Het Lot heeft gewild dat hij in zijn loop
baan veel moeilijke tijdperken heeft ge
kend. namelijk de algemene werkstaking
in 1929 waaraan hij in de woelige grens
streek van Wervik het hoofd moest bieden
de mobilisatie van 1939, de invasie, de pijn
lijke jaren van de bezetting, de lastige da
gen van de bevrijding ook nog de daarop
volgende tijdspanne die aan al de politie
korpsen van het Land een zware bijkomen
de last bezorgde en van hen een zware
krachtinspanning vergde. In al deze om
standigheden heeft Politiecommissaris
Maertens blijk gegeven van zijn voorname
hoedanigheden van toewijding en nauw
gezetheid.
In het uitoefenen van zijn ambt. in het
vervullen der talrijke en veelzijdige op
drachten die hem werden toevertrouwd,
toist hij steeds op te treden met de vereiste
onpartijdigheid, bescheidenheid en mense
lijkheid die hem ingeboren waren en hun
grond vonden in zijn gaven van evenwich
tigheid. zijn rechtschapenheid en zijn diep
plichtbesef.
Voor mij was hij steeds een voornaam en
voortreffelijk medewerker die in vertrou
wen al de opgerezen moeilijkheden en ver
wikkelingen voorbracht, in volle oprecht
heid zitn advies voorlegde, het met be
scheidenheid en vastberadenheid verdedig
de en voor zijn verantwoordelijkheid niet
terug deinsde.
Voor zijn ondergeschikten was hij een
goed meester, die zijn mannen graag had.
Steeds bezorgd was voor hun stoffelijk wel
zijn en bekommerd om de verbetering van
hun opleiding en vorming.
Dit alles wist hij te bereiken zonder ge
weld noch overdreven strengheid maar wel
integendeel dank aan een gepaste raadge
ving. een vriendelijke aanmoediging, een
go-d woord of een zakelijke en kalme be
risping.
Tegenover de bevolking trad hij op met
bescheiden minzaamheid in de overtuiging
dat een gezonde toepassing van de voor
komende rol van de politiemacht van groter
belang is en meer vruchten afwerpt dan een
jxtlitiek van systematische bestraffing.
Hij genoot dan ook de sympathie van
gans de bevolking.
Sinds lange jaren voelde hij zich ten
prooi van de ziekte, van een ziekte die
geen genade kent. Meermalen heeft hij mij
zijn verlangen uitgedrukt om op rust te
gaan maar de gedachte zijn politiekorps te
verlaten in volle evolutie verhinderde hem
zijn ambt neer te leggen.
Na een lange voorbeeldige loopbaan die
steeds in-Jiet edel teken stond van onvoor
waardelijk dienstbetoon is hij heen gegaan.
Zijn schielijk afsterven heeft ons allen
gegriefd.
Aan zijn treurende echtgenote en kinde
ren bied ik in naam van stad met mijn
innige gevoelens van oprechte deelneming,
de troostende verzekering dat de nagedach
tenis van politiecommissaris Leopold Maer
tens lange tijd in ere zal gehouden worden
als de nagedachtenis van een trouw ambte
naar. van een voortreffelijk burger en van
een goed en oprecht mens.
Moge God dan ook zijn ziel opnemen in
de rust van zijn eeuwige Heerlijkheid.
Het Ypersch Nieuws neemt met in
nige droefheid deel in de diepe rouw die
Mevrouw Maertens en kinders zo onver
biddelijk komt te treffen.
ZORG VOOR DE TOEKOMST
en laat U tijdig inschrijven
als leerling in de wijd gekende
(Akademie)
O. L. Vrouwstraat 8, IEPER
op Zondag 9 September van 10 tot 12 u.
KOSTELOOS ONDERRICHT IN
Bouw-, Beeldhouw- en Werktuigkunde.
Schilderkunst- Tekenen en Electriciteit-
Algemene en technische vakken.
Deze uiterst practisch ingerichte cur
sussen zijn ook bijzonder aangewezen voor
de volwassenen en jongelingen, afgestu
deerden van middelbare en vakscholen,
die zich wensen in hun ambacht te vol
maken.
