HET yPERSCHE LA REGION D'YPRES laargang, N° t3 l(i JULI |«)il !£me Année, IN" 13 ICJlilLLET I9'21 - - Weekblad - - voor het Arrondissement Yper Journal hebdomadaire de 1'Arrondissement d'Ypres Orgaan der Vereeniging der Geteisterden, der Ypersche Clubs, enz. Opstel en Aankondigingen Yperstraat, 21, POPERINGHE Abonnement 8 fr. per jaar Buitenland 1 1 fr. (nieuw port inbegr.) Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren Naamlooze artikels geweigerd Organe de l'Association des Sinistrés, des Clubs Yprois, etc. RédactionAdministration et Publicité Rue d'Ypres, 21, POPERINGHE Abonnement 8 fr. par an Etranger 1 1 fr. (nouveau port compris) On peut s'abonner dans tous les bureaux de poste Beiges Les articles non signés sont refusés Avances par Cooperative Les operations d'avances de la Federation des Coo- iératives pour dommages de guerre se poursuivent avec Itivité. Au 30 juin écoülé, des credits étaient ouverts 43,701 sinistrés, pour un total de plus de 513 mil- ions, sur lesquels il avait été versé fr. 435.765.140, lont prés de 135 millions sur le produit de l'emprunt 'un milliard. Qu i' au 30 juin, il a été accordé 4.1 19 avances, iiurun total de fr. 44.136.900, dont 2.893, préalables jugements des tribunaux de dommages de guerre, fr. 18.831.300, et 1.231, sur production de lus judiciaires, pour fr. 25.645.100. terstei van oorlogsschade aan den landbouw Hieronder volgt de redevoering uitgesproken in de [amer der Volksvertegenwoordigers door den Heer /WDROM ME, tijdens de bespreking der begrooting m landbouw. Mijnheeren, De landbouw is de grootste en noodigste tak van elk ud. Het is de rijkdom van een land, want zijne voort- lengselen zijn van eerste en volstrekte noodwendig- tid. Het zal altijd waar blijven dat de levensmiddelen iét grootste deel van s menschens noodwendigheid uit- taken, Het land dat door zijne voortbrengselen zich kan «genoegen is dus een rijk land. De oorlog heeft ons dit wvloedig bewezen. Ik had gemeend te spreken over len algemeenen toestand des landbouws maar ik zal tij beperken met den bijzonderen toestand waarin de kdbouwers in de verwoeste streken verkeeren. Deze andbouwers wier nijverheid gansch verwoest is, bevin- jen zich in de noodzakkelijkheid hun te herstellen met poote onkosten. Door de onvermijdelijke afslag op wa- m en goederen, op alles wat zij koopen tot herstel, wllen de landbouwers der verwoeste streek later hunne fortuin, welke zij daardoor verteren, minstens op de dft zien verminderen dit zullen hachelijke jaren zijn 'W onze voortbrengers gelijk ook voor de werklieden ®zer streek. Vanwaar moet de hulp komen Ik zie piel de economische overeenkomst met Frankrijk dié pze landbouwers zal kunnen redden et ik steune bij de Regeering om in dezen zin te werken. Andere bemer- I®?en laat ik mij toe voor te stellen die bijzonder be- Ng hebben met het ministerie van landbouw. De vereffening der landen heeft gelukkiglijk eene Poote uitbreiding genomen en het geschiedt op normale pizen maar er blijft overal stekkerdraad slepen die het ig herbouwen der landen belet. Ware dit niet dit te weren «anneer zal de betaling der vereffende landen door ^Persoonlij ke werking, kunnen geschieden Vele dezer v®reffeningen zijn sinds twee jaren gedaan. Het is van le[rSt ke'atl® er n'et meer gewacht worde. Het ware ier c'at de Regeering .eerst zorge zijne schulden te vol- n vooraleer te beginnen met premien uit te deelen. <ier Vla^e ^eer Minister opdat hij het herstel andh°uwwegen in onze gewesten door alle moge- u e uuddels zou bevoordeeligan, en ondersteunen. j^'s een uherste noodzakelijkheid. en Zeildt op oorlogschade, peerden, vee, landbouw- getl' wagens, enz... herkomstig van Duitschland. Er is in deze bewerkingen een groot voordeel te besta- tigen. De verliezen in vee, peerden, enz... zullen enkel betaald zijn met coefficient 2 1/2. Het coefficient voor inlandsch vee is 5 1/2 en voor bekomen duitsch vee is 3 1/2 naar 4, dit volgens het uitgebracht barema van het ministerie van landbouw. Deze prijzen zijn dus niet in verhouding met de vastgestelde coëfficiënten door het Koninklijk besluit. Indien wij, Belgen, enkel 2 1/2 bekomen als coeffi cient, waarom zouden de duitschers recht hebben op 3 1/2 a 4. Mijn dunkens zou men hun niet mogen meer betalen dan aan degene wier bestaan zij hebben vernie tigd. Ik^hale uit de barema een voorbeeld aan eene zwartbont koei, hollandsch ras van 1e klas, kostende in 1 4 de som van 510 fr. is tegenwoordig aangerekend 1800 fr. Gezien het verschil van/ wissel 5 maal ten onzen voordeele, deze koei betaald haar in Duitsch land 9.000 marken, vervoerkosten af te trekken. Voor de landbouwwtrktuigser">oals wagens vindt men dezelfde toestand. Een wagen door Duitschland geleverd wordt 3600 fr. aangerekend, wagens die 600 fr. kostten in 14, met coefficient 6, de pachter ontvangt 4 1/2 voor zijne verliezen. De tegenwoordige weerde dezer wagens, 3000 kilogr. last dragende, is 2750 fr. Aan dezen prijs kan men hem bekomen bij ge lijk welken ambachtsman. Indien men de prijs van 3600 met onzen voordeeligen wisselkoers berekent, kosten deze wagens 18.000 marken, 't geene als onwaarschijn lijk aan te nemen is. Ik bid den Heer Minister ons over deze zaak in te lichten, ons te willen zeggen of onze pachters voldaan zullen zijn volgens het coefficient of indien deze be werkingen gedaan worden door enkel en alleen, zonder coefficient, een ander dier of voorwerp te geven in plaats van het verloren. Onze bevolking, ik steun erop, dient de toestand te kennen. Van een anderen kant, ik verzoek dat men de prijzen late kennen, door de verbondene commissie van schadeloosstelling aan de Duitsche gesteld, dat men terzelvertijd de tegenwoordige handelsprijzen in Duitsch land late kennen. Dat men hetzelve doe voor vetten, zaden, die allen meer kosten dan in den Belgischen han del. Voor de schapen is de prijs van 180 fr. niet aan neembaar de echte weerde van een schaap, middel matige hoedanigheid, is 100 fr. Men kan zich dus niet inbeelden dat de geteisterden deze schapen zullen aan- veerden om te verliezen en om hunne aftreuggelaars rijk te maken. Men bemerke dus dat deze bewerkingen ten groote bate der duitschers zijn en ten nadeele onzer bevolking bijzonder indien men de coëfficiënten wil toepassen, Duitschland zou geen voordeel uit onze aankoopen mogen trekken dat men geen nuttelooze aankoopen doe of zonder waarborg gelijk voor de beetzaden. Dat de Heer Minister van Landbouw dus steune bij zijn kol- lega, den Heer Minister van Staatshuishoudkundige Zaken, ten einde de coëfficiënten op echte weerde te brengen. Ik ondersteun een wensoh onzer pachters opdat de klas seering in Duitschland ruim zoo wel zou moeten zijn als verleden jaar. Er bestaat eene verslapping in de kom missiën en sommige dieren zouden zelfs niet moeten aan- veerd worden. Men vraagt dat vakkundigen, herkom stig uit de te /bedienen streek, bij de aanveerdingskom- missien zouden gevoegd worden. Voor het peerdenras, was de klasseering van som mige verzendingen zeer slecht, het sprong zelfs in het oog van onervaren. Eenige landbouwers zijn door te hooge prijzen benadeeligd terwijl andere bevoordeeligd zijn door lagere prijzen. Gelukkiglijk voor degene die er nog moeten bekomen heeft de Heer Minister maat regelen genomen opdat deze toestand zich niet meer voordoe. Andere redenaars hebben gevraagd dat duitsch vee voortblijve inkomen niettegenstaande het gevaar der ziekten. In eene vergadering van landbouwers vein gansch het Ypersch front, hebben al de landbouwers den wensch uitgedrukt zoohaast mogelijk de dieren te zien toekomen, gezien er groote schaarschheid is. Vele nieuw terugge keerden hebben geen enkel dier. Natuurlijk kan men de volkomen besmette dieren op het oogenblik der aan- veerding te Moriken niet aannemen. In plaats van het vee in de quarantaine kampen te plaatsen, zoo het ge beurt dat weinig gevallen bemerkt zijn, de landbouwers zijn algemeen t' akkoord om deze dieren in hunne stal len te aanveerden mits zekere waarborgen. Het is vast en zeker dat het onmogelijk is duizend dieren te bezor gen, die vereenigd zijnde allen ziek worden. Voor de Staat zou dit een tiendubbel verlies zijn als bij dén pachter, zelfs het vee uit de quarantaine die niet ster ven, verminderen meer van weerde, omdat het onmogelijk is de noodige zorgen te geven, met het opgeraapt per soneel, dat gewoonlijk op de hoogte niet is van de noo dige zorgen, want voor de pootplaag telt enkel tot nog toe de zorg als geneesmiddel. Het ware voordeel sefféns de dieren aan de pachter te geven, die beter dan gelijk wie er zorge voor dragen zal. Natuurlijk hij moet zeker waarborg hebben. De verantwoordelijkheid van den Staat zou de schade door sterften gedurende 40 dagen moeten dekken, en zoo de pootplaag geneest, hij zou moe ten de 20 vermindering van weerde moeten genieten, 't geen nooit overdreven is, dewijl in 't algemeen de minderweerde nooit lager is. Ik zou begeeren dat de Heer Minister breede toelagen zou schenken voor de studiën tot vinden van een middel als behoed of genezing van muil- en pootplaag, die overgroote verliezen veroor zaakt in onzen veestapel. Indien men er toe kwame deze ziekte te verhelpen, men zou een oneindig voordeel doen aan den landbouw en terzelvertijde aan het land. Ik wil de bijzondere aandacht trekken van den Heer Minister van Landbouw op het bewaren van den vee stapel van rood vlaamsch ras en van dit van Veurne Ambacht. De rood vlaamsche veestapel is zeer gering. In 1914 in onze streek, bedroeg deze meer dan de hon derd duizend, er blijven slechts 10.000 over. Het is van hoogste belang dat het vee, dat de rijkdom van de streek was, ter plaats blijve en zich hier vermenigvuldige. Het is uitgelezen vee en geselectionneerd gewend aan 't kli maat. Syndikaten worden in dezen zin gesticht, het is hoogst noodwendig. Van een anderen kant, zou het niet mogelijk zijn aan den Heer Minister van Landbouw en den Heer Minister van Buitenlandsche Zaken, vrije uitvoer te verkrijgen van fransch vee herkomstig uit het noorden waar het ver beterd ras van de roode koei in overvloed bestaat Zij zou vroeg of laat de verschillige rassen vervangen die uit

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1921 | | pagina 1