lm schoon oo gsrlstslljk houten HUIS Nog het StoffeSfeest Gemeente Kiezingen hare zitting van 27n Mei 1.1. heeft onze besten- Deputatie de kiezingen goedgekeurd van ^Roesinghe Westnieuwkerke grielen Woesten ^jts Wytschaete Waesten 2ie ons vorig nummer. gr blijven dus 11 gemeenten waarover er nog beslissing moet genomen worden geveren Passchendaele Dranoutre Ploegsteert .Qheluwe Vlamertïnghe Hollebeke West-Roosebeke •Oostnieuwkerke Zandvoorde Oostvleteren YPER i Ge moet eens gaan kijken Men is tegenwoordig bezig, op verschillige plaatsen, met ons Ypertje te verleggen. Die werken hebben voor eenig bewezen nut 't Ypertje weg te leiden van onder de bijzondere eigendommen en het overal onder de straat te doen Moeien. Binst de uitvoering dier werken, die heel sterk gemaakt zijn (nu, voor 't geld dat 't kost mag het wel sterk zijn) heeft men er niet eens aangedacht de huizen, langs de straten waaronder de rivier )t, hunne vuile waters moeten kunnen afleiden. Ten minste, dat was wel iets dat men wist, maar niettegenstaande dat vergat men voor ieder eigen dom een voorloopig gat te laten om de buizen er door te steken. Men vraagt zich af wat het zal kosten om voor ieder huis een gat te kappen door «ene laag beton van omtrent 1.50 m. dik. Misschien is men van gedac-ht een gelijkloopen en duiker te maken met groote buizen die van afstand tot afstand met het Ypertje zouden verbon den worden, maar dat schijnt ongeloofbaar en toch moet men tegenwoordig van niets meer verwon derd zijn. We zwemmen immersin 't geld, en later, als 'lietop is. dan zwemmen we maar in... 't Ypertje Poorte Klokke. Te Koop bevattende keuken, eetplaats, drij slaapkamers, groote zolder, ingemaakte kleerkassen, gemaakt uit dubbele paneelen gemakkelijk uiteen te nemen, en gedekt met teerpapier en pannen. Zich te wenden tot den bewoner M. Ch. Hallaert, Hondstraat, 4, YPER. Rede van den Meer Hallaert In naam der Muziekmaatschappij Ypriana in naam van Yper Op onze maatschappij van Ypersche oorlogsgeteisterden te Yper verblijvende, heb ik de eer Ued. deze twee bloemengarven aan te Hetzij mij toegelaten U, Waarde Heer, en d.ezen hie U omringen, met eenen, de beteekenis te geven °nzer deelneming aan dees huldebetoog. De reden van dit feest is dat gij in de bloedige Jgen van 1 November' 1914 tot 5 Mei 1915, toen °H7,e geliefde stad stervende te stuiptrekken lag °nder de vreeselijke slagen van den barbaar, rond UWen Persoon al de mannen van goeden wil hebt ^schaard, zonder onderscheid van godsdienstige overtuiging of politieke denkwijze, enkel gedreven °w de gehechtheid aan de moederstad, door de de voor den vaderlandschen grond, ten einde te ^waren wat kon bewaard worden, te herstellen a k°n hersteld worden, de bevolking moed en in te Pinten, ze te helpen en te ondersteu- met raad en daad en voor haar levensonderhoud z°rgen. nian^6'6' &evaarv0'le taak Hie gij, met uw t°t ^n' kebt volbracht zoolang het mogelijk was; g'j door de krijgsoverheid verplicht werd met de laatste stadsgenööten de stad te verlaten op 5 Mei 1915. De zieltogende stad verviel in een doodslaap dood en vernieling omringden haar langs alle kan ten doch de laatste sprankel van haar leyen de gehechtheid harer kinders aan de moederstad, hunne liefde voor den vaderlandschen grond was niet uitgedoofd. Hij bleef smeulen in het hert van eiken Yperling, waar hij ook verbleef, en zou ten gepasten dage opflikkeren en vlammen schieten. Pas is de vrede getèekend, efi-'t land vrij of die zelfde liefde en gehechtheid die u bezielde, en tot den laatsten dag deed blijven, bezielde ons en deed ons de eersten haar stad terugkeeren stil- lekens aan begint de stad te herleven, te bewegen; doch nu ook zijn de tijden lastig, en alhoewel de gevaren van' den oorlog geweken zijn, weegt de eenzaamheid loodzwaar op, de terugkeerenden en het zicht der puinen en van de verwoesting ont moedigt de moedigsten, verlamt hun pogingen tot herstelling. Doch nu ook, volgen mannen uw voorbeeld, scharen rondom hen allen die van goeden wil zijn, zonder onderscheid van politieke denkwijze of godsdienstige overtuiging, om met vereenigde krachten te arbeiden aan de herleving en aan den heropbouw der stad, om elkander te helpen en te ondersteunen met raad en daad, om met elkander te verbroederen en als kinders eener zelfde moeder stad'in vrede en verdraagzaamheid te leven Dat is het doel van Ypriana op kunstgebied dat is bet doel van Yper Op voor wat de stoffe lijke herleving en den heropbouw der stad betreft dat is het doel van andere maatschappijen alhier nu ingericht om handel en nijverheid weer in 't leven te roepen en te doen bloeien, of om de stoffelijke belangen van patroon en werkman, van burger en landbouwer te behertigen. Wij eerste pioniers in het verwoeste Yper, zijn dus in 1920 en op heden de voortzetters, zooniet de navolgers van het werk door U en uwe mede helpers ingezet in 1914-1915. En daarom achtten wij het onze plicht aan dit feest deel te nemen en U onze hulde van bewondering aan te bieden. Uw werk is in die droevige dagen een waar lief dewerk geweest, gedaan uit ware genegenheid voor uwe stadsgenööten zonder gedacht dat later daar voor wereldsche eer of dank U kon bewezen worden. Dit belet echter niet dat er openbaarlijk eere dient gegeven te worden aan wien eere toe komt, en dank betuigd worde aan wien dank verdient. En dat is het doel dezer betooging Eere komt U toe en dank verdient ge. Een Ypersch kind is een dankbaar kind en wij zouden dus aan onzen goeden naam verzaken moesten wij hier aan dit eer- en dankbetoog te kort zijn gebleven. Aan U dan, Waarde Heer, onze hulde van be wondering en dank doch niet alleen U maar al uwe medehelpers in die droevige dagen willen wij hier vereeren en danken zij wezen hier tegenwoor dig of afwezig. En nu valt mijn eerste gedacht op die schaar moedige jongelingen, die bij dage en bij nachte, alle gevaar trotseerende, de straten der stad door kruisten, om de opengeslagen deuren en vensters toe te nagelen en de schuimers te verdrijven later hebben zij het leger vervoegd en voort gestreden voor de vrijwaring der stad eenigen zijn reeds teruggekeerd, maar anderen zijn'op het slagveld gebléven. Die ouderen van dagen mag ik niet vergeten die telkens bijsprongen waar een ongeluk was gebeurd, om er brand te blusschen, öm dooden op te zoeken en te begraven, om gekwetsten te ^verlossen en weg te leiden, om kunststukken te redden of zelfs met de wapens in de hand tegen de roofzuchtigheid der plunderaars te beschermen. Verdienen ook vermeld te worden die bedienden die voor de openbare rust en orde instonden of den Burgerstand en andere diensten bleven waar nemen. En zou ik dan; uit vrees van hunne gekende ootmoedigheid te kwetsen, de moedige handelwijze onzer geestelijkheid verzwijgen, altijd zonder vrees, zich opofferende daar waar hulp en troost te ge ven was Van Z. E. H. Deken De Brouwer door ziekte neêrgeveld bij het aanschouwen der brandende puinen zijner prachtige Cathedraal en alzoo ge dwongen de stad te verlaten. Van Z. E. H. Pastoor Delaere, die zelfs na 5 Mei honderden keeren in stad terug is gekomen en onbeschroomd meermalen de dood van nabij heeft gezien 't was om het lijk van vermiste stadsge nööten op te zoeken 't was om verdoken weerden uitte delven; 't ^vas dm weggestoken handelsboeken of anderé kostelijke stukken van verdere vernieling te bevrijden 't was zelfs om het kleine geldbeur- zeken van 't arme weêuwtjen van onder de puinen van haar huisken weg te halen niet een, die iets van weerde in de uitgebrande stad achtergelaten had, wendde zich te vergeefs tot hem om het gered te krijgen. En wat zal ik nu zeggen van die twee edele vrouwen, krank van lichaam, maar sterk van ziel door mannenmoed, die Z. E. H. Delaere meestal bijstonden in zijn gevaarvolle réizen. Ook zij heb ben meermalen onbevreesd de Dood in de oogen gekeken. Het waren Zuster Marie Berchmans die reeds overleden is, en Zuster Marguerite, die zich de wereld door bekend heeft gemaakt door haar zelfsopoffering in het opsporen en bezorgen van gekwetsten en typhuszieken. (1) Aan die allen dus, bekenden en onbekenden, die hun leven te pande stelden voor onze gemartelde stad en hare ongelukkige bewoners, brengen wij heden openbaarlijk de hulde van onze bewondering en dankbaarheid, en wij bidden U, waarde heer Stoffel, voor U en voor hen dit nederig geschenk te willen aanveerden van het dankbare Yper. Discours- du Club Yprois a Ostende, par M. A. Vermast. Le club Yprois a Ostende n'ayant pas été assez heureux de trouver parmi ses membres une jeunes- se pour vous offrir des fleurs, le comité a bien voulu charger son secretaire de ce soin et me" choisir comme interprète pour vous exprimer tout ce que le Club Yprois ressent pour vous d'amitié et de reconnaissance. La fête d'aujourd'hui, Monsieur Stoffel symbo lise un idéal et l'homme que nous fêtons incarne en lui tout ce qu'il y a de sublime. Parmi les multiples héros, tombés sur les champs de bataille, vous en futes un parmi les vivants, car, aux premiers jours lugubres de cette atroce guerre, quand tous s'enfuyaient devant l'en- vahisseur, quand l'autorité communale avait déja quitté la ville, vous restiez malgré tout au milieu de ces ruines déja fumantes, vous restiez avec une poignée d'hommes, des braves, dévoués k votre cause, ei vous preniez courageusement en mains l'administration de la ville. L'histoire vraie, l'histoire impartiale dira a nos enfants que sur les ruines d'Ypres sillonnées par des obus, a vécu pendant 6 mois un homme bra- vant la mort, partageant son temps et ses forces entre les morts, les blessés et les nécessiteux. Elle dira que eet homme, libre, riche est resté jusqu'au dernier, encourageant ses semblables, voulant sauver ce qui pouvait encore être sauvé, méprisant jusqu'aux conseils de ses amis, le priant d'épargner sa vie. Elle dira que eet homme n'a voulu quitter sa ville natale que contraint et forcé que comme un capitaine de navire qu'il sent sombrer, il n'a con sent} a se sauver qu'après s'être assuré que le dernier habitant était en sureté et votre nom, M. Stoffel, sera inscrit en lettres d'or dans les fastes de l'histoire comme symbole d'intégrité, de dévoue- ment, de courage, de bonté et de loyauté. Les fleurs que le Club Yprois d'Ostende vous offre aujourd'hui, Monsieur Stoffel, sefaneront, le vent en emportera les restes, mais ce qui vivra toujours, c'est votre souvenir, la reconnaissance que les Yprois vous doivent pour ce que vous avez fait pour eux dans les moments difficiles et pour cette ville que vous avez aimée comme nul ne l'a jamais aimée. (I) In elk Ypersch huisgezin zou het Dagboek van Zuster Marguerite moeten voorhanden zijn daarin zou de jonkheid kunnen leeren wat zuivere naastenliefde vermag te doen. C. L. H.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1921 | | pagina 9