Prachtige beloningen, nuttige vakboe
ken, eremetalen, uitgangsdiploma's en ge
tuigschriften worden aan de verdienste
lijke leerlingen uitgereikt.
Voorwaarde Minstens 14 jaar oud zijn.
Aanvang der lessenMaandag 10 Sep
tember 1951.
HET BESTUUR.
GEKOZEN UIT DE BESTE
STEEDS MEER EN MEER SOLIDARI
TEIT Een Vuurkruiser-Oorlogsvrijwil-
liger en Invalied uit de Vuurlinie, komt
de reeks aanvullen met op zijn beurt zijn
ganse verdubbelde frontstreeprente aan
onze Ieperse Vuurkruisenbond over te
maken, op naam van onze Voorzitter
Bij de eerstvolgende algemene vergade
ring wordt deze milde schenker samen
met de andere, aan de aanwezigen ken
baar gemaakt, waarbij een openbare hul
de zal worden gebracht aan deze weldoe
ner.
Het is dan nogmaals met diepgemeen
de dankbaarheid, dat bestuur en leden
opzien naar deze oud-frontkameraad, die
door dit edel gebaar, zijn solidariteits
gevoel in daden omzet. De Vuurkruisen
zullen dit immer indachtig blijven.
NIEUWE VUURKAARTEN De leden
die in de laatste drie maanden hun Vuur-
kaart ontvangen hebben, worden vrien
delijk, doch dringend verzocht, onverwijld,
het nummer der Vuurkaart (onderaan de
foto geplaatst) te willen opgeven. Dit kun
nen zij overmaken in ons lokaal bij mak
ker Theo. Menenstraat nr 6.'
Wij zijn overtuigd dat alle belangheb
benden zonder uitstel, deze dringende op
roep zullen beantwoorden.
Wie dit verwaarloost, kan wel eens
moeilijkheden ondervinden en werkt daar
bij in zijn eigen nadeel.
Vuurkruisen volgt tuchtvol het orde
woord van uw bestuur.
N.W.O.S. Het Nationaal Werk voor
Oud-strijders. Weggevoerden en Politieke
Gevangenen verzoekt ons met aandrang,
enkele afgevaardigden-Vuurkruisen te
willen voorstellen, die zouden wensen on
derzoeken te doen en bekwaam zijn ver
slagen op te stellen, waaruit de gedane
bestatigingen duidelijk blijken en die, des-
voorkomend. de voorgestelde steun recht
vaardigen.
Gelief U hiervoor te wenden tot onze
Voorzitter.
DE STRIJDERSKAART 1940-1945
De «Kaart met opgave der oorlogsdien
sten voor de strijders 40-45 heeft de on
verschilligen wakker geschud. In massa
komen zij onze rangen der Nationale Fe
deratie Strijders 40-45vervoegen,
doch velen die een periode van insluime
ring hebben gekend, waarbij zij zich niet
eens de moeite hebben getroost, de her
inneringsmedaille 40-45. enz. aan te ra
gen. willen deze nu in de kortst mogelijke
tijd bemachtigen. Hierbij doen wij op
merken dat hiervoor een gewettigde ver
klaring nodig is, van hun gewezen over
ste onder wiens bevel zij de 18 daagse
veldtocht hebben medegemaakt.
Alleen dan, kan de aanvraag ingediend
worden.
Ten einde alle belanghebbenden op de
hoogte te stellen, werd een bestendige
dienst ingericht, in het lokaal der Vuur
kruisen, Menenstraat 6, waar alle ge
wenste inlichtingen heel bereidwillig wor
den verstrekt.
Strijders 40-45. maakt daar ruimschoots
gebruik van, dit bespaart U veel moeite
en toont de weg aan. om in de kortst
do -uauioJtaq 3} SuiuaopjOA pTrj a^fijagoui
ieder gebied
GROTE VLAAMSE KERMIS
OP DE LIGY WIJK
Programma
Zaterdag 8 September
Te 17 u.Opening der Kermis met mu
ziek en fonoplaten.
Te 18 u Grote Kinderspelen-
Te 20 u. Kiezing miss Cité, en plech
tige inhuldiging van de Burgemeester der
Cité.
Te 22 u. Grote Fakkeltocht rond de
wijk en daarna allerhande spelen.
Zondag 9 September
Te 10 u.Grote ringsteking per velo.
Te 11.30 u. Grote Trou-Madame voor
iedereen.
Te 16 u. Plechtige inhuldiging van de
zandputten in de Ligy wijk, door de Heer
Burgemeester der stad leper of zijn af
gevaardigde.
Te 17 u.Groot Concert door de Har
monie Démocratique de Mouscron, en
daarna Bal en allerhande Volksspelen.
Maandag 10 September:
Te 11 u. Grote Trou-Madame voor ie
dereen.
Te 16 u.Zakloping voor vrouwen al
leen.
Te 17 u.Loopkoers voor jongens van
10 tot 14 jaar.
Te 17.30 u. Trotinettekoers voor meis
jes van 10 tot 14 jaar-
Te 19 u.Wandelconcert.
Te 20 u. Groot Concert gegeven door
de Harmonie Picanol.
Feuilleton «Het Yperscn Nieuws» 14
Nee Maar mevrouw Metcalfe
liet het daarbij. Zij begreep eigen
lijk wel, waarom April niet wilde
dansen. Ook wist zij, dat haar kind
verdriet had, maar hoe groot dat ver
driet was, dat wist zij niet, omdat
April het voor zich hield.
's Avonds was het het ergst. Ge
woonlijk kwam Flavia tegen elf uur
naar beneden in de hut en meestal
brommerig. Moeder hing daar boven
zo belachelijk om net zo lang totdat
Flavia van zins was om naar bed te
gaan.
Ik heb er nog geen zin in,brom
de Flavia de pret begint pas tegen
elf uur en al de meisjes mogen blij
ven zonder haar moeders. Het is be
lachelijk.
Maar als zij het nu zo voelt,zei
April moe. En terwijl Flavia door
ging, balde zij haar vuisten onder
het laken.
Zal ik Ronald Carew aannemen
of weigeren als hij mij vraagt
peinsde zij hardop en dan keek zij
naar het afgewende gezicht van April
en glimlachte boosaardig.
Stel je voor, dat hij je eens niet
vraagt vroeg April op een avond.
Zij zei het op bittere toon. Zij kon
de manier niet verdragen, waarop
Flavia sprak over de man, die zij,
April, in haar hart droeg. Hij was
schitterend, galant. En het was een
schande, dat zij hem beschouwde als
iemand aan wie zij haar gunsten ver
leende.
Mij niet vragen Maar hij doet
het vast,zei Flavia beslist. Hij
deed het van avond bijna. Wij gin
gen naar de boegik had moeder
ontweken maar toen hield die idioot
van een juffrouw Baker mij tegen
en zei, dat moeder mij zocht. Ik haat
die vrouw,zei Flavia wraakzuch
tig. Mensen, die zo lelijk zijn als
zij hebben geen recht om te leven.
Zij is niet zo lelijk,» zei April
verontwaardigd.
Dat is zij wel,zei Flavia, in
wier geest het gebeurde nog na
werkte. Vooral omdat majoor Carew
ogenblikkelijk was blijven staan en
gezegd had, dat als mevrouw Met
calfe haar zocht, zij er heen moest
gaan.
Maar nu zal hij het morgen
doen,zei Flavia doodleuk. Zij had
al haar ergernis vergeten, omdat zij
zichzelf had gezien in de lange spie
gel. «Je lichaam maakt dat je zo
veel plezier hebt,zei zij en plot
seling drukte zij een kus op haar
eigen satijnen schouder. Ik ben
vreselijk blij, dat ik zo 'n mooi
lichaam heb,zei zij.
Je maakt me misselijk,zei
April op gesmoorde toon van onder
het laken.
«Jij hebt ook een mooi lichaam,
maar je weet er niet mee te woeke
ren, vervolgde Flaviahoe kun
je nu pret hebben als je de hele tijd
naast moeder zit met je handwerk
Maar ik heb veel plezier,zei
April. Ik doe mee met de sport. En
ik heb me verkleed met het gecos-
tumeerde bal. Wat kan ik nog meer
verlangen
Je hebt niet gedanst,zei Fla
via En die dikke jongen was wan
hopig omdat je niet wou. Als je het
maar wilde, zou je best kunnen ma
ken, dat hij jou ten huwelijk vroeg.
Die dikke jongen Maar hij is
pas twintig of zozei April en liet
haar lachje schallen. Maar haar ge
wonde geest was een beetje gekal
meerd. Als zo 'n saaie jongen haar
zo aardig vond, dat zelfs Flavia het
merkte, dan moest zij toch ook wel
aantrekkelijk zijn. Als zij maar niet
weer over majoor Carew sprak
Maar Flavia was meer op majoor
Carew gesteld dan zij zelf wel wist.
En hij had geld van zichzelfeen
paar avonden geleden had hij haar
dat een beetje verlegen verteld. En
hij was buitengewoon knap. Maar
helemaal kon zij hem niet doorgron
den en misschien zou hij wel een
beetje lastig zijn om mee om te sprin
gen. Maar dat zou zich alles wel
schikken, dacht Flavia, terwijl zij
vlug haar nachtjapon aanschoot en
erover dacht, hoe hij die avond eerst
had gebloosd en toen verbleekt was.
nadat zij net gedaan had of zij zich
door hem wilde laten kussen, om
plotseling terug te trekken. Maar
geen genot om een man te doen tril
len, dacht Flavia. Maar toen was die
ezel van een Baker op de proppen
gekomen en had -alles bedorven.
Ik veronderstel dat je nijdig zult
zijn als ik het licht nog laat bran
den, zei zij, vriendelijker dan ge
woonlijk. April leek onder dat laken
zo erg teer en eenzaam.
Och, ik ben eraan gewend,zei
April bitter. Zou het mogelijk zijn
om je eigen zuster te haten dacht zij,
terwijl zij haar gezicht afwendde en
naar de witte muur keek. Waarom
waren zij toch naar Indië gegaan,
als het zo moest aflopen En zij had
gemeend, dat het zo heerlijk zou
zijn
Laten we ons allebei verloven,
zei Flavia gezellig. Dan kan moe
der die Maxwell trouwen. Denk je
dat zij dat van plan is vroeg zij,
de electrische ventilator in beweging
zettend.
Ik weet het niet, zei April adem
loos. Als Flavia het ook had gemerkt,
moest er toch iets van waar zijn. Zij
had er nog nooit over gesproken.
Ik geloof van wel,zei Flavia.
Maar de dingen der andere mensen
boezemden haar nooit zo lang belang
in. «Wat is het heet in die hut,»
bromde zij. Maar misschien ben ik
morgen op ditzelfde uur al verloofd.
Als de Dikke niet op je afkomt April,
dan mag je mijn bruidsmeisje zijn.
Welke jurk zou je dan graag dra
gen
Maar April had haar vingers in
haar oren gestopt. Bij ondervinding
wist zij, dat Flavia op de lange duur,
als zij geen antwoord kreeg, zou
zwijgen. Haar moeder getrouwd met
die grijze man thuis! Wat zou er
dan van haar, April, worden Flavia
zou met majoor Carew trouwen en
zij zou overschieten. De patrijspoort
liet al een glimmende lichtstreep
door. voordat April haar ogen sloot.
HOOFDSTUK XV
Juffrouw Baker had niet altijd ge
wenst om zendelinge te zijn. Er was
een tijd geweest, waarin zij meende
gelukkig te zullen worden. Het was
nu twintig jaar geleden, dat zij de
school, waar zij gedurende drie jaar
haar opvoeding genoot, had verlaten
en teruggekeerd was naar de kleine
Pastorie buiten om er het huishou
den te besturen van haar vader, die
weduwnaar was. Zij was zijn enige
dochter en zij waren samen heel ge
lukkig geweest. Toen blies de zachte
adem van nog groter geluk over Mar
garet Baker heen. Er was een hulp
prediker, lang en athletisch, aan haar
vaders kerk verbonden en het scheen,
dat hij haar graag mocht lijden. Toen
kwamen er nieuwe mensen wonen in
het grote huis, dat op de heuvel
stond en de man die zeer sportief
was, werd lid van de kerkeraad en
de hulpprediker maakte zijn bezoek
bij hen, wat zijn plicht was en een
paar maanden later verloofde hij
zich met de aardige zeer moderne
dochter van de sportieve man. En dat
was het einde geweest van de korte
roman van Margaret Baker. Voor een
buitenstaander.had het niets te be
duiden. Maar Margaret Baker had
de hulpprediker aangebeden omdat
hij flink en mannelijk was en de ge
dachte, dat hij zich met een ander
had verloofd, was een vreselijke
kwelling. En, zichzelf analyserend,
vreesde zij, dat hij begrepen had,
hoe zij hem aanbad. Toen verviel zij
tot het gewone type van de dominé's
dochter, die sjouwde in en buiten de
pastorie en die niets meer gaf om
mooie kleren en meende, dat het be
gin en het einde van het leven niets
anders was dan arbeiden voor de
Kerk. En dat duurde totdat haar
vader stierf en zij de pastorie ver
laten moest. Nadat zij twee maanden
had doorgebracht bij een getrouwde
broer, wiens vrouw een hekel aan
haar had, begreep zij, dat het zo niet
langer ging. Toen opende het vrien
delijke Zendelingen-genootschap zijn
gastvrije armen voor haar, zoals het
voor zoveel eenzame vrouwen doet
en gedurende een paar jaren volgde
zij de lessen van de uitstekende Zen
dingsschool en vertrok toen naar
Indië.
Nu was juffrouw Baker zeven en
dertig jaar met benige handen en
dun haar en met ogen, die een
lorgnet nodig hadden. Maar het le
ven in Indië had haar goed gedaan
het had haar blik verbreed, en haar
niet kleinzielig gemaakt, zoals bij
sommige zendelingen gebeurt. Zij
was verstandig genoeg om te erken
nen, dat het 't beste voor een vrouw
is om een man te hebben, die haar
liefheeft. Dat al het andere pas daar
na komtmaar dat het toch ook heel
goed kan zijn als je er maar voor
waakt, dat je niet bitter en spijtig
wordt. En daarom hield men van
juffrouw Baker, vooral de vrouwen.
Mevrouw Metcalfe hield van haar
en April eveneens. Flavia niet, maar
dat kwam voornamelijk omdat zij
zich niet om haar bekommerde. Fla
via bekommerde zich nooit om ie
mand, die haar geen belang inboe
zemde. Zij toonde juffrouw Baker,
dat zij haar saai en onbelangrijk
vond en daar juffrouw Baker net als
ieder andere vrouw, het zeer onaan
genaam vond. was hun verhouding
alles behalve vriendschappelijk.
Hoe maakt het lieve kleine doch
tertje het vandaag vroeg juffrouw
Baker, die rustig zat te handwerken
en wel wist dat mevrouw Metcalfe
begreep welke der twee dochters zij
bedoelde.
Ik weet het niet.Mevrouw Met
calfe had een zeer slechte nacht door
gebracht. Haar eigen zaken hinder
den haar even erg als het verdriet
van April. Zij hield op met breien
en staarde in zee. Het schip ging
langs een groep rotsachtige eilanden,
die in de zon lagen te branden. Op
een ervan stond een vuurtoren. Wat
een leven voor de drie mannen, die
daar hun werk haddenWat zouden
zij verlangen naar de dag. waarop
zij van een paar vrije dagen in Perim
konden genietenDie avond zouden
zij te Perim zijn, peinsde mevrouw
Metcalfe, opnieuw haar breiwerk op
vattend.
(Vervolgt)