AVONDGLOED
door
PAMELA WYNNE
HKT YPERSCH NIEUWS
Bti. 11 21-3-1953
e--. koopt hem een prachtige wagen, wiens
Toorn het geluk uitmaakt van haar idiote
echtgenoot.
De bankdirekteur dreigt de oude Jee-
Wr op straat te zetten indien hij de huur
van 100 dollars niet betaalt. Jee ter tracht
raster Bessie op listige wijze de vereiste
jom afhandig te maken doch hij ver
neemt. dat het geld van Bessie verdween
met de aankoop van de wagen.
Jeeter zal dan zichzelf behelpen Hij
gaat er met de wagen vandoor en tracht
hem in de naburige stad te verkopen. Hij
vindt een koper in de persoon van de
sheriff doch weldra is hij op het politie
bureau waar hij Dude en Bessie die
Xlacht indienden, ontmoet.
Iedereen keert naar Tobacco Road te
rug. doch weldra blijven de ouderlingen
alleen Hun dochter Ellie May nam de
vlucht met haar schoonbroeder Lov wiens
vrouw er vandoor ging Het is onmoge
lijk de 100 dollars bij elkaar te krijgen
Jeeter zal naar het oude mannenhuis
moeten. Terwijl de ouderlingen wanhopig
naar hun laatste toevluchtsoord schrijden
ontmoeten zij een vriend, de Kapitein
Tim. Hij heeft medelijden met hen. brengt
hen terug naar Tobacco Road, betaalt zes
maanden huur en geeft hen tien dollars
voor de aankoop van zaad
De oude Jeeter vindt zijn hoop en le
vensvreugde terug. Hij ruikt terug de goe
de aarde en droomt van een reusachtige
katoenoogst. Morgen zal hij zich aan het
werk zetten en de grond bebouwen Jee
ter zet zich neer voor zijn vermolmde ba
rak zijn hond legt zijn snuit op zijn
knieën en Jeeter slaapt in bij het lied
t van de wind in de oneindige katoenvelden
die dit jaar een werkelijk reusachtige
oogst laten verhopen
Totfflswfflone
In liet Februarinummer van ROYAL-
\l'TO». orgaan van de Royal Automobile
Club van België, Franse uitgave, ver
scheen. van de hand van JEAN FRANCIS,
een uiterst interessant artikel DEROUTE
DL' CARNAVAL». Het eerste deel is ge
wijd aan het Carnaval van Binche, het
tweede aan het IEPERSE KATTEFEEST.
>Iel toelating van de Redactie van voor
noemd tijdschrift hebben wij het artikel
vertaald en geven het hieronder voor
onze lezers. Deze zullen de eigenaardig
heid van behandeling dadelijk merken
de schrijver stelt inderdaad de gebeurte
nis voor als had ze nog plaats met echte
katten Het stuk is er daarom niet min
der boeiend om.
VIATOR
CARNAVAL OP DE VLUCHT
leper zal de ernst van de Vasten een
tweede steek toebrengen, leper is een
eigenaardige stad 'Zij was groot en be
roemd in het verledenzij is nu nog
-iechts een klein en nederig provincie
stadje. Zij is het verblijf der doden, waar
de levenden niet sterven willen De oor
log 1914-1918 heeft de stad gesloopt en
vóór haar poorten zijn 300 000 jonge men
sen uit Frankrijk. Engeland. Canada en1
België gevallen de armen tot een kruis
gestrekt. Met hun mond vol Vlaamse aar
de komen zij op tegen al de oorlogen wel
ke het mensdom met bloed bevlekken
En bij al deze verminkte en verhakkelde
lichamen van twintigjarigen wilde het
verkoolde leper niet sterven. Met een
angstvallige nauwgezetheid werd de stad
herbouwd, steen na steen, gebouw na ge
bouw. en rees leper weer hemelwaarts.
Zo werd het lichaam van leper geboren,
een nieuw en tevens oud lichaam, een
te schoon, te nieuw en te verzorgd
lichaam. Maar de ziel van de stad is ver
trokken naar het Pantheon der dode ste
den. en leper zo Michiel de Ghelderode
zegt «is erger dan een dode stad. daar
de ziel nooit haar nieuwe lichaam heeft
betrokken Het is een stad van eenzaam
heid. beheerst door zijn belfort, waar de
binnenplaatsen de komst schijnen af te
wachten van fabelachtige personages er
gens ontsnapt uit de retabels, de beeld
houwwerken of de bewonderenswaardige
schilderijen van ons land.
Maar deze slapende stad. als in een
droom verstard, deze vermoorde stad ont
waakt eens per jaar En de enige keer
dat zij zich zal ontbolsteren zal zij de
spot drijven met Meneer de Vasten.
Dit geschiedt de eerste (Ij Zondag van
de Vasten. leper hangt aan zijn gevels
een guirlande van plezier Er :s iets smar
telijks in deze blijdschap van leper het
is een vreugde welke op een grond van
melancholie schijnt gefineerd te liggen.
Een talrijke menigte in Zondagspak
stroomt te zamen op de Grote Markt. Er
wordt geroepen, gelachen Men wordt be
roepen Men stoot en dringtmen wacht.
Aan het andere eind van de Markt brul:
plots een fanfare De stoet schrijdt voor
uit. voorafgegaan door een bontgeklede
nar die een marot draag: met al de bel
letjes van zijn narren pak kleppert en een
kat in de hand houdt. Zeker, een kat
Plots overheerst een üselijk gemiauw de
muziek Dat is het sein Weldra klinkt
over heel de markt nog slechts een ver
bazend gemiauw, kreten breken los als
waren al de katers van de gehele wereld
hier met elkaar afgesproken- Het ge
miauw zwelt aan. neemt allengerhand toe.
zet zich uit. houdt aan. moduleert zich.
wordt uitgebruld op alle tonen. Intus
sen is de nar of is het een beul
de toren opgeklommen. Kijk. hef de neus
op. daar staat hij op de spits en wordt
door groeiend gemiauw begroet- Hij ba
lanceert in het ijle een arm verschrikt,
spartelend en verwrongen poesje, dat uit
al de kracht van zijn longen miauwt en
in de lucht de meest ondenkbare arabes
ken. de gekste capriolen beschrijft. De
opeengepakte menigte zwijgt nu en be
wondert het gezwaai-in-de-lucht van
Meester Kat. Maar die massa maakt zich
gereed Waartoe Om de kat te onthalen
Want de val van de poes duurt niet
eeuwig en daar komt zij aangeland en
verdwijnt in een zee van huilende en
grijnzende koppen. Zij verschijnt op
nieuw. valt terug, vlucht tussen de be
nen. geeft krauwen en beten, en wordt
de inzet van geordende veldslagen Toch
slaagt iemand er in ze te bemachtigen
Die wordt Koning der kermis. Fier als
duizend zal hij zijn prooi gaan dragen
naar de overheden die zijn koningschap
van één dag zullen bevestigen en hem de
geschenken overhandigen welke de ma
gistraat reserveert voor de vlugge man
die er in gelukte de Kat van de stad leper
te vangen Het Kattefeest is geëindigd
Overal gaan nu de straatdeuntjes zich
vermengen met de geur van fritten en
smoutebollen. En wanneer de sterren
nacht leper weer zal doen insluimeren dan
zal de Vasten, in 't geniep, weer bezit ko
men nemen van de stad. en de doden
zullen hun rijk van stilte terugvinden.
Kwelt u niet. gevoelige zielen. In 1817
werd voor het laatst een levende kat van
de toren geworpen... Sedert die tijd is
het een pluche poes die de baan volgt
van het belfort naar de menigte toe
Jean Francis in Royal-Auto
(1) eigenlijk de tweede Zondag
Feuilleton Het Ypersch Nieuws 14
Dat vind ik ook.zei juffrouw
°arey vurig. En al die nieuwe 1";
die in die huizen wonenIn de ach
tertuinen hangt overal de was te
waaien en ze hebben nog niet eens
een dagmeidIk noem het gewoon
weg minJuffrouw Carey zette
borden en schotels ineen om ze naat
de bijkeuken te brengen. «Zet even
een ketel water voor me op het gas,
als een goeie meid. Voor we aan
't werk gaan, drinken we een kop
thee.
«Fijn!» Emily gaapte lustig. Het
zou al gauw tijd worden om de sim
pele lunch van haar meesteres te
gaan opruimen, maar zij kon nog
even wachten. Haar meesteres deed
altijd precies hetzelfde dag in dag
uit. Als zij van tafel opstond, nam
zij een boek en ging er mee naar
haar slaapkamer. Daar bleef zij tot
vier uur, totdat Emily haar een kop
thee bracht uit de keukentheepot. Zij
at er niets bij, dachten de meiden,
terwijl ze keken, naar een schaaltje
heerlijk verse cake, die juffrouw Ca
rey even had gebakken tussen de
lunch en de thee in. Zij at nauwe
lijks genoeg om lichaam en ziel bij
een te houden, vonden zij, dat man
keerde haar waarschijnlijk. Zij had
een paar sappige sneden nodig van
het vlees om haar dik te maken en
een beetje leven in te blazen. Jam
mer dat de oude man daar niet op
lette, besloten zij terwijl ze, zoals
zulke mensen gewoonlijk doen, el
kaar zaten aan te staren.
HOOFDSTUK XV
Margaret Latimer had een vreem
de opvoeding gekregen. De eerste
negen jaren van haar leven had zij
doorgebracht in de zorg van de be
kwame juffrouw Goodwin en die be
kwame zorg zou nog langer hebben
geduurd, als de dingen gegaan wa
ren zoals meneer Latimer gehoopt
had. Maar dat was niet gebeurd
juffrouw Goodwin die al over de
veertig was, was plotseling verloofd
geworden, iets wat niet te begrijpen
was. Meneer Latimer was er door
geërgerd. Meent u het ernstig
Hij stond in zijn studeerkamer en
keek haar aan door zijn met schild
pad omrande brilleglazen.
Volkomen ernstig,zei zij en zij
keek hem half lachend aan. Ondanks
zijn zeer zichtbare gebreken, mocht
zij hem wel lijden. Daar hij wist,
dat zij voor haar baan berekend was.
had hij haar haar gang laten gaan.
Ik vind het heel erg, dat ik Mar
garet zal moeten verlaten,zei zij
en haar mond trilde een beetje on
der het spreken. Maar meneer La-
timer, om u de waarheid te zeggen,
begint zij mij te ontgroeien.
Nee, dat geloof ik niet. De och-
tendschool, die door haar wordt bij
gewoond, heeft gezorgd dat zij bij
is met haar lessen. Dr Willoughby
zegt, dat zij niet oversterk is en hij
vindt het niet goed, dat zij te veel
werkt Uw invloed en uw zorgen zijn
juist geweest, wat ik voor mijn doch
ter heb gewenst,zei meneer Lati
mer in zijn kamer op en neer lopend.
Het is heel vriendelijk van u om
zo iets te zeggen.Juffrouw Good
win was zichtbaar geroerd. «En als
het niet was dat ik de man had ont
moet, van wie ik weet, dat hij mij
gelukkig zal maken, zou niets mij be
wogen hebben om dit zeer gelukkige
thuis te verlaten,» zei zij. «Allen
zijn vriendelijk voor mij geweest
uzelf, de dienstboden, mevrouw La-
timer. Noch meneer Latimer, noch
zijzelve vonden het vreemd, dat zij
mevrouw Latimer het laatst noemde
Zij stond in alles achteraan, dat viel
niet te loochenen, het was een feit.
«En nu ik Margaret moet verlaten,
ik weet waarlijk niet hoe ik dat zal
moeten dragen,eindigde zij open
hartig.
Vreselijk, vreselijk Meneer La-
timer had niets dan die uitroep.
Weet zij het al
Nee, zei juffrouw Goodwin kort
af. «Ik'ben zo bang om het haar te
WJU'
EEN SPIEGELHISTORIL
Ze zijn naar de keuring geweest in
Mechelen de Jef. de Peer en de Sus Ze
zijn goedgekeurd en de klassieke rode
roos pronkt op de kraag van bun vest
Natuurlijk moest deze gebeurtenis ge
vierd worden en ettelijke pintjes en bor
reltjes zijn dan ook reeds in hun maag
verdwenen Al zingend waggelt het vro
lijke drietal door de straten van Meche
len tot ze opeens weer voor een café
staan.
Komaan, mannen zegt de Peer daar
kan d'r nog wel eentje af. zulle
En zonder meer uitleg stappen de drie
de herberg binnen Het is een kleine her
berg. Geen mens is er te zien. uitgeno
men de baas Aan de ene muur staat een
geweldig grote spiegel van aan de grond
tot aan de zoldering en even breed als
hoog Onze drie nemen plaats juisr te
genover die spiegel en de Peer bestelt
drie exportsWanneer ze daar zo 'n
tijdje zitten, roept ineens de Sus terwijl
hij naar de spiegel wijst
Potverdomme. mannen daar zitten
d'r nog van ons dorp
Ja. zegt de Jef. ik dacht da 'k ze nog
gezien had
Kom. zegt de Peer we gaan daar
ook zitten
En zich tot de mannen in de spiegel
wendend, roept hij
We komen, zulle
Ze pakken hun pint. staan op en wil
len naar de andere zijde van de herberg
gaan. maar de Jef zegt
Laat maar blijft maar zitten, ze
komen zelf al
ECHT GEBEURD
August Pieterman, die ze nogal mag. is
heel het huis aan het afzoeken tot zelf in
de kachel toe. tot eensklaps zijn vrouw
kwaad vraagt
Maar. Gust. naar wat zijt ge zo lang
al aan het zoeken
Waarop de Gust antwoordtEindelijk
heb ik ze gevonden.
Maar wat dan toch vraagt zijn
vrouw, die ongeduldig begint te worden.
Wel uw tong. die had ik al veertien
dagen gemist.
TAKSEN EN NOG EENS TAKSEN!
Een opstootje op straat. Veel volk bij
een tot er een politieagent bij te pas
komt. Een mijnheertje is namelijk een
beetje hardhandig tegenover zijn weder
helft opgetreden en de politie maakt pro-
ces-verbaal op.
Een paar dagen later hoort de man zich
oo de rechtbank verwijzen tot 150 frank
boete plus 10 percent taks Hij richt zich
tot één zijner vrienden en vraagt hem
Die 150 frank boete dat begrijp
ik maar waarom die 10 percent erbij
Wel. man krijgt hij ten antwoord,
dat is toch te begrijpenGe hebt uw
vrouw afgeranseld op de straat, dat is
natuurlijk taks op de vermakelijkheden
NOG DOMMER!
Bij het leger. Een adjudant staat voor
een soldaat.
StommerikGij zijt nu de grootste
stommerik, die ik ooit heb ontmoet
Joak. adjudant
Het zou me niet verwonderen dat
in uw familie nog meer stommerikken
waren..
Joak. adjudant
Hebt ge soms nog een broer
Joak. adjudant
Ja Dan is die voorzeker nog stom
mer dan gij
Joak. adjudant
Wat is zijn beroep
Adjudant adjudant
BLUFFEN
Jansen geeft zich aan als mijnwerker,
in een Kempische koolmijn Hij begint
dadelijk te bluffen over de Waalse kool
mijnen waar hij gewerkt heeft Een van
zijn makkers vraagt hem welke mijnlamp
ze daar gebruiken.
O. zegt Jansen, ik gebruikte er geen
Ik werkte in de dagploeg
OVER SLIM ZUN
Stoeffer in een gezelschap Ik heb
eens aan een quizwedstrijd meegedaan
en kon alle vragen goed beantwoorden
Ja. zei een man. ik zal eens een
vraag stellen Kapitein Crook deed 3 maal
de reis rond de wereld, op een van die
reizen stierf hij. op dewelke
Ja... he... hm., in geschiedenis ben
ik niet zo straf hoor
vertellen, dat ik het telkens weer
uitstel.
Zal ik het voor u doen
«Nee dank u... ik geloof dat het
beter is., ik ken haar zo door en
door, het is beter dat ik het zelf doe.
Heel goed, net zoals u wil.Me
neer Latimer ging plotseling aan zijn
schrijftafel zitten. Ik zal het zo in
richten, zei hij. dat ik haar zo
spoedig mogelijk naar school kan
zenden, en in de vacanties moet zij
dan een jong meisje bij zich hebben
als gezelschap. Gelooft u ook niet,
dat dat de beste oplossing zal zijn
Juffrouw Goodwin dacht een paar
minuten na. Ja, ik geloof van wel,
zei zij, haar ogen tot meneer Lati
mer opslaand. Margaret heeft jon
ge mensen nodig om mee om te gaan,
een vrolijke omgeving. Zij is geneigd
tot mijmeren, in zich zelf gekeerd
zij is er te jong voor, zij is pas negen
jaar. Zij heeft het nodig om opge
wekt te worden.
Juist. En hiermee was het on
derhoud geëindigd. Meneer Latimer
had de zaak ter hand genomen. Al
lereerst een kostschool voor zijn doch
ter, een van de beste. Ten tweede
een jonge en vrolijke gouvernante
voor de vacanties. En daar meneer
Latimer de man was, die hij nu een- j
maal was, had hij beide spoedig ge-
vonden. Niemand wist ooit, hoe hiji
ze gevonden had, maar hij vond ze.
Hij wachtte er mee om het zijn vrouw
te vertellen, dat juffrouw Goodwin
wegging totdat alles was vastgesteld.
Hij vertelde het haar op een avond
na het eten. toen hij zijn nog bran
dende lucifer in het vuur gooide. Hij
had juist zijn tweede pijp opgestoken
Juffrouw Goodwin gaat weg,zei
hij en hij zei het kortaf.
«Weggaan Waarheen Mevrou-"
Latimer sprak met een en al ver
wondering. De opmerking van haar
man barstte los als een bom. Ging
zij weg voor een vacantie Maar die
had ze pas gehad.
Zij gaat trouwen,zei meneer
I Latimer. En hij sprak zonder enige
ergernis. Hij ergerde zich bijna nooit
meer om zijn vrouw. Hij zag haar
zo zelden, dat er geen reden voor
was. Sinds de oorlog en de daardoor
ontstane ongeregelde nachtrust, slie
pen zij niet meer in een en dezelfde
kamer. In het begin was het een op
luchting voor mevrouw Latimer ge
weest daarna had zij er zich over
verbaasd. Maar de verbazing was nu
ook aan het verflauwen. Haar man
was twaalf jaar ouder dan zij en hij
vond het prettig zijn eigen kamer te
hebben. Hij had allerlei kleine ge-
woontetjes en hij vond het prettig
om daaraan te voldoen zonder dat
er kritiek werd uitgeoefend. Op die
wijze verklaarde mevrouw Latimer
de definitieve breuk tussen haar man
en zichzelve. Maar dit over juffrouw
Goodwin was inderdaad een bom.
Gaat zij trouwen Met wie
vroeg zij zo nieuwsgierig als een
kind.
Dat weet ik niet, ik heb het haar
niet gevraagd,antwoordde meneer
LatimerIk zei haar slechts hoe
het mij speet en toen begon ik dade
lijk plannen te maken voor Marga
ret. Dat is nu in orde. Bij de volgen
de schooltermijn gaat zij naar Broad-
hayes en in de vacanties krijgt zij
een gouvernante.
Naar Broadhayes Mevrouw La-
timer liet haar breiwerk in haar
scKöot zakken en keek haar man
strak aan. Zij was nu helemaal wak
ker. Dat is de verkeerde plaats voor
Margaret,zei zij.
De verkeerde plaats Meneer
Latimer vertrouwde zijn oren niet.
Ja, ze denken daar alleen maar
aan sport. Zij zijn wild op sport. Het
is er een manie.Mevrouw Latimer
sprak opgewonden.
Nu dat is juist goed. Die geest zal
Margaret goeddoen,zei meneer La-
timer. Het kind heeft veel te veel
fantasie, zij is in zichzelf gekeerd.
Juffrouw Goodwin is het daarin vol
komen met mij eens. Wedstrijden,
schouder aan schouder, een gemeen
schap. dat zal uitstekend zijn.Me
neer Latimer zette zijn bewering
kracht bij door kleine klapjes te ge
ven op de armleuningen van zijn
stoel.
Voor Margaret zal het niet goed
zijn. Zij is niet van dat soort. Zij
heeft veel fantasie en, die is niet te
gen te gaan,zei mevrouw Latimer
kalm. Ik heb natuurlijk niets tegen
die school als school, natuurlijk niet
de school staat uitstekend bekend. En
ze kost enorm veel. Maar ik vrees,
dat de ideeën van de school aan Mar
garet verspild zullen zijn. Het zou
voor haar beter zijn...
«Nu?»
Een goede kloosterschool bijvoor
beeld.
En dat was voldoende om aan het
gesprek voor goed een einde te ma
ken. En och, zo dacht mevrouw La-
timer, terwijl zij zich langzaam ont
kleedde op haar kamer, wat kwam
het er op aan Tot nu toe had zij
de zorg voor haar kind aan anderen
overgelaten, omdat zij gewoonweg
niet meer in staat was ergens voor
te vechten. Tot nu toe was alles goed
gegaan, waarom zou het verder ook
niet goed gaan Mevrouw Latimer
voelde dat haar gewone onverschil
ligheid zich van haar meester maak
te, toen zij haar flanellen nachthemd
uit de geborduurde zak haalde. Zij
moest eens een nieuwe maken. Het
opennaaisel van deze liet los. Ze kon
er morgen vroeg eens voor uitgaan,
een wandeling naar Streatham,
naar de nieuwe winkel van kunst
naaldwerk, die daar een dezer dagen
was geopend.
En Margaret vertrok naar Broad
hayes, uitgedost in het lelijke marine
blauwe loshangende japonnetje, dat
bij de school hoorde en de lange
zwarte kousen, die het lelijkste deel
van haar magere benen lieten zien.
HOOFDSTUK XVI
Maar zij was daar geen succes, al
bleef zij er ook acht jaren. Niemand
ging ooit van Broadhayes weg of je
moest weggestuurd worden. Als je
Broadhayes verlaten had, kon je op
geen enkele andere school terecht.
«Waarom verliet uw dochter Broad
hayes zou de eerste vraag zijn, die
over de lippen kwam van de dame
die u te gemoet zou treden, wanneer
u de volgende school probeerde.
Omdat zij het er niet prettig vond.
Welke moeder zou zoiets kunnen zeg
gen en toch nog eerbiedwaardig blij
ven Meneer Latimer wist opper
best. dat dat niet kon en hij pro
beerde het dan ook niet. Margaret
moest blijven waar zij nu eenmaal
wassen daarbij bleef het.
En feitelijk genoot Margaret vol
op in de acht jaren, die zij door
bracht in de grote school, die als een
vesting was gebouwd en uitzag op
de Noordzee. Maar niet bepaald op
de wijze, die de hoofden der school
bedoelden. Haar verstand kwam in
opstand, terwijl zij groeide en bloei
de.
Waarom toch al dat gedoe over
die spelen zei zij op een dag. over
de stenen balustrade hangend, die
het terras scheidde van de speelvel
den beneden. Ik heb erover nage
dacht We lijken wel dol met al die
sport. Waarom eigenlijk. Wat voor
nut heeft het
(Vervolgt